Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 594
Standpunt verdediging behoefde geen afzonderlijke respons.
HR 21-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH5177
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 april 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.F. Groos
- Zaaknummer
07/10151
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BH5177
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BH5177, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BH5177, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑04‑2009
- Wetingang
Essentie
Het Hof heeft niet afzonderlijk gerespondeerd op het standpunt van de verdediging dat verdachte niet woonde bij zijn echtgenote op het adres toen daar een hennepkwekerij werd aangetroffen en dat niet teveel waarde mocht worden gehecht aan de verklaring van die echtgenote dat zij de hennepkwekerij samen met verdachte had opgezet, nu zij op deze verklaring was teruggekomen. Het Hof behoefde zijn selectie en waardering van het bewijsmateriaal niet nader te motiveren, ook niet in het licht van art. 359 lid 2, tweede volzin, Sv. De bestreden uitspraak bevat in de gebezigde bewijsmiddelen — in het bijzonder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.