Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/504
Arbeidsrecht. CAO-recht. Onrechtmatigheid weigering werkgever met vakbond in onderhandeling te treden over cao in geval werkgever arbeidsvoorwaardenoverleg voert met ondernemingsraad; belangenafweging; in aanmerking te nemen omstandigheden.
HR 26-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:673
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 april 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
22/04484
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:673, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑04‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1211, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑12‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑10‑2022
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Arbeidsrecht. CAO-recht. Onrechtmatigheid weigering werkgever met vakbond in onderhandeling te treden over cao in geval werkgever arbeidsvoorwaardenoverleg voert met ondernemingsraad; belangenafweging; in aanmerking te nemen omstandigheden.
Samenvatting
Ook in een geval als het onderhavige — gelet op de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt, mede in het licht van het in diverse verdragen gewaarborgde recht op collectief onderhandelen — kan de weigering van een werkgever om met een vakbond in onderhandeling te treden, onrechtmatig zijn (art. 6:162 BW). De vraag of dit het geval is, moet worden beantwoord aan de hand van een afweging van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.