Einde inhoudsopgave
Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen, 1961
Artikel 26 De cocaplant en de cocabladeren
Geldend
Geldend vanaf 13-12-1964
- Bronpublicatie:
30-03-1961, Trb. 1963, 81 (uitgifte: 19-06-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-12-1964
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-08-1965, Trb. 1965, 136 (uitgifte: 13-08-1965, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien een Partij de verbouw van de cocaplant toelaat past zij, zowel op de cocaplant als op de cocabladeren, de bepalingen van toezicht van artikel 23 met betrekking tot het toezicht op de papaver toe, maar, wat lid 2(d) van dat artikel betreft, gaan de daarin aan het Bureau opgelegde verplichtingen niet verder dan het daadwerkelijk in bezit nemen van de oogst zodra dit na het binnenhalen daarvan mogelijk is.
2.
Partijen dienen in het wild groeiende cocaplanten zoveel mogelijk te doen ontwortelen. Zij vernietigen illegaal verbouwde cocaplanten.