Einde inhoudsopgave
Arbeidsomstandighedenregeling
Artikel 2.1 Risicio-inventarisatie en -evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2011
- Bronpublicatie:
15-02-2011, Stcrt. 2011, 3058 (uitgifte: 22-02-2011, regelingnummer: G&VW/AA/2011/1628)
- Inwerkingtreding
01-04-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-02-2011, Stcrt. 2011, 3058 (uitgifte: 22-02-2011, regelingnummer: G&VW/AA/2011/1628)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid re-integratie (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Bij de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onder a, van de wet verricht de deskundige of de bedrijfsarts, bedoeld in artikel 2.14a, eerste lid, van het besluit of de arbodienst de volgende werkzaamheden:
- a.
het toetsen of de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, volledig en betrouwbaar is;
- b.
het toetsen of in de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld onder a, de actuele inzichten op het terrein van arbeidsomstandigheden zijn verwerkt;
- c.
het op basis van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld onder a, uitbrengen van een advies aan de werkgever. Dit advies heeft mede betrekking op de in het plan van aanpak, bedoeld in artikel 5, derde lid, van de wet, voorgestelde wijze waarop de geconstateerde tekortkomingen kunnen worden verholpen en de prioriteiten en de volgorde waarin de maatregelen worden genomen.
2.
Bij de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 2.14b, tweede en derde lid, onder b, van het besluit verricht de deskundige of de bedrijfsarts, bedoeld in artikel 2.14a, eerste lid, van het besluit of de arbodienst de volgende werkzaamheden:
- a.
het toetsen of het model, bedoeld in artikel 14, twaalfde lid, onderdeel b, onder 1°, van de wet of het instrument, bedoeld in artikel 14, twaalfde lid, onderdeel b, onder 2°, van de wet, volledig en betrouwbaar is;
- b.
het toetsen of in het model of het instrument, bedoeld onder a, de actuele inzichten op het terrein van arbeidsomstandigheden in de desbetreffende branche zijn verwerkt;
- c.
het toetsen of het model of het instrument, bedoeld onder a, adequate aanwijzingen bevat voor het kunnen opstellen van een plan van aanpak, bedoeld in artikel 5, derde lid, van de wet.
3.
De Stichting van de Arbeid, te Den Haag, wordt aangewezen als de instelling waar een instrument als bedoeld in artikel 14, twaalfde lid, onderdeel b, onder 2°, van de wet kan worden aangemeld.
4.
De Stichting van de Arbeid draagt zorg voor plaatsing van een aangemeld instrument als bedoeld in artikel 14, twaalfde lid, onderdeel b, onder 2°, van de wet op de website www.rie.nl.