Einde inhoudsopgave
Besluit Toelichting Tabel II
Post A.2
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 27807 (uitgifte: 22-12-2023, regelingnummer: 2023-22510)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 27807 (uitgifte: 22-12-2023, regelingnummer: 2023-22510)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / In- en uitvoer
Omzetbelasting / Intracommunautaire transactie
Omzetbelasting / Tarief
Douane (V)
1. Inhoud van de post
goederen welke door een ondernemer worden:
- –
uitgevoerd uit de Unie, met uitzondering van goederen welke zijn bestemd voor de bevoorrading in Nederland van vervoermiddelen;
- –
geplaatst onder de regeling douane-entrepot op basis van artikel 237, tweede lid, van het Douanewetboek van de Unie;
Bijzondere bepaling
Tot de post behoren niet goederen die in bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen als reizigersbagage of als zending waaraan elk handelskarakter vreemd is, worden uitgevoerd uit de Gemeenschap;
2. Algemeen en juridisch kader
Post a.2, eerste gedachtestreepje, voorziet in een nultarief voor de levering van goederen die ondernemers uitvoeren uit de Unie1.. Met ‘uitvoer’ wordt bedoeld: het brengen van goederen buiten het grondgebied van de Unie naar een bestemming in een derde-land.
De uitvoer van eigen goederen door een ondernemer die vanuit Nederland worden overgebracht naar een derde-land vormt geen levering en valt niet onder de post. Voor de douaneregelgeving is wel sprake van uitvoer.
Goederen die zijn bestemd voor de bevoorrading in Nederland van vervoermiddelen zijn in het eerste gedachtestreepje uitgezonderd van de post. Deze uitzondering is opgenomen omdat post a.3voorziet in een nultarief voor goederen bestemd voor de bevoorrading van vervoermiddelen in het internationale verkeer (de in post a.3 omschreven schepen, reddingsboten en luchtvaartuigen). Uit post a.2, gelezen in samenhang met post a.3 en artikel 18, eerste lid, onderdeel d, van de wet blijkt, dat de bevoorrading van niet in post a.3 omschreven vaartuigen en vliegtuigen (zoals pleziervaartuigen, binnenschepen en sportvliegtuigen) niet onder het nultarief valt. Zie ook de toelichting op post a.3.
Verder voorziet post a.2, tweede gedachtestreepje, in een nultarief voor goederen die zijn geplaatst onder de regeling douane-entrepot op basis van artikel 237, tweede lid, van het DWU. Via deze regeling kunnen ondernemers de desbetreffende goederen belastingvrij2. in een douane-entrepot opslaan of belastingvrij vanuit een douane-entrepot uitvoeren.
Post a.2 is gebaseerd op diverse artikelen van de btw-richtlijn. De Unierechtelijke basis van het eerste gedachtestreepje van post a.2 is artikel 146, lid 1, onderdeel a, van de btw-richtlijn. Het tweede gedachtestreepje van post a.2 is gebaseerd op artikel 156, lid 1, eerste deel van onderdeel c, van de btw-richtlijn.
Volgens de bijzondere bepaling bij de post behoren niet tot de post goederen die in bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen worden aangemerkt als reizigersbagage of als zending zonder handelskarakter. Aan deze bijzondere bepaling bij de post is geen uitvoering gegeven, d.w.z. dat er via een ministeriële regeling geen gevallen zijn aangewezen. In artikel 24 van de wet is wel een bijzondere regeling getroffen voor zendingen zonder handelskarakter en voor reizigersbagage3..
3. Levering door de ondernemer die goederen uitvoert of laat uitvoeren
Het gaat bij het eerste gedachtestreepje van post a.2 om de toepassing van het nultarief op de levering door de ondernemer die de goederen uitvoert of laat uitvoeren, d.w.z. buiten de Unie brengt of laat brengen. Van ‘uitvoer uit de Unie’ is sprake als:
- –
de ondernemer de goederen zelf aflevert bij de afnemer buiten de Unie; of als
- –
de ondernemer aan een vervoerder de opdracht geeft om de goederen buiten de Unie af te leveren bij de afnemer.
De uitvoer van de goederen moet plaatsvinden in het kader van de levering van de goederen door de ondernemer, d.w.z. dat er een temporeel en materieel verband moet bestaan tussen de levering en het door de goederen verlaten van de Unie. Als de geleverde goederen vóór de uitvoer binnen de Unie worden gebruikt, wordt het temporele en materiële verband tussen levering en uitvoer verbroken. Dit is bijvoorbeeld het geval als een paard na de levering aan een buiten de Unie wonende of gevestigde afnemer in de Unie blijft en daarbij wordt gebruikt voor trainingen4. en deelname aan wedstrijden of toernooien. In zo’n situatie is er geen sprake van uitvoer, maar van een (belaste) binnenlandse levering (artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van de wet). Het voorafgaand aan de uitvoer op peil houden van de staat van de uit te voeren goederen (zoals het koelen van bederfelijke goederen en het verstrekken van voer en drinken aan uit te voeren dieren) vormt geen gebruik binnen de Unie, zodat het nultarief van toepassing kan zijn op de uitvoer.
Er is evenmin sprake van een levering van goederen door de ondernemer die uitvoert als bedoeld in post a.2 als de leverancier in opdracht van de afnemer goederen op een adres in Nederland aflevert, waar de goederen vóór uitvoer voor rekening van de afnemer nog een be- of verwerking of andere behandeling ondergaan. In zo’n situatie verricht de ondernemer een binnenlandse levering die in Nederland belastbaar is. Het alleen verpakken of op een andere manier gereed maken van goederen voor transport door een ondernemer die goederen verpakt of gereedmaakt vormt geen be- of verwerking van de goederen.
Voor de toepassing van het nultarief is in dit verband niet relevant of de afnemer van de uitgevoerde goederen een ondernemer is of niet (zie ook onderdeel 6). De afnemer kan binnen of buiten de Unie wonen/verblijven of zijn gevestigd.
4. Goederen vallend onder regeling douane-entrepot op basis van artikel 237, lid 2, DWU
Artikel 237, lid 2, van het DWU maakt het mogelijk om Uniegoederen te plaatsen onder het stelsel van douane-entrepots voor zover specifieke Uniewetgeving daarin voorziet of om in aanmerking te komen voor teruggaaf of kwijtschelding van douanerechten en/of btw. Op dit moment is er geen specifieke Uniewetgeving die het mogelijk maakt om Uniegoederen te plaatsen onder het stelsel van douane-entrepots. Uniegoederen kunnen alleen onder het stelsel van douane-entrepots worden geplaatst om teruggaaf of kwijtschelding te verkrijgen.
Het fysiek overbrengen of opslaan van goederen in de ruimte van het hier bedoelde douane-entrepot is niet voldoende om goederen te plaatsen onder de regeling van douane-entrepot. Beslissend is of de goederen volgens de douaneregelgeving onder de regeling van douane-entrepot vallen.5.
5. Aantonen van nultarief bij uitvoer via boeken en bescheiden
Voor de btw-heffing geldt dat de ondernemer aan de hand van boeken en bescheiden (artikel 12, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit) moet aantonen dat de goederen zijn uitgevoerd, d.w.z. de Unie daadwerkelijk hebben verlaten.
Als de ondernemer de goederen zelf heeft uitgevoerd of laat uitvoeren door een expediteur of vervoerder, kan hij de uitvoer aantonen door middel van een (relevante) combinatie van onder meer de volgende bescheiden:
- –
correspondentie (digitaal of op papier) met de afnemer6.;
- –
(kopie)facturen (op papier of digitaal) ten name van de afnemer;
- –
bewijs van betaling door vorenbedoelde afnemer;
- –
transportverzekering afgesloten voor de uitgevoerde goederen;
- –
kopieën van vrachtbrieven (in de praktijk meestal de CMR-vrachtbrief) of de papieren print van de e-CMR7.. Vrachtbrieven die geen gegevens bevatten over de uiteindelijke bestemming van de goederen worden niet geaccepteerd als bewijsstuk voor het aantonen van de uitvoer;
- –
facturen (op papier dan wel digitaal) van expediteurs en vervoerders8. met betrekking tot de goederen;
- –
(de papieren print van) de digitale aangifte ten uitvoer door de exporteur9. zoals ingediend en aanvaard via het elektronische aangiftesysteem van de Douane;
- –
het MRN (het movement registration number), het unieke douaneregistratie-nummer waarmee de Douane bij de aangifte ten uitvoer een zending goederen kan identificeren, volgen en verwerken in de douanesystemen (een soort ‘track and trace’);
- –
de papieren print van de ‘confirmation of exit’ (het bewijs van uitgang), een digitale bevestiging door de Douane aan degene op wiens naam de aangifte ten uitvoer staat dat de goederen de Unie hebben verlaten;
- –
in het derde-land door de Douane aldaar verwerkt bewijs van invoer van de goederen in dat derde-land.
Het is mogelijk dat de afnemer de goederen zelf afhaalt of laat ophalen bij de fabriek, magazijn of het verkooppunt van de ondernemer/leverancier in Nederland en de goederen vervolgens zelf uitvoert of laat afleveren bij een expediteur of vervoerder die vervolgens zorgt voor de uitvoer van de desbetreffende goederen. Aangezien de ondernemer/leverancier de goederen niet zelf uitvoert, zal hij de aanspraak op toepassing van het nultarief in deze situatie moeilijker kunnen aantonen. De ondernemer/leverancier beschikt immers niet zelf over de bescheiden die betrekking hebben op de uitvoer. De leverancier kan ook in deze gevallen aanspraak maken op de toepassing van het nultarief als hij aan de hand van boeken en bescheiden kan aantonen dat de door de afnemer gekochte en opgehaalde goederen de Unie hebben verlaten. Dit is mogelijk als de ondernemer van de afnemer bescheiden ontvangt die de uitvoer van de goederen (achteraf) aantonen. Een (kopie)factuur ten name van de afnemer met een bewijs van betaling door de afnemer is op zichzelf niet voldoende om aan te tonen dat de goederen daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Als de afnemer deze (kopie)factuur bij uitvoer door de douane heeft laten aftekenen10. kan dit aanvullend bewijs vormen voor het aantonen van de uitvoer.
Het voorgaande geldt ook als de ondernemer/leverancier de goederen in opdracht van de afnemer aflevert bij een expediteur, emballeur (d.w.z. een ondernemer die de goederen inpakt) of dergelijke ondernemer die de goederen vervolgens uitvoert.
6. Uitvoer van niet-reizigersbagage door een ondernemer voor rekening van een particulier
Een in Nederland gevestigde ondernemer die goederen, niet zijnde reizigersbagage, levert aan een niet in Nederland gevestigde particulier en deze goederen voor rekening van de particulier uitvoert, kan op de levering het nultarief toepassen op grond van artikel 146, lid 1, onderdeel b, van de btw-richtlijn.11. Uiteraard dient de ondernemer de uitvoer van de goederen aan te tonen aan de hand van boeken en bescheiden. Het is niet noodzakelijk dat de uitvoer van de goederen direct of binnen een bepaalde termijn volgt op de levering van de goederen aan de betrokken particulier.12. De uitvoer van de goederen moet wel plaatsvinden in het kader van de levering van de goederen en de goederen mogen vóór de uitvoer niet in Nederland of elders binnen de Unie worden gebruikt (zie ook onderdeel 3).
Het is mogelijk dat de ondernemer/leverancier op het moment dat hij goederen, niet zijnde reizigersbagage, levert aan een niet in Nederland gevestigde particulier nog niet beschikt over bewijsstukken voor het aantonen van de na de levering plaatsvindende uitvoer van de door hem geleverde goederen. Het komt voor dat de ondernemer bij de levering van de goederen aan de betrokken particulier zekerheidshalve Nederlandse btw in rekening brengt.
De ondernemer/leverancier kan op de levering van de goederen, niet zijnde reizigersbagage, aan een niet in Nederland gevestigde particulier, achteraf alsnog het nultarief toepassen. Dit is mogelijk als de ondernemer door de betrokken particulier na de uitvoer van de goederen in het bezit wordt gesteld van bescheiden om de uitvoer van goederen achteraf aan te tonen. Hierbij maakt het geen verschil of de uitvoerbescheiden door de particulier zelf aan de ondernemer ter beschikking worden gesteld, of dat de particulier gebruik maakt van een faciliterend bedrijf dat zorgt voor de verzameling van de benodigde bescheiden en deze vervolgens verstrekt aan de ondernemer.
Ingeval de ondernemer de bedoelde bescheiden van de particulier ontvangt in het (aangifte)tijdvak waarin hij de factuur heeft uitgereikt, kan hij zijn btw-aangifte in overeenstemming hiermee indienen (d.w.z. het nultarief toepassen). Als de ondernemer de bescheiden van de particulier ontvangt in een later btw-aangiftetijdvak kan de ondernemer de correctie van het btw-tarief verwerken in een latere btw-aangifte dan wel verzoeken om ambtshalve teruggaaf van btw.
7. Nultarief bij uitvoer van goederen via ketentransacties
Het nultarief geldt ook bij de uitvoer van goederen via zogenoemde ketentransacties bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel d, uitvoeringsbesluit. Met ketentransacties wordt in het kader van post a.2 bedoeld dat dezelfde goederen achtereenvolgens door meerdere ondernemers worden verkocht, en vervolgens door de eerste ondernemer in de handelsketen rechtstreeks worden geleverd aan de laatste afnemer die buiten de Unie woont of is gevestigd of in een douane-entrepot worden opgeslagen. Voor de btw-heffing vormen alle overeenkomsten tussen de betrokken ondernemers in de handelsketen afzonderlijke leveringen.
Het nultarief geldt bij ketentransacties voor alle leveringen binnen de handelsketen. Voor toepassing van het nultarief is wel nodig dat iedere afnemer/ondernemer (behalve de laatste afnemer die buiten de Unie woont of is gevestigd) aan zijn leverancier (de voorafgaande ondernemer in de handelsketen) een schriftelijke opdracht tot uitvoer uit de Unie uitreikt of een schriftelijke opdracht tot plaatsing onder de regeling douane-entrepot als bedoeld in artikel 237, tweede lid, van het DWU13. (artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van het uitvoeringsbesluit). De schriftelijke opdracht wordt opgemaakt overeenkomstig het model dat is opgenomen in Bijlage B bij de uitvoeringsbeschikking (artikel 19 van de uitvoeringsbeschikking). Deze verklaring kan overeenkomstig vorenbedoeld model ook in digitale vorm worden afgegeven. Verder geldt voor het nultarief dat de eerste ondernemer (die de goederen rechtstreeks aflevert aan de laatste afnemer buiten de Unie) kan aantonen dat de goederen zijn uitgevoerd uit de Unie of in een douane-entrepot zijn afgeleverd en dat de laatste ondernemer (die de goederen levert aan de afnemer buiten de Unie) aan de hand van boeken en bescheiden de uitvoer kan aantonen (artikel 12, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit).
De werking van artikel 12, eerste en tweede lid, onderdeel d, van het uitvoeringsbesluit, wordt toegelicht aan de hand van het volgende voorbeeld.
A verkoopt aan B een partij goederen, die B vervolgens verkoopt aan C. C verkoopt de partij goederen aan de buiten de Unie gevestigde afnemer D. C geeft opdracht aan B en vervolgens geeft B opdracht aan A om de partij goederen (rechtstreeks) af te leveren bij D. A levert de partij goederen af bij D buiten de Unie of voert de goederen in opdracht van D uit buiten de Unie.
Voor de btw-heffing is er sprake van drie leveringen, namelijk tussen A-B, B-C en C-D.
Op alle drie de leveringen is het nultarief van toepassing als:
- –
A een schriftelijke opdracht tot uitvoer kan overleggen die door B is afgegeven en bescheiden heeft waaruit blijkt dat de goederen daadwerkelijk zijn uitgevoerd;
- –
B een schriftelijke opdracht tot uitvoer kan overleggen die door C is afgegeven;
- –
C aan de hand van boeken en bescheiden kan aantonen dat de goederen uit de Unie zijn uitgevoerd.
Deze regeling voor uitvoer via ketentransacties kan ook worden toegepast als de uiteindelijke afnemer (in het gegeven voorbeeld: D) niet buiten de Unie woont of is gevestigd, maar de goederen in opdracht van hem worden uitgevoerd buiten de Unie. Ondernemer C die de goederen aan D verkoopt, moet in deze situatie voor toepassing van het nultarief correspondentie met afnemer D overleggen, waaruit blijkt, dat D aan hem (C) heeft opgedragen de goederen buiten de Unie af te leveren. Ook moet C een afschrift overleggen van de schriftelijke opdracht tot uitvoer die hij aan B heeft afgegeven als bedoeld in artikel 19 van de uitvoeringsbeschikking.
8. Uitvoer van motorrijtuigen
Bij de uitvoer van motorrijtuigen waarvoor een kentekenbewijs is afgegeven gelden voor toepassing van het nultarief de algemene voorwaarden voor het aantonen van de uitvoer (artikel 12, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit). Daarnaast geldt voor toepassing van het nultarief als voorwaarde dat de ondernemer een afschrift overlegt van het kentekenbewijs deel II dat door de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) is afgegeven (artikel 12, tweede lid, onderdeel e, van het uitvoeringsbesluit). De RDW reikt het kentekenbewijs deel II pas uit, nadat de tenaamgestelde van het uit te voeren motorrijtuig aan de RDW te kennen geeft dat hij het motorrijtuig wil uitvoeren. Het kentekenbewijs deel II wordt op de voet van artikel 17, tweede lid, van het Kentekenreglement afgegeven in verband met de uitvoer van het motorrijtuig. De ondernemer die het motorrijtuig uitvoert moet dit kentekenbewijs deel II in zijn administratie bewaren.
9. Uitvoer van pleziervaartuigen en aantonen nultarief
De uitvoer van een pleziervaartuig kan op verschillende manieren plaatsvinden. In verband hiermee geldt voor de toepassing van het nultarief bij de uitvoer van pleziervaartuigen het volgende.
9.1. Vervoer door de ondernemer/leverancier
Bij de levering van een pleziervaartuig dat in het kader van de levering door de ondernemer/leverancier wordt uitgevoerd naar een bestemming buiten de Unie en daar aan de afnemer wordt overgedragen, gelden de normale regels voor het aantonen van het nultarief. In de administratie van de leverancier moeten, naast de papieren print van de confirmation of exit, bescheiden aanwezig zijn waaruit het vervoer van het vaartuig naar de bestemming buiten de Unie blijkt en waaruit ook blijkt dat het vaartuig daadwerkelijk aldaar is geleverd.
Als het vervoer op eigen kiel plaatsvindt, zijn de gebruikelijke vervoersbescheiden niet beschikbaar voor de leverancier en moet het vervoer naar de bestemming buiten de Unie door de leverancier met andere bescheiden worden aangetoond. Hiervoor kunnen gelden het havenbriefje van de haven van bestemming, een verklaring van de betrokkenen dat het vaartuig daar is overgedragen en een kopie uit het logboek waaruit het vervoer op eigen kiel naar de plaats van bestemming blijkt.
9.2. Vervoer door de afnemer
Bij de levering van een pleziervaartuig ‘af werf’ waarbij het vaartuig door de afnemer op eigen kiel naar een bestemming buiten de Unie wordt gebracht, heeft de leverancier moeite om de aanspraak op toepassing van het nultarief aan de hand van boeken en bescheiden aan te tonen. In de praktijk beschikt de leverancier vaak alleen over de aangifte ten uitvoer. Onder de hierna genoemde voorwaarden kan de leverancier steeds het nultarief toepassen, vooropgesteld dat hij voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij het vaststellen van de juistheid van de te gebruiken bescheiden.
- 1.
De afnemer is
- a.
een natuurlijk persoon die zijn normale woon- of verblijfplaats binnen de Unie heeft of een lichaam in zin van de Awr, of
- b.
een natuurlijk persoon die zijn normale woon- of verblijfplaats buiten de Unie heeft, of
- c.
een natuurlijk persoon die zijn normale woon- of verblijfplaats binnen de Unie heeft en in het kader van de levering het pleziervaartuig overbrengt naar een plaats buiten de Unie, en zijn normale woon- of verblijfplaats voor tenminste twaalf maanden overbrengt naar een plaats buiten de Unie.
- 2.
De leverancier beschikt over een gedagtekende en ondertekende verklaring van de afnemer volgens de modellen opgenomen in bijlage 1 of bijlage 2 bij dit onderdeel van deze post. Deze verklaring geeft inzicht in de aan de uitvoer van het pleziervaartuig ten grondslag liggende bedoelingen van de afnemer. Een model van de verklaring van een afnemer als bedoeld onder 1.a of 1.b is hierna opgenomen als bijlage 1. Een model van de verklaring van een afnemer als bedoeld onder 1c is opgenomen als bijlage 2.
- 3.
Het pleziervaartuig wordt door of namens de leverancier ten uitvoer aangegeven. Ter zake van de uitvoer uit de Unie wordt door de douane een bewijs van uitgang (een confirmation of exit) afgegeven. De leverancier moet dit document in zijn administratie opnemen.
Als de in ad 2 genoemde verklaringen (de bij dit onderdeel behorende bijlage 1 of 2) geen juist beeld geven van de feitelijke situatie en dit de leverancier op het moment van de levering van het pleziervaartuig redelijkerwijs bekend moet zijn, moet hij in de gevallen waarin hij aanvankelijk het nultarief heeft toegepast alsnog btw in rekening brengen (naar het algemene tarief). Komen aan de leverancier binnen drie maanden na de levering nog feiten ter kennis waaruit redelijkerwijs kan worden geconcludeerd dat de hiervoor aangeduide bescheiden geen juist beeld geven van de feitelijke situatie of wordt niet tijdig de aangifte ten uitvoer van het vaartuig ontvangen en/of de bescheiden die aantonen dat het vaartuig in de haven van bestemming is binnengelopen, dan moet de leverancier deze feiten schriftelijk melden aan de voor hem bevoegde inspecteur.
9.3. Eigendomsoverdracht tot zekerheid voor de uitvoer
Voor situaties als bedoeld in de onderdelen 9.1 en 9.2, waarbij de leverancier de bouwer is van het pleziervaartuig en tussentijds het casco van het vaartuig al tot zekerheid aan de afnemer of bijvoorbeeld een kredietverstrekker wordt overgedragen, keur ik uit praktische overwegingen het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur goed dat de leverancier die het pleziervaartuig bouwt bij de overdracht tot zekerheid van het casco van het vaartuig het nultarief op grond van post a.2 toepast.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende voorwaarden:
- a.
de bouwer van het pleziervaartuig kan aannemelijk maken dat, als de overdracht tot zekerheid niet zou hebben plaatsgevonden, bij de levering van het vaartuig het nultarief zou kunnen worden toegepast volgens de in onderdeel 9.1 of onderdeel 9.2 opgenomen regeling; en
- b.
de bouwer van het pleziervaartuig kan aannemelijk maken dat op het moment van uiteindelijke aflevering van het pleziervaartuig wordt voldaan aan alle in onderdeel 9.1 of onderdeel 9.2 opgenomen voorwaarden. Voor het tijdstip van levering kan daarbij worden uitgegaan van het moment van uiteindelijke aflevering.
Als de bouwer op enig moment voordat het vaartuig wordt afgeleverd aan de afnemer, weet of behoort te weten dat niet langer aan deze voorwaarden wordt voldaan of zal worden voldaan, moet hij de btw alsnog over de periode(s) waarin de vergoeding of de deelbetalingen zijn ontvangen c.q. in rekening zijn gebracht voldoen (naar het algemene tarief).
9.4. Tijdelijke terugkeer pleziervaartuig naar Nederland voor garantiewerkzaamheden
Soms komt na de levering van een door de bouwer ten uitvoer aangegeven pleziervaartuig het vaartuig tijdelijk terug naar de werf in Nederland voor het uitvoeren van garantiewerkzaamheden en gaat daarna terug naar een plaats buiten de Unie. Deze tijdelijke terugkeer heeft geen invloed op het bij de eerdere levering door de bouwer toegepaste nultarief, als het pleziervaartuig bij de tijdelijke terugkeer niet binnen de Unie wordt gebruikt anders dan dat nodig is voor het uitvoeren van de garantiewerkzaamheden.
Bijlage 1. bij onderdeel 9.2 van post a.2
Verklaring van een afnemer van een pleziervaartuig die een natuurlijk persoon is die zijn normale woon- of verblijfplaats binnen of buiten de Unie heeft of die een lichaam is in de zin van de Awr
Ondergetekende14.,
(Naam afnemer)
(Adres)
(Postcode en woonplaats)
(Land);
VERKLAART
- a.
dat het pleziervaartuig als vermeld op de door
(Naam leverancier)
(Adres)
(Postcode en woonplaats)
afgegeven factuur (factuurnummer en -datum)aan de afnemer is geleverd op (datum);
- b.
dat bovenvermeld pleziervaartuig door of namens de afnemer op eigen kiel zal worden uitgevoerd naar een bestemming buiten de Unie binnen twee maanden na levering;
- c.
dat ingeval de afnemer een lichaam in de zin van de Awr is, dit lichaam het pleziervaartuig niet tot en met twaalf maanden na de uitvoer ervan ter beschikking stelt aan een binnen de Unie woonachtige of verblijvende natuurlijk persoon die middellijk of onmiddellijk de rechtshandelingen van dit lichaam (mede) kan bepalen of die enig belang heeft in dit lichaam, ten behoeve van gebruik binnen de Unie, met uitzondering van een met bescheiden te staven onvoorziene terugkeer binnen de Unie voor noodzakelijk gebleken reparatie (al dan niet in het kader van de garantie), daaronder begrepen het vervoer van en naar de plaats van reparatie;
- d.
dat de afnemer er zorg voor zal dragen dat ten aanzien van deze uitvoer namens de leverancier aangifte ten uitvoer zal worden gedaan met als (eerste) bestemming van het pleziervaartuig buiten het douanegebied van de Unie (plaatsnaam en land);
- e.
dat de afnemer binnen drie maanden na levering van het pleziervaartuig het door de douane afgegeven bewijs van uitgang aan de leverancier zal toezenden en verder, dat de afnemer binnen één maand na het bereiken van de bestemming buiten de Unie bescheiden zal toezenden waaruit blijkt dat het vaartuig deze bestemming heeft bereikt, zoals bescheiden die aantonen dat het vaartuig in de haven van bestemming is binnengelopen;
- f.
dat de afnemer ervan op de hoogte is dat de leverancier de Nederlandse Belastingdienst dient te informeren wanneer de ondere bedoelde bescheiden niet tijdig worden ontvangen, dan wel wanneer na de levering feiten ter kennis komen van de leverancier waaruit deze redelijkerwijs moet concluderen dat deze verklaring geen juist beeld geeft van de feitelijke situatie op het moment van levering;
- g.
dat de afnemer bereid is op verzoek aan de Nederlandse Belastingdienst nadere informatie te verstrekken over de bestemming van het vaartuig.
(plaats en datum)(handtekening afnemer/gemachtigde van de afnemer)
Bijlage 2. bij onderdeel 9.2 van post a.2
Verklaring van een afnemer van een pleziervaartuig die een natuurlijk persoon is die zijn normale woon- of verblijfplaats binnen de Unie heeft en in het kader van de levering het pleziervaartuig overbrengt naar een plaats buiten de Unie, en zijn normale woon- of verblijfplaats voor tenminste twaalf maanden overbrengt naar een plaats buiten de Unie.
Ondergetekende15.,
(Naam afnemer)
(Adres)
(Postcode en woonplaats)
(Land);
VERKLAART
- a.
dat het pleziervaartuig als vermeld op de door
(Naam leverancier)
(Adres)
(Postcode en woonplaats)
afgegeven factuur (factuurnummer en -datum)aan de afnemer is geleverd op (datum);
- b.
dat bovenvermeld pleziervaartuig door of namens de afnemer op eigen kiel zal worden uitgevoerd naar een bestemming buiten de Unie binnen twee maanden na levering;
- c.
dat de afnemer zijn normale woon- of verblijfplaats buiten de Unie zal hebben gedurende een onafgebroken periode van tenminste twaalf maanden aansluitend aan het moment van uitvoer van het pleziervaartuig uit de Unie;
- d.
dat het vaartuig tenminste een onafgebroken periode van twaalf maanden buiten de Unie zal worden gehouden, met uitzondering van een met bescheiden te onderbouwen onvoorziene terugkeer binnen de Unie uitsluitend voor noodzakelijk gebleken reparatie (al dan niet in het kader van de garantie), daaronder begrepen het vervoer van en naar de plaats van reparatie;
- e.
dat de afnemer er zorg voor zal dragen dat ten aanzien van de uitvoer van het vaartuig namens de leverancier aangifte ten uitvoer zal worden gedaan bij het laatste douanekantoor binnen de Unie met als (eerste) bestemming van het vaartuig buiten het douanegebied van de Unie(plaatsnaam en land);
- f.
dat de afnemer binnen drie maanden na levering van het pleziervaartuig het door de douane afgegeven bewijs van uitgang aan de leverancier zal toezenden en verder, dat de afnemer binnen één maand na het bereiken van de bestemming buiten de Unie bescheiden zal toezenden waaruit blijkt dat het vaartuig deze bestemming heeft bereikt, zoals bescheiden die aantonen dat het vaartuig in de haven van bestemming is binnengelopen;
- g.
dat de afnemer ervan op de hoogte is dat de leverancier de Nederlandse Belastingdienst dient te informeren wanneer de onderf bedoelde bescheiden niet tijdig worden ontvangen, dan wel wanneer na de levering feiten ter kennis komen van de leverancier waaruit deze redelijkerwijs moet concluderen dat deze verklaring geen juist beeld geeft van de feitelijke situatie op het moment van levering;
- h.
dat de afnemer bereid is op verzoek aan de Nederlandse Belastingdienst nadere informatie te verstrekken over de bestemming van het vaartuig.
(plaats en datum) (handtekening afnemer/gemachtigde van de afnemer)
Voetnoten
d.w.z. onder schorsing van de rechten bij invoer, accijns en btw
Artikel 24 van de wet ziet op de uitvoer van goederen in ongebruikte staat door lichamen in de zin van de Awr, andere dan ondernemers, die de goederen uitvoeren uit de Unie of plaatsen onder de regeling douane-entrepot op basis van artikel 237, tweede lid, van het DWU in het kader van hun menslievende, liefdadige of opvoedkundige werk en op de uitvoer van reizigersbagage door niet in de Unie wonende particulieren. In artikel 13 van het uitvoeringsbesluit en in de artikelen 20 t/m 23a van de uitvoeringsbeschikking zijn hiervoor nadere regels opgenomen.
Het gaat hierbij met name om trainingen door een derde (vaardige ruiter) ter bevordering van de prestaties van het paard en trainingen die ten doel hebben om het paard aan een nieuwe ruiter te laten wennen.
Hoge Raad 28 juni 2002, 37 194, ECLI:NL:HR:2002:AE4730.
De afnemer kan binnen of buiten de Unie wonen/verblijven of zijn gevestigd.
De digitale CMR-vrachtbrief.
Hiervoor geldt hetzelfde als voor vrachtbrieven (zie het vorige gedachtestreepje).
D.w.z. degene op wiens naam de aangifte ten uitvoer staat.
Veelal via een digitale stempel/de confirmation of exit afgegeven door de Douane.
Voor de toepassing van het nultarief is in dit verband niet relevant of de afnemer van de uitgevoerde goederen een ondernemer is of niet. Artikel 146, lid 1, onderdeel b, van de btw-richtlijn spreekt over ‘een niet op hun respectieve grondgebied gevestigde afnemer’, niet over ‘ondernemer’.
HvJ 19 januari 2013, C-563/12, (BDV Hungary Trading Kft), ECLI:EU:C:2013:854, punten 23 en 24.
Zie onderdeel 4.
Eventueel gemachtigde (in dat geval dient een gespecificeerde machtiging te worden bijgevoegd).
Eventueel gemachtigde (in dat geval dient een gespecificeerde machtiging te worden bijgevoegd).