RvdW 2023/484:Medeplegen mensenhandel door kwetsbare, verslaafde man gedurende periode van ruim 3 jaren 7 dagen per week zonder betaling van loon in café van verdachte te laten werken, art. 273f lid 1 onder 4 en 273f lid 1 onder 6 Sr. Vrijspraak in eerste aanleg. Bewijsklacht. Is sprake van uitbuiting? HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2010/598, m.nt. Y. Buruma m.b.t. uitleg van bestanddeel ‘uitbuiting’ en RvdW 2016/509 inhoudende dat ‘uitbuiting’ moet worden aangemerkt als impliciet bestanddeel van art. 273f lid 1 onder 4 Sr. Hof heeft o.g.v. de door hem vastgestelde feiten en omstandigheden geoordeeld dat m.b.t. A sprake is geweest van uitbuiting a.b.i. art. 273f lid 1 Sr. Dat oordeel is, gelet op wat hiervoor is vooropgesteld en in het licht van de door hof gebruikte bewijsvoering, toereikend gemotiveerd, mede in aanmerking genomen wat hof heeft vastgesteld over (i) omstandigheden waaronder A gedurende ruim 3 jaren vrijwel dagelijks zonder betaling zeer lange werkdagen heeft gemaakt in het door verdachte uitgebate café, (ii) misbruik dat verdachte en zijn mededader daarbij hebben gemaakt van kwetsbare en afhankelijke positie waarin A vanwege persoonlijke en sociale omstandigheden verkeerde en (iii) wijze waarop zij A onheus hebben bejegend en bedreigd met geweld als hij hun instructies niet opvolgde, als gevolg waarvan A ‘niet vrij was om te gaan en staan zoals hij dat zou willen’. Volgt verwerping. Samenhang met ECLI:NL:HR:2023:532 (RvdW 2023/477) en ECLI:NL:HR:2023:533 (RvdW 2023/478).

RvdW 2023/484

Medeplegen mensenhandel door kwetsbare, verslaafde man gedurende periode van ruim 3 jaren 7 dagen per week zonder betaling van loon in café van verdachte te laten werken, art. 273f lid 1 onder 4 en 273f lid 1 onder 6 Sr. Vrijspraak in eerste aanleg. Bewijsklacht. Is sprake van uitbuiting? HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2010/598, m.nt. Y. Buruma m.b.t. uitleg van bestanddeel ‘uitbuiting’ en RvdW 2016/509 inhoudende dat ‘uitbuiting’ moet worden aangemerkt als impliciet bestanddeel van art. 273f lid 1 onder 4 Sr. Hof heeft o.g.v. de door hem vastgestelde feiten en omstandigheden geoordeeld dat m.b.t. A sprake is geweest van uitbuiting a.b.i. art. 273f lid 1 Sr. Dat oordeel is, gelet op wat hiervoor is vooropgesteld en in het licht van de door hof gebruikte bewijsvoering, toereikend gemotiveerd, mede in aanmerking genomen wat hof heeft vastgesteld over (i) omstandigheden waaronder A gedurende ruim 3 jaren vrijwel dagelijks zonder betaling zeer lange werkdagen heeft gemaakt in het door verdachte uitgebate café, (ii) misbruik dat verdachte en zijn mededader daarbij hebben gemaakt van kwetsbare en afhankelijke positie waarin A vanwege persoonlijke en sociale omstandigheden verkeerde en (iii) wijze waarop zij A onheus hebben bejegend en bedreigd met geweld als hij hun instructies niet opvolgde, als gevolg waarvan A ‘niet vrij was om te gaan en staan zoals hij dat zou willen’. Volgt verwerping. Samenhang met ECLI:NL:HR:2023:532 (RvdW 2023/477) en ECLI:NL:HR:2023:533 (RvdW 2023/478).

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Essentie

Medeplegen mensenhandel door kwetsbare, verslaafde man gedurende periode van ruim 3 jaren 7 dagen per week zonder betaling van loon in café van verdachte te laten werken, art. 273f lid 1 onder 4 en 273f lid 1 onder 6 Sr. Vrijspraak in eerste aanleg. Bewijsklacht. Is sprake van uitbuiting? HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2010/598, m.nt. Y. Buruma m.b.t. uitleg van bestanddeel ‘uitbuiting’ en RvdW 2016/509 inhoudende dat ‘uitbuiting’ moet worden aangemerkt als impliciet bestanddeel van art. 273f lid 1 onder 4 Sr. Hof heeft o.g.v. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.