Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies en emissies uit de veehouderij (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging)
Artikel 11 Algemene beginselen van de fundamentele verplichtingen van de exploitant
Geldend
Geldend vanaf 04-08-2024
- Bronpublicatie:
24-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1785 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1785)
- Inwerkingtreding
04-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1785 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1785)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat de installaties worden geëxploiteerd overeenkomstig de volgende beginselen:
- a)
alle passende preventieve maatregelen tegen verontreiniging worden getroffen;
- b)
de beste beschikbare technieken worden toegepast;
- c)
er wordt geen significante verontreiniging veroorzaakt;
- d)
overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG wordt het ontstaan van afvalstoffen voorkomen;
- e)
waar toch afvalstoffen worden voorgebracht, moeten zij in prioriteitsvolgorde en overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG, worden voorbereid voor hergebruik, gerecycleerd, teruggewonnen of, wanneer dat technisch en economisch onmogelijk is, zodanig worden verwijderd dat milieu-effecten worden voorkomen of beperkt;
- f)
de energie wordt op doelmatige wijze gebruikt en het gebruik en, waar mogelijk, de productie van hernieuwbare energie worden bevorderd;
- f bis)
materiële hulpbronnen en water worden op doelmatige wijze gebruikt, onder meer door hergebruik;
- f ter)
er wordt een milieubeheersysteem opgezet als bepaald in artikel 14 bis;
- g)
de nodige maatregelen worden getroffen om ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan te beperken;
- h)
bij de definitieve stopzetting van de activiteiten worden de nodige maatregelen getroffen om elk risico van verontreiniging te voorkomen en het bedrijfsterrein weer in de overeenkomstig artikel 22 omschreven bevredigende toestand te brengen.