Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1104
Beschadiging auto door met ijzeren staaf voorruit in te slaan, nadat A naar aanleiding van eerdere woordenwisseling met zijn auto op verdachte is afgereden. Met verwijzing naar NJ 2016/316 over noodweer en in het licht van door hof vastgestelde feiten en omstandigheden, in het bijzonder zijn vaststellingen betreffende de wijze waarop A twee keer met hoge snelheid met auto is afgereden op verdachte, is het oordeel van het hof dat geen sprake was van 'een onmiddellijke wederrechtelijke aanranding' niet begrijpelijk. Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 08-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1550
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/01725
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1550, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:830, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑08‑2019
Essentie
Beschadiging auto door met ijzeren staaf voorruit in te slaan, nadat A naar aanleiding van eerdere woordenwisseling met zijn auto op verdachte is afgereden. Met verwijzing naar NJ 2016/316 over noodweer en in het licht van door hof vastgestelde feiten en omstandigheden, in het bijzonder zijn vaststellingen betreffende de wijze waarop A twee keer met hoge snelheid met auto is afgereden op verdachte, is het oordeel van het hof dat geen sprake was van 'een onmiddellijke wederrechtelijke aanranding' niet begrijpelijk. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/01725
Datum ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.