Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/384
Onttrekking minderjarige aan wettig gezag door een van beide ouders tijdens huwelijk.
HR 11-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:302
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 februari 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
11/03729
- Conclusie
wnd. A-G mr. N. Jörg
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:302, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2070, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑04‑2012
- Wetingang
Art. 279 Sr
Essentie
Voor een veroordeling ter zake van art. 279 Sr is niet vereist dat de bewezenverklaring inhoudt dat degene aan wiens wettelijk gezag wordt onttrokken bij uitsluiting van ieder ander dat gezag uitoefent. Het oordeel dat verdachte, als degene die mede het gezag over de minderjarige kinderen uitoefent, deze kinderen kan onttrekken aan het wettig over hen gestelde gezag als bedoeld in art. 279 Sr door de kinderen zonder toestemming van zijn echtgenote mee te voeren naar het buitenland en aldaar te doen verblijven, is juist.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.