Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/372
Art. 3:34 BW. Vernietiging overeenkomst wegens geestelijke stoornis? Stelplicht. Art. 81 lid 1 RO.
HR 21-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:414
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 februari 2014
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/05078
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:414, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2378, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2013
Essentie
Art. 3:34 BW. Vernietiging overeenkomst wegens geestelijke stoornis? Stelplicht. Art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
[eiseres], eiseres tot cassatie, adv.: mr. M.J. van Basten Batenburg,
tegen
[verweerder], verweerder in cassatie, adv.: mr. A.H. Vermeulen en mr. A.H.H. Vermeulen.
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense:
Inleiding
1.
Inzet van het onderhavige geding is de nalatenschap van erflater [betrokkene]. In het kader van de afwikkeling van deze nalatenschap hebben de echtgenote van erflater, eiseres tot cassatie [eiseres], en hun drie kinderen, onder wie verweerder in cassatie [verweerder], een vaststellingsovereenkomst gesloten. In dit geding heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.