Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/1544
Verdrag conservatoir beslag op zeeschepen 1952. Beslag op schip mogelijk ingeval de debiteur niet het gezag of de feitelijke macht heeft over het schip waarop de vordering betrekking heeft?; art. 3 lid 4, tweede alinea; “een ander die aansprakelijk is voor een zeerechtelijke vordering"; beslag ter verzekering van zeerechtelijke vordering; rechtsvergelijkende methode van uitleg.
HR 09-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2708 (Furtrans/Augusta)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 december 2011
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
10/02161
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BT2708
- Roepnaam
Furtrans/Augusta
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT2708, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BT2708, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑09‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2010
- Wetingang
Verdrag conservatoir beslag zeeschepen 1952, art. 3
Essentie
Verdrag conservatoir beslag op zeeschepen 1952. Beslag op schip mogelijk ingeval de debiteur niet het gezag of de feitelijke macht heeft over het schip waarop de vordering betrekking heeft?; art. 3 lid 4, tweede alinea; ‘een ander die aansprakelijk is voor een zeerechtelijke vordering’; beslag ter verzekering van zeerechtelijke vordering; rechtsvergelijkende methode van uitleg.
De tekst van het Verdrag conservatoir beslag zeeschepen 1952 biedt geen steun voor de beperking dat bij ‘een ander die aansprakelijk is voor een zeerechtelijke vordering’ in de tweede alinea van art. 3 lid 4 Verdrag is gedacht aan een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.