Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/1569
Piranha II. Onvoldoende bewijs wetenschap van oogmerk tot plegen misdrijven door terroristische organisatie en oogmerk om moord op politici voor te bereiden. Psychische overmacht.
HR 06-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BR1144
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 december 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma
- Zaaknummer
10/01718
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BR1144
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BR1144, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BR1144, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2011
- Wetingang
Essentie
Piranha II-zaak
1.De bestanddelen van art. 140a Sr (deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven). moeten op dezelfde wijze worden uitgelegd als de bestanddelen van art. 140 Sr. Voor ‘deelneming’ cfm art. 140 Sr is voldoende dat de betrokkene in zijn algemeenheid weet dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Dat verdachte in zijn algemeenheid wist dat de organisatie tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven kan niet uit de bewijsvoering worden afgeleid.
2. Uit de bewijsmiddelen kan niet volgen dat de verdachte het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.