Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/608
Strafmotivering en gelijktijdig berechte zaken.
HR 26-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP9344
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 april 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos
- Zaaknummer
09/03096
- Conclusie
A-G Hofstee
- LJN
BP9344
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP9344, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP9344, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑2011
- Wetingang
Essentie
Het hof mocht bij de strafoplegging geen rekening houden met strafbare feiten waarvoor de verdachte in een andere, gelijktijdig door het hof berechte zaak -dus nog niet onherroepelijk- was veroordeeld. Toch geen cassatie bij gebrek aan belang nu het cassatieberoep in die zaak door de HR wordt verworpen en het arrest in die zaak dus onherroepelijk wordt.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 2 juli 2009, nummer 20/003670-08, in de strafzaak tegen: K. Adv. mr. R.J. Baumgardt, te Spijkernisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Hofstee:
1.
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.