Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/603
Toepassing van art. 476, tweede lid, Sv na gegrond herzieningsverzoek.
HR 19-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6460
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/03115
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BP6460
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP6460, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP6460, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2011
- Wetingang
Essentie
Art. 476, tweede lid, Sv is ook van toepassing indien herziening wordt gevraagd van een einduitspraak houdende een veroordeling ter zake van meerdere feiten en de aanvrage slechts ten aanzien van een deel van die feiten gegrond is verklaard. In een zodanig geval dient het hof na die partiële gegrondverklaring van de aanvrage en verwijzing van de zaak slechts die feiten op de voet van art. 467, eerste lid, Sv opnieuw te behandelen en af te doen ten aanzien waarvan de aanvrage gegrond was verklaard, en voor het andere feit of de overige feiten op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.