Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/726
Uitlevering t.b.v. de tenuitvoerlegging van een door de Turkse rechter opgelegde gevangenisstraf. Afwijzing aanhoudingsverzoek teneinde opgeëiste persoon in de gelegenheid te stellen zijn beroep op de dreigende en op de reeds voltooide mensenrechtenschending nader te onderbouwen. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 26-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:931
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 mei 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
19/04799
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:931, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑05‑2020
Essentie
Uitlevering t.b.v. de tenuitvoerlegging van een door de Turkse rechter opgelegde gevangenisstraf. Afwijzing aanhoudingsverzoek teneinde opgeëiste persoon in de gelegenheid te stellen zijn beroep op de dreigende en op de reeds voltooide mensenrechtenschending nader te onderbouwen. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/04799 U
Datum 26 mei 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg van 25 september 2019, nummer 03/702002-19, op een verzoek van de Republiek Turkije tot uitlevering
van
[de opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.