Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Artikel 68 bis Personeelskosten betreffende subsidies en terugvorderbare bijstand
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2018
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 02-08-2018.
- Bronpublicatie:
18-07-2018, PbEU 2018, L 193 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1046)
- Inwerkingtreding
02-08-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-07-2018, PbEU 2018, L 193 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1046)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De directe personeelskosten van een concrete actie kunnen worden berekend als een vast percentage, met een maximum van 20 % van de andere directe kosten dan de personeelskosten van die concrete actie. lidstaten zijn niet verplicht om te berekenen welk percentage van toepassing is, mits de directe kosten van de concrete actie geen overheidsopdrachten voor werken omvatten waarvan de waarde de drempel overschrijdt die is vastgesteld in artikel 4, onder a), van Richtlijn 2014/24/EU.
2.
Om de personeelskosten te bepalen mag een uurtarief worden berekend door de meest recente met documenten gestaafde jaarlijkse bruto arbeidskosten te delen door 1 720 uren voor voltijdse werknemers, of door een overeenkomstig pro rata van 1 720 uren voor deeltijdse werknemers.
3.
Bij de toepassing van het overeenkomstig lid 2 berekende uurtarief mag het totale aantal voor een bepaald jaar per persoon gedeclareerde uren niet hoger liggen dan het aantal uren dat voor de berekening van dat uurtarief is gebruikt.
De eerste alinea is niet van toepassing op programma's in het kader van de doelstelling ‘Europese territoriale samenwerking’ voor personeelskosten voor personen die deeltijds aan de concrete actie werken.
4.
Wanneer de jaarlijkse bruto arbeidskosten niet bekend zijn, mogen die kosten worden afgeleid uit de beschikbare met documenten gestaafde bruto arbeidskosten of uit het arbeidscontract, omgerekend naar een periode van twaalf maanden.
5.
Personeelskosten voor personen die deeltijds aan de concrete actie werken mogen worden berekend als een vast percentage van de bruto arbeidskosten, overeenkomstig het vaste percentage van de tijd dat zij per maand aan de concrete actie hebben gewerkt en zonder verplichting om een afzonderlijk arbeidstijdregistratiesysteem op te zetten. De werkgever stelt voor de werknemers een document op met vermelding van dat vaste percentage.