Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/286
Ontvankelijkheid hoger beroep. Beroep op verontschuldigbaarheid van de overschrijding van de termijn voor het instellen van hoger beroep.
HR 02-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:315
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 maart 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, C. Caminada
- Zaaknummer
20/00713
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:315, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:9, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑08‑2020
- Wetingang
Art. 408 lid 1 Sv
Essentie
Ontvankelijkheid hoger beroep. Beroep op verontschuldigbaarheid van de overschrijding van de termijn voor het instellen van hoger beroep.
Samenvatting
HR verwijst voor de redenen waarom het cassatiemiddel slaagt naar de conclusie van de advocaat-generaal. Het door de verdachte in de onderhavige zaak — zonder bijstand van een advocaat — gevoerde verweer kan bezwaarlijk anders worden verstaan dan als een verweer dat inhoudt dat de termijn voor het instellen van hoger beroep verontschuldigbaar is overschreden. Het hof heeft dit verweer kennelijk verworpen, maar nagelaten in dit opzicht een uitdrukkelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Het hof was gehouden om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.