Hof 's-Hertogenbosch, 05-12-2019, nr. 20-003041-17
ECLI:NL:GHSHE:2019:4581
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
05-12-2019
- Zaaknummer
20-003041-17
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSHE:2019:4581, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 05‑12‑2019; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:891
Uitspraak 05‑12‑2019
Inhoudsindicatie
publicatie i.v.m. cassatie
Parketnummer : 20-003041-17
Uitspraak : 5 december 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 18 september 2017 in de strafzaak met parketnummer 02-800208-13 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag] 1984 ,
wonende te [woonadres] .
Hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Bij akte van 5 januari 2018 is het hoger beroep door de verdachte beperkt tot de feiten 3, 5, 10 en 12, alsmede de opgelegde straf. Het Openbaar Ministerie heeft echter onbeperkt appel ingesteld. Dat betekent dat het gehele vonnis aan het oordeel van het hof onderworpen is.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen, het Openbaar Ministerie ontvankelijk zal verklaren in de strafvervolging van het onder 4 subsidiair eerste alternatief/cumulatief ten laste gelegde en, naast een bewezenverklaring conform die van de rechtbank, ook het onder 4 primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en aan verdachte een gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van 6 jaren, met aftrek van voorarrest.
Namens verdachte is bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard in de strafvervolging ten aanzien van het onder 4 primair en subsidiair eerste cumulatief/alternatief tenlastegelegde, verdachte wordt vrijgesproken van het onder 3 en 5 tenlastegelegde en dat verdachte partieel wordt vrijgesproken van het onder 10 tenlastegelegde, namelijk voor de periode van half juni 2013 tot en met 31 augustus 2013. Voorts is bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken van het onder 12 ten laste gelegde telen, bereiden, bewerken of verwerken van 759 hennepplanten. De verdediging heeft zich
gerefereerd ten aanzien van het tenlastegelegde aanwezig hebben van 734 hennepplanten.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging
Het Openbaar Ministerie is in hoger beroep gekomen tegen de niet-ontvankelijk verklaring door de rechtbank van de officier van justitie in de vervolging van verdachte voor het onder 4 primair en subsidiair eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit.
De advocaat-generaal heeft in hoger beroep, evenals de officier van justitie in eerste aanleg, aangevoerd dat zich met de brief van 24 januari 2013 die aan [verdachte] is gestuurd geen situatie als bedoeld in artikel 255 van het Wetboek van Strafvordering voordoet. Het Kapel-onderzoek is na deze brief blijven doorlopen, waardoor er op enig moment OVC-gesprekken aan het dossier zijn toegevoegd waaruit het nodige naar voren is gekomen, ook ten aanzien van [verdachte] . Die gang van zaken maakt dat [verdachte] er niet op mocht vertrouwen dat de zaak was afgedaan. Er is ook niet lichtvaardig tot vervolging overgegaan, aldus de advocaat-generaal.
De verdediging heeft zich in hoger beroep wederom op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie partieel niet-ontvankelijkheid dient te worden verklaard, namelijk voor de wederrechtelijke vrijheidsberoving en de mishandeling. Dit vanwege de aan [verdachte] verzonden sepotbrief van 24 januari 2013, die ziet op de aangifte van [benadeelde partij 1] . Er zijn hierna geen nieuwe bezwaren bekend geworden waardoor [verdachte] gerechtvaardigd op de brief mocht vertrouwen. [verdachte] kan hierdoor dan ook niet opnieuw voor die feiten worden vervolgd, aldus de verdediging.
Het hof, met de rechtbank, overweegt dat er aan [verdachte] door de politie een brief is gezonden van 24 januari 2013 met daarin de mededeling dat [verdachte] niet zal worden vervolgd in verband met de aangifte van gijzeling/ontvoering van 3 januari 2013. Voorts wordt hierin medegedeeld dat de zaak hiermee is afgedaan, tenzij:
a. a) op grond van nieuwe feiten en omstandigheden deze beslissing wordt herzien;
b) het gerechtshof alsnog een vervolging beveelt. Dat kan als de benadeelde van het
feit zich bij het gerechtshof met succes beklaagt over de beslissing niet te
vervolgen.
Het hof, in navolging van de rechtbank, merkt dit aan als een onvoorwaardelijke sepotbeslissing als bedoeld in artikel 255, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering. Uit deze brief is voor [verdachte] af te leiden dat hij er in principe op mocht vertrouwen dat hij in het kader van de aangifte van de gijzeling/ontvoering van [benadeelde partij 1] niet zou worden vervolgd. De sepotbeslissing beslaat naar het oordeel van het hof de gehele aangifte van [benadeelde partij 1] en dus ook hetgeen door hem is verklaard over de mishandeling. [verdachte] zou enkel opnieuw vervolgd kunnen worden in het kader van deze aangifte wanneer hetgeen onder a dan wel b aan de orde zou komen. Met het gestelde onder a gaat het hof, evenals de rechtbank, ervan uit, dat daarmee wordt bedoeld het bekend worden van nieuwe bezwaren zoals bedoeld in artikel 255, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft de OVC-gesprekken, waaruit de nieuwe bezwaren volgens de officier van justitie zouden bestaan, bestudeerd en is van oordeel dat in deze gesprekken ten aanzien van [verdachte] geen nieuw belastend materiaal naar voren is gekomen met betrekking tot hetgeen waarvan aangifte is gedaan. Deze gesprekken kunnen aldus niet als nieuwe bezwaren worden aangemerkt. De officier van justitie kon op grond van deze nieuwe informatie niet tot een dagvaarding van [verdachte] komen hetgeen een schending van het vertrouwensbeginsel oplevert. Daar komt nog bij dat als de OVC-gesprekken al als nieuwe bezwaren hadden kunnen worden aangemerkt, de formaliteiten van artikel 255 derde en vierde lid van het Wetboek van Strafvordering daarbij niet in acht zijn genomen. Op grond van het voorgaande verklaart het hof het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van de onder 4 primair ten laste gelegde gijzeling/ontvoering en de onder 4 subsidiair eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde mishandeling.
Dit betekent voor het hierna volgende dat de standpunten van het Openbaar Ministerie en de verdediging omtrent een eventuele bewezenverklaring daarvan onbesproken kunnen blijven, nu het hof aan een inhoudelijke beoordeling van die ten laste gelegde feiten niet meer toekomt.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de Meervoudige kamer.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg – ten laste gelegd dat:
1.hij op of omstreeks 28 februari 2013 te [geboorteplaats 1] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van ongeveer 3827 gram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaak 9)
2.hij op of omstreeks 28 februari 2013 te [geboorteplaats 1] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 3547 gram hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, en/of een hoeveelheid van ongeveer 3034 gram hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj en/of hennep (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaak 9)
3.hij in of omstreeks de periode van 1 september 2012 tot en met 1 oktober 2013 te [geboorteplaats 1] en/of elders in Nederland en/of in Belgie en/of in Duitsland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of en/of [medeverdachte 7] heeft deelgenomen aan een organisatie (te weten een samenwerkingsverband van een aantal/genoemde natuurlijke personen), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van (een) misdrijf/misdrijven als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid en/of 10a eerste lid en/of artikel 11, derde, vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet, namelijk
- het (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet en/of
- het (telkens) plegen van strafbare voorbereidingshandelingen (zoals genoemd in artikel 10A, eerste lid Opiumwet) betreffende/ten aanzien van (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet en/of
- het (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van hennep en/of hash en/of
- het (telkens) opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (grote hoeveelheden) hennep en/of hash en/of
- het (telkens) opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of aanwezig hebben van grote hoeveelheden hennep en/of hash
EN/OF
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2012 tot en met 1 oktober 2013 te [geboorteplaats 1] en/of elders in Nederland en/of in Belgie en/of in Duitsland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] heeft deelgenomen aan een organisatie (te weten een samenwerkingsverband van een aantal/genoemde natuurlijke personen), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- het (telkens) plegen van afpersing(en) en/of diefstal(len) met geweld en/of voorbereidingshandelingen daartoe en/of
- het (telkens) plegen van bedreigingen en/of
- het bezit/voorhanden hebben en/of dragen en/of vervoeren en/of de invoer en/of uitvoer van wapens (zoals genoemd in de Wet Wapens en Munitie) (zonder vergunning/consent)
ALTHANS
hij
* in of omstreeks de periode van 1 september 2012 tot en met 15 mei 2013 te [geboorteplaats 1] en/of elders in Nederland en/of in Belgie en/of in Duitsland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of
* in of omstreeks de periode van 16 mei 2013 tot en met 1 oktober 2013 te [geboorteplaats 1] en/of elders in Nederland en/of in Belgie en/of in Duitsland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7]
heeft deelgenomen aan een organisatie (te weten een samenwerkingsverband van een aantal/genoemde perso(o)nen)), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van (een) misdrijf/misdrijven als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid en/of 10a eerste lid en/of artikel 11, derde, vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet, namelijk
- het (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet en/of
- het (telkens) plegen van strafbare voorbereidingshandelingen (zoals genoemd in artikel 10A, eerste lid Opiumwet) betreffende/ten aanzien van (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet en/of
- het (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van hennep en/of hash en/of
- het (telkens) opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (grote hoeveelheden) hennep en/of hash en/of - het (telkens) opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of aanwezig hebben van grote hoeveelheden hennep en/of hash
EN/OF
hij
* in of omstreeks de periode van 1 september 2012 tot en met 15 mei 2013 te [geboorteplaats 1] en/of elders in Nederland en/of in Belgie en/of in Duitsland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7]
en/of
* in of omstreeks de periode van 16 mei 2013 tot en met 1 oktober 2013 te [geboorteplaats 1] en/of elders in Nederland en/of in Belgie en/of in Duitsland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7]
heeft deelgenomen aan een organisatie (te weten een samenwerkingsverband van een aantal/genoemde natuurlijke perso(o)n(en)), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- het (telkens) plegen van afpersing(en) en/of diefstal(len) met geweld en/of voorbereidingshandelingen daartoe en/of
- het (telkens) plegen van bedreigingen en/of
- het bezit/voorhanden hebben en/of dragen en/of vervoeren en/of de invoer en/of uitvoer van wapens (zoals genoemd in de Wet Wapens en Munitie) (zonder vergunning/consent); (zaak 5)
4.hij op of omstreeks 03 januari 2013 te Moergestel en/of [geboorteplaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [benadeelde partij 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet
* die [benadeelde partij 1] (tegen zijn wil) in een auto vervoerd naar de woning aan de [adres 3] 2 te [geboorteplaats 1] en/of
* (vervolgens) die [benadeelde partij 1] (tegen zijn wil) de woning aan de [adres 3] 2 te [geboorteplaats 1] mee in genomen en/of
* (vervolgens) die [benadeelde partij 1] enige tijd vastgehouden in de woning/garage aan de [adres 3] 2 te [geboorteplaats 1] en/of
* die [benadeelde partij 1] opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd - zakelijk weergegeven - dat ze hem zouden afmaken / doodschieten en/of in het kanaal zouden dumpen, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; (zaak 6)
subsidiair, althans , indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 03 januari 2013 te [geboorteplaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [benadeelde partij 1] ), meermalen, althans eenmaal heeft geslagen/gestompt (op de rug en/of het been en/of in zijn maag), waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
EN/OF
hij op of omstreeks 03 januari 2013 te Moergestel en/of [geboorteplaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 6 kg, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaak 6)
5.hij in of omstreeks de periode van 03 januari 2013 tot en met 30 januari 2013, althans in of omstreeks de periode van 3 januari 2013 tot en met 7 april 2013 te [geboorteplaats 1] en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde 3] en/of de echtgenote van [benadeelde 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een partij hennep en/of hasj en/of amfetamine (speed), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
* een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp (uit zijn broeksband) heeft getrokken/gehaald en/of (vervolgens) heeft getoond aan en/of gericht op die [benadeelde partij 2] en/of die [benadeelde partij 2] opzettelijk dreigend de woorden heeft toegevoegd - zakelijk weergegeven - dat ze zijn adres hebben achterhaald en geen mededogen met zijn familie hebben en/of zijn familie zullen neuken en/of dat hij tot donderdag de tijd heeft om (terug) te betalen en/of dat hij maar eens moet kijken wat er met hem gaat gebeuren, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk dreigend bij de woning van die [benadeelde partij 2] rondgehangen
en/of
* die [benadeelde 3] opzettelijk dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd - zakelijk weergegeven - dat als dit zo doorgaat het alleen maar erger en erger wordt en ze hem maar 1 kans geven en/of het zijn er 5 samen met je dinges en je hebt tot 1500 uur de tijd en/of dat er niet meer gerekt kan worden omdat het anders echt gaat escaleren, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; (zaak 6)
6.hij op of omstreeks 4 januari 2013 te [geboorteplaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie II en/of III, te weten een revolver, en/of bijbehorende munitie van categorie II en/of III, te weten meerdere patronen, voorhanden heeft gehad; (zaak 6 en 7)
7.hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 maart 2013 tot en met 27 juni 2013, in elk geval op of omstreeks 27 juni 2013 te [geboorteplaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 210, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaak 10)
8.hij op of omstreeks 25 september 2013 te [geboorteplaats 1] en/of elders in Nederland en/of te Neuss en/of elders in Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 2087 gram amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende een of meer middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I; (zaak 14)
9.hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2013 tot en met 12 september 2013, althans op of omstreeks 12 september 2013 te [adres] , althans in België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 10] 54 ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 323, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaak 15)
10.hij in of omstreeks de periode van 26 februari 2013 tot en met 1 oktober 2013, althans op of omstreeks 1 oktober 2013 te [geboorteplaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 281, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaak 18)
11.hij in of omstreeks de periode van 17 februari 2013 tot en met 11 september 2013, althans op of omstreeks 11 september 2013 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans telen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 319, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaak 20)
12.hij op of omstreeks 20 juni 2012 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand en/of op het perceel aan de [adres] 2) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 759, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaak 19)
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd.
De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof is van oordeel dat bij gebrek aan voldoende wettige bewijsmiddelen niet kan worden bewezen dat verdachte het onder 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken, immers.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5, 8, 9, 10, 11 en 12 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat hij:
1.
op 28 februari 2013 te [geboorteplaats 1] tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van ongeveer 3827 gram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
op 28 februari 2013 te [geboorteplaats 1] tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van 3547 gram hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, en een hoeveelheid van 3034 gram hasjiesj, zijnde hasjiesj en hennep middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst II;
3.
in de periode van 1 september 2012 tot en met 15 mei 2013 te [geboorteplaats 1] en elders in Nederland en in België en in Duitsland en in Turkije met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7]
en
in de periode van 16 mei 2013 tot en met 1 oktober 2013 te [geboorteplaats 1] en elders in Nederland en in België en in Duitsland en in Turkije met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7]
heeft deelgenomen aan een organisatie (te weten een samenwerkingsverband van genoemde personen), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid en/of artikel 11, vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet en andere misdrijven, namelijk
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of het verkopen, afleveren, vervoeren en/of aanwezig hebben van (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet en
- het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (grote hoeveelheden) hennep en/of hash en
- het opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of aanwezig hebben van grote hoeveelheden hennep en/of hash
- het plegen van afpersing(en) en/of diefstal(len) met geweld en/of voorbereidingshandelingen daartoe en
- het plegen van bedreigingen en
- het bezit/voorhanden hebben en/of dragen en/of vervoeren van wapens (zoals genoemd in de Wet Wapens en Munitie) (zonder vergunning/consent);
4. subsidiair
op 3 januari 2013 te [geboorteplaats 1] tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 6 kg hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
5.
in de periode van 3 januari 2013 tot en met 30 januari 2013 te [geboorteplaats 1] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een partij hennep en/of hasj en/of amfetamine (speed),toebehorende aan die [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde 3] , welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededaders
* een vuurwapen heeft getoond aan die [benadeelde partij 2] en/of die [benadeelde partij 2] opzettelijk dreigend de woorden heeft toegevoegd – zakelijk weergegeven – dat ze zijn adres hebben achterhaald en geen mededogen met zijn familie hebben en/of zijn familie zullen neuken en/of dat hij tot donderdag de tijd heeft om (terug) te betalen en/of dat hij maar eens moet kijken wat er met hem gaat gebeuren en/of heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk dreigend bij de woning van die [benadeelde partij 2] rondgehangen
en
* die [benadeelde 3] opzettelijk dreigend de woorden hebben toegevoegd – zakelijk weergegeven – dat als dit zo doorgaat het alleen maar erger en erger wordt en ze hem maar 1 kans geven en/of het zijn er 5 samen met je dinges en je hebt tot 1500 uur de tijd en/of dat er niet meer gerekt kan worden omdat het anders echt gaat escaleren;
8.
op 25 september 2013 te [geboorteplaats 1] en te Neuss, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 2000 gram amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
9.
in de periode van 1 augustus 2013 tot en met 12 september 2013 te Heusden-Zolder tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft geteeld in een pand aan de [adres 10] 54 een hoeveelheid van in totaal 323 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
10.
in de periode van 26 februari 2013 tot en met 1 oktober 2013 te [geboorteplaats 1] tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft geteeld in een pand aan de [adres] een hoeveelheid van in totaal ongeveer 281 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
11.
in de periode van 1 augustus 2013 tot en met 11 september 2013 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft geteeld in een pand aan de [adres] een hoeveelheid van in totaal ongeveer 319 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
12.
op 20 juni 2012 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, opzettelijk heeft geteeld in een pand aan de [adres] een hoeveelheid van in totaal 734 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummer(s), wordt/worden -tenzij anders vermeld- bedoeld paginanummer(s) van een proces-verbaal of geschrift uit het eindproces-verbaal TGO Kapel, met dossiernummer PL203M/2012195378 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, bestaande uit 69 ordners, met (per zaaksdossier alfabetisch) doorgenummerde pagina's.
Ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde (zaak 9):
Map 26, pagina's I 75 tot en met I 78:
Het proces-verbaal van doorzoeking [adres 3] 2 te [geboorteplaats 1] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 28 februari 2013 werd de woning, aan de [adres 3] 2 [geboorteplaats 1] ter inbeslagname
betreden.
Begane grond
In een kelderruimte in de hal werd een doos aangetroffen met daarin:
• 1 sealbag met daarin (na eerste weging) 2,070 kilogram (vermoedelijk) gedroogde
henneptoppen
• 1 sealbag met daarin (na eerste weging) 1,022 kilogram (vermoedelijk) gedroogde
henneptoppen
• 1 sealbag met daarin (na eerste weging) 0,253 kilogram (vermoedelijk) gedroogde
henneptoppen
Berging
In de vrijstaande berging werd in een openstaande juten [betrokkene 2] aangetroffen:
• 1 blok met daarin (na eerste weging) 0,994 kilogram (vermoedelijk) hashish
• 1 blok met daarin (na eerste weging) 1,028 kilogram (vermoedelijk) hashish
• 1 blok met daarin (na eerste weging) 1,018 kilogram (vermoedelijk) hashish
Op een weegschaal die op een werkbank in de berging stond werd aangetroffen:
• 1 sealbag met daarin (na eerste weging) 0,199 kilogram (vermoedelijk) gedroogde
henneptoppen.
Binnenplaats/tuin
In een papiercontainer welke zich bevond in de tuin van de woning werd aangetroffen:
• 1 sealbag met daarin (na eerste weging) 1,791 kilogram (vermoedelijk) amfetamine
• 1 sealbag met daarin (na eerste weging) 1,993 kilogram (vermoedelijk) amfetamine
Map 26, pagina I 53:
Het proces-verbaal 'relaas ten behoeve van slotdossier’, onder meer inhoudende:
3827 gram wit poeder. Van de genoemde hoeveelheid is ongeveer 5 gram naar het NFI
gestuurd voor nader onderzoek onder SIN nummer AACL2855NL.
20 wit/crème capsules zijn niet indicatief getest. De genoemde hoeveelheid is gestuurd naar
het NFI voor nader onderzoek onder SIN nummer AACL2871NL.
Verschil in gewicht inbeslaggenomen drugs en testen drugs
In het proces-verbaal van doorzoeking wordt gesproken over:
- 3.544,00 gram gedroogde henneptoppen
- 3.040,00 gram hashish
- 3.784,00 gram amfetamine
De totale gewichten waarvan wordt gesproken in de proces-verbalen van drugstesten betreft:
- 3.547,00 gram gedroogde henneptoppen
- 3.034,00 gram hashish
- 3.827,00 gram amfetamine
Het gewicht van de inbeslaggenomen drugs zoals vermeld in de verschillende kennisgevingen van inbeslagname zijn correct en gewogen met behulp van een daartoe bestemd weegmiddel. Het genoemde gewicht in het proces-verbaal van doorzoeking is niet juist.
Map 1, de kennisgevingen van inbeslagneming met hierna vermelde registratienummers (niet
genummerde pagina's);
- -
Registratienummer PL204F 2013035549-9; plaats: [adres 3] 2 [geboorteplaats 1] . Beslagene: [verdachte] . Object: verdovende middelen (amfetamine). Aantal/eenheid: 3827 gram. Bijzonderheden: Bruto gewogen.
- -
Registratienummer PL204F 2013035549-10; plaats: [adres 3] 2 [geboorteplaats 1] . Beslagene: [verdachte] . Object: verdovende middelen (hashish). Aantal/eenheid: 3034 gram.
- -
Registratienummer PL204F 2013035549-11; plaats: [adres 3] 2 [geboorteplaats 1] . Beslagene: [verdachte] . Object: verdovende middelen (hennep). Aantal/eenheid: 2044 gram.
- -
Registratienummer PL204F 2013035549-12; plaats: [adres 3] 2 [geboorteplaats 1] . Beslagene: [verdachte] . Object: verdovende middelen (hennep). Aantal/eenheid: 253 gram.
- -
Registratienummer PL204F 2013035549-13; plaats: [adres 3] 2 [geboorteplaats 1] . Beslagene: [verdachte] . Object: verdovende middelen (hennep). Aantal/eenheid: 1020 gram.
- -
Registratienummer PL204F 2013035549-16; plaats: [adres 3] 2 [geboorteplaats 1] . Beslagene: [verdachte] . Object: verdovende middelen (hennep). Aantal/eenheid: 198 gram.
- -
Registratienummer PL204F 2013035549-18; plaats: [adres 3] 2 [geboorteplaats 1] . Beslagene: [verdachte] . Object: verdovende middelen (hennep). Aantal/eenheid: 10 gram.
- -
Registratienummer PL204F 2013035549-19; plaats: [adres 3] 2 [geboorteplaats 1] . Beslagene: [verdachte] . Object: verdovende middelen (hennep). Aantal/eenheid: 22 gram.
Map 26, pagina I 91:
Het proces-verbaal van bevindingen, onder meer inhoudende:
Op 28 februari 2013 was ik, verbalisant, doende met een doorzoeking van een woning aan de [adres 3] 2 te [geboorteplaats 1] . Ik kreeg van een mij onbekend gebleven man een mobiele, telefoon overhandigd. Ik hoorde dat een mannenstem tegen mij zei: "Met [verdachte] . Ik
begreep dat jullie in mijn woning zijn. Wat in de woning wordt gevonden, is van mij".
Map 26, pagina I 94:
Het proces-verbaal van bevindingen, onder meer inhoudende:
Het onderzoek vond plaats aan een hoeveelheid verdovende middelen. Deze partij was
inbeslaggenomen bij verdachte [verdachte] .
De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit:
0,8 gram gedroogde bloemtoppen, afkomstig uit een sealbag met een totaalgewicht van 198
gram aangetroffen in de garage achter de woning aan het adres [adres 3] 2 te [geboorteplaats 1] .
De genoemde plantdelen werden door ons herkend als hennep. Door ons werd een
representatief monster genomen dat werd getest met behulp van MMC Narcotest Cannabis. De test gaf een positieve reactie, indicatief voor THC zijnde de werkzame stof in hennep en
hashish.
Map 26, pagina I 100:
Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, onder meer inhoudende:
Het onderzoek vond plaats aan een hoeveelheid verdovende middelen. Deze partij was
inbeslaggenomen bij verdachte [verdachte] .
De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit:
0.3
gram vermoedelijk hasjiesj, afkomstig uit een sealbag met een totaalgewicht van 3034 gram aangetroffen in de garage van de woning aan het adres [adres 3] 2 te [geboorteplaats 1] . De brok(ken) bruine samengeperste substantie werd door mij herkend als hasjiesj. Door mij werd een representatief monster genomen dat werd getest met behulp van MMC Narcotest
Cannabis. De test gaf een positieve reactie, indicatief voor THC zijnde de werkzame stof in
hennep en hashish.
Map 26, pagina I 104:
Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, onder meer inhoudende:
Op 28 februari 2013 werd door mij een onderzoek ingesteld. Deze partij n,kas inbeslaggenomen bij verdachte [verdachte] .
De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit:
5 gram wit poeder, afkomstig uit een sealbag met een totaalgewicht van 3827 gram
aangetroffen in de papierbak in de achtertuin van de woning gelegen aan de [adres 3] 2 te [geboorteplaats 1] . Door mij werd een representatief monster genomen dat werd getest met behulp van MMC Narcotest Opiaten/Amphetaminen. De test gaf een positieve reactie op de aanwezigheid van Opiaten.
Map 26, pagina’s I 110 en I 111:
Het rapport Gehaltebepaling van veel voorkomende drugs, van het Nederlands Forensisch Instituut.
Dit rapport houdt onder meer in:
Verdachte: [verdachte]
Het resultaat van het identificatieonderzoek van AACL2871NL, AACL2855NL is gerapporteerd in de aanvraag. Hierbij werd vastgesteld dat beide onderzoeksmaterialen amfetamine bevatten.
Resultaten en conclusie
AACL2871NL 22,3 ± 0,4
AACL2855NL 4,5 ± 0,1
Map 26, pagina’s I 114 tot en met I 117:
Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik woon en verblijf meestal bij mijn vader aan de [adres 3] 2 te [geboorteplaats 1] .
Die spullen, de hennep, zijn niet van mij, maar ik heb ze daar wel weggelegd. Het was hasj en hennep. Ik heb het pas de avond voor de inval daar gelegd. Hasj heb ik in de garage gelegd en de hennep gewoon binnen in de kelder.
V: er is ook amfetamine aangetroffen. Weet jij daar iets vanaf?
A: Ja, daar ga ik liever niets over vertellen. Ik heb het weggelegd.
Map 4, pagina 1519:
Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
De tenlastelegging ten aanzien van 28 februari 2013 klopt. Ik kreeg van die persoon 50 euro
om het bij mij weg te leggen. Mijn ouders waren op dat moment op vakantie.
Map 26, pagina I 128:
Op 26 februari 2013 te 11.42 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 8] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 6] zegt dat hij zelf niet thuis is. [medeverdachte 6] zegt dat zijn broertje thuis is en als [medeverdachte 8] voor de
deur staat hij [medeverdachte 6] even moet bellen. [medeverdachte 8] zegt dat hij die hasj gewoon geeft, maar wel wil dat [medeverdachte 6] zich aan zijn woord houdt. [medeverdachte 8] gaat nu naar het huis van [medeverdachte 6] om het te geven en hij belt [medeverdachte 6] dan.
Map 26, pagina I 130:
Op 26 februari 2013 te 11.50 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 6] : De jongen staat voor de deur, heeft de hash teruggebracht, neem je dat even in ontvangst.
[medeverdachte 7] : Okee
Map 26, pagina I 131:
Op 26 februari 2013 te 11.58 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 6] : Heb je het in ontvangst genomen
[medeverdachte 7] : Ja
[medeverdachte 6] : Heb je geteld
[medeverdachte 7] : Nee
[medeverdachte 6] : Goed, straks, maar dat is... of leg maar weg op de zolder dan haal ik het straks wel op
oke
[medeverdachte 7] : Ja dat is goed.
Map 26, pagina I 138:
Op 27 februari 2013 te 11.43 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 8] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 6] vraagt hoeveel [medeverdachte 8] gisteren heeft teruggebracht naar hem. [medeverdachte 8] zegt vijf. [medeverdachte 6]
vraagt of hij niet die tien heeft gebracht. [medeverdachte 8] zegt dat hij alle kleinen heeft gegeven. [medeverdachte 6]
vraagt of [medeverdachte 8] de rest ook kan brengen, dan kan [medeverdachte 6] het meteen verkopen.
Map 26, pagina I 139:
Op 27 februari 2013 te 12.23 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 8] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 6] zegt dat hij niet thuis is, maar er is wel iemand, zijn broertje of moeder. [medeverdachte 8] zegt dat
hij 4 stuks over heeft. [medeverdachte 8] staat bij [medeverdachte 6] voor de deur. [medeverdachte 6] zal zijn broertje sturen.
Map 26, pagina I 140:
Op 27 februari 2013 te 12.24 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] .
In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 6] zegt, [medeverdachte 7] ...die jongen van gisteren staat voor de deur. Hij heeft wat gebracht…neem
dat eens van hem.
[medeverdachte 7] zegt, God toch.
[medeverdachte 6] zegt, toe maar mijn jongen.
Map 26, pagina I 141:
Op 27 februari 2013 te 12.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 8] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 6] vraagt of [medeverdachte 8] de spullen aan zijn broertje heeft gegeven. [medeverdachte 8] zegt ja en zegt dat hij het spul eerst moet wegen voordat [medeverdachte 6] het weg doet. [medeverdachte 8] zegt dat het bijna zes kilo is.
Map 26, pagina I 142:
Op 27 februari 2013 te 12.49 uur wordt door [verdachte] een SMS-bericht gestuurd naar [medeverdachte 6] met de inhoud:
Breng 5 stuks naar die jongen die je huis heeft laten zien.
Map 26, pagina 1151:
Op 28 februari 2013 te 13.50 uur Vindt er een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 55] en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
F: Ze zijn het huis van [verdachte] binnengevallen.
0: Wanneer?
F: Nou
0: Ooooo weet je waarom ze zijn binnengevallen... of er thuis wiet was of niet?
F: Het was er wel... binnen was er een bedrag van 15 a 20 duizend... van gisteren nog.
Map 26, pagina I 159:
Op 28 februari 2013 te 17.05 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
S: ....heette de straat van [verdachte] [adres] ?
F: Ja
S: Het staat al in de krant.
F: Wat staat erin?
S: Ze hebben 4 Amcik (Amnesia) gevonden en die drie van jou
F: Staat het erin?
S: Ja het staat erin... Je had toch gezegd dat het tweeënhalf stuk was, het waren er vier.
F: Echt? Klopt man... Hij had er gisteren 8... Hij heeft vierenhalf naar die van hem gestuurd
en drieënhalf had hij ervan over en hij had nog een halve 1 op 1 liggen, dat zijn er dus vier.
S: En dan nog die drie van jou, dus hij is er wel mooi mee genaaid.
Map 26, pagina I 160:
Op 28 februari 2013 te 17.32 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [verdachte] / [andere naam verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 6] : ... In Brabants Dagblad staat het er al in... [adres] . 4 kg gedroogde
henneptoppen en 3 kg hasj.
[verdachte] : en verder?
[medeverdachte 6] : en meer staat er niet.
[verdachte] : Oooh yes.
Map 26, pagina I 161:
Op 28 februari 2013 te 17.43 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 6] : Ze zouden ook gevonden hebben wat jij aan [medeverdachte 7] zou geven.
[verdachte] : Echt waar?
[medeverdachte 6] : Echt waar!
[verdachte] : Maar het staat niet in de krant?!
[medeverdachte 6] : Had jij dat niet in de vuilnisbak geplaatst?
[verdachte] : Ja
Map 26, pagina I 168:
Op 1 maart 2013 te 12.03 uur is er een sms-bericht verzonden door [medeverdachte 6] aan NNman. Dit sms-bericht houdt in:
Brabants Dagblad kijk maar wat er mij is overkomen gisteren. [adres] dat is die huis van mij neef waar er voor mij geknipt was bij textiel buurt.
Ten aanzien van het onder 3 bewezen verklaarde (zaak 5)
De verdediging bepleit vrijspraak van alle onderdelen van dit feit, zowel primair als
subsidiair. Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte heeft deelgenomen
aan een criminele organisatie. Alle genoemde deelnemers aan de criminele organisatie
hebben een verschillende c.q. afwijkende tenlastelegging waardoor niet gesproken kan
worden van een structureel en duurzaam verband. Met de door verdachte gepleegde
handelingen, die niet zijn gepleegd met andere genoemde deelnemers, heeft hij dan ook
geen bijdrage geleverd of ondersteuning geboden aan gedragingen die strekken tot of
rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het misdadig oogmerk van die
organisatie.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
De verdachte wordt ten laste gelegd dat hij zich in de betreffende periode schuldig heeft gemaakt aan deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van één of meer misdrijven, zoals specifiek omschreven in artikel 11a Opiumwet (oud), ook wel omschreven als deelneming aan een criminele organisatie. Meer bepaald wordt naast de specifieke delicten uit de Opiumwet tevens verwezen naar ‘en andere misdrijven’, waardoor de tenlastelegging tevens zich richt op artikel 140 Sr als delictsomschrijving. Voor een nadere toelichting wordt in het navolgende, onder verwijzing naar de uitleg van artikel 140 Sr, enkel ingegaan op de uitleg van artikel 11a Opiumwet (oud).
Artikel 11a Opiumwet (oud) is na de in casu tenlastegelegde periode door de wetgever in 2015 (Stb. 2014, 444) aangepast en vernummerd als artikel 11b Opiumwet. Deze strafbaarstelling behelst een bijzondere regeling voor de strafbaarstelling van deelneming aan een criminele organisatie, voortvloeiende uit het Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 25 oktober 2004 (PbEU/L 335), betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel (zie Kamerstukken II 2005/06, 30 339, nr. 3, p. 6). De ratio van deze bepaling is de bescherming van de samenleving tegen het gevaar dat uitgaat van criminele organisaties die zich specifiek bezighouden met drugshandel, waarop in vergelijking met de reguliere strafbaarstelling in art. 140 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), een zwaardere straf staat. Voor wat betreft de inhoud en reikwijdte van de in deze strafbepaling opgenomen begrippen dient aansluiting te worden gezocht bij die zoals opgenomen en toegepast bij artikel 140 Sr.
Het hof ziet zich in de onderhavige zaak gesteld voor de beantwoording van drie, onderling samenhangende vragen:
a. a) Was er sprake van een organisatie als bedoeld in artikel 11a Opiumwet (oud)?
b) Had deze organisatie als oogmerk het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet (oud)?
c) Kan het handelen van verdachte worden aangemerkt als deelneming aan deze organisatie?
Het hof zal eerst het juridisch kader van de samenhangende vragen weergeven en vervolgens ingaan op het in het dossier aanwezige bewijs van verdachtes betrokkenheid.
Juridisch kader
Voor wat betreft het juridisch kader ter zake van artikel 11a Opiumwet (oud) geldt dat deze bepaling moet worden gezien als een specialis van artikel 140 Sr. Voor de invulling van het juridisch kader geldt derhalve dat in belangrijke mate wordt verwezen naar de uitleg van de bestanddelen van artikel 140 Sr.
Ad a) In de eerste plaats moet kunnen worden vastgesteld dat sprake is van een organisatie. Onder een organisatie als bedoeld in artikel 11a Opiumwet (oud) moet worden verstaan een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur tussen de verdachte en ten minste één ander persoon (vgl. ECLI:NL:HR:1993:AD1974 en HR 20 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:378). Het moet in ieder geval gaan om een duurzaam, min of meer gestructureerd samenwerkingsverband, dat als eenheid kan opereren (vgl. HR 26 juni 1984, NJ 1985, 92 en HR 26 november 1985, NJ 1986, 389). Er is reeds sprake van een dergelijke organisatie wanneer één persoon met minimaal één of meer anderen voor een door hen gesteld doel samenwerken. Het optreden als eenheid is geen absolute voorwaarde, terwijl de juridische status van het samenwerkingsverband niet relevant is. Ook hoeft er geen sprake te zijn van formeel afgebakende taken, maar het samenwerkingsverband moet wel meer dan een incidenteel karakter hebben (vgl. HR 16 oktober 1990, NJ 1991, 442 en HR 10 juli 2001, NJ 2001, 687). Van een duurzaam, min of meer gestructureerd samenwerkingsverband kan al blijken als er gedurende een vaste periode door bepaalde personen volgens een vast patroon wordt samengewerkt. Niet noodzakelijk is daarbij dat het enkel steeds dezelfde personen betreft, wel dient er sprake te zijn van een vaste kern (vgl. HR 29 januari 1991, NJB 1991, 50). Ook is in dezen niet vereist dat al de personen van de organisatie onderling met elkaar samengewerkt hebben of bekend waren met de andere deelnemers aan de organisatie en hun bezigheden voor die organisatie (vgl. HR 9 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ8470 en HR 22 januari 2008, NJ 2008, 72). Ten slotte hebben duurzaamheid en gestructureerdheid betrekking op het bestanddeel ‘organisatie’ en niet op ‘deelneming’, zodat ook een relatief korte bijdrage aan een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband strafbaar kan zijn.
Ad b) Om tot een bewezenverklaring van artikel 11a Opiumwet (oud) te kunnen komen is voorts vereist dat de organisatie het oogmerk heeft van het plegen van een bepaald misdrijf of misdrijven in de zin van artikel 11a Opiumwet (oud). Het oogmerk betreft het naaste doel van de organisatie en niet dat van de verdachte/deelnemer aan de organisatie. Het oogmerk kan daarbij gericht zijn op een enkel, specifiek genoemd delict of meerdere delicten uit de Opiumwet, maar een pluraliteit daarvan is noodzakelijk. Het oogmerk impliceert dat de betreffende misdrijven (of pogingen of voorbereidingen daartoe) nog niet hoeven te hebben plaatsgevonden (vgl. HR 13 oktober 1987, NJ 1988, 425). Niet is vereist dat het plegen van de misdrijven uit de Opiumwet de voornaamste bestaansgrond van de organisatie is of dat de organisatie de uitsluitende bedoeling heeft misdrijven uit de Opiumwet te plegen. Voor het bewijs van het oogmerk kan onder meer betekenis toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd en aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de activiteiten die met dit doel worden verricht.
Ad c) Tot slot moet voor een bewezenverklaring van artikel 11a Opiumwet (oud) worden vastgesteld of het handelen van de verdachte kan worden aangemerkt als deelneming aan de organisatie. Van deelneming is in objectieve zin sprake indien een persoon behoort tot de organisatie en een aandeel heeft in gedragingen, dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie (vgl. HR 18 november 1997, ECLI:NL:HR:ZD0858/NJ 1998, 225; HR 3 juli 2012, ECLI:NL:HR:BW5161 en HR 14 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:413). Beide vereisten zijn te beschouwen als nevengeschikt, maar zijn tevens onderling nadrukkelijk samenhangend.
Uit de bewijsmiddelen moet derhalve duidelijk worden dat de verdachte behoort tot de organisatie en dus niet enkel is te beschouwen als een sympathisant. Daarnaast moet sprake zijn van enige, naar buiten gerichte activiteit die in nauw verband staat met de misdrijven die de organisatie nastreeft. Deze activiteit kan bestaan uit het (mede)plegen van de misdrijven, maar kan ook bestaan uit het feitelijk verrichten van hand- en spandiensten en (dus) het verrichten van handelingen die op zichzelf niet zo zeer zijn te kwalificeren als een strafbare vorm van daderschap, maar wel zijn aan te merken als bovenbedoeld een aandeel hebben in of ondersteuning van gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Niet is vereist derhalve dat de verdachte aan enig concreet misdrijf van de organisatie heeft deelgenomen.
Naast deze objectieve vereisten dient de verdachte in subjectieve zin in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie als oogmerk heeft het plegen van een of meer specifieke misdrijven uit de Opiumwet. Wetenschap bij de verdachte in de vorm van voorwaardelijk opzet is op dit punt niet voldoende (vgl. HR 18 november 1997, LJN:ZD0858/NJ 1998, 225; HR 8 oktober 2002, 2002:AE5651/NJ 2003, 64 en HR 8 februari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9814). Niet is vereist derhalve dat de verdachte enige vorm van opzet heeft gehad op een door de organisatie beoogd concreet misdrijf.
De uitleg van de bovenstaande bestanddelen van het juridisch kader van art. 11a Opiumwet (oud) en daarmee van de strafbepaling als geheel kan als ruim en weinig scherp worden omschreven. Wanneer of met welke gedraging(en) maakt iemand zich schuldig aan deelneming aan een criminele organisatie? Met andere woorden; de precieze afbakening van de strafrechtelijke aansprakelijkheid ter zake van gedragingen die als deelneming aan een criminele organisatie kunnen worden aangemerkt, is niet helder. Dat noopt het hof, mede in het licht van de verweren zoals gevoerd door de verdediging van verdachte, maar ook van de medeverdachten, tot de volgende opmerking in de zaak van de verdachte aangaande de beoordeling van de tenlastelegging van deelneming aan een criminele organisatie.
Het hof acht de tenlastelegging, mede tegen de achtergrond van de bestanddelen van de strafbepaling, aan de hand van bovengenoemde uitleg en in samenhang met de omstandigheden van het geval – waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging(en) van de verdachte en de omstandigheden waaronder deze is/zijn verricht – voldoende duidelijk om aan de hand van de in het dossier voorliggende bewijsmiddelen te komen tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde en acht daarmee de strafrechtelijke norm zoals in artikel 11a Opiumwet (oud) gesteld, voor een ieder voldoende kenbaar en de voorzienbaar.
Bewijs
Vooropgesteld moet worden dat de selectie en waardering van het bewijs aan de feitenrechter is voorbehouden. Dit betekent dat ingeval de rechter die over de feiten oordeelt het tenlastegelegde bewezen acht, het aan die rechter is voorbehouden om, binnen de door de wet getrokken grenzen, van het beschikbare materiaal datgene tot bewijs te bezigen wat deze uit het oogpunt van betrouwbaarheid daartoe dienstig voorkomt en terzijde te stellen wat hij voor het bewijs van geen waarde acht. Indien het gaat om feiten of omstandigheden die door de rechter redengevend worden geacht voor de bewezenverklaring, dient de rechter die zich aldus – al dan niet in reactie op een bewijsverweer – beroept op bepaalde niet in de bewijsmiddelen vermelde gegevens, met voldoende mate van nauwkeurigheid in zijn overweging (a) die feiten of omstandigheden aan te duiden, en (b) het wettige bewijsmiddel aan te geven waaraan die feiten of omstandigheden zijn ontleend (vgl. HR 23 oktober 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA5858, NJ 2008/70).
Het bewijs van deelneming aan een criminele organisatie door verdachte is aan de hand van het voorliggende dossier gevormd op grond van bewijsmiddelen, zoals processen-verbaal van verhoren van verdachten en getuigen, van observaties, tapverslagen en OVC-gesprekken.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat het beeld dat meer bepaald uit de tapverslagen en OVC-gesprekken van de onderlinge gesprekken in de dienaangaande (vertaalde) processen-verbaal ontstaat, althans de invulling die daaraan door het Openbaar Ministerie wordt gegeven – zijnde gesprekken die betrekking hebben op onderlinge communicatie van verdachten die deelnemen aan een criminele organisatie die zich bezig houdt met drugshandel – onjuist is en niet overeen komt met de daadwerkelijke achtergrond van de betreffende gesprekken. Volgens de verdediging gaat het om niet meer dan onderlinge communicatie van reguliere en vriendschappelijke contacten tussen verdachte en de medeverdachten, vanuit een Turks nationale achtergrond, waarbij men veelal met elkaar op cultureel bepaalde wijze en met typisch Turkse uitdrukkingen met elkaar van gedachten wisselt. Tevens heeft de verdediging in het verlengde van het voorgaande, opmerkingen gemaakt die zien op de betrouwbaarheid van de inhoud van met name de OVC-gesprekken in het geheel van de voorliggende bewijsmiddelen. Op grond van de inhoud van deze tap- en OVC-gesprekken kan volgens de verdediging niet worden bewezenverklaard dat er sprake was van een organisatie die tot oogmerk had het plegen van één of meer misdrijven, zoals specifiek omschreven in artikel 11a Opiumwet (oud), noch dat verdachte heeft deelgenomen aan deze vermeende organisatie in die zin dat verdachte behoorde tot de organisatie en een aandeel had in gedragingen, dan wel gedragingen heeft ondersteund die strekken tot of rechtstreeks verband hielden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Het hof merkt ter zake van de genoemde verweren van de verdediging ter duiding en nuancering van de bewijswaarde(ring) van de genoemde bewijsmiddelen het volgende op.
Het hof heeft, mede naar aanleiding van de gemaakte op- en aanmerkingen hierover, de gerelateerde gesprekken en hetgeen daarin is besproken en gezegd, beoordeeld in de context van en geplaatst tegen de achtergrond van de voorliggende omstandigheden en de overige bewezenverklaarde strafbare feiten. De gesprekken die hebben plaatsgevonden en welke via de verslagen van tap- en OVC-gesprekken in het dossier zijn opgenomen, zijn in dezen inhoudelijk niet anders te duiden en maken duidelijk dat die gesprekken plaatsvinden in het kader van de handel in drugs in ruime zin en van andere strafbare feiten die daar veelal mee samenhangen. Veel gesprekken gaan daarbij over het (voorbereiden van het) uitvoeren en vervoeren van harddrugs, het telen, uitvoeren en vervoeren van softdrugs, het onderling melden van al dan niet mislukte deals dienaangaande en afspraken maken om via dreiging met geweld druk op betrokkenen uit te oefenen. Daarbij heeft het hof ter zake van de vraag wie met wie precies onderling contact heeft ook nadrukkelijk meegewogen welke andere strafbare feiten bewezen zijn verklaard ten aanzien van de betreffende personen. Dat een en ander daarbij heeft plaatsgevonden vanuit een Turks nationale achtergrond, waarbij men met elkaar op cultureel bepaalde wijze en met typisch Turkse uitdrukkingen met elkaar van gedachten wisselt en waarbij veelal ook sprake is van onderling familieverband, doet echter hieraan niet af.
In het dossier van deze zaak bevinden zich diverse OVC-gesprekken. Deze gesprekken zijn uitgewerkt in op ambtseed of -belofte opgemaakte processen-verbaal door bevoegde opsporingsambtenaren. Deze processen-verbaal van uitgewerkte gesprekken kunnen op grond van de bewijsregeling zoals opgenomen in het Wetboek van Strafvordering worden aangemerkt als overbrengende verklaringen van hetgeen in het proces-verbaal is gerelateerd. Verdachte heeft zijn deelname aan de gesprekken blijkens zijn verklaring ter terechtzitting in hoger beroep niet ontkend. Echter, voor wat betreft de inhoud en de strekking van de betreffende gesprekken heeft verdachte zowel in eerste aanleg als in hoger beroep bij herhaling na confrontatie met de weergave van de inhoud van diverse gesprekken gesteld dat de inhoud daarvan anders geduid moet worden, dan wel heeft hij niet meer te kunnen recapituleren wat de inhoud en de strekking daarvan was.
Het hof stelt dat het onder deze omstandigheden, gelijk de door de verdediging aangehaalde jurisprudentie, niet zonder meer kan aannemen dat gesprekken over bepaalde strafbare gedragingen gaan als de verdachte dat ontkent of daarover geen helderheid kan verschaffen. Dat kan alleen dan, als die gesprekken in beginsel maar voor één uitleg vatbaar zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval als de verdachte daarin zelf met zoveel woorden zegt dat hij die strafbare gedragingen heeft gepleegd. Als dat niet zo is, zijn die gesprekken dus voor meerdere uitleg vatbaar. Dat hoeft die gesprekken niet onbruikbaar te maken voor het bewijs, maar wel is dan behoedzaamheid vereist bij het geven van een interpretatie van die gesprekken. Die voorzichtigheid brengt mee dat het hof ter zake van de OVC-gesprekken naast de inhoud en het onderling verband van die gesprekken, tevens heeft gekeken naar het eventuele verband met andere bewijsmiddelen. Daarbij is van belang geacht wat er over de deelnemers aan de gesprekken, of over anderen die in die gesprekken ter sprake komen, nog meer is gebleken.
Ernst van de feiten en de aard van de criminele organisatie
Met betrekking tot de ernst van de feiten en de aard van de criminele organisatie in het onderzoek Kapel merkt het hof het volgende op.
Het deelnemen aan een criminele organisatie is een delict dat in de afgelopen jaren in Nederland een flinke vlucht heeft genomen. Criminele groepen die zich bezig houden met ernstige strafbare feiten hebben Nederland inmiddels overspoeld en het geweld dat zich hierbij voordoet is een groot probleem voor onze maatschappij geworden, evenals het ondermijnende effect dat hiervan uitgaat. In verband hiermee is een wetsontwerp aanhangig waarin onder andere wordt voorgesteld de maximale straf voor deelneming aan een ernstig ondermijnende criminele organisatie te verhogen (wetsvoorstel 35 080 - herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen). In de Memorie van Toelichting wordt deze voorgestelde strafverhoging als volgt toegelicht (Kamerstukken II 2018/19, 35 080, nr. 3, p. 5-6, aangehaald zonder verwijzing naar voetnoten):
‘De afgelopen tijd viel een toename van geweld binnen de georganiseerde misdaad waar te nemen, evenals van organisaties die zich in de aanwending van ernstig geweld hebben gespecialiseerd en hun diensten aan georganiseerde misdaadgroepen en individuen aanbieden. Liquidaties in de publieke ruimte met gebruik van zware wapens illustreren een toename van de ernst van het geweld tussen criminelen. Hierbij is in toenemende mate sprake van ernstige gevaarzetting en gevolgen vooromstanders. Ook zijn er bij de uitvoering van liquidaties enkele vergismoorden gepleegd. De aard van het gebruikte geweld wordt steeds ernstiger. Zo wordt er door misdaadgroepen steeds vaker gebruik gemaakt van automatische vuurwapens.
Naast criminele organisaties die tot oogmerk hebben om ernstige geweldsmisdrijven te plegen, hebben organisaties met het oogmerk om drugs uit Lijst I (harddrugs) van de Opiumwet binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen in toenemende mate een ondermijnend effect. Nederland is een belangrijke spil voor de in- en doorvoer van harddrugs in Europa. De internationale drugshandel is de grootste ondermijnende misdaadmarkt in Nederland, waar naar schatting miljarden euro’s mee verdiend worden. Deze handel en de investering van de daarmee gegenereerde winsten, creëren onacceptabele (financiële) machtsposities. De spilfunctie van Nederland in de harddrugsmarkt heeft een aanzuigende werking voor buitenlandse misdaadgroepen (…). Het gevaar dat van criminele organisaties uitgaat hangt samen met de door de criminele organisatie beoogde misdrijven. In het licht van het huidige criminaliteitsbeeld ziet het kabinet aanleiding voor de introductie van een gedifferentieerd wettelijk strafmaximum voor deelneming aan een criminele organisatie. Met deze wetswijziging wordt een bijdrage geleverd aan de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Deelneming aan ernstig ondermijnende organisaties kan op dit moment worden bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren (140, eerste lid, Sr). Dat strafmaximum komt ontoereikend voor in die gevallen waarin een organisatie zich richt op het plegen van misdrijven als moord, ontvoering en andere zeer gewelddadige handelingen of ernstige ondermijnende activiteiten zoals de handel in harddrugs. Mede in het licht van de maatschappelijke onrust die dit soort criminele activiteiten veroorzaken ziet het kabinet aanleiding om het wettelijk strafmaximum te verhogen naar ten hoogste tienjaren gevangenisstraf indien de criminele organisatie tot oogmerk heeft zeer ernstige misdrijven te plegen. Hiermee wordt een signaal afgegeven van de sterke maatschappelijke afkeuring van criminele organisaties met een ernstig crimineel oogmerk.’
Het hof haalt deze overwegingen uit de betreffende Memorie van Toelichting aan als vergelijkend perspectief ter zake van de (ernst en omvang van de) strafbare feiten die blijkens de diverse individuele dossiers plaatsvonden binnen het kader van de vastgestelde criminele organisatie in het onderzoek Kapel. Uit de hiernavolgende bewijsmiddelen komt naar voren dat er tussen diverse verdachten sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband dat tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, in die zin dat de organisatie zich bezig hield met de handel in soft- en harddrugs waarbij geweld niet werd geschuwd. Wat daarbij opvalt is dat het geweld zowel intern als extern is gericht. Intern tegen personen die deel uitmaken van de groep of voor de criminele orgnisatie werkzaamheden verrichten en zich niet aan de afspraken houden, extern om door anderen verdwenen drugs weer te achterhalen of om betalingen daarvan af te dwingen. Daarbij beschikten diverse leden van de organisatie over vuurwapens om zo nodig te gebruiken, om zichzelf of andere leden van de organisatie te beschermen, dan wel anderen te bedreigen of daadwerkelijk te verwonden. Dat maakt dat de organisatie een dusdanig afschrikwekkend karakter krijgt dat getuigen daardoor soms ook niet durven te verklaren of aangifte te doen. Niettegenstaande de verklaringen van de diverse verdachten ter zitting waarin zij aangeven dat zij weinig aandeel hebben gehad in de onderscheiden feiten (drugsfeiten dan wel geweldsfeiten), is het hof van oordeel dat deze verdachten (zijnde: [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] , [verdachte] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 2] ) samen een organisatie vormden die als oogmerk had het plegen van ernstige drugs- en gewelddadige feiten en waarin elk van de betrokkenen zijn eigen aandeel had.
De strafbare feiten van de criminele organisatie
- De organisatie houdt zich bezig met de internationale harddrugshandel.
[medeverdachte 6] had contact met mensen in Turkije over het naar Turkije vervoeren van XTC-pillen. [medeverdachte 6] heeft samen met [medeverdachte 11] een personenauto, een Ford C-max met kenteken [kenteken] , in Duitsland gekocht. De auto is vervolgens op verzoek van [medeverdachte 6] door [medeverdachte 12] bij diens garage All-In te [geboorteplaats 1] geprepareerd. [medeverdachte 12] heeft een ruimte in het dashboard gemaakt om daar pakketjes in te verstoppen. [medeverdachte 6] had contact met [medeverdachte 13] over het leveren van de XTC-pillen. Door tussenkomst van [medeverdachte 13] zijn XTC-pillen als monster aan [medeverdachte 6] verstrekt. [medeverdachte 6] heeft [medeverdachte 14] gevraagd er één te testen. [medeverdachte 7] heeft geholpen met het in orde maken van de autopapieren en het verstoppen van de pakketjes in het dashboard van de auto. [medeverdachte 6] [medeverdachte 13] de chauffeur, [medeverdachte 11] , om met de geprepareerde auto naar Turkije te rijden. [medeverdachte 6] zou met het vliegtuig naar Turkije gaan en [medeverdachte 11] aldaar opvangen. [medeverdachte 14] wist dat de auto was geprepareerd, immers [medeverdachte 6] heeft op 4 maart 2013 met [medeverdachte 14] besproken dat de pakketjes die ze samen hadden gedaan langer en smaller gemaakt moesten worden en ze bespraken welke garage de auto kon maken. Ook werd tijdens een observatie gezien dat [medeverdachte 14] op 2 maart 2013 met zijn knokkels meerdere keren op de bovenzijde van de gehele rechterhelft van het dashboard sloeg. [medeverdachte 6] en [medeverdachte 14] hebben de geprepareerde auto met daarin de drugs op 2 maart 2013 naar Kerpen, Duitsland gebracht, van waaruit [medeverdachte 11] de reis naar Turkije op zich heeft genomen. Op 7 maart 2013 is [medeverdachte 11] met de auto vanuit Kerpen, Duitsland, via Oostenrijk, Slovenië, Kroatië, Servië en [geboorteland medeverdachte 24] , naar Turkije gereden, alwaar hij op 8 maart 2013 aankwam. Gedurende deze periode onderhield [medeverdachte 6] met regelmaat contact met [medeverdachte 11] en met [medeverdachte 14] over het verloop van de reis naar Turkije.
Vanaf de Turkse grens vond een gecontroleerde aflevering plaats. In Turkije heeft [medeverdachte 11] contact gehad met twee Turkse mannen. Op dat moment zijn [medeverdachte 11] en de twee Turkse mannen aangehouden door de Turkse politie. Deze trof een hoeveelheid van 4,3 kilogram pillen bevattende MDMA, oftewel ongeveer 21.000 XTC-pillen, in een verborgen ruimte in het dashboard van de auto aan. Het is het hof uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen niet duidelijk geworden of [medeverdachte 13] daadwerkelijk na het verstrekken van het monster ook deze pillen heeft aangeleverd. Na de aanhouding van [medeverdachte 11] kon [medeverdachte 6] geen contact meer met [medeverdachte 11] krijgen, waardoor hij begreep dat er iets mis was gegaan. Hij is samen met [medeverdachte 14] naar Turkije gegaan om uit te zoeken wat er aan de hand was en om geld op te halen. Uit tapgesprekken blijkt dat niet alleen [medeverdachte 6] , maar ook [medeverdachte 14] een financieel belang bij het transport van de pillen had.
[medeverdachte 6] SMS’t op 10 maart 2012 naar [medeverdachte 3] dat zij hem een loer hebben gedraaid en er wordt door [medeverdachte 7] contact opgenomen met [medeverdachte 4] , die meedeelt dat zij in Istanbul veel invloed hebben. Later zoekt [medeverdachte 14] contact met [medeverdachte 4] om hem en [medeverdachte 1] te bedanken.
Bewijsmiddelen zaak 8:
Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummer(s), wordt/worden – tenzij anders vermeld – bedoeld paginanummer(s) van een proces-verbaal of geschrift uit het eindproces-verbaal TGO Kapel, met dossiernummer PL203M/2012195378 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, bestaande uit 69 ordners, met (per zaaksdossier alfabetisch) doorgenummerde pagina's.
Map 24, pagina H 130:
Op 30 januari 2013 te 13.15 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN man 9991 die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Ik overweeg om deze zaterdag te komen, maar ik bedacht me van laat ik rechtstreeks naar Istanbul gaan.
NN-man 9991: Zaterdag.
[medeverdachte 6] : Ja" kun jij ondertussen met de vrienden spreken..
NN-man 9991: Dat is goed. (..)
[medeverdachte 6] : Laat het me vandaag nog weten, dan regel ik mijn ticket enzo.
Map 24, pagina H 132:
Op 30 januari 2013 te 17.35 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN man 4381 = NN-man 9991 ( [medeverdachte 15] , hierna S), die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Dit weekend zal ik naar Istanbul toekomen. Jij moet ook maar komen.
S: Istanbul? (..)
[medeverdachte 6] : Eerst spreken. Ik kom het weekend en laten dan alles gedetailleerd spreken.. en als ik dan zaterdag kom en zondagavond terug en dinsdag of woensdag dan stuur ik het.. dan zal ik zelf daar niet zijn" snap je. (..)
[medeverdachte 6] : Dan kom ik zaterdag. Dan regel ik mijn ticket broer. (..) Het is toch zoals we het zijn overeengekomen?
S: Ja het is zoals we het zijn overeengekomen.
[medeverdachte 6] : Nou Iaat diegene die het afhandelt er ook bij zijn, dat we het ook open en bloot alles bespreken.. want ik later geen heibel daarna, want we moeten elkaar daarna nog in de ogen kijken.
Map 24, pagina H 145:
Op 4 februari 2013 te 21.36 uur wordt door de gebruiker van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] een sms-bericht verzonden met de inhoud:
Is het effect goed broer?
Map 24, pagina H 146:
Op 4 februari 2013 te 21.37 uur wordt door de gebruiker van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] een sms-bericht ontvangen met de inhoud:
Het is gewoon te gek neef.
Map 24, pagina H 147:
Op 4 februari 2013 te 21.38 uur wordt door de gebruiker van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] een sms-bericht verzonden met de inhoud:
Neem niet teveel in/gooi niet teveel! Hoeveel heb je ingenomen/hoeveel heb je gegooid?
Map 24, pagina H 148:
Op 4 februari 2013 te 21.39 uur wordt door de gebruiker van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] een sms-bericht ontvangen met de inhoud:
Ik weet het niet, ik heb er twee stuks ingenomen een uur later.
Map 24, pagina H 155:
Op 5 februari 2013 te 16.56 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN man 4155, die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NN-man: broer, als het morgen gaat komen.. dan kan ik geen cent winst erop krijgen.. dan geef ik het tegen die prijs (..)
[medeverdachte 6] : Nou broer.. het kan niet voor minder dan waar we het voor besproken hebben.. moet ik er verlies op draaien. (..) we hebben een afspraak gemaakt. (..)
NN-man: ja, maar de auto.. dat stuk grond.. wat bijvoorbeeld 10.000 lira is.. en ik heb tegen die man gezegd.. je moet het aan ons voor 8 geven snap je.. kijk normaal gesproken gaat die appartement voor 11 à 12 (..)
[medeverdachte 6] : over welke prijs heb je het?
NN-man: Nou, de makelaar zegt 5 lira de vierkante meter. [medeverdachte 6] : nou broer.. dat kan niet broer.
NN-man: ik snap het want de hoeveelheid vierkante meters welke aangekocht gaat worden is te weinig.. kijk als er bijvoorbeeld 30.000 vierkante meters of 40.000 vierkante meters zou zijn, dan zou het wel kunnen (..) de grondprijzen gaan soms omhoog en soms omlaag.
[medeverdachte 6] : we hebben het toch voor 7 Turkse Lira’s afgesproken (..)
Map 24, pagina H 161:
Op 9 februari 2013 te 13.12 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN man- 8510, die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NN-man: Ik wacht op hun telefoontje.. kijk hij zegt dat de prijs van auto's laag is.. snap je.. hij zegt.. als ik je opbel.. dan moet jij mij maar met een paar dagen dat brengen.. want nu staan er in zijn showroom voldoende auto's.
[medeverdachte 6] : met de vrachtwagencombinatie die ik naar jou toestuur.. moet jij maar daarvoor in de plaats een aantal auto's aan mij geven.
NN-man: Kijk ik krijg van daaruit nog een auto.. ik zal jou eens een nummer doorgeven.. ik heb krijg van daaruit nog een auto.. 50 stuks.. snap je.. die auto komt ook .. 5 stuks..
[medeverdachte 6] : kijk broer, die auto's die klaarliggen voor het weekend van volgende week(..) de auto die ik jullie ga verkopen stuur ik woensdag.. en de vervoerder.. die zal de auto pas over twee dagen kunnen brengen.. Dus dat betekent dat als God het wil.. vrijdag daar zal zijn en op de terugweg sturen jullie met die vriend.. als tegenwaarde sturen jullie mij auto's.
NN-man: ik snap het.. dus je wilt geen geld?
Map 24, pagina H 163:
Op 16 februari 2013 te 13.43 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN man, die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NN: ze kennen het hier niet, kennen het niet begrijp je? Ze kennen het hier nog niet zo goed. Je moet er eentje sturen om te testen. En dan..
[medeverdachte 6] : eentje sturen beste broer, alsof je in Bre.. je bent hier niet om de hoek potverdikkeme, je verblijft in Turkije!
NN: stuur anders 1 of 2 broer voor nu even.. begrijp je? Dan kijken we wel..
Map 24, pagina H 164:
Op 18 februari 2013 te 19.34 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN man- 1004, die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : waarom zou ik zaken willen doen als het voor mij niet winstgevend is. Ik red het niet met de prijs die je noemt. (..)
[medeverdachte 6] : [medeverdachte 15] heeft eerst gezegd dat de prijs 5 zou zijn en toen zakte hij naar 4 en daarna naar 3 en toen naar 2.. zo kan het niet, man. (..) Je zei tegen mij, een week wachten, ik/jij liet twee weken wachten.. ik heb hier de auto gehaald, dinges laten doen (..) Jij hebt mij hier 40, 50 duizend kosten laten maken.. dat kan toch niet zo.. (..)
NN: oke wat moeten we dan doen.. oke, stuur jij maar dan 50.000 stuks
Map 24, pagina's H 166 tot en met H 289:
In de periode van 5 februari 2013 tot en met 1 maart 2013 worden door [medeverdachte 6] en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] ( [medeverdachte 13] ) sms-berichten naar elkaar verstuurd. Het gaat onder meer om de navolgende sms-berichten:
[medeverdachte 6] : Gaat het door morgen?
[medeverdachte 13] : Het zou begin volgende week worden heeft hij gezegd maar dan denk ik maandag of dinsdag
[medeverdachte 6] : Zijn ze dan klaar?
[medeverdachte 13] : Ja maat.
[medeverdachte 6] : Misschien moeten er nog tien bij kan dat?
[medeverdachte 13] : Ga proberen maat hoor je morgen rond de middag. [medeverdachte 6] : 2x tien doe maar. Ma wel twee aparte zakken van tien doen aub.
[medeverdachte 6] : Kun je vandaag voorbeeld pakken van die kleintjes uit Den Haag? Stuk of twintig
[medeverdachte 13] : Ga proberen maat je hoort me zo.
[medeverdachte 6] : Maat ik moet vandaag een beetje monster hebben van die kleintjes. Laat ik ze hier snel testen.
[medeverdachte 6] : Probeer zo snel mogelijk 20 snoepjes voor test te regelen voor vandaag aub.
[medeverdachte 6] : Maat vrijdagochtend moet mij chauffeur weg.. Krijg ik nog monsters dit zijn toch geen afspraken
[medeverdachte 13] : Sorry maar zijn telefoon staat nog uit
[medeverdachte 13] : Krijg net de bevestiging vanuit Den Haag maat. Maandag kan hij leveren.
[medeverdachte 13] : Morgen heb ik die auto waar je om vroeg maat als ik je sms kun je dan met geld mijn kant op komen
[medeverdachte 13] : maar moet je die auto wel hebben of niet want ik heb nog iemand die intresse heeft in die auto
[medeverdachte 6] : zeker moet ik ze hebben wacht al twee weken op jouw maat.
[medeverdachte 13] : Ok dan hou ik ze vast voor je maat.
Map 24, pagina H 271:
Op 26 februari 2013 te 15.51 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN man 2425 [medeverdachte 14] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : ik heb zo'n uh dinge, weetje wel een eh pilletje. Maar hij zei dat hij 100 milligram was, ik moet die laten testen, wil jij die niet effe eentje nemen?
[medeverdachte 14] : ben je ziek ofzo? Welke kleur heeft ie?
[medeverdachte 6] : rolex
[medeverdachte 14] : die zijn volgens mij 120 volgens mij die man, doe er maar een in de koffie roeren.
Map 24, pagina's H 272 tot en met H 275:
Op 26 februari 2013 worden door [medeverdachte 6] en [medeverdachte 9] de navolgende SMS-berichten naar elkaar verstuurd:
[medeverdachte 9] : wat doe je
[medeverdachte 6] : in St Willebrord die snoepjes wachten en daarna in de auto en dicht maken. Weet je toch.
[medeverdachte 9] : Hoelang ben je nog bezig.
[medeverdachte 6] : Nog lang schat ben nu pas hier moet nog genoeg gebeuren. Denk pas rond 8 à 9 uur
Map 24, pagina H 290:
Op 6 maart 2013 wordt door [medeverdachte 6] een sms-bericht verzonden aan [medeverdachte 16] met de inhoud:
De naam is Rolex 120 mg en per stuk is het 2,5 euro. Ga morgen of op weg of betaal de kikkererwt.
Map 24, pagina H 291:
Op 29 januari 2013 wordt door [medeverdachte 6] een sms-bericht verzonden aan [verdachte] met de inhoud:
Stuur nummer van [medeverdachte 16] Duitsland is
Map 24, pagina H 293:
Op 30 januari 2013 te 12.43 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [verdachte] . In dit gesprek wordt gezegd:
[medeverdachte 6] : [verdachte] waarom stuur je het nummer niet door man.
[verdachte] : Ik heb het toch al doorgestuurd.
[medeverdachte 6] : ik heb het niet ontvangen.. zeg het nummer maar.
[verdachte] : [telefoonnummer] .
[medeverdachte 6] : ik bel je zo.
Map 24, pagina H 296:
Op 30 januari 2013 te 17.24 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN man 1762 die gebruik maakt van het Duitse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Moet ik helemaal naar Duitsland komen?
NN-man: Ja. En anders moet ik echt veel moeite doen.. Kom gewoon naar mijn café.. dan gaan we zitten thee drinken of koffie.. en dinges je..
[medeverdachte 6] : Hmm.. stuur me je adres maar oom. Zit jij in Düsseldorf
NN-man: neen neen.. Keulen.. in de buurt van Keulen.. Kerpen.
NN-man: ik zal het adres sturen.
Map 24, pagina H 297:
Op 30 januari 2013 wordt door de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] een bericht verzonden met de inhoud:
[adres]
Map 24, pagina H 298:
Op 30 januari 2013 te 17.50 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN man 1762. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Broer.. jouw kwestie blijft liggen tot morgen joh. (..)
[medeverdachte 6] : Laten we elkaar morgen om drie uur in Venlo treffen.
NN-man: Dat is goed.
Map 24, pagina H 307:
Op 7 februari 2013 te 14.47 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN man 1762. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : broer.. vind vandaag of morgen met spoed de Ford Focus C-Max.. dan kom ik het halen (..)
NN-man: okee.. C-max.
[medeverdachte 6] : Ja Ford Focus C-max.. bouwjaar 2006.. het moet een diesel zijn.. en 6 versnellingen.
Map 24, pagina H 309:
Op 8 februari 2013 te 15.27 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN man 1762 ( [medeverdachte 16] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 16] : de vrienden kijken om naar auto's ik ga zo dadelijk naar hem toe... we kunnen morgen de auto kopen toch?
[medeverdachte 6] : ja broer dat kunnen we zet er wat tempo achter want ik wil er volgende week geen problemen mee hebben (..)
[medeverdachte 6] : ik moet die auto eerst nog laten repareren snap je.
Map 24, pagina H 310:
Op 8 februari 2013 wordt door [medeverdachte 16] een sms-bericht verzonden aan [medeverdachte 6] met de inhoud:
Ik heb de auto gevonden, morgen 5500; Morgen om 10 uur kunnen we hem nemen; ik heb het voor elkaar gekregen.
Map 24, pagina H 315:
Op 11 februari 2013 te 10.34 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen NNman-1732 en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: Wat wilde ik zeggen? Kan je de kentekenplaten brengen?
F: Ik heb net de kentekenplaten losgemaakt. Die stuur ikje straks wel.
M: Hoe ga je sturen?
F: Ik bedoel... als ik niet kan komen, ik stuur wel een vriend ... die zal dan naar Venlo brengen.
M: Kan je niet nu sturen? Ik ga nu hier vandaan vertrekken. Ik moet daar wat gaan doen.
F: Ehmm okee goed dan. Ik zal je over half uurtje terugbellen.
Map 24, pagina H 316:
Op 11 februari 2013 te 10.38 uur vindt er een telefoon gesprek plaats tussen NNMan-1762 en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NNman-1762: Je moet ook de autopapieren meesturen... niet vergeten... allebei... niet vergeten.
[medeverdachte 6] zegt: is goed, is goed.
Map 24, pagina H 317:
Op 11 februari 2013 te 11.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN man 1762 ( [medeverdachte 16] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : ik heb mijn broer gestuurd, heeft hij je al gebeld?
[medeverdachte 16] : nee (..)
[medeverdachte 6] : we hebben de voorbereidingen al gedaan.. zo en zo ga jij morgenavond of woensdag vertrekken" dus ga maar uitrusten
Map 24, pagina H 318:
Op 11 februari 2013 te 12.13 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ) en NN-man/ [medeverdachte 7] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 7] : er moeten meer papieren zijn zegt de broer. Hier heb je hem.
NN-man: [medeverdachte 6] er zitten in die auto tussen de papieren ook TUV-papieren.
NN-man zegt dat er tussen die papieren ook een TUV brief moet zijn en zonder dat briefje kan het niet, zegt hij.
Map 24, pagina H 324:
Op 11 februari 2013 te 10.09 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 17] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : kameraad, ga jij maar anders naar [betrokkene 75] toe.
[medeverdachte 17] : kom jij dan zo daarheen?
[medeverdachte 6] : ga jij erheen" praat met hem.. leg de situatie uit.. "broer, dit en dat moet gebeuren.. als we de auto hier achterlaten, kan je het voor ons doen? Het heeft spoed" moet binnen paar dagen klaar zijn" moet je zeggen. Als hij oke zegt, dan kom ik daarheen en ik geef daar ergens bij een hoek de auto aan jou en jij kan brengen.
Map 24, pagina H 325:
Op 11 februari 2013 te 10.19 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 17] (M). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: Nee broer, hij zegt dat hij het niet kan.
F: Waarom niet?
M: Dat weet ik niet.. ik heb geprobeerd bij hem door te dringen" maar hij zegt, ik kan echt niet. Ik bemoei me niet met andermans.. en ik zeg luister" dit en dit en dat.. "nee ouwe, ik kan het echt niet" zegt hij.. ik heb dit ook nooit van tevoren zoiets gedaan zegt hij. (..)
M: ik heb tegen hem gezegd" laat mij nou niet op zoek gaan naar anderen" dan geef ik jou 3 of 5 extra" maar daar heeft hij op geantwoord" het maakt niet uit wat ik erop verdien" ik kan het echt niet.
F: Kom jij dan maar naar All-Inn
M: Welke garage was dat ook alweer?
F: Dat daar bij het Ibis-hotel.. van [medeverdachte 12] .
M: Dat kan hij niet man., hij is een domkop" daar heeft hij toch geen verstand van
F: Hij kan het wel.. kom daar maar heen.
Map 24, pagina H 327:
Op 11 februari 2013 te 18.08 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 12] ; A). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: als iedereen daar weg is dan kun jij met gemak je werk afmaken" er is niet zo'n haast bij" ik heb nog wel 1 of 2 uur de tijd.
[medeverdachte 12] : dat gaat daar niet zoals je het zegt. Dat ijzer zit er compleet. Ik zie geen losse plaat man.. dat is geen losse plaat maar compleet.
F: ja, dat moet je er dan uitslijpen. (..)
F: ga het daar maar compleet helemaal overlangs wegslijpen
A: Is goed dan.
Map 24, pagina H 329:
Op 15 februari 2013 te 13.39 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 12] (A). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: Breng nou mijn geld eens man. Ik ben nu in de garage" maar 's avonds ga ik naar het casino toe" dus breng die 1500 lira eens.
F: ik kom even langs.. tot ziens.
Map 24, pagina H 330:
Op 20 februari 2013 te 17.04 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 12] (A). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: zeg niet dichtmaken
A: vandaag?
F: nee nog niet dicht doen he" als ik morgen kom" dan samen (..) Ik bedoel, als jij die verwarming erop gaat zetten.. dan niet dichtmaken.
A: nee, ik maak het niet dicht.
Map 24, pagina H 333:
Op 1 maart 2013 te 19.17 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Broer, ik zweer je, ik heb de auto dichtgemaakt en ben op jou aan het wachten.
[medeverdachte 16] : de kentekenplaten heb je er ook op gedaan?
[medeverdachte 6] : ja, ik heb alles erop gedaan, de auto dichtgemaakt en wacht op jou.
Map 24, pagina H 346:
Op 2 maart 2013 te 11.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 15] zegt, waar ben jij dan?
[medeverdachte 6] zegt, op de terugweg vanuit Duitsland met die Polo.. we hebben die Duitse auto afgezet met [medeverdachte 14] samen.. en nu komen we terug.
Map 24, pagina H 364:
Op 2 maart 2013 te 17.19 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : jij gaat toch vanavond met die vriend van jou spreken? Je had toch gezegd dat die mogelijk geld zou geven.. als je van hem 15 gaat halen.. 20 is niet eens nodig. (..) want voor 15 kan ik nog 20 duizend van die dingen halen.. snap je.. en dan kunnen we wat daar vandaan komt gezamenlijk verdelen snap je (..)
[medeverdachte 16] : ga je dan ook
[medeverdachte 6] : naar die andere zijde? Ik ga wel met het vliegtuig en wacht jou daar op.
Map 24, pagina H 366:
Op 2 maart 2013 wordt door [medeverdachte 6] een sms-bericht verzonden aan [medeverdachte 16] met de inhoud:
Broer dan ga ik nu slapen. Bel me 's ochtends op zodat ik het geld kom ophalen. Dan kan ik er materiaal voor kopen.
Map 24, pagina H 367:
Op 3 maart 2013 wordt door [medeverdachte 6] een sms-bericht verzonden aan [medeverdachte 16] met de inhoud:
De mannen wachten, gaan we de kikkererwten nog halen?
Map 24, pagina H 370:
Op 3 maart 2013 te 21.12 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 16] : [medeverdachte 6] .. is 10 voldoende.. want 15 heb ik niet kunnen regelen maar 10 is er..
[medeverdachte 6] : met 10 kunnen we ook verder (..) Maar dan moet jij die auto ook weer terugbrengen.
[medeverdachte 16] : ja natuurlijk.. zo is het toch
[medeverdachte 6] : Dan breng maar tot Venlo die auto weer terug (..)
[medeverdachte 16] : Luister eens.. dit geld moet weer de 18de worden terugbetaald..
Map 24, pagina H 347:
Op 4 maart 2013 te 11.38 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 16] : en nog even dit.. je hebt het niet goed laten maken.. links en rechts zijn er beschadigingen.. dat heb je niet goed laten maken.
[medeverdachte 6] : ze gaan het toch open en weer dicht doen
[medeverdachte 16] : ja.. laat het ze dan fatsoeneren.
Map 24, pagina H 348:
Op 4 maart 2013 te 12.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 12] (A). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: zeg luister eens.. er was toch aan de linker- en rechterkant van die openingen.. kunnen we die niet dichten.. want die man zou gaan.. heeft de auto teruggebracht.. zo wil ik niet gaan.. want de linker- en rechterzijde van dit is open.. als ik jou 500 euro vooraf geef.. wil je die dingen niet even goed doen?
A: nou ik weet niet of die dingen wel kunnen.. volgens mij gaat het daar niet dicht. (..) wanneer moeten we dat dan doen?
F: wanneer gaat jouw garage dicht?
A: nou ik denk omstreeks half zes a zes uur
F: dan breng ik de auto omstreeks zes uur.
Map 24, pagina H 354:
Op 4 maart 2013 te 20.44 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 14] (R). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
R: Die jongen waar we de vorige keer in Noord waren voor die auto kan die dingen maken, hij kan die (onverstaanbaar) maken snapte kan hij die vast maken alles.
F: ja, maar kan hij, die dingen moeten ook ff meer in de lengte gemaakt worden man.
R: Wat moet in de lengte gemaakt worden?
F: Wat wij samen hadden gedaan weetje wel. R: ja, ja, ja.
F: die is veel te, je weet die is veels te bol en te klein, hij moet meer langer en platter zijn dan kun je hem... (..)
R: maar hij moet toch die onderdelen hebben jongen, hij heeft toch die, die, die plastic dingen toch niet.
F: ja maar die dingen moeten er toch uit. Hij moet toch anders gemaakt worden, wat we zelf hebben gemaakt.
Map 24, pagina H 356:
Op 4 maart 2013 te 21.42 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] (F) en [medeverdachte 14] (R). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 14] zegt dat hij nog wel een jongen in Breda kent met een garage en wel weet waar hij woont. [medeverdachte 14] zegt, kan die jongen die auto niet maken, die het begin gedaan heeft.
Map 24, pagina H 359:
Op 5 maart 2013 te 17.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] (F) en [medeverdachte 12] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : om hoe laat begin je aan mijn werkje?
Abdul : ik ga er vandaag aan beginnen.. om zes
[medeverdachte 6] : is goed dan" wees snel.
Map 24, pagina's H 360 tot en met H 363:
Op 5 maart 2013 worden door [medeverdachte 6] en [medeverdachte 12] de navolgende sms-berichten naar elkaar verzonden:
[medeverdachte 6] : schiet op kerel, heb je de auto al uit elkaar gehaald?
[medeverdachte 12] (18.41 u): Ik heb hem uit elkaar gehaald
[medeverdachte 12] (22.07 u): is klaar
[medeverdachte 6] : kom eraan
Map 24, pagina H 386:
Op 7 maart 2013 te 18.23 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 16] : Ik ben vertrokken" wat zou ik anders kunnen doen (..) Ik ga geld ophalen.. maar je moet dat zaterdag wel aan hem terugbetalen
[medeverdachte 6] : Ga je van daaruit gelijk verder?
[medeverdachte 16] : ja"ja ik heb 1500 Lira van hem gehaald. (..)
[medeverdachte 6] : een goede reis nog.
Map 24, pagina H 389:
Op 8 maart 2013 te 10.39 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 16] : ik ben onderweg.. ze hebben me aan de kant gezet en doen nu zoeking (..) Joegoslavië nog niet gepasseerd joh.
[medeverdachte 6] : er kan toch niks gebeuren joh, laat ze maar zoeking doen.. ze vinden toch niks.
Map 24, pagina H 390:
Op 8 maart 2013 te 10.50 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : en ben je de controle voorbij
[medeverdachte 16] : dat wel maar de eerlozen hebben echt uitvoerig gezocht.. ik dacht even van ik ben erbij verdomme. (..)
[medeverdachte 6] : bel mij zodra je [geboorteland medeverdachte 24] bent ingereden.. dan stap ik in het vliegtuig en kom eraan.
Map 24, pagina H 394:
Op 8 maart 2013 te 14.47 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 14] [medeverdachte 20] [medeverdachte 20] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : hij is euh al bijna bij het einde van de rit. (..) Hij is al de drie ergste douanes voorbij. Ze hebben heel de auto op zijn kop gezet man. (..) hij is in ieder geval over drie uurtjes in Turkije.
[medeverdachte 14] : Ins jallah, is goed jongen.
Map 24, pagina H 400:
Op 8 maart 2013 te 18.09 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 16] : Ik ben nu bij de laatste 50 km en dan rijd ik erin.
[medeverdachte 6] : Waarin?
[medeverdachte 16] : In Turkije.. wat anders
Map 24, pagina H 401:
Op 8 maart 2013 te 18.34 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 14] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 14] : wat kosten die tickets?
[medeverdachte 6] : die kosten 280 euro
[medeverdachte 6] zegt als we morgenochtend vliegen zijn we maandag terug.
Map 24, pagina H 404:
Op 8 maart 2013 te 19.1 7 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 16] : ik ben zo dadelijk bij de grens. (..) waar wachten ze?
[medeverdachte 6] : op het adres wat ikje gegeven heb
[medeverdachte 16] : in Findikzade dus?
[medeverdachte 6] : ja.. ga erheen.. overhandig de auto daar.. ga maar slapen en 's ochtends kom ik je ophalen.
Map 24, pagina H 409:
Op 8 maart 2013 te 20.09 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 16] : ik ben er door, ik ben er door. (..) Ik wil de dinges even zien.. wat voor dinges het is. Euh wat voor dinges de plek is die je hebt laten maken
[medeverdachte 6] : gaan jullie het samen.. samen opendoen?
[medeverdachte 16] : Zou dat dan niet beter zijn als het zo is (..). Uiteindelijk heeft het geen haast.
[medeverdachte 6] : de mannen schijnen wel haast bij te hebben joh, ze schijnen het vandaag nodig te hebben joh. Het is weekend weetje.
[medeverdachte 16] : Oki, ik ga het wel brengen. Ik kan het adres wel vinden, ik ben in Istanbul opgegroeid. (..) Ze moeten dan een plek reserveren.. geef mijn voornaam en achternaam.. Ze moeten een plek reserveren voor [medeverdachte 16] [medeverdachte 11] .
Map 24, pagina H 415:
Op 8 maart 2013 te 20.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Wat is dan je nummer van Turkcell? (..)
[medeverdachte 16] : euh 0049 ja, Duitsland
[medeverdachte 6] : [telefoonnummer]
[medeverdachte 16] : [telefoonnummer]
[medeverdachte 6] : oké, ik stuur het naar de jongen, bye!
[medeverdachte 16] : hij moet mij bellen.
Map 24, pagina H 416:
Op 8 maart 2013 te 20.31 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN-man 9580 die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Heb je pen en papier bij je?
NN-man: Pen en papier. Wacht even.
[medeverdachte 6] : [telefoonnummer] Bel hij wacht op je.
Map 24, pagina H 417:
Op 8 maart 2013 te 22.32 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN-man 9580. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NN-man: hij/zij is onderweg, hij/zij komt. Ik heb met vriend gesproken/contact gehad.
Map 24, pagina H 418:
Op 8 maart 2013 wordt door [medeverdachte 6] een sms-bericht verzonden aan NN-man 9580 met de inhoud:
Broer heb je de vriend al geplaatst? Hij neemt zijn telefoon niet op! Hoe staat het met de verborgen ruimte; is die al open; nemen jullie niet op omdat jullie het al weten
Map 24, pagina H 419:
Op 9 maart 2013 te 10.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en Reisbureau NN-vrouw. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Ik wilde een ticket vragen voor een persoon met Turks Airlines vandaag naar Istanbul vanuit Brussel. (..)
NN-vrouw: wanneer is de terugreis?
[medeverdachte 6] : is maandag.
Map 24, pagina H 423:
Op 9 maart wordt door [medeverdachte 6] een sms-bericht verzonden aan [medeverdachte 9] met de inhoud:
Kan van alles gebeuren. Misschien werken ze met politie misschien zijn ze rippers, ik weet het ook niet. Dus beter een soldaat bij me eerste x.
Map 24, pagina H 424:
Op 9 maart 2013 te 13.01 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN-man 2425 [medeverdachte 14] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 14] : hoe laat moeten we vertrekken?
[medeverdachte 6] : om zes uur vliegen.
[medeverdachte 14] : als je wil, boek voor mij ook ik ga met jou mee.
[medeverdachte 6] : hoe heet je met je achternaam?
[medeverdachte 14] : [medeverdachte 14] .
Map 24, pagina H 427:
Op 9 maart 2013 te 17.10 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 9] : waarom ga je nog daarheen?
[medeverdachte 6] : gewoon.. omdat ik het ga uitvissen.. ik ga het niet hierbij laten.
[medeverdachte 9] : ja maar.. je bent dan niet in Nederland.. je bent in Turkije.. daar heb je niemand achter je.. je hebt niets bij je.. wat wil je daar in je eentje doen? (..) Hoe kun jij nou zo koudbloedig zijn, ik snap je helemaal niet.
[medeverdachte 6] : wat moet ik anders.. ik stik van de schulden moet ik dit hier ook nog door mijn neus laten boren..
[medeverdachte 9] : Ja en die mannen schieten jou daar gelijk neer hoor.
Map 24, pagina H 429:
Op 10 maart 2013 te 00.47 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : luister, bel [medeverdachte 3] op en zeg datje hem met spoed moet zien en zeg tegen hem dat ik in Istanbul zit en dat ik geript ben. En die mensen willen met mij afspreken enzo. Hun willen mij naar hun plek snap je. (..)
[medeverdachte 7] : Jij hebt goed stront gegeten. Wat heb ik je gisteren per sms gezegd.
Map 24, pagina H 430:
Op 10 maart 2013 wordt door [medeverdachte 7] een sms-bericht verzonden aan [medeverdachte 3] met de inhoud:
Broer, ze hebben hem aan de overzijde een loer gedraaid en nu nodigen ze hem uit om naar hun locatie te komen; kun jij hem helpen met een bekende van 'de Broer'.
Map 24, pagin'a H 432:
Op 10 maart 2013 te 02.00 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 14] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 14] : [medeverdachte 4] abi, bel [medeverdachte 7] op snap je, die legt jou de situatie uit.
M: welke situatie?
[medeverdachte 14] : Vraag maar gewoon aan [medeverdachte 7] , snap je wat ik bedoel. Die kan jou exact vertellen van wat de situatie is begrijp je. (..) Ik zit in Istanbul nou, begrijp je wat ik bedoel? (..) Ik ben met die zoon van jou meegegaan begrijp je. Ik ben met hem meegegaan hier snap je en ze wilden vandaag in ieder geval begrijp je hem iets aan gaan doen. Snap je wat ik bedoel? (..) Mensen van hier. Ze hebben iets van hem afgepakt hier, snap je wat ik bedoel? Met allemaal kwatspraatjes. Wij staan er nu helemaal alleen voor hier. Begrijp je? We hebben alleen maar iemand nodig hier, van in de stad die met ons meegaat naar de mensen daar, begrijp je?
M: waarom moet ik [medeverdachte 7] opbellen?
[medeverdachte 14] : [medeverdachte 7] kan je precies uitleggen hoe, daarom, want wat ik nou tegen jou vertel, begrijp je weet [medeverdachte 7] ook, snap je? (..) Ik zag geen uitweg meer snap je dus ik denk ik ga jou gewoon bellen. (..)
M: Ik hoef op te bellen naar Istanbul, daar komt niemand aan jullie. Geen ene die zegt van ik ben de man in Istanbul. Ik hoef alleen nou Istanbul op te bellen en het is zo geregeld. (..) Waarom zou ik da doen? Geef mij een goede reden. (..) Vertel mij waar het om gaat.
[medeverdachte 14] : Er is hier iets naartoe gestuurd. Alles was goed, alles was soepel gelopen, begrijp je wat ik bedoel. Het einde van de rit, snap je, hebben ze toen die toen die mensen die die dingen af moesten gaan halen begrijp je. (..)
M: Hoe komen jullie daar bij om zo'n zaak aan te nemen, om zoiets te ondernemen? (..)
Jullie zouden geld verdienen. En wat als het goed was gelopen dan had ik er niks van gehoord.
Map 24, pagina H 435:
Op 10 maart 2013 te 02.53 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: vertel me het voorval van die andere eerloze eens..
[medeverdachte 7] : die heeft dus dinges gestuurd daarheen.. en zij hebben het genomen .. niet betaald.. en morgen uitgenodigd naar hun etablissement te komen.
M: oh.. hebben ze dingen.. pilletjes..
[medeverdachte 7] : ja
Map 24, pagina H 436:
Op 10 maart 2013 te 02.58 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: Zeg [medeverdachte 7] . .. hebben zij eerder nog met hun wat gedaan?
F: Nee dit is de eerste keer.
M: De eerste keer... Je weet dat hun goed zitten?
F: Ja... alles zit goed... de eerste rit.
M: Je weet dat hun goed zitten?
F: Ja vader. .. ik heb samen met hem alles geregeld.
M: Waarom heb je dat dan niet eerder aan mij verteld eerloze?
F: Nou het is de laatste dag ingepakt. .. Dit was de eerste keer... Hij kon de papieren niet vinden... en daarna zijn de papieren gevonden ... en toen ging hij die dingen halen.
M: zeg tegen die eerloze uit Istanbul als hij belt.. dat die neef van "de Broer" uit Istanbul naar hun toe zal gaan en zij gaan het daar allemaal regelen.
Map 24, pagina H 438:
Op 10 maart 2013 te 16.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: Waarom hoor ik het als laatste [medeverdachte 7] .. waarom zeg jij niets tegen mij... maar je weet toch heel goed. Dat wij in Istanbul heel grote zeggenschap hebben. (..) die vrienden aldaar zijn bezig.. ze proberen uit Istanbul.. als het blijkt dat die anderen vastzitten.. dan gaan ze via Griekenland.. want in Griekenland zijn er ook vrienden.. die doen dan het nodige? (..)
Map 24, pagina H 440:
Op 10 maart 2013 te 17.42 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : broer hoe zal ik het je zeggen.. die van jou .. die heeft wat problemen in Turkije
M: ja.. zit flink in de shit.
[medeverdachte 3] : gisteren heeft de jongere mij een bericht gestuurd.. en heeft gezegd dit en dit is er aan de hand.. en ik heb gezegd ik zal het aan die van ons doorgeven (..) ik kreeg een zaak genaamd "Pamukkale" aan de lijn.
M: Ja dat klopt dat is de zaak waar (Usta) "de Meester" verblijft.. dat is zaak daar beneden. (..) De Meester heeft al het nodige gedaan.. en nu worden ze door de vrienden daar geholpen.
Map 24, pagina H 442:
Op 11 maart 2013 te 19.43 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 20] ( [medeverdachte 14] ) . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 14] : God zij geprezen.. ik ben heelhuids teruggekomen he ( ..) Ik weet niet wanneer ik jou en [medeverdachte 1] even kan spreken.. onder zes ogen samen (..) Wat in ieder geval euh.. wat [medeverdachte 1] broeder en jij voor ons, voor mij hebben daar gedaan, zal ik het zo maar zeggen daar aan de overkant begrijp je eh..
Map 24, pagina H 459:
Op 17 maart 2013 te 16.26 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] (F) en [medeverdachte 14] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : en waarschijnlijk hebben ze gewoon samen die diefstal zo opgezet. Hebben ze gewoon samen afgesproken. Snap je, dus hij zit niet vast.
[medeverdachte 14] : ... (ntv) dus ons geld komt gewoon.
Map 25, pagina's H 466 tot en met H 528:
Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen: uitwerking OVC, met de daarbij behorende bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in (pagina's H 486 en H 487 van de bijlage "vertaling van OVC 07-04-2013"):
[medeverdachte 3] : Ja, ik zal jou het eigenlijke ((lees: de ware toedracht) vertellen. [medeverdachte 6] hier met eigen middelen.. begrijp je.. stuurt pillen?
[medeverdachte 8] : onze [medeverdachte 6] ?
[medeverdachte 3] : ja, ja! Hij stuurt pillen naar Istanbul. (Van)uit Duitsland.. [onverstaanbaar].. de tussenpersoon waar [medeverdachte 6] mee samenwerkt is iemand die bij jullie uit Kirsehir (provincie in Turkije) komt. Hij heeft een patisserie in Istanbul.
Map 25, pagina's H 529 tot en met H 576:
Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen. Bakengegevens Ford C-Max transport Turkije, met de daarbij behorende bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Uit afgeluisterde telefoongesprekken en observatie bleek dat [medeverdachte 6] verdovende middelen in de vorm van pillen met een personenauto naar Turkije wilde laten vervoeren. Hij had eerst contact met mensen in Turkije en ging zelf naar Turkije om de details te bespreken. Hierna [medeverdachte 13] hij een personenauto, een zwarte Ford C-max met Duits kenteken [kenteken] .
Aan mij, verbalisant, werden de bakengegevens ter beschikking gesteld van de zwarte Ford C max met Duits kenteken [kenteken] . De bakengegevens zijn uitgekeken.
14 februari 2013, 20.52 uur tot en met 2 maart 2013 11.34 uur.
Voertuig staat stil in de nabije omgeving van het [bedrijf] aan de [adres 4] te [geboorteplaats 1] .
2 maart 2013, 11.35 uur tot en met 00.00 uur.
Zwarte Ford C-max [kenteken] komt in beweging en rijdt van het terrein van het garagebedrijf af.
Herkenning bestuurder Ford C-max [kenteken] als zijnde [medeverdachte 6] . [medeverdachte 6] geeft door aan [medeverdachte 14] dat hij buiten staat. [medeverdachte 14] komt eraan.
[adres 34] 36-38.
Stapt een NN-man in als passagier.
Ford C-max BM G 3754 vertrekt vanaf de [adres 34] te [geboorteplaats 1] . De NN-man slaat met zijn knokkels meerdere keren op de bovenzijde van de gehele rechterhelft van het dashboard.
Voertuig vervolgt de weg richting Venlo.
Voertuig vervolgt de weg richting Duitsland, Kerpen.
16.15
uur - 00.00 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de Händelstrasse te Kerpen (D).
4 maart 2013
Voertuig staat stil in de omgeving van de Händelstrasse te Kerpen (D).
11.45
uur Voertuig verplaatst zich richting Venlo.
22.13
uur Voertuig verplaatst zich naar de omgeving van de Wittemstraat [geboorteplaats 1] en komt daar tot stilstand.
5 maart 2013
22.35
uur Voertuig verplaatst zich vanaf de omgeving [adres 4] te [geboorteplaats 1] richting Venlo.
23.21
uur Voertuig verplaatst zich richting Kerpen (D).
7 maart 2013
19.42
uur Voertuig vertrekt en rijdt over de A4 Köln en A3
8 maart 2013
01.06
uur Voertuig vervolgt zijn weg over de A3 naar de A8 Oostenrijk
06.37
uur - 06.42 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Oostenrijk naar Slovenië
07.35
uur - 07.44 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Slovenië naar Kroatië
10.19
uur - 10.56 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Kroatië naar Servië.
15.30
uur - 15.37 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Servië naar [geboorteland medeverdachte 24] .
19.51
uur- 20.11 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van [geboorteland medeverdachte 24] naar Turkije.
22.30
uur Voertuig verlaat de E80 richting langs een spoorlijn naar Deliklikaya (straatnaam in voorstad Istanbul) en rijdt vervolgens dezelfde weg weer terug naar de E80.
Map 25, pagina H 577:
Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, Stempels in paspoort verdachte [medeverdachte 6] , met de daarbij behorende bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Mij werden kopieën van bladzijden van het paspoort van verdachte [medeverdachte 6] toegezonden bevattende douanestempels. Aan de hand van de douanestempels voorkomende op de kopieën van het paspoort was het volgende te zien:
2 februari 2013 entree/binnenkomst Luchthaven Esenboga Ankara 4 februari 2013 uitgang/vertrek Luchthaven Esenboga Ankara
9 maart 2013 entree/binnenkomst Luchthaven Istanbul Atatürk 11 maart 2013 uitgang/vertrek Luchthaven Istanbul Atatürk
Map 25, pagina's H 679 tot en met H 724:
Het ambtsedig proces-verbaal nummer 60-547025-2, met daarbij de Nederlandse vertaling vanuit het Turks van uitvoeringsstukken van het rechtshulpverzoek aan Turkije (pagina H 583 tot en met H 677). Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Pagina H 583:
Referentie: het besluit tot gecontroleerde aflevering van het Parket van de Hoofdofficier van Justitie te Ankara.
Verdachten: [medeverdachte 16] [medeverdachte 11] , [medeverdachte 19] , [medeverdachte 8] .
In beslag genomen strafbare goederen: ecstasy met een totaal brutogewicht van 4 kg 300 gram, voertuig van het merk Ford voorzien van het kenteken [kenteken] .
Algemene samenvatting: bij bestudering van het (onderzoeks)document is beoordeeld dat het gepast is dat het besluit genomen dient te worden tot een gecontroleerde aflevering.
Vanaf het moment dat de persoon op datum 08-03-2013 om 20.51 uur ons land binnen is gereisd via de grensovergang Edirne Kapiküle is aangevangen met fysieke observatie. In dit kader is aangevangen met de fysieke observatie van het voertuig van het merk Ford Focus C max, zwart van kleur, voorzien van het kenteken [kenteken] .
Waargenomen is dat zich een persoon bevindt in de auto. Na aanhouding is bij controle van de identiteit vastgesteld dat deze persoon is genaamd [medeverdachte 16] [medeverdachte 11] .
Omstreeks 00.05 heeft de auto geparkeerd ter hoogte van de kruising van [adres 2] , en is gaan wachten. Omstreeks 00.15 uur is naast het betreffende voertuig met kenteken [kenteken] het voertuig gekomen van het merk Renault Kango, waarin zich twee personen bevonden. Na aanhouding is bij controle van de identiteit vastgesteld dat de persoon die het voertuig bestuurde is genaamd [medeverdachte 19] en dat de andere persoon in de auto is genaamd [medeverdachte 8] .
Bij doorzoeking van het voertuig met kenteken [kenteken] is een middel wit van kleur onderschept in het onderste gedeelte van de voorconsole, op verstopte wijze in de vorm van 8 pakjes, met een totaal brutogewicht van 4 kg 300 gram, met daarop de aanduiding " Rolex", waarvan vermoed wordt dat het van de verdovende middelen het middel Ecstasy betreft.
Pagina H 695: Proces-verbaal van testen en wegen.
In het kader van de op 09-03-2013 door de Dienst Directie Bestrijding Narcoticadelicten gehouden drugsoperatie en onderschepte middelen zijn bij weging op onze Dienst van Directie, 8 onderschepte pakketten met een totaal brutogewicht van 4 kg 300 gram verdovende middelen waarvan vermoed wordt dat het Ecstasy betreft; het betreffende middel is middels een testkit van het merk Drug-Screen gecontroleerd en is beoordeeld dat het van de verdovende middelen het amfetamine effectieve verdovende middel Ecstasy bevat.
Pagina H 719: Expertise rapport. Analyse verdovende middelen.
Goederen die aan de deskundige zijn overhandigd: verband houdend met een opsporingsonderzoek die door de medewerkers wordt verricht, is toegezonden; l witkleurig tablet voorzien van een "Kroon" logo/embleem met een nettogewicht van 4013,0 gram (bruto 4024,0 gram).
Als gevolg van testen en onderzoeken is vastgesteld dat de onder punt l vermelde witkleurige tabletten (pilletjes) bevatten van de verdovende middelen de stof met de stimulerende eigenschap MDMA.
Map 24, pagina H 112:
Het ambtsedig proces-verbaal van relaas zaak 8: handel in verdovende middelen (uitvoer). Dit proces verbaal houdt onder meer in:
Op 15 maart 2013 werden van de Nederlandse liaison officer in Turkije twee e-mails ontvangen waarin werd vermeld dat op 9 maart 2013 in Turkije ongeveer 21000 stuks XTC tabletten waren aangetroffen in een verborgen ruimte in het dashboard van de personenauto met kenteken [kenteken] . Hierbij werd als bestuurder aangehouden: [medeverdachte 16] [medeverdachte 11] .
Map 25, pagina H 704:
Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 16] [medeverdachte 11] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik had schulden en had geld nodig. Een persoon genaamd [medeverdachte 6] uit Nederland, waarvan ik weet dat hij uit de stad Kirsehir komt, heeft mij een voorstel gedaan om een motorvoertuig te kopen, en dat hij in dit motorvoertuig een geheim compartiment wilde maken met daarin computeronderdelen verstopt, zodat niemand het kon vinden. Ik moest dat motorvoertuig naar Turkije brengen en zei hij dat hij het in Turkije zou overnemen. Omdat er veel belasting geheven wordt voor computeronderdelen bij de douane, zei hij dat hij het op deze manier over de grens wilde brengen. Hij zei tegen mij dat ik 5000 euro zou krijgen voor deze klus.
Ongeveer binnen twee weken hebben we samen met [medeverdachte 6] dit motorvoertuig voor een bedrag van 5300 euro gekocht en heeft [medeverdachte 6] het geld voor het motorvoertuig betaald. Hij heeft het motorvoertuig van mij genomen, over twee à drie dagen heeft hij het motorvoertuig weer aan mij teruggegeven. Hij heeft toen gezegd dat hij de computeronderdelen in het motorvoertuig had verstopt en dat ik mij geen zorgen hoefde te maken omdat niemand het zou kunnen vinden en dat hij met het vliegtuig naar Turkije zou komen en het motorvoertuig daar van mij zou overnemen. Voordat ik aangehouden ben, ben ik 24 uren eerder vanuit Duitsland vertrokken. Tijdens de autoreis hebben wij de hele tijd telefonisch contact gehad met elkaar. Ik ben zonder problemen de douane gepasseerd. [medeverdachte 6] heeft gebeld en zei dat ik moest settelen in een hotel in Beylikdüzü. Ik was de weg kwijtgeraakt, ik ben toen gestopt langs de weg. Op dat moment heb ik telefonisch met [medeverdachte 6] gesproken, waarop hij vroeg waar ik was. Ik heb toen beschreven waar ik was, toen heeft hij gezegd: "oké, ik stuur iemand naar jou toe, ze zullen je opvangen". De politie heeft ons aangehouden. [medeverdachte 6] heeft tegen mij gezegd dat hij met het vliegtuig zou komen en dat hij mij in het hotel zou treffen.
Map 3, pagina 1083:
Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 6] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb een auto laten aanschaffen, ik heb pillen gehaald, pillen in de auto gedaan en naar Turkije gestuurd.
Map 4, pagina 1453:
Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 7] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb alleen papieren gehaald voor de apk van mijn broer. Ik heb wel eens in een Ford gezeten, maar weet niet of het een C-Max is.
Map 4, pagina's 1759 tot en met 1762:
Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [adres 4] , opgemaakt op 2 december 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik ben samen met [persoon] eigenaar van [bedrijf] te [geboorteplaats 1] .
Twee jaar geleden kwamen Marokkanen bij mijn bedrijf en die vroegen of ik bij het dashboardkastje ruimte wilde maken. Ze hebben niet gezegd waarom dat was. Ik heb hier op geantwoord dat ik dit niet ging doen, want ik voelde dat het niet klopte.
[medeverdachte 6] en zijn hele familie zijn klanten bij mijn bedrijf. [medeverdachte 6] kwam bij mij voor normale reparaties. (..). Het zijn geen goeie jongens, ze zijn allemaal bezig met criminele activiteiten. [medeverdachte 6] kwam op een gegeven moment met de C-Max met een Duits kenteken volgens mij. Ik weet niet meer wanneer dat was, maar het was koud buiten.
[medeverdachte 6] die zei tegen mij dat ik bij de Ford C-max ruimte moest maken bij het dashboard. Ik moest een paar dingen los maken, [medeverdachte 6] gaf aan wat ik los moest maken. [medeverdachte 6] vertelde toen dat hij mij daarvoor zou gaan betalen, hij liet ook cashgeld zien. [medeverdachte 6] wees aan wat ik los moest halen. Ik moest heel het dashboardkastje los maken.
[medeverdachte 6] gaf mij nu meteen 500 euro en de rest zou hij later betalen. Ik heb de stijlen los gemaakt en vervolgens het dashboard losgemaakt.
[medeverdachte 6] was in het begin alleen en later was broertje, [medeverdachte 7] ook mee. Ik had meteen vanaf het begin het gevoel dat het niet klopte.
Map 4, pagina's 1767 en 1768:
Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [adres 4] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik wil vanaf nu echt de waarheid vertellen. Toen [medeverdachte 6] mij vroeg om ruimte te maken
in een auto zei hij dat hij geld wilde wegbrengen naar Turkije. Ik dacht toen nou dat zal dan wel geld zijn van de weedhandel. Iedereen weet dat de [andere naam verdachte] in de weedhandel zitten. Ik denk dat [medeverdachte 6] later is teruggekomen met de Ford C-max. Ik denk dat hij me toen 500 Euro heeft gegeven. Mede door het feit dat ik 500 Euro kreeg voor die klus heb ik het gedaan. Ik zei toen nog tegen hem als je dan toch geld gaat wegbrengen geef mij dan wat ik nog van je tegoed heb. Hij zei toen wacht maar even jongen ik ga het eerst wegbrengen en daarna betaal ik je.
[medeverdachte 6] kwam de auto bij mij brengen en hij vertelde me dat ik er tegen niemand iets over moest zeggen. Hij heeft toen ook de kentekenplaten van de aut-o verwijderd. [medeverdachte 6] vertelde me dat er iets met de APK van de auto of met de papieren van de APK was. Hij was in de auto ook nog aan het zoeken naar papieren. Er zaten Duitse kentekenplaten op. Hij heeft me toen verschillende dingen aangewezen die ik moest losmaken in de auto. Ik heb die dingen losgemaakt. Het resultaat was dat het dashboard loskwam. Ook heb ik een opbergruimte bovenop het dashboard verwijderd.
Toen ik hiermee klaar was hebben we contact met elkaar gehad en is [medeverdachte 6] gekomen om te kijken naar het resultaat. Hij heeft toen gekeken naar het resultaat en hij vond dat er niet genoeg ruimte was. Hij vertelde me toen dat ik tussen het dashboard en het motorcompartiment ijzer weg moest gaan slijpen. [medeverdachte 6] is toen vertrokken. Ik ben toen gaan slijpen. Vervolgens hadden we weer contact met elkaar en kwam hij het resultaat weer bekijken. Toen hij kwam kijken vond hij het resultaat niet goed genoeg en heb ik tegen hem gezegd dat ik niet meer kon doen dan dat wat ik had gedaan. Hij is toen zelf gaan slijpen en hij is ook nog met een hamer bezig geweest. Op een gegeven moment was hij tevreden, Vervolgens is [medeverdachte 6] samen met zijn broer [medeverdachte 7] gekomen en heb ik gezien dat ze zwarte pakketjes in de ontstane ruimte in het dashboard gingen stoppen. Ik hoorde dat [medeverdachte 7] op een gegeven moment zei dat hij het maar niets vond hoe het was gemaakt en hij vond het maar amateuristisch. [medeverdachte 6] heeft het meest de pakketjes vastgehad en [medeverdachte 7] hielp. [medeverdachte 6] is vertrokken in een auto waar hij op dat moment in reed. [medeverdachte 6] reed weg in de Ford C-max.
Map 5, pagina's 1891 en 1892:
Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 13] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
(Verdachte wordt geconfronteerd met SMS berichten tussen de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] en [medeverdachte 6] ).
A: Ik herken dat verhaal. Als ik de inhoud van de sms berichten zie en hoor dan kan ik wel bevestigen dat ik dat ben geweest. Ik weet niet meer precies hoe deze [medeverdachte 6] , zoals u hem noemt, met mij in contact is gekomen. Hij zal wel naar mijn sportschool gekomen zijn. Het kan best zo zijn dat die [medeverdachte 6] via mijn contact in Den Haag een monster heeft gekregen. Het zou best kunnen dat ik dat monster aan [medeverdachte 6] heb gegeven. Ik kan me dat echter niet herinneren.
Ik heb nog eens nagedacht en ik wil nog vertellen dat als het gaat over het geven van het zogenaamde monster aan [medeverdachte 6] is dat als volgt gegaan: bij mij op de sportschool trainde toen een jongen uit Etten-Leur. Deze jongen had kennissen in Den Haag en die konden de XTC leveren. Ik denk dat ik het monster van die jongen uit Etten-Leur heb gekregen en dan zal ik het monster wel aan [medeverdachte 6] hebben gegeven of in ieder geval aan die Turk uit [geboorteplaats 1] . Ik weet niet meer hoeveel XTC-pillen dat waren, het waren er 1 of misschien een paar maar geen tientallen.
V: Om hoeveel XTC pillen heeft [medeverdachte 6] gevraagd?
A: Uit de sms-berichten tussen [medeverdachte 6] en mij blijkt dat het om in ieder geval 20.000 xtc-pillen gaat. Die jongen uit Etten-Leur was een keer of vier per week bij mij in de school om te trainen en daar heb ik dan het aantal weer aan doorgegeven.
V: Wat voor een prijs is er met [medeverdachte 6] afgesproken?
A: Dat zal tussen de 85 cent en 1 Euro geweest zijn.
Ik zou voor de bemiddeling wel iets krijgen maar ik heb geen concreet bedrag afgesproken met die jongen uit Etten-Leur en met [medeverdachte 6] ook niet. Ik kan wel zeggen dat ik op 500 Euro had gerekend en dat is dan makkelijk verdiend vind ik, want ik heb alleen maar een beetje bemiddeld tussen die Turk uit [geboorteplaats 1] en die jongen uit Etten-Leur.
- De organisatie houdt zich bezig met de internationale handel in hennep.
Door de organisatie werd niet alleen nationaal maar ook internationaal gehandeld. Een voorbeeld hiervan is de levering van 5 kilo weed naar Duitsland.
In april 2013 heeft [medeverdachte 6] contact met [betrokkene 1] in Duitsland over de levering van vijf kilo weed. De weed is aan [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] geleverd, waarbij [betrokkene 2] voor [medeverdachte 6] garant heeft gestaan. [betrokkene 1] heeft [medeverdachte 6] laten weten dat het geld klaarligt. [medeverdachte 7] heeft [medeverdachte 18] bereid gevonden om tegen betaling de weed in zijn auto, een Audi A6 met Duits [kenteken] , naar Duitsland te brengen. Op 22 april 2013 hebben [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] een sporttas met weed in de kofferruimte van hun Mini Cooper met kenteken [kenteken] gelegd. Ze zijn vanuit [geboorteplaats 1] naar Venlo gereden en [medeverdachte 18] is achter hen aangereden. Bij Venlo/Tegelen zijn ze naar MacDonalds gegaan, alwaar [medeverdachte 7] op de parkeerplaats de [betrokkene 2] met weed uit de Mini heeft gehaald en in de kofferbak van de Audi van [medeverdachte 18] heeft gelegd. Vervolgens zijn beide auto's achter elkaar aan naar Frankfurt am Main/Duitsland gereden. Daar zijn ze gestopt op een parkeerplaats bij een sportschool. De [betrokkene 2] werd uit de kofferbak van de Audi gehaald en aan een Turkse man overgedragen. In de [betrokkene 2] zat een hoeveelheid van ongeveer 6 kilogram weed. De man heeft de weed meegenomen, maar de betaling is uitgebleven. [betrokkene 2] is boos geworden, omdat hij borg stond en hieraan een schuld zou overhouden. [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] zijn op 26 april 2013 naar Duitsland gegaan om te proberen het geld te krijgen. Ze hebben doodsbedreigingen geuit richting [betrokkene 1] om hem te dwingen tot de afgifte van geld.
Op 27 april 2013 heeft [medeverdachte 6] contact opgenomen met [betrokkene 1] om druk op hem uit te oefenen. Hierbij uitte hij bedreigingen, waaronder: ‘Maak mij niet woest, anders kom ik daarheen. Ik hak je kop af’ en ‘Niemand zal je redden uit mijn klauwen, je krijgt tot maandag de tijd’. Toen dat niet voldoende bleek te helpen, heeft [medeverdachte 3] met instemming van [medeverdachte 6] bedreigingen naar [betrokkene 1] geuit om hem tot betalen te dwingen.
- De organisatie houdt zich bezig met de nationale handel in hennep
Een voorbeeld van de deze nationale handel is zaak 6 die het volgende inhoudt. Uit de verklaring van [benadeelde partij 1] (verder: [benadeelde partij 1] ) volgt dat hij een klus zou doen voor [verdachte] en [medeverdachte 6] . Daarbij ging het volgens hem om het vervoeren van hennep naar Eindhoven. [benadeelde partij 1] heeft de hennep opgehaald bij de vader van [verdachte] alwaar [verdachte] zelf ook aanwezig was. Onderweg naar Eindhoven is de hennep geript, althans dit is door [benadeelde partij 1] meegedeeld. [benadeelde partij 1] heeft [verdachte] hierover opgebeld, waarna [verdachte] samen met [medeverdachte 6] en nog een persoon hem is gaan ophalen. De verklaring dat [benadeelde partij 1] hennep vervoerde voor [verdachte] en [medeverdachte 6] , wordt niet alleen ondersteund door het feit dat [benadeelde partij 1] na de rip door hen is opgehaald, maar ook uit de tapgesprekken waaronder het gesprek van 4 januari 2014 te 18.14 uur tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] en het gesprek van 5 januari 2013 van 14.48 uur tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 3] . Daaruit blijkt immers dat zij beiden aangeven te zijn geript. Daar komt bij dat uit de tapgesprekken blijkt dat [medeverdachte 6] en [verdachte] zich beiden intensief hebben bemoeid met het terughalen van de hennep, hetgeen zonder enig eigen belang daarbij naar het oordeel van het hof niet voor de hand ligt. Op grond van de verklaring van [benadeelde partij 1] , [medeverdachte 6] , alsmede de tapgesprekken waaronder het gesprek van 4 januari 2013 te 14.52 uur tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 42] , stelt het hof vast dat de door [benadeelde partij 1] te vervoeren hoeveelheid hennep minimaal zes kilo bedroeg.
Op 3 januari 2013 heeft er een rip plaatsgevonden van een partij hennep die aan [medeverdachte 6] en [verdachte] toebehoorde. Daarbij zouden [benadeelde partij 2] en [benadeelde 3] betrokken zijn geweest. Uit de diverse tapgesprekken die in het dossier zijn gevoegd, volgt dat naar aanleiding hiervan diverse gesprekken met [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde 3] en/of de vrouw van [benadeelde 3] zijn gevoerd door [medeverdachte 6] , [verdachte] en [medeverdachte 3] . Hieruit blijkt dat [medeverdachte 3] op 4 januari 2013 is gaan informeren naar [benadeelde 3] omdat hij gisteren iets zou hebben meegenomen en dat hij dit moet teruggeven omdat het anders een probleem wordt. Tegen ene [betrokkene 42] heeft hij, [medeverdachte 3] , vervolgens gezegd dat hij [benadeelde 3] op moet bellen en hem moet zeggen dat het niet het werk van [verdachte] , [medeverdachte 6] ofzo is, maar van [medeverdachte 3] en dat hij één uur heeft en zij anders langs komen en dat dit de enige waarschuwing is. Verder heeft [medeverdachte 3] in dit gesprek tegen die [betrokkene 42] gezegd dat hij ze lekker op moet naaien op een panische toon ‘zodat de flikker bang wordt’. Hij moet verder zeggen dat als hij niet binnen het uur komt, ze naar hem komen, naar het adres dat ze hebben achterhaald en ‘dat ze geen mededogen hebben met zijn moeder, vader, zus of wat dan ook en dat ze ze zullen neuken.’ Verder blijkt uit een aantal gesprekken tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] dat [medeverdachte 3] [verdachte] heeft geïnstrueerd over wat hij moet doen en wat hij tegen [benadeelde partij 2] moet zeggen. Zo moet [verdachte] van [medeverdachte 3] tegen [benadeelde partij 2] zeggen dat de tijd nadert en dat hij ze niet meer tegen kan houden. [verdachte] moet er druk op zetten van [medeverdachte 3] . In de avond van 4 januari 2013 heeft [medeverdachte 3] zelf met [benadeelde partij 2] gesproken en heeft tegen hem gezegd dat hij [verdachte] niet meer hoeft te bellen omdat hij vanaf nu zijn gesprekspartner is. In dit gesprek wordt tevens een afspraak gemaakt om elkaar te treffen in [bedrijf 1] . Over deze ontmoeting heeft [benadeelde partij 2] verklaard dat hij [medeverdachte 3] samen met [verdachte] en [medeverdachte 6] zag binnenkomen. [benadeelde partij 2] wilde tegen [medeverdachte 3] vertellen dat hij niets met de ripdeal te maken had, maar dat wilde hij niet horen. Toen de eigenaar aan de tafel kwam om te zeggen dat het rustiger moest, trok [medeverdachte 3] een vuurwapen uit zijn broeksband en liet dit zien aan degenen die achterin het restaurant waren. Dat [medeverdachte 3] een vuurwapen naar [benadeelde partij 2] heeft getrokken volgt ook uit het OVC-gesprek 27 januari 2013.
Nadat [benadeelde partij 2] er op 5 januari 2013 vier heeft gegeven, heeft [medeverdachte 3] met [benadeelde 3] gesproken en hem gezegd dat wat er is gebracht niets is en dat het als het zo doorgaat alleen maar erger en erger wordt en zij hem een kans geven.
Verder blijkt uit deze gesprekken dat [medeverdachte 6] een gesprek met [medeverdachte 3] heeft gevoerd op 6 januari 2013 waarin hij zegt, dat hij heeft gezegd dat het er samen vijf zijn met je dinges en dat hij tot 15 uur de tijd heeft. Ook heeft [medeverdachte 6] zelf gesprekken met [benadeelde partij 2] gevoerd waarin hij o.a. op 7 januari 2013 heeft gezegd: ‘Die vijf hoefje niet meer te brengen, kijk maar eens wat er met jou gaat gebeuren’, en dat er niet meer gerekt kan worden en het anders echt gaat escaleren. In een gesprek tussen hen op 8 januari 2013 zegt [benadeelde partij 2] tegen [medeverdachte 6] dat [verdachte] tegen hem heeft gezegd dat hij tot donderdag de tijd heeft en dat hij dan betaald moet hebben.
Bewijsmiddelen zaak 6:
Wanneer hierna wordt ven vezen naar paginanummer(s), wordt/worden – tenzij anders vermeld – bedoeld paginanummer(s) van een proces-verbaal of geschrift uit bedoeld het eindproces-verbaal TGO Kapel, met dossiernummer PL203M/2012195378 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, bestaande uit 69 ordners, met (per zaaksdossier alfabetisch) doorgenummerde pagina's.
Map 22, pagina's p. F 49 tot en met F 52:
Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 1] d.d. 3 januari 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op donderdag 3 januari 2013 ging ik rond 20.15 uur thuis weg om naar [verdachte] te gaan om een pakketje op te halen en naar Eindhoven te brengen. (…) Ik was met mijn auto een zwarte Renault Megane, kenteken weet ik zo niet uit mijn hoofd. Ik had een afspraak met [verdachte] (..). Ik ben binnen geweest en heb die spullen gepakt, ingeladen en ben vertrokken. Het ging om gordijnen en nog een [betrokkene 2] . In die [betrokkene 2] zaten ook stoffen. Ik zou die stoffen bij een café in Eindhoven afgeven. Ik ben daar wel vaker geweest. Een kennis van [verdachte] zou dat daar komen ophalen. Als ik in het café was moest ik [verdachte] bellen en die zou dan die kennis bellen die de spullen op kwam halen. Ik liep terug naar [verdachte] , dit is ongeveer 20 minuten lopen. Ik zag daar [verdachte] , [medeverdachte 6] , een neef van [verdachte] en nog een neef van hem. In totaal stonden er 6 personen. Ik hoorde [medeverdachte 6] tegen mij zeggen: Wat is dit nou, wat doe jij hier, je had in Eindhoven moeten zitten. Ik weet dat zij in drugs zitten en ik doe ook wel eens een klusje voor hun. Dit doe ik voor de vader van [verdachte] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] .
Map 22, pagina's F 53 tot en met F 56:
Het proces-verbaal van verhoor van aangever [benadeelde partij 1] d.d. 4 januari 2013. Dit procesverbaal houdt onder meer in:
Ik moet toegeven dat ik meer dan alleen gordijnen vervoerde. In het pakketje zaten niet alleen gordijnen maar ook wiet. Ik schat dat er ongeveer 6 kilo kant en klare wiet in zat. Deze wiet was van [medeverdachte 6] . Ik zou deze voor [medeverdachte 6] wegbrengen naar Eindhoven. De afspraak was dat ik de wiet om 20.30 uur zou ophalen bij [verdachte] en ik het met mijn auto naar Eindhoven zou brengen. Ik zou het naar het café in Eindhoven brengen. Daar zou ik naar [verdachte] bellen en die zou zorgen dat het daar opgehaald zou worden. [verdachte] en [medeverdachte 6] werken samen. Ik heb twee keer eerder voor [verdachte] wiet weggebracht. Bij de woning van de vader van [verdachte] kreeg ik de wiet van [verdachte] . [medeverdachte 6] was daar toen niet bij aanwezig. Daarna heb ik [verdachte] gebeld en gezegd wat er gebeurd was. Hij zei dat ik daar moest blijven wachten en dat hij er aan kwam om mij daar op te halen. Ongeveer 20 minuten later werd ik door [verdachte] , [medeverdachte 6] en nog iemand opgehaald.
Map 22, pagina's F 24 tot en met F 26:
Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik zag op 3 januari 2013 omstreeks 22.05 uur op de [adres 3] te [geboorteplaats 1] 4 tot 6 personen staan op de hoek van de [adres 3] en de Oude [adres 5] . Ik zag dat vier personen uit de [adres 3] kwamen gelopen en op het trottoir van de genoemde kruising stil gingen staan. Drie van de vier personen spraken de vierde persoon aan. Ik hoorde van [betrokkene 5] dat de persoon met het forse postuur de vader van [verdachte] was. De vierde persoon die werd aangesproken had een lichte huidskleur, kort donker/grijs haar en droeg een zwarte jas. Een persoon uit de groep pakte de aangesproken persoon bij de arm en liep met hem in de richting van de [adres 5] . De aangesproken persoon liep mank. Ik zag dat de vierde persoon een mobiele telefoon pakte en ging bellen terwijl hij weg liep. Ik zag dat de vierde persoon continu naar de grond keek en diverse malen met zijn hoofd schudde. Er kwam met hoge snelheid een donkerkleurige personenauto van het merk BMW aangereden. Er stapten twee personen uit die met versnelde pas de [adres 3] in liepen. Ik zag dat de man met het lichte vest naar de inzittenden van de BMW liep. Ik zag dat zij even met elkaar spraken en de inzittenden vervolgens weer terug naar de BMW liepen en met hoge snelheid wegreden. Ik zag dat er 4 á 5 personen in de [adres 3] stonden en heen en weer liepen. Ik zag dat er een donkerkleurige Audi A1 met hoge snelheid de [adres 3] in kwam rijden. Ik zag dat de twee mannen die waren weggelopen over de Ringbaan Noord weer terug kwamen lopen naar de [adres 3] . Ik zag dat de vierde persoon wederom werd aangesproken door de man met het lichtkleurige vest, Ik zag dat men allemaal naar deze persoon keek en er diverse malen naar de man werd gewezen. Ik zag door houding en gebaar dat men opgefokt was. Dit duurde enkele minuten. Hierna zag ik dat enkele personen weer wegliepen bij de aangesproken man. Na enkele minuten kwam de donkerkleurige Audi weer terug. Er kwam nog een personenauto aanrijden. Ik zag dat diverse personen in de twee auto's stapten. De twee auto's reden vervolgens met hoge snelheid weg. Er bleven 3 personen achter waaronder de man met het lichte vest, de aangesproken man. De aangesproken man ging weer bellen en liep weg richting [adres 45]
Map 22, pagina F 155:
Op 4 januari 2013 te 14.00 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 4] vraagt [medeverdachte 3] meteen naar de (oudere) zus van [medeverdachte 4] te komen.
[medeverdachte 3] komt eraan.
Map 22, pagina F' 156:
Op 4 ianuari 2013 te 14.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] vraagt of [betrokkene 6] ene [benadeelde 3] uit de Reeshof kent. [medeverdachte 3] zegt dat hij hem nooit gezien heeft maar dat hij gisteren wat meegenomen heeft en dat hij dat terug moet geven anders wordt het een probleem.
Map 22, pagina F 157:
Op 4 januari 2013 te 14.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 42] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: Bel die Afghaanse, dan wel Marokkaanse vrienden van je op.
D: ja
A: Wie is [benadeelde 3] , die hier in Reeshof woont, die een oudere broer heeft genaamd [betrokkene 54] .
D: Dat is [benadeelde 3] spleettand.
A: Bel hem op en zeg hem van dat werk is niet van [verdachte] , [medeverdachte 6] ofzo... Maar van [medeverdachte 3] . En zeg hem van je kent hem niet maar je hebt 1 uur, 1 uur. En zeg hem je moet het binnen het uur brengen en zo niet dan komen zij langs, zeg hem dat dit de enige waarschuwing is, zeg hem van ze zijn op zoek naar je, en dit is de enige waarschuwing.
D: Oké, maar wat is er gebeurd, wat hebben ze gedaan?
A: Naai ze nou maar lekker op, zoals ik het heb gezegd en doe het op panische toon zodat de flikker er bang van wordt, zeg maar als ie niet binnen een uur komt, zeg maar dan komen ze naar jou toe, naar jouw adres, die hebben ze achterhaald.
D: Maar wat heeftie gedaan dan, hoezo bang maken?
A: Joh de flikker heeft iets van zes zeven hennep weggenomen, geript. De klootzak bel hem nou maar en zeg het exact zo. Zeg hem van ze hebben je adres achterhaald en ze gaan naar je huis. Zij hebben geen mededogen met je moeder, vader, zus of wat dan ook en neuken ze en gooien het weg.
Map 22, pagina F 158:
Op 4 januari 2013 te 15.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : vooralsnog is er geen probleem, ziet er nou uit als dat het vanavond wel opgelost zal zijn.
M: Als je daar nou even achteraan gaat [medeverdachte 3] .
[medeverdachte 3] : dat doe ik al abi
M: oké, da laat ik verder aan jou over, maar dat zal ons enige verlichting geven
M: we hebben momenteel niets, we hadden onze hoop enkel nog daarop gevestigd, en jij weet hoe het daarmee is, dus als het van daar komt kunnen we het wel regelen, we hebben sowieso verder helemaal geen opties.
Map 22, pagina F.154:
Op 4 januari 2013 te 18.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: joh ze hebben geript voor 25 â 30 en daarop hebben we ze een lesje geleerd en nu komt het terug.
H: oh zijn jullie geript?
[verdachte] : ja joh, mijn mannetjes, ze hebben gezegd van laten we weer beginnen, gaf een laatste kans, loopt het uit op een rip gisteren.
H: wie heeft hét gedaan
D: mijn bestuurder joh, tezamen met [benadeelde partij 2] .
Map 22, pagina F 159:
Op 4 januari 2013 te 18.48 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: stuurde mij een smsje zeggende van ok, ik breng het wel maar stuur de mannetjes bij mij daar weg.
A: en?
D: en nu belt ie mij zeggende dat ie het dinges zal brengen doch de mannetjes niet kan bereiken
A: had dan gezegd dat dat niet jouw probleem is.
D: ik heb gezegd dat is niet mijn probleem
D: en bedenk maar wat er daarna kan gebeuren, toen zei hij: oké ik zal nog eens kijken
A: niet nog eens kijken, bel hem op [verdachte] en zet hem onder druk.
Map 22, pagina F 160:
Op 4 januari 2013 te 18.56 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: neefje die flikker van een [benadeelde partij 2] heeft nog niet gedingessed.
A: zo is het exact, maar de bal ligt nu bij hem.
F: waarom duiken we er niet op
A: ja natuurlijk dat spreekt voor zich, hij schijnt ook te hebben gejankt en gesmeekt van toe haal die mannen voor de deur weg. Die zit in de val ouwe.
Map 22, pagina's F 161 en F 162:
Op 4 januari 2013 te 19.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: belt hij mij en zegt van: abi geef me voor de laatste keer respijt tot negen uur, dan zal ik het voor negenen ergens anders vandaan regelen en naar je brengen.
D: dus ik zei van regel het. Voorts ben ik gebeld door [medeverdachte 20] . Hij zegt van: [benadeelde partij 2] heeft dom gedaan. Zegt van: ik zal het regelen.
A: ik ga zo naar [medeverdachte 6] , de kapitein is vrij, voortaan is hij zoals je weet De Kapitein.
Map 22, pagina F 164:
Op 4 januari 2013 te 20.09 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: bel die [benadeelde 3] en zo op, bel en vraag van ben je er nog niet, waar ben je.
A: en bel [benadeelde partij 2] , zegt dat de tijd nadert, zeg ik kan ze niet meer tegen houden maat, waar ben je mee bezig verdomme.
D: goed oké,
A; zet er druk op.
D; goed ik zal gaan bellen.
Map 22, pagina's F 166 en F 167:
Op 4 januari 2013 te 20.46 uur vindt een telefoongesprekplaats tussen [benadeelde partij 2] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[benadeelde partij 2] zegt dat hij heel de tijd bedreigd wordt
[medeverdachte 3] : broertje waar ben jij ergens, waarom laat je je gezin/familie gevaar lopen
[medeverdachte 3] : wil praten.
[benadeelde partij 2] : Abi er gaat niets ergs gebeuren he?
Map 22, pagina F 170:
Op 4 januari 2013 te 21.13 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [benadeelde partij 2] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[benadeelde partij 2] : Kunnen we elkaar in het restaurant treffen, en met elkaar op een rustige manier spreken.
[medeverdachte 3] : In welk restaurant?
[benadeelde partij 2] : In [bedrijf 1]
[medeverdachte 3] : Is goed
[medeverdachte 3] : Je hoeft [verdachte] niet meer te bellen want vanaf nu ben ik jouw gesprekspartner.
Map 22, pagina's F 280 tot en niet F 282:
Het proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 76] d.d. 4 januari 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op vrijdag 4 januari 2013 omstreeks 21.00 uur ben ik naar café [bedrijf 1] te [geboorteplaats 1] gegaan. Ik ben samen met [medeverdachte 4] Kaya gegaan. Ik had een afspraak met [medeverdachte 3] . Deze [medeverdachte 3] beschuldigde mij ervan dat ik handel van hem geript had. Met handel bedoel ik wiet. Ik wilde met hem praten omdat ik hiermee niets te maken heb. Sinds gisteren word ik door hem hiermee lastig gevallen. Hij belt mij constant. Wij zaten aan een tafeltje. Even later zag ik [medeverdachte 3] binnen komen. Ik zag dat hij niet alleen was. Ik zag dat hij samen met [verdachte] en [medeverdachte 6] binnen kwam. Ik ben opgestaan en naar achter in het restaurant gelopen. [medeverdachte 4] is voorin gebleven. Het gesprek begon. Ik wilde vertellen dat ik niets met die ripdeal te maken had maar dat was kennelijk niet hetgeen [medeverdachte 3] wilde horen. Hij bleef steeds “Vertel, vertel” herhalen. Hij wilde hiermee aangeven dat dit niet het verhaal was wat hij wilde horen. Op enig moment kwam de eigenaar bij ons aan tafel om te zeggen dat het rustiger moest. Wij stonden toen op. Ik zag dat [medeverdachte 3] naar zijn broeksband greep. Ik zag dat hij hieruit een vuurwapen haalde en dit liet zien aan degene die achterin het restaurant waren. Dit waren wij en de eigenaar. Ik zag een zilverkleurige revolver van 20-25 cm lang. Hij heeft het wapen niet op mij gericht. Doordat [medeverdachte 3] dit deed ontstond er rumoer in het restaurant. De eigenaar riep dat wij allemaal naar buiten moesten.
Map 22, pagina F 175:
Op 4 januari 2013 te 22.05 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 2] : Broer kan je naar [bedrijf 1] komen?
[medeverdachte 4] : Naar [bedrijf 1] , wat is er dan?
[medeverdachte 2] : Ja het zou goed zijn als je zou komen broer, zo snel mogelijk.
Map 22, pagina F 185:
Op 4 januari 2013 te 22.16 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: Oompjes (politie) hebben inval gedaan. Het is maar goed dat ik het op tijd heb weggegooid.
Map 22, pagina's F 190 en F 191:
Op 5 januari 2013 te 14.48 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] zegt hierin dat [benadeelde partij 2] hen in de val heeft gelokt met de Marokkanen en dat die fuckers hen geript hebben.
J vraagt wie hebben ze geript.
[medeverdachte 6] antwoordt: mij.
Map 22, pagina's F 209 tot en met F211:
Op 5 januari 2013 te 16.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: [benadeelde partij 2] zegt ik onderga mijn straf wel. Hij zegt ik heb er niets mee te maken maar ik zal wel de helft ofzo van de straf ondergaan.
D: wanneer zal je het ondergaan
F: Vanavond om acht uur, schijnt ver weg te zijn, Hij zegt dat hij nu allerlei dingen aan het regelen is, dat hij er twee van iemand heeft geregeld dat hij voorts nog aan het zoeken is en 3 à 4 zal proberen te regelen.
D: Hij liegt jongen, hij heeft iets gedaan met het geld. Maar ga er vooral niet op in oké, want dan gaat [medeverdachte 3] af en dan heb je problemen met hun.
F: nee, nee, nee, ik heb gezegd regel maar wat je regelen kan. We laten hem gewoon komen joh.
D; Waarom is ie gevlucht gisteren
F: Jah, hij zegt van ik wil niet dood
D: Ja ja maar waarom heeft hij de politie gebeld dan
F: Hij zegt dat hij dat niet gedaan heeft
D: wie heeft dan het spul, waarom zegt ie dat niet
F: hij zegt dat hij het niet heeft, dat de negers het hebben
D: Dan gaan we toch naar de negers verdomme.
F: laat hem nou eerst maar komen, die dinges brengen, daarna pakken we de neger. Kijk, als hij het heeft gedaan en de rest is bij de neger, dan is dat wat we van hem krijgen een extraatje en halen we bij de negers het volledige
D: Hmm
F: Zegt dus van ik zal mijn straf ondergaan en jullie vertellen waar alles is. Ik zei toen tegen hem van kijk, breng het deel dat aan jou toekomt, 3 of 4 en laat daarna zien waar mijn zeven ligt.
Map 22, pagina F 213:
Op 5 januari 2013 te 20.11 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] zegt ik heb tegen je oom gezegd dit en dit is wat er is gebeurd. de bal is nu weer bij jullie, ik heb alles gedaan wat mogelijk is.
Map 22, pagina's F214 en F215:
Op 5 januari 2013 te 22.58 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Die jongen van die hoer is gekomen.
[medeverdachte 3] : Wie?
[medeverdachte 6] : Die bastaard van een Down.
[medeverdachte 6] : Hij heeft er vier gegeven.
Map 22, pagina F 224:
Op 6 januari 2013 te 21.03 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [benadeelde 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] komt aan de telefoon en zegt dat dit wat is gebracht niets is en dat [benadeelde 3] dit ding moet regelen en dat [medeverdachte 3] niets met [benadeelde 3] te maken wil hebben maar als dit zo doorgaat het alleen maar erger en erger wordt, wij geven jou een kans, wat je stuurt is niets. [medeverdachte 3] zegt dat hij niet achter [benadeelde 3] aan zal komen maar andere Marokkaanse jongens naar [benadeelde 3] zal sturen en dat dit probleem niet opgelost wordt op deze manier en dat [medeverdachte 3] en [benadeelde 3] elkaar nog wel een keer gaan ontmoeten.
Map 21, pagina E 220:
Op 6 januari 2013 te 22.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] zegt: zeg hem maar dat hij alleen met mij kan spreken ALS HIJ GEEN TANDEN MEER HEEFT, zeg dat maar tegen hem en zeg hem ook mar dat ik voor de deur van zijn broer sta, in zuid en dat ik ze allemaal ga oprapen, en zeg hem wat hij van plan is te gaan doen op dit moment.
Map 22, pagina F 151:
Op 6 januari 2013 te 22.28 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en vrouw van [benadeelde 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Vrouw [benadeelde 3] vraagt of hij degene is die [benadeelde 3] heel de tijd belt met er moet vandaag iets terug want anders gebeurt er iets.
[medeverdachte 6] zegt dat [benadeelde 3] problemen heeft met andere mensen en niet met hem. [medeverdachte 6] zegt dat als [benadeelde 3] mensen belazert en gaat rippen hij dit ook recht moet zetten.
Vrouw Ilakim vraagt of hij zelf heeft geript.
[medeverdachte 6] zegt ja met [benadeelde partij 2] en Wil. Wil heeft alles eerlijk verteld nadat hij klappen had gekregen. [medeverdachte 6] zegt dat [betrokkene 77] vanaf dag 1 gezegd heeft dat hij samen met [benadeelde 3] en [benadeelde partij 2] heeft gedaan. [medeverdachte 6] zegt dat het gaat om een bedrag van 30.000 euro.
Map 22, pagina's F 233 en F 234:
Op 6 januari 2013 te 22.43 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en vrouw van [benadeelde 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] zegt dat [benadeelde 3] zijn eigen familie in risico en gevaar brengt door niet te reageren en hun te ontlopen. [medeverdachte 6] zegt als [benadeelde 3] blijft weglopen hij zich verder in de problemen brengt. [medeverdachte 6] zegt tegen NNvrouw dat zij haar leven niet op het spel moet zetten en zich er niet teveel mee moet bemoeien want [benadeelde 3] heeft er gewoon mee te maken.
Map 22, pagina's F 236 en F 237:
Op 6 januari 2013 te 23.08 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : hahaha maar ik zei van jongen. het zijn er 5 samen met je dinges en je hebt tot 15 uur de tijd.
Map 22, pagina's F 244 en F 245:
Op 7 januari 2013 te 15.44 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [benadeelde partij 2] en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : bekijk het maar [benadeelde partij 2] , over 15 min ga ik naar die mannen terug, ik ga me niet als een klein kindje aan de lijn laten houden, 1 uur, 2 uur, 3 uur.
D: vriend je maakt de grootste fout van je leven
F: wie
D: Dan kun je volgende week je trouwfeest wel vergeten snap je.
F: hoe durfj ij zo tegen mij te praten godverdomme pooier dat ik je naai, hoe durfje zo tegen mij te spreken dat ik het trouwfeest wel op mijn buik kan schrijven.
D: Wie zit er nu te bedreigen, jij zit mij te bedreigen
F: Ga je nu zo praten. dan moet je maar eens opletten wat die 5 nu gaat worden, kijk maar, oké, weet je wat, die 5 hoefje niet meer te brengen, kijk maar eens wat er met jou gaat gebeuren.
D: jij zit me te bedreigen.
F: dat ik je naai, klootzak van een dief, je probeert ons te pakken en dan ga je er als een hoer vandoor, wacht maar nou jongen, kijk nou maar wat ik met jou doe, kijk maar oké.
Map 22, pagina F 247:
Op 7 januari 2013 te 16.18 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [benadeelde 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] zegt dat [benadeelde 3] [benadeelde partij 2] moet bellen en zeggen dat hij de resterende bedrag moet brengen. [medeverdachte 6] zegt dat er niet meer gerekt kan worden en het anders echt gaat escaleren.
Map 22, pagina F.192 tot en met F 195:
Op 8 januari 2013 te 22.03 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [benadeelde partij 2] en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : [benadeelde partij 2] luister, die mensen die mensen hebben een appeltje met jou te schillen. Jij zegt [medeverdachte 3] dit [medeverdachte 3] dat, [medeverdachte 3] is nu met [verdachte] dus bel met [verdachte] .
[benadeelde partij 2] : die heb ik net gebeld, hij zegt je hebt tot donderdag de tijd en clan moet je betaald hebben.
[medeverdachte 6] : wat praat je dan tegen mij. bel en praat met hem, alles wat jij hebt gegeven, gestuurd hebben zij, verdwijnt toch niet in mijn zak.
[benadeelde partij 2] : jij zit toch ook in het spel of niet, jij bent toch degene die mij voor de 4000 lira bedreigd
[medeverdachte 6] zegt [benadeelde partij 2] een gewichtige tussenpersoon te regelen.
Map 22, pagina's F 287 tot en met F 294:
Het verslag OVC van de opname tussen 25 januari 2013 te 10.24 uur en 28 januari 2013 te 08.10 uur.
Dit verslag houdt onder meer in:
Gesprek op 27 januari 2013 tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] . (p. F290)
H: wat ga je met [verdachte] bespreken?
A: wat ik met [verdachte] moet bespreken? [verdachte] is achterlijk geweest. Broer als iedereen maar een mening uitroept dan lukt het niet broer.
H: Dat kan niet
A: Als iedereen maar een mening heeft dan lukken deze zaken niet. Want in deze kwestie weer met dinges van broer [medeverdachte 4] , zijn inbreng en dat broer [medeverdachte 1] van die kant uit zegt: is goed. laat [medeverdachte 3] zich maar met deze zaak bekommeren en zodoende hebben jullie mij hiermee ingemengd maar laat me dan ook want ik heb de hengel, alles is ook door mij geregeld
H: ja
A: Ik heb de jongeren voor de deur van [betrokkene 7] gezet. ik heb een aantal strategische stappen gedaan, een aantal dingen zijn weer teruggekomen, ik heb een vuurwapen naar [benadeelde partij 2] getrokken en verder nog zus en zo gegaan.
H: ja
A: er is dus het een en ander teruggekomen.
H: ja
A: en dat is dankzij mij dat het is teruggekomen. Klopt dat broer?
H: ja dat klopt
A: En als dat zo is, zeg dan niemand hoeft wat met mij te bespreken. [medeverdachte 3] is het aanspreekpunt hiervoor, jullie moeten met [medeverdachte 3] praten. zeg dit dan toch?
H: ja
A: nu is [benadeelde partij 2] weggevlucht uit [geboorteplaats 1]
H: oh, dan moet je hun spreken
A: Die moet ik spreken, maar hoe zal dat gaan. Ik in het café en zij waren dus bij mij. Ik zei: zeg maar tegen [benadeelde partij 2] dat hij naar [geboorteplaats 1] moet komen. Wanneer kan hij het regelen? Donderdag hebben ze gezegd. Nou goed dan, laat hem donderdag komen en regelen. En dan zal er tot donderdag gegarandeerd niets met [benadeelde partij 2] gebeuren. Het was inmiddels donderdag. Toen werd [betrokkene 9] gebeld en ze zijn samen met [betrokkene 9] naar broer [medeverdachte 4] gegaan. Broer [medeverdachte 4] heeft toen gezegd: Kijk, [medeverdachte 3] heeft jou tot donderdag de tijd gegeven, snap je broer, ik kan je nog voor 1 dag matsen broer, dat ben je niet waard maar laten we even met [medeverdachte 3] praten, kon dan gaan we naar [medeverdachte 3] had broer [medeverdachte 4] gezegd. Ze kwamen toen naar het café. [benadeelde partij 2] is heel erg aan het bibberen. Hij zei: hoe moet ik het nu vertellen, het heeft niets met mij te maken enzo en toen zei ik: Ik wil geen verhaaltjes horen, komt jouw naam in deze zaak voor? Ja die komt voor. Breng me mijn geld, snap je? Ik zei: je zei zelf donderdag dus het is vandaag donderdag en het is 8 uur. Je hebt nog 4 uur de tijd. Breng mijn geld binnen 4 uur en als je dat niet lukt koop dan over 3,5 uur een ticket en ga vluchten hiervandaan zei ik. Maar je zus, je moeder, je huis, je kinderen, zei ik, daar kijk ik niet naar om dan storm ik binnen zei ik. Ik storm bij iedereen binnen en bij wie ik kan afrekenen daar reken ik dan mee af zei ik. Toen heb ik hen weggestuurd. Toen heeft hij met broer [medeverdachte 4] gesproken en tegen hem gezegd dat hij voor morgen wat kon regelen. Broer [medeverdachte 4] belt [verdachte] de volgende dag en [verdachte] belt hem op. Hij zegt: kom jij maar en vertel de waarheid van dit verhaal dan geef ik je niet 1 dag maar 3 dagen dan kan je je geld in die tussentijd wel geven zegt hij. Als jij hem zoveel comfort geeft dan zal hij niets regelen, let maar op, zei ik. Ik werd boos.
H: het komt wel bij [verdachte] en zo vandaan.
A: zondag belde broer [medeverdachte 1] mij en zei dinsdag is er een bespreking. Ik zei: dat is goed broer en hing op. Vandaag is het zondag, dacht ik en ik geef die hufter nog 2 dagen en dan moeten wij voor dinsdag het geld van hérn hebben en hij was niet meer te vinden. Hij was gevlucht. Toen werd het dinsdag en broer [medeverdachte 1] belde en zei: Is het een groot bedrag waarmee hij is gevlucht? Dat weet ik ook niet broer, zei ik, ik weet ook niet dat hij gevlucht is. Toen is broer [medeverdachte 4] gebeld.
Map 22, pagina's F 299 tot en met F 343:
Het verslag OVC van de opname tussen 7 april 2013 te 14.30 uur en 7 april 2013 te 23.00 uur. Dit verslag houdt onder meer in: (p. 314)
Gesprek tussen [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ), [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ) en [medeverdachte 8]
[medeverdachte 3] : laatst nog is er voor de ogen van klanten het een en ander gebeurd. Je heb toch [benadeelde partij 2] enzo.
A: ja
[medeverdachte 3] : Je hebt toch [medeverdachte 20] , zijn zwager je hebt toch [medeverdachte 20]
A: ja
[medeverdachte 3] : degene die toch naar Turkije is gegaan? Hij heeft een zwager genaamd [benadeelde partij 2] , die overal rondzwerft.
A; ken ik niet
H: als je hem ziet dan zal je hem kennen
[medeverdachte 3] : met de chauffeur, op de een of andere manier met die chauffeur uit (lijkt op) Rijsoord samen gen... (maakt woord niet af). Wist je dat... Nederlander is. Ze hebben samen met de chauffeur het spul geript... Ja! Wat doen ze ze gaan naar broer [medeverdachte 1] . En broer [medeverdachte 1] zegt: laat hem dat maar regelen. Zeg het maar broer? Dat regelt hij ( [medeverdachte 3] ) ook wel (zei [medeverdachte 1] ) Hij regelt het wel.
H: gelach
[medeverdachte 3] : we hebben het geregeld, ze hebben het teruggebracht. wiet enzo en alles. Daar bovenop hebben ze ook nog een boete gekregen. Speed enzo, daarna is [verdachte] met speed opgepakt en heeft hij vastgezeten toch.
[medeverdachte 3] : deze gasten?
[medeverdachte 3] : ja, ja, ja
[medeverdachte 3] : 7 kilo
[medeverdachte 3] : toen zij waren geript, hebben zij 7 kilo wiet verloren, 8 kilo wiet is teruggekomen, 2 kilo hasj is is gekomen en 4 kilo speed is gekomen broer, TERUG!.
[medeverdachte 3] : we zijn niet slim geweest.
H: wat wij doen is dienstverlening aan dommen man.
Map 5, pagina's 2306 tot en met 2311:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 21] d.d. 4 januari 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Gisteravond kwam [medeverdachte 6] mij thuis op halen om 21.00 uur. Toen zijn we een rondje gereden. Toen heeft [medeverdachte 6] neef [verdachte] gebeld. We gingen naar het huis van [verdachte] . Toen reden we weer een rondje. Toen kwam het broertje van [medeverdachte 6] naar [verdachte] . [verdachte] is bij het broertje ingestapt en toen reden we verder.
We hebben een Nederlandse man opgehaald bij een tankstation Totaal ofzo. Het was in elk geval langs een snelweg richting Eindhoven. We kwamen daar en toen was daar een vriend van [verdachte] die we opgehaald hebben. Daarna hebben ij hem afgezet bij [verdachte] , daar waar hij woont bij het [adres 45] De Nederlandse man belde [verdachte] en zei: Kom me ophalen. Bij het ophalen zaten in de auto: Ik [medeverdachte 6] en [verdachte] . Na ongeveer een half uur kwamen we terug bij dezelfde woning, die van [verdachte] . Ik ben achter de woning bij de garage geweest. Die Nederlandse man was daar met [verdachte] , volgens mij ook de pa van [verdachte] . Ik hoorde wel wat geschreeuw maar verder niet zo veel. Ik heb die mensen gezien. Ze waren boos op die Nederlander. Die vader was niet zo boos, [verdachte] wel. [verdachte] zei iets met spullen ofzo. Ik was achter de garage en zij waren in de garage. Er waren nog twee mannen in de garage. Ik hoorde: waar zijn de spullen. Ik ben een half uurtje bij de garage geweest. Ik zag de Nederlandse man, [medeverdachte 6] , [verdachte] en twee onbekende mannen. Ze moeten dat spul. Een van die twee mannen gaf de Nederlandse man een duw en toen viel hij. Er was geschreeuw in de garage. Die Nederlandse man is naar buiten gegaan. Ik weet niet of dat uit zichzelf was. Hij wilde weg. Hij zei allemaal laat me. Toen is iedereen in de auto gestapt en zijn we naar huis gegaan.
Map 3, pagina's 1096 tot en met 1098:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 6] d.d. 14 oktober 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[benadeelde partij 1] vertelde dat [benadeelde partij 2] er achter zat. In heel deze zaak heb ik enkel maar bemiddeld tussen [verdachte] en [benadeelde partij 2] om die handel, die zes kilo wiet, terug te krijgen bij [verdachte] . Ik heb hierin wel telefoongesprekken gevoerd en misschien wat druk gezet bij [benadeelde partij 2] .
Bijlage bewijsmiddelen zaak 11:
Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummer(s), wordt/worden – tenzij anders vermeld – bedoeld paginanummer(s) van een proces-verbaal of geschrift uit het eindproces-verbaal TGO Kapel, met dossiernummer PL203M/2012195378 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, bestaande uit 69 ordners, met (per zaaksdossier alfabetisch) doorgenummerde pagina's.
Map 29, pagina K 94:
Op 21 april 2013 te 12.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 1] : ik heb met de vrienden gesproken en we verwachten je morgen, [medeverdachte 6] . Dan kom je toch wel, broer? (..) Ik heb je toch gezegd dat 30 papieren klaar liggen? (..)
[medeverdachte 6] : dan kom ik er nu eentje brengen met een chauffeur en dan kun je kijken en als je het mooi vindt dan kom ik morgen de andere drie brengen.
[betrokkene 1] : Broer, kom en breng alles mee. Waar ben je terughoudend voor? (..)
Ik heb nu 5 stuks tegen de mannen gezegd, als je morgen niet komt, dan ga ik vandaag klote, ik zweer het je.
Map 29, pagina K 98:
Op 21 april 2013 te 18.00 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN-man 5804. In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 6] zegt, je moet morgen met niemand een afspraak maken, ik kom morgen naar je toe..jij moet morgen gaan rijden. (..) Dan kun je om een uur of drie of half vier gaan vertrekken. Ik kom dan tot de grens (...) je moet een auto met een Duits of met een Pools kenteken regelen.
Map 29, pagina K 99:
Op 21 april 2013 te 22.49 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 8] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : (..) In de ochtend stuur ik de chauffeur erheen.
[betrokkene 8] : ik heb vandaag ook met broer [betrokkene 1] gesproken..ik heb gezegd.. oke broer, laat ze maar komen, de papieren liggen klaar.
Map 29, pagina K 101:
Op 21 april 2013 wordt door NN-man een sms-bericht verzonden aan [medeverdachte 6] met de inhoud:
Neef, mijn telefoon is bij mijn schoonmoeder blijven liggen. Ik ga morgenvroeg 5 stuks 'Hazen' halen bij Oom.
Map 29, pagina K 103:
Op 22 april 2013 te 11.08 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN-man 5804. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Bij welke grensovergang zullen we elkaar treffen.. jij moet richting Frankfurt. (..) zo ver is het niet. Zo en zo rijd ik achter je aan.
NN-man: Ik ga een auto met buitenlands kenteken regelen.
[medeverdachte 6] : ik schuif je wel een duizend lira toe als ik daar ben.
Map 29, pagina K 105:
Op 22 april 2013 te 11.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : ik heb een chauffeur nodig. Ik wil 5 stuks sturen, maar de auto moet wel een Duits kenteken hebben. (..)
[medeverdachte 6] : ik moet daar bijna 40 duizend euro ophalen.
Map 29, pagina K 107:
Op 22 april 2013 te 11.28 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 9] : Broer [betrokkene 10] zegt dat hij het geld van tevoren cash wil hebben, want anders rijdt hij niet.
[medeverdachte 6] : Waar moet ik dat geld vandaan halen? Hoeveel wil hij per stuks hebben.. 150?
[betrokkene 9] : 200 lira.. zoals altijd.
[medeverdachte 6] : Waar moet ik die duizend lira vandaan halen verdomme.
Map 29, pagina K 111:
Op 22 april 2013 te 13.53 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Ik heb geen poen. Ons moeder heeft wel geld. Ik heb haar gezegd dat er voor de chauffeur 1000 lira nodig is. (...) Als jij nou eens tot Venlo gaat rijden en in Venlo gooien we het bij hem over en rijden achter hem aan.
Map 29, pagina K 114:
Op 22 april 2013 te 14.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 1] : aan mijn zijde zijn er geen problemen. De papieren hier zijn allemaal gereed. Ik maak er een kleine partij van zodat je kunt zien en ons kunt leren kennen. Daarom heb ik 5 stuks gezegd.
Map 29, pagina K 120:
Op 22 april 2013 te 16.29 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 55] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] zegt dat zij niemand hebben kunnen vinden en dat ze nu hebben besloten dat zij met de mini's voorop gaan rijden.
[medeverdachte 6] : [medeverdachte 7] heeft een Pool gevonden die achter ons aan zal rijden.
Map 29, pagina K 122:
Op 22 april 2013 te 18.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : ik heb van wat ik had duizend aan de chauffeur gegeven. Ik rijd nu voor hem en [medeverdachte 7] is bij mij. The fucker gaf me een adres, helemaal in Frankfurt.
Map 29, pagina K 125:
Op 22 april 2013 te 20.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN-man die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (tenaamstelling telefoonnummer M. [betrokkene 11] [adres 6] [geboorteplaats 1] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] zegt he collega, ga voor ons rijden.
Map 29, pagina K 345:
Het proces-verbaal van bevindingen (gebruiker [telefoonnummer 1] ), onder meer inhoudende:
Uit de afgeluisterde telefoongesprekken van [medeverdachte 6] bleek dat hij contact opnam met de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] op naam van M. [betrokkene 11] , wonende te [geboorteplaats 1] [adres 6] . Uit het politiesysteem BHV bleek dat [betrokkene 11] in februari 2013 aangifte had gedaan. Dit werd gedaan door een persoon die zich [medeverdachte 18] (fonetisch) noemde. In de aangifte werd door M. [betrokkene 11] verklaard dat zij samen met haar vriend een kamer huurt aan de [adres 6] te [geboorteplaats 1] .
Map 29, pagina K 128:
Op 22 april 2013 te 21.15 uur wordt door [medeverdachte 6] een sms-bericht ontvangen met de inhoud:
We hebben het gegeven, we zijn aan het wachten.
Map 29, pagina's K 218 tot en met K 220:
Het proces-verbaal van observatie. Dit Proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 22 april 2013 werden de volgende waarnemingen gedaan:
15.47
uur - zag ik dat NN1 in de Mini [kenteken 9] stapte.
15.49
uur - zag ik dat de Mini [kenteken 9] vertrok vanaf de [adres 7] te Waalwijk.
15.50
uur - Herkende ik NN1 van een door het tactisch team verstrekte foto als [medeverdachte 6] .
16.04
uur - zag ik dat de Mini [kenteken 9] gestopt was ter hoogte van de woning gelegen aan de [adres 8] te [geboorteplaats 1] .
16.08
uur - zag ik dat in de nabijheid van de [adres 8] te [geboorteplaats 1] een personenauto van het merk Audi 44TSB6, type A6, kleur zwart en voorzien van het Duitse kenteken [kenteken 2] geparkeerd stond. Ik zag dat een man, NN3, daarbij wegliep.
16.09
uur - zag ik dat NN3 de [adres 8] te [geboorteplaats 1] binnenging en kort hierop weer buiten kwam. Ik zag dat hij vervolgens in de Audi [kenteken 2] stapte en daarmee vertrok.
16.23
uur - zag ik dat [medeverdachte 6] en NN2, die ik herkende als [medeverdachte 20] [medeverdachte 7] , in de Mini [kenteken 9] stapten en daarmee vertrokken.
16.42
uur - zagen wij dat [medeverdachte 6] vanuit de [adres 8] te [geboorteplaats 1] kwam met in zijn handen een grote, zwarte, kennelijk gevulde sporttas. Wij zagen dat [medeverdachte 6] de achterklep van de Mini [kenteken 9] opende en dat [medeverdachte 7] voornoemde sporttas in de kofferruimte plaatste. Hierna zagen wij dat beiden in de Mini [kenteken 9] stapten en vertrokken.
16.47
uur - zag ik dat de Audi [kenteken 2] geparkeerd stond bij het Texaco benzinestation, gevestigd aan de [adres 9] te [geboorteplaats 1] .
16.48
uur - zag ik dat F. en [medeverdachte 7] in gesprek waren met NN3.
16.52
uur - zag ik dat beide voertuigen vertrokken.
17.55
uur - zag ik dat de Mini [kenteken 9] en de Audi [kenteken 2] stopten aan de achterzijde van de Mc Donalds gevestigd te Tegelen.
18.12
uur - zag ik dat allen bij de Mini [kenteken 9] en de Audi [kenteken 2] kwamen. Ik zag dat [medeverdachte 7] de achterklep van de Mini [kenteken 9] opende en dat NN3 de achterklep van de Audi [kenteken 2] opende. Ik zag vervolgens dat [medeverdachte 7] een soortgelijke zwarte sporttas als eerder genoemd vanuit de kofferbak van de Mini [kenteken 9] haalde en deze in de kofferbak van de Audi [kenteken 2] plaatste.
18.17
uur - passeerde de Mini [kenteken 9] en de Audi [kenteken 2] op de rijksweg A74 de
Nederlands/Duitse grens.
Map 29, pagina's K 134 en K 135:
Op 23 april 2013 te 11.41 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN-man 8922. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NN: het is denk ik beter om eerst met hem te spreken voordat je [betrokkene 78] belt. Het heeft geen zin om naar [betrokkene 78] te bellen voordat we een bericht van [betrokkene 1] ontvangen. (..) Wat was de waarde van de goederen die je daar hebt gebracht?
[medeverdachte 6] : 40.000 euro. (..) vrienden van hem hebben het gekocht/genomen. Hij zei "het is bijna negen uur, ik moet naar binnen, ik stuur mijn vriend naar je toe". Hij zit in een openlucht gevangenis. (..) in het begin heb ik getwijfeld maar toen dacht ik: die [betrokkene 1] kan toch niet zo achterlijk zijn om mij te belazeren. Toen heb ik het [betrokkene 2] maar gegeven en hij ging weg.
NN: Hij was weg en kwam niet meer terug.
[medeverdachte 6] : ja.
Map 29, pagina's K 136 en K 137:
Op 23 april 2013 te 12.05 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 1] : ik ga ervoor zorgen dat jij het morgen in je hand hebt. Mijn auto was bij hem en nu is die ook weg. Het geld wordt jou uitbetaald, linksom of rechtsom. Desnoods ga ik ook 10 jaar voor hem de cel in.
[medeverdachte 6] : Broer ik zes Amcik (= amnesia) en twee stuks Pep (= straatnaam amfetamine) gegeven. (..) Wat moet ik nu tegen die mannen zeggen.. Waarom breng je me in dit shit gebeuren. Dus zeg jij nu dat die man jou genaaid heeft.
[betrokkene 1] : jongen, ik zweer het dat ik nergens wat vanaf weet.
[medeverdachte 6] : hij had het over 10 minuten, maar we hebben daar tweeënhalf uur gewacht. En daarna moesten we 400 kin weer terug.
[betrokkene 1] : desnoods betaal ik het persoonlijk aan jou.
Map 29 pagina K 141:
Op 23 april 2013 te 12.44 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 7] : waarom wachten tot vrijdag helemaal
[medeverdachte 6] : wat moet ik dan doen [medeverdachte 7] , een wapen tegen het hoofd van de man houden, dan maar vrijdag, als ie vrijdag maar betaalt.
Map 29 pagina K 142:
Op 23 april 2013 te 12.50 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 2] . In ditgesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 2] : wat ben je van plan vriend, wat is jouw bedoeling dat je me hier voor schut zet. Je zegt van ik kom met dit of dat terug.. en ik zeg dat hier ook deze hiér. Je brengt mij hier ook in een moeilijke positie. (..) Jullie hebben mij ook in deze zaak meegenomen en nu kom ik er straks niet meer uit.. kijk je bent er op en neer gegaan.. Wat had je kunnen doen? Dan had je het terug moeten brengen en er niet naartoe brengen. Je had er naar toe kunnen bellen en vragen of ze het hadden of niet, of het 100% was. Jullie gaan me in de nesten werken zo.
Map 29 pagina K 146:
Op 23 april 2013 te 17.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : jij kent je eigen mannetje toch wel.. het is toch bekend aan wie je het geven zou, ga dan naar hem toe en vraag het hem.
[betrokkene 1] : ja maar, die heb ik gesproken, en hij heeft het niet afgenomen (..) Ze hebben mijn auto ook meegenomen broer dus ik ben ook de klos., auto weg.. alles weg .. verdomme. (..)
[medeverdachte 6] : ja maar kennelijk heeft de man je dan gelipt.. als hij nergens te vinden is. (..) waarom stuur je geen degelijk iemand
[betrokkene 1] : een degelijk iemand.. ik sta daar te wachten op jouw komst.. In Allah's naam [medeverdachte 6] , wist ik veel dat jij het zou afgeven voor je het geld hebt ontvangen. Waarom heb je dan ook niet gezegd van ik wil eerst [betrokkene 1] zien.. zoals die vriend dat zei van ik wil eerst [betrokkene 1] zien voor ik de papieren geef.. daarom zeg ik het je dus.. ik wil gewoon geen risico's lopen. (..) het gaat hier niet om een paar centen.. een hoop papier man.
Map 29, pagina K 151:
Op 23 april 2013 te 18.23 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: die man was wel heel zenuwachtig toen hij het [betrokkene 2] kwam ophalen. Hij vroeg of hij het hele [betrokkene 2] mee moest nemen. Ik zei toen: ja broer het is een grote [betrokkene 2] maar je moet het geheel meenemen. Ik heb zes stuks haze en twee van die andere meegenomen.
Map 29 pagina K 155:
Op 23 april 2013 te 22.28 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 2] en [medeverdachte 3] . Indit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : ik ga meteen na mijn werk er gelijk naartoe.. ons geld blijft daar niet. (..) Ik ben vrijdagochtend afgewerkt.. daarna ga ik naar huis toe.. ga douchen.. en dan rechtstreeks naar Duitsland toe.
[betrokkene 2] : (..) ga jij maar niet.. waarom moet jij gaan.. hij moet zelf maar op en neer. Ga niet naar zulke locaties.
Map 29 pagina K 156:
Op 23 april 2013 te 22.33 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : ik heb ook persoonlijk met ze gesproken. Nu ga ik zelf vrijdag nadat ik afgewerkt ben naar de overzijde toe. .en dat zullen we dat dan daar klaren. (..) we gaan donderdag daarheen. .dan weten we wat de situatie is en gaan vrijdag opnieuw en gaan het ophalen (..) dat is dan tevens de push, de druk die we erachter zetten.
Map 29 pagina K 160:
Op 25 april 2013 te 16.08 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : we zullen morgen rond 3 uur in Frankfurt zijn.
Map 29 pagina K 162:
Op 25 april 2013 te 21.44 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 7] : hoe laat gaan wij morgen?
[medeverdachte 6] : rond 10 uur. (..) Ik heb met [medeverdachte 3] afgesproken om 10 uur.
Map 29 pagina K 163:
Op 26 april 2013 te 16.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] zegt dat hij aan Duitse zijde is.
Map 29 pagina K 172:
Op 26 april 2013 te 23.57 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en NN-vrouw Nermin. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NN: ik ben de vrouw van [betrokkene 1] .
[medeverdachte 6] : hij vroeg mij ter waarde van 150.000 lira (euro) aan spullen. Ik zei tegen hem "broer [betrokkene 1] dat is wel erg veel. Straks worden we onderweg gepakt. (..) hij heeft spullen besteld ter waarde van 40.000 lira (euro). Ik heb ook een chauffeur geregeld en heb de spullen daarheen gebracht. Die vriend zei dat [betrokkene 1] binnen zat. Ik zei toen dat ik het wist omdat ik door [betrokkene 1] vanuit dit nummer was gebeld. Ik kreeg een adres in Frankfurt. Ik ben erheen gegaan en die jongen kwam naar me toe. Hij nam de [betrokkene 2] en zei dat hij binnen tien minuten terug zou zijn. vervolgens verdween hij en kwam niet meer terug. Broer [betrokkene 1] heeft die jongen naar me gestuurd.
NN: is het wiet of cocaïne?
[medeverdachte 6] : het is wiet. Die mannen komen dagelijks bij mijn moeder aan de deur en bedreigen haar. Uiteindelijk zal hij moeten verkopen met zijn leven.
NN: moet [betrokkene 1] nu 40.000 euro aan jullie geven?
[medeverdachte 6] : ja. (..)
Kan hij niet vatten dat dit kan leiden tot moord/dood? Als ik hier iemand zou belazeren voor 40.000 lira dan komen ze mij dezelfde dag vermoorden. (..) We wachten nog wel een dag of twee maar daarna weet ik het niet. (..)
NN: Ik heb zelf nooit wat aan [betrokkene 1] gehad. Mocht hij iets geflikt hebben dan zou ik je willen adviseren om die kogel naar hem te richten.
Map 29 pagina's K 185 tot en met K 187:
Op 27 april 2013 te 10.57 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Wat ben jij een oplichter zeg!
[betrokkene 1] : ik zei tegen jou, mijn vriend haalt jou op en brengt naar mij toe; dan krijg jij het geld.
[medeverdachte 6] : ga toch weg! Geen verhaaltjes vertellen! Geef het aan mijn vriend, hij werkt voor mij, had je gezegd.
[betrokkene 1] : oke zo zei ik wel tegen jou, maar die vervloekte man is er niet!
[medeverdachte 6] : dat is jouw probleem, niet mijn probleem! (..) Klootzak! Luister [betrokkene 1] , maak mij niet woest, anders kom ik daarheen. Ik hak je kop af(..) mijn geld moet je regelen en je krijgt daarvoor tot maandag de tijd. 0 wee als je het niet regelt, dan kom ik je daar te grazen te nemen [betrokkene 1] ! Heb je het gehoord? Degene die mij in deze toestand brengt, degene die hier verantwoordelijk voor is (..) Jij beseft niet met wie je aan het dansen bent! Niemand zal je redden uit mijn klauwen! Jij krijgt tot maandag de tijd. Laten ze het met mijn moeder doen als ik dat jou of jouw kinderen niet betaald zet als maandag het geld niet klaar is !!! Wees gewaarschuwd. Durf nog eens hier en daar een bericht achter te laten van dat je er niets mee te maken hebt.. als je dat doet kom ik je hoofd eraf hakken! Maak mijn geld gereed anders maak ik je kapot. (..)
Map 29 pagina's K 190 en K 191:
Op 27 april 2013 te 11.39 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : wat nou dertigduizend
[betrokkene 1] : mijn beste [medeverdachte 6] , luister. Jij hebt er weliswaar 6 meegenomen, maar hadden wij niet 5 afgesproken. Heb ik je niet gezegd van [medeverdachte 6] die 30 lira is gereed. Jij hebt toen gezegd van en wat moet gebeuren met de chauffeurskosten waarop ik zei van doe dan maar voor 5,7
[medeverdachte 6] : maar als je het voor 5.7 doet voor 5 stuks maakt het 28.500 en 5 duizend voor die 1 à 2 dingetjes maakt 33.500 en ik heb die ene extra meegebracht.. dus dan wordt het 39 duizend tweehonderd lira.
Map 29 pagina K 204:
Op 27 april 2013 te 16.58 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : zal ik [betrokkene 1] eens bellen. Kijk, als eigenaar van de zaak kan ik hem bellen en wat druk op hem uitoefenen.
[medeverdachte 6] : doe dat .. is goed.
Map 29 pagina's K 206 en K 207:
Op 27 april 2013 te 18.13 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 1] : geef me 1 a 2 weken de tijd zodat ik het kan afhandelen.
[medeverdachte 3] : Ik zal daar heel open in zijn. Zo'n mogelijkheid is er niet. (..) Dus na maandag.. kan ik niets meer doen.. dit kan ik je zeggen. (..) Ik heb veel begrip getoond.. ik hou er niet van om bij het huis van iemand langs te gaan.. dat is wat mij betreft heilig., ik weet overigens wel je huis.. (..) deze maandag moet je ervoor zorgen dat het geld komt (..) mijn geld moet maandag hier zijn en je neef gaat anders maandagnacht om 12 uur op weg.. dat je dat weet.
Map 29 pagina K 211:
Op 28 april 2013 te 13.35 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : hebben de dingen die ik gisteren tegen hem heb gezegd behoorlijk invloed op hem gehad?
Map 29 pagina K 213:
Op 28 april 2013 te 20.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : waar maak ik een denkfout in de berekening? We hebben nu van die sukkel van een [betrokkene 1] een tegoed op basis van 57 toch? Dus met die 57 maakt het 34.200,-. En die 8 lira van de Pool. Maakt dat 42.200,-.
[medeverdachte 6] : ja.. en 5 lira van die 2 'bewerkte'.
[medeverdachte 3] : ja maar wat hebben wij daarmee te maken, dat is toch van [medeverdachte 7] ?
[medeverdachte 6] : welnee joh, we geven hem 2 lira en 3 lira is voor ons.
Map 29, pagina's K 222 e.v.:
Het proces-verbaal van bevindingen: Uitwerking OVC, met de daarbij behorende bijlagen. Dit procesverbaal houdt onder meer in:
In het kader van het onderzoek werden door de officier van justitie bevelen afgegeven voor het opnemen van vertrouwelijke communicatie in de sportschool [bedrijf 2] , gevestigd te [geboorteplaats 1] . Door ons, verbalisanten, werden geluidsbestanden beluisterd van de opgenomen vertrouwelijke communicatie in deze sportschool.
(pagina K 226):
Hierbij verklaar ik, beëdigd tolk, dat ik een schriftelijke uitwerking heb gemaakt van een OVC-gesprek in de sportschool. De tijdstippen van de door mij beluisterde opname is gelegen tussen 7-4-2013 14.30 uur en 7-4-2013 23.00 uur.
(pagina K 247):
[medeverdachte 3] : Luister, dit is wat ik tegen [medeverdachte 6] heb gezegd. Luister, ik zeg het open en eerlijk. "Bij alle zaken die [medeverdachte 6] doet, ben ik partner, zelfs bij elke gram wiet die hij verkoopt, heb ik een aandeel. Want ik ben degene die voor jou de deur heeft geopend". (..). [medeverdachte 6] zei tegen mij: "Ik heb een plek gevonden, kom laten we wiet kweken". "Is goed, laten we kweken" zei ik. Daarna heb ik gezegd: "Kerel luister, hiermee wordt het de 4e of 5e partij. Jij mag alles hebben, ik zal alleen compagnon zijn bij de plek 'in het midden'. Al het overige mag jij hebben". "Nee", zei hij man, "nee, of we doen het samen of we doen niets."
Map 4, pagina 1446:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 7] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Het is een Poolse jongen, die ik ken vanuit de stad. Volgens mij rijdt hij in een auto met een Duits kenteken. De auto is een Audi.
Map 4, pagina's 1729, 1732, 1733:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 2] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Haze is een wietsoort. Ik zal precies zeggen zoals het is gebeurd. Ik heb als tussenpersoon opgetreden voor [medeverdachte 6] . Het ging om 4,5 à 5 kilo wiet. Ik heb garant gestaan voor [medeverdachte 6] . [medeverdachte 6] weet verdomd goed van wie hij het gekocht heeft. [medeverdachte 6] heeft toen de die wiet gekregen. Hij belde mij later op en vertelde dat hij naar Duitsland was gegaan, en dat de wiet weg was. Ik ben toen heel boos op hem geworden. Zo is het verhaal. Ik heb nu dus schuld bij deze mensen omdat ik borg heb gestaan voor [medeverdachte 6] .
Het bedrag waarvoor ik garant stond zal tussen de 18 en 20 duizend euro geweest. [medeverdachte 6] heeft wel wat spullen (transformatoren en dergelijke) uit de zaak meegenomen, maar dat heb ik hem gewoon gegeven.
[medeverdachte 3] staat net zo goed borg voor [medeverdachte 6] . [medeverdachte 3] staat voor schut tegenover mij omdat hij [medeverdachte 6] met mij in contact had gebracht.
Map 4, pagina's 1644 tot en met 1648:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 18] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb een auto. Dit betreft een zwarte Audi A6. Deze Audi is voorzien van het Duits kenteken [kenteken 2] . Ik denk dat ik deze auto sinds eind maart begin april 2013 in mijn bezit heb. Ik werd op een dag gebeld door de kleine dikke. Ik weet niet meer wanneer dit was, maar ik had die Audi A6 nog niet zo lang in mijn bezit. Ik had die auto maximaal een maand in mijn bezit.
Die kleine dikke vroeg mij aan de telefoon of ik geld wilde verdienen. Ik wilde dit wel. Die kleine dikke vroeg aan mij of ik naar de Texaco bij de Westermarkt in [geboorteplaats 1] wilde komen. Ik wilde wel wat geld verdienen en ik ben naar het tankstation gegaan. Ik ben naar de Texaco gereden. De kleine dikke kwam daar samen met zijn broer de jongen met de bril aan in een zwarte Mini Cooper. De kleine dikke vroeg aan mij of ik iets kon vervoeren naar Duitsland. Ik kon daar 1000 euro mee verdienen. Ik zou 500 euro vooraf krijgen en 500 euro achteraf. Ik vroeg wat ik moest vervoeren. De kleine dikke zei dat ik een [betrokkene 2] met weed moest vervoeren. Ik vroeg aan hem wanneer dit plaats zou moeten vinden. De kleine dikke zei zo dadelijk. Ik wilde geld verdienen en ik wist ook goed dat het strafbaar zou zijn wat ik ging doen. Ik verdien normaal 1000 euro in de maand en ik moet ook veel rekeningen betalen. Het leek mij wel gevaarlijk, maar ik kon toch snel geld verdienen. De kleine dikke zei dat ze het al meerdere malen hadden gedaan en dat ze nooit problemen hadden gehad. Met meerdere malen begreep ik dat ze bedoelden dat ze vaker drugs naar Duitsland had vervoerd. De kleine dikke zei zelfs als ik gepakt zou worden, ik daar geen problemen mee zou krijgen, aangezien het zuivere weed zou zijn. Ik wilde in eerste instantie alleen gaan, maar de kleine dikke jongen zei dat ik beter mijn vriendin mee kon nemen, omdat dat minder op zou vallen.
Ik heb die 500 euro direct gekregen. De kleine dikke zei dat ik mijn meisje op moest halen. Ik moest haar niets vertellen over wat we gingen doen. Wij zijn naar Venlo gereden. De twee broers, de kleine dikke en de jongen met de bril reden in de zwarte Mini Cooper voorop en ik ben hun achterna gereden.
Bij Venlo zijn we gestopt bij de McDonalds. We hadden afgesproken dat de [betrokkene 2] met weed dan bij mij in de auto zou worden gelegd. Wij hebben bij de Mc Donalds gegeten. Toen wij terug kwamen werd door de kleine dikke een grote zwarte [betrokkene 2] uit de kofferbak gehaald van de Mini Cooper en deze werd achter in mijn Audi A6 gelegd. Ik dacht dat die [betrokkene 2] kleiner zou zijn. Er was door de kleine dikke gezegd, dat er alleen weed in zou zitten. De kleine dikke zei dat er 14 of 15 kilo zuivere weed in zou zitten. Hij heeft mij nooit verteld, dat er amfetamine in die [betrokkene 2] zou zitten. Ik heb niet gezien wat er in de [betrokkene 2] zat.
We zijn gaan rijden de Duitse grens over. Ik ben achter de mini Cooper blijven rijden. Uiteindelijk zijn we naar Frankfurt am Main gereden. Ik heb onderweg nog telefonisch contact gehad met die kleine dikke. Die gesprekken gingen over dat ik harder moest gaan rijden en ik heb misschien nog gevraagd of het nog ver was.
We zijn bij Frankfurt am Main gestopt. Wij zijn ergens gekomen in de buurt van een fitness school gestopt. Wij hebben geparkeerd op de parkeerplaats van de sportschool. De jongen met de bril ging iemand bellen. Uiteindelijk kwam een Turkse man aangelopen. Deze man was geheel in het zwart gekleed. De zwarte [betrokkene 2] die in mijn kofferbak lag werd eruit gehaald en de Turkse man die in het zwart was gekleed vertrok te voet met de [betrokkene 2] . De jongen met de bril heeft Turks gesproken met deze man.
Ik vroeg aan de kleine dikke of het nu klaar was en ik ben mijn geld kon krijgen. Ik zou nog 500 euro krijgen en ook benzinekosten. De kleine dikke zei dat we nog moesten wachten, want de weed uit de [betrokkene 2] moest nog gewogen worden. De Turkse man die met [betrokkene 2] was weggelopen zou terugkomen met geld. Wij hebben daar 2 uur gewacht en de man kwam nog steeds niet opdagen. Ik was aan het wachten op mijn geld. De twee broers zijn aan het bellen gegaan. Uiteindelijk hadden ze een adres gekregen waar ze naartoe konden voor hun geld. Ze zouden 10 minuten wegblijven. Na 10 minuten kwamen ze terug en zeiden dat ze bedrogen waren. Ik zou mijn geld krijgen als ik terug in [geboorteplaats 1] zou zijn.
In [geboorteplaats 1] aangekomen zei de kleine dikke dat ik het geld de dag erop zou krijgen. Ik heb heel vaak gebeld om mijn geld en dat is ook de reden dat ik contact met de kleine dikke hield. Ik heb volgens mij nog 25 gram weed van hem gekregen en heb dit ook niet betaald. (..)
0: Aan verdachte worden een tweetal foto's getoond.
De man op de eerste foto herken ik, als zijnde de jongen met de bril waar ik in mijn verklaring over spreek. De tweede man herken ik, als zijnde de kleine dikke waar ik mijn verklaring over gesproken heb. Het zijn broers van elkaar. Ik ken hun namen niet. Ik weet dat het Turkse jongens zijn.
Toevoeging hof: de als tweede getoonde foto is afgebeeld op dossierparagraaf 1651 en is een afbeelding van [medeverdachte 7] .
- De organisatie houdt zich bezig met het telen van hennep
Bij doorzoekingen in het kader van het onderzoek Kapel zijn op diverse plaatsen in werking zijnde hennepkwekerijen aangetroffen. Hieronder worden twee voorbeelden genoemd.
Bewijsmiddelen zaak 15:
Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummer(s), wordt/worden – tenzij anders vermeld – bedoeld paginanummer(s) van een proces-verbaal of geschrift uit het eindproces-verbaal TGO kapel, met dossiernummer PL203M/2012195378 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, bestaande uit 69 ordners, met (per zaaksdossier alfabetisch) doorgenummerde pagina's.
Map 32, pagina's O 372 tot en met O 376:
Het navolgend proces-verbaal met nummer 002763 d.d. 13 september 2013, ontvangen na rechtshulpverzoek blijkens proces-verbaal met nummer 60-46923. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 12 september 2013 is er een melding ontvangen waaruit blijkt dat er op het adres [adres 10] een weedplantage zou staan. De planten zouden vandaag geknipt worden. Gezien het dringende karakter van de feiten besluiten de opstellers op basis van artikel 6 bis een huiszoeking te verrichten gezien de bewoonster niet aanwezig is.
Huiszoeking uitgevoerd bij Tarhan [betrokkene 15] , [adres 10] . Datum/uur begin: 12 september 2013 te 13.00 uur. De huiszoeking is positief.
Er wordt in 2 slaapkamers een actieve cannabisplantage aangetroffen, op de zolderruimte treffen we technische stukken aan welke dienstig zijn om de plantage te laten draaien zoals afzuiging, elektrische installatie, meststoffen etc. In slaapkamer 1 treffen we 117 volgroeide cannabisplanten aan. De planten zijn gemiddeld 1.20m. groot, pot inbegrepen. In slaapkamer 2 treffen we 206 volgroeide cannabisplanten aan.
Map 32, pagina's O 377 tot en met O 410:
Bijlage 1 aan proces-verbaal met nummer HA.L6.002763/2013
Dossier van kopjes van aangetroffen documenten en voorwerpen tijdens huiszoeking. 1.23: paspoort van [verdachte] .
Map 32, pagina's O 346 tot en met O 350:
Het navolgend proces-verbaal met nummer 004494/2013 van 16 september 2013 betreffende technische vaststellingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 12 september 2013 worden w ij telefonisch verzocht technische vaststellingen te verrichten te [adres 10] naar aanleiding van het aantreffen van een teelt van drugs.
Verdovende middelen - staalname
Uit beide slaapkamers/teeltruimtes wordt een staalname van de aangetroffen plantenresten gedaan. De plantenresten worden meegenomen door het labo.
Sporenonderzoek op het labo
Verdovende middelen - onderzoek
Het betreft:
- 1 papieren zak met plantenresten teeltruimte links met een brutogewicht van 34.43 gram
- 1 papieren zak met plantenresten teeltruimte rechts met een brutogewicht van 50. 52 gram.
Besluit:
Zowel de geur, de morfologie als het chromatografisch onderzoek wijzen op de aanwezigheid van cannabis voor beide monsters.
Map 32, pagina's 0 89 tot en met 0 117:
Het proces-verbaal van bevindingen: uitwerking OVC periode 24 augustus 2013 te 05.43 uur t/m 26 augustus 2013 te 01.08 uur. Deze uitwerking houdt onder meer in:
(p. 0100)
[medeverdachte 5] : wordt België maandag betaald?
[verdachte] : maandag
Mailt: ze moeten daar trouwens voor zover ik weet 2 weken wachten
[verdachte] : woensdag, donderdag
[medeverdachte 3] : wie blijft er dan in het café, er moet wel iemand blijven want de politie kan komen.
[verdachte] : kijk even, haar eigen nicht, kijk, dit meisje, zijzelf
[medeverdachte 5] : verblijven zij in België, het is namelijk goed als zij België verblijft.
[verdachte] : ja, zijzelf haar dochter plus haar dochter verblijven er. Kijk zij zegt haar nicht. Hey [betrokkene 15] (Op de achtergrond is een stem te horen van een vrouw waar [verdachte] vermoedelijk een telefoongesprek mee voert en die door hem [betrokkene 15] wordt genoemd.)
[verdachte] : kijk even, dat geld moet toch tot en met maandag betaald zijn?
[betrokkene 15] zegt dat zijn stem niet goed te horen is waarop [verdachte] zegt dat hij het op handsfree had gezet.
[verdachte] : het klopt toch dat de woning nu gehuurd is. We krijgen toch binnen een week de sleutels als ik jou het geld geef?
[betrokkene 15] zegt: jawel en verder is zij onverstaanbaar.
[verdachte] zegt dat hij morgen het geld gaat brengen naar [betrokkene 15] en dat zij wel zullen praten als hij/ [verdachte] er is.
(p. 0101)
[medeverdachte 5] : De plek die ik nu doe... we hebben de woning 2 maanden geleden gekocht/gehuurd. De politie is er langs geweest. We hebben het mooi gemaakt van binnen zonder dat het gezien kan worden.
[medeverdachte 3] : Waar is het die plek
[verdachte] : Euh Limburg, in dinges, je hebt toch Hasselt enzo.
[medeverdachte 3] : Daar bij Maastricht in de buurt
[verdachte] : [adres 10] . Het is in Beringen. Mijn vriend vertrouw op mij. België is beter dan al die hokken die ik hier in Nederland heb.
[medeverdachte 3] : Maar [verdachte] , snap je dat wij geld moeten?
[verdachte] : Trouwens [medeverdachte 3] , als jij zegt ik heb geld nodig, ik kan jou over 3 weken ondersteunen. Die moeten uitkomen. 500 stekjes als 1/3 voor mij is.
(p. 0107)
[medeverdachte 5] : Oh ik zeg dat lang niet iedereen naar België zou gaan.
[verdachte] : Zo dacht ik er ook over. Totdat deze plek werd gedaan, ging ik er naar toen, soms de hele tijd niks doen, in de tuin spelen. Normaliter ben ik iemand met strafblad, maar ik voel me daar zo op mijn gemak. Meester, het is gewoon een normaal dorp daar. Het is daar rustig. Het is een dorp waar zelfs geen politie komt.
[medeverdachte 5] : waarom gaan de mensen er niet naar toe, omdat de straffen daar een beetje hoger zijn. Is men terughoudend. Stel dat er plotseling iets zou gebeuren tijdens het bewateren, dit zijn allemaal dingen bij iemand door zijn hoofd heen gaan.
[verdachte] : Ik zei ook pas nog dat ik nooit van mijn leven België zou betreden. Das een en ten tweede dat ik er niet naar toe zou gaan. Ik ben er 4 of 5x geweest.
[medeverdachte 3] : als je dat materiaal hebt geknipt dan moet je je ook een keertje daar naar toe verplaatsen.
[verdachte] : er kan niks gebeuren hoor. Hoe moet ik het materiaal daar naar toe. Wij hebben zelfs de stekjes zelf gebracht. Ik heb het in de auto gegaan en er naar toe gebracht. Je gaat hier vandaan via Eindhoven, langs Waalre, Valkenswaard, na Valkenswaard is het een snelweg. Je gaat naar [adres 10] . Laatst was er toch een wedstrijd van Tayfun meester, daar is dus mijn plek, Beringen.
Op de vraag van [medeverdachte 5] antwoordt [verdachte] dat hij over drie weken daar gaat knippen.
Map 32, pagina O 214:
Op [geboortedag medeverdachte 2] 2013 vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NNvrouw. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: Hoe gaat het? Niets vervelends?
N: Goed, nee, nee, alles gaat zijn gangetje.
D: Hmm
N. [betrokkene 13] houdt zich ermee bezig dus.
D: Dat is ook zijn/haar taak.
Map 32, pagina O 216:
Op 11 september 2013 te 09.40 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 15] Ozcan en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: Hallo
S: Hij zegt, laten we over een half uur afspreken, wat je had gevraagd is binnen, wat moeten we nu doen vraagt hij.
D: wat zegt hij nou?
S: Hij zegt er moet worden schoongemaakt, het is tijd, als we nu even tien minuten kunnen spreken dan kunnen we bespreken wat we moeten doen.
D: Oké is goed, euh, hey luister, weet je wat je tegen hem moet zeggen. Zeg dat je [verdachte] hebt gesproken en zeg dat hij het nooit van zijn leven zal doen.
S: maar wat ik niet begrijp.. .waarom spreek je hem niet zelf?
D: maar jij spreekt hem toch?
S: maar ga jij tijdens het schoonmaken dan niet blijven?
D: ben je gestoord jongen, natuurlijk ga ik erbij blijven.
S: Oké dan hoef ik verder niets te zeggen, jij kan het daar zelf zeggen
D: ja maar zeg het hem nu alvast
S: ja maar straks wordt hij boos en gaat hij vloeken jacks. Jij kan het zelf zeggen als je daar bent broer, het zit zo in elkaar
D: ja maar als jij het zegt, ik wil mijn dinges hebben ofzo...dan kan je zeggen: broer [betrokkene 13] dat kan niet zo, eerst wordt het gewogen en dan wordt je deel berekend en nadat het is verkocht krijg je je geld.
Map 32, pagina O 217:
Op 11 september 2013 te 10.40 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 15] Ozcan. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
S: als je wilt kunnen we morgen die plek afmaken.
D: morgen?
S: ja.. en dat we daar nieuwe... euh opnieuw beginnen.
D: euh morgen al? Vriend maar de tijd is niet...
S: Ja morgen, morgen.
D: ik denk niet dat ze zover zijn want ik ben gisteren naar die andere plek gegaan en die plek wordt maandag afgemaakt. Die plek begon een week eerder dan daar.
S: kijk vriend, hij vraagt of we morgen dinges kunnen doen. Hij zegt dat het al tijd is en dat het niet goed is om te laten wachten.
D: Dan kunnen we vanavond heen gaan en even gaan kijken. Als het oké is kunnen we morgen afmaken oké?
S: we hoeven niet te kijken. Broer als hij tegen ons oké zegt dan is het oké. Hij zegt dat er spinnen zijn en zegt dat we gelijk dinges moeten doen. Als we wachten gaan we verlies lijden zegt hij.
D: euh, weet je vriend, het is beter dat ik naar je toekom en dat we dan even praten.
S: wanneer wil je dan terug komen? Hij gaat nou mensen, eh broer [betrokkene 13] gaat nou drie mensen regelen oké?
D: nee, nee ik ga zelf mijn eigen mensen regelen.
Map 32, pagina's O 219 en O 220:
Op 11 september 2013 te 11.07 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 15] Ozcan en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: hey, luister, zegt [betrokkene 13] dat ze klaar zijn en dat ze zover zijn?
S: hij zegt dat ze zelfs over tijd zijn.
D: kijk, [betrokkene 13] wil het laten bevallen en wil een grote plek beginnen/maken en daarop vertrouwende moet hij vandaag die plek van ons niet vroegtijdig laten afmaken... vriend laten we zelf even vanavond kijken.
S: hij zegt, reken maar uit, 10 weken zijn verstreken maar volgens mij zijn tien weken ook verstreken Jacks want ik heb gerekend.
D: kijk vriend luister... je moet niet dinges doen... want die plek was ongeveer een week eerder gestart dan mijn plek bij die neger. We zijn daar gisteren wezen kijken en die zijn eigenlijk ook klaar... maar weet je die laatste vier of vijf dagen, zijn die nou erg belangrijk?
S: ja maar [verdachte] hij zegt dat er beestjes zijn, beestjes
D: ja bij die andere zijn ook beestjes. Dat is niet erg. De laatste vijf...
S: hij zegt dat die beestjes de kopjes opvreten.
D: nee man, dat is niet zo belangrijk. Ik denk dat hij een grotere plek wil maken en daarom heeft hij zo'n haast. Ik heb namelijk [betrokkene 15] gisteren nog gesproken en zij zei dat hij tegen haar had gezegd, pas volgende week. Ik denk dat onze meneer geld...
S: kom vanavond gewoon en praat even met broer [betrokkene 13] . Vertel het hem en zeg tegen hem, broer ik wil het nog een week laten wachten.
D: nee ik wil zelf gaan kijken en dan ga ik hem dinges doen.
S: oké broer, je wilt kijken maar hij weet het toch ook? Waarom zou hij vroegtijdig willen knippen. Hij verdient zelf ook 20%?
D: ja maar jah, hij heeft geld nodig.
S: ja... dat weet ik niet maar ik denk het niet.
D: luisier vriend, als het gereed is dan zeg ik dat ook. Ik heb zelf ook geld nodig.
S: [betrokkene 15] , eh [betrokkene 15] schijnt gelijk contant te w illen hebben. Zoiets zei hij en [betrokkene 15] haar neven/nichten schijnen het ook te doen, in die andere flat.
D: ja
S: wat was de afrekening?
D: broer was het niet 1/3 deel? Ik trek de kosten er vanaf, die 17000 lira, pardon euh 6, 8, nee die 19.000 lira trek ik er vanaf en die van [betrokkene 13] trek ik ook af.
S: is het niet goed tussen jou en [betrokkene 15] ?
D: jawel is goed
S: oh maar waarom zegt ze dat dan? Zou ze het echt zo willen doen denk je?
D: ik zeg wel tegen haar: we kunnen knippen, wegen en als ik contant heb dan geef ik je het en als ik geen contant heb dan móet je vier dagen wachten. Nadat ik het heb verkocht, krijg je je geld. Let jij maar op wat je ontvangt. Wilde hij alleen een kant afmaken of beide kanten?
S: broer [betrokkene 13] zegt: laten we beide kanten gelijk afmaken en beiden met elkaar mengen.
D: oké is goed
S: ik zei tegen broer [betrokkene 13] : ga jij maar baby'tjes bestellen. Hij gaat het zelf regelen. Kom Ju vanavond maar om zes uur en bespreek dat ook met broer [betrokkene 13] oké?
D: oké is goed
S: vergeet mijn geld ook niet oké?
Map 32, pagina's O 234 en O 235:
Op 12 september 2013 te 10.26 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 16] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Murat wil meteen naar [verdachte] komen. [verdachte] zegt dat hij in België is.
M: Dan kom ik meteen naar België.
D: nee dat kan niet, dat vinden mijn compagnons niet goed.
M: ach ik vreet die compagnons van jou op want Wie zijn jou compagnons, de kleine [betrokkene 15] .
Map 32, pagina's O 236 en O 237:
Op 12 september 2013 te 11.55 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 5] en [verdachte]
. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
H: waar ben je dan?
D: bij onze uhm je weet toch wel die onze die bijna zover is.
D: ik zei tegen [betrokkene 15] laat me hier achter, laat ik vannacht hier blijven.
Ik had het door [betrokkene 13] laten doen weet je nog. [betrokkene 15] ging naar [betrokkene 13] en zei dat [verdachte] daar met het toevertrouwde aan het wachten was. Straks kom ik naar jou.
H: je hoeft niet te komen. Als een ding dinges is dan kan ik wel naar die regio komen, dat is geen probleem. Dan kunnen we elkaar ergens treffen en dan kan ik jou het zakgeld geven waar je om vraagt. Dan kan ik je het zakgeld geven waar je om vraagt.
Map 32, pagina O 245:
Op 12 september 2013 te 13.32 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen NNman en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : nee man ik kan nou niet meer komen, ik heb effen een inval gehad oké?
[verdachte] : je weet wel ze zijn binnengekomen.
Map 32, pagina's O 251 en O 252:
Op 12 september 2013 te 13.41 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 14] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : er zal niets met mij gebeuren maar mijn dromen zijn verwoest.
C: wat gaat er met [betrokkene 15] gebeuren?
[verdachte] : dat weet ik niet.
C: zal zij jouw naam niet noemen?
[verdachte] : Tuurlijk niet man, dan brengt zij zichzelf in de problemen. Het is dan georganiseerd. [betrokkene 15] gaat zeggen voor die andere ben ik dinges geworden.
Map 32, pagina O 254:
Op 12 september 2013 te 14.19 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : je weet toch die plek wat ik [betrokkene 13] liet doen? Ik zou het toch eerder knippen? Politie heeft net inval gedaan. Tegen niemand zeggen dat het is geript want ik moet iedereen betalen. Ik had iedereen beloftes gedaan.
Map 32, pagina O 265:
Op 12 september 2013 te 15.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 15] en [betrokkene 15] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
S: ik vind het zo erg dat we beroofd zijn door die dwerg met rattenkop. Maar ik ga hem vanavond pakken. Hij moet niet denken dat het makkelijk is om ons te naaien.
Map 32, pagina O 274:
Op 12 september 2013 te 16.15 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Ik ga vandaag die Cyprioot neuken, dan weet je dat. Die hoerenzonen hebben 100 kilo natte van mij verkocht.
K: was jij compagnon met hun?
[verdachte] : nee [betrokkene 13] was op mijn plek aan het letten.
Map 32, pagina O 285:
Op 12 september 2013 te 22.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NNman. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : vandaag hebben ze mijn dinges van 100 duizend lira gestolen man. Vandaag zou mijn keerpunt worden, vandaag zouden we het regelen en dan was voor mij alle stress en schulden af. Vanmiddag hebben ze een inval gedaan.
Map 32, pagina O 288:
Op 13 september 2013 te 00.50 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [naam] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Als ik maandag krediet opneem dan krijg je al je geld, maar het is sneu voor mij want er zou 40-50 lira over blijven.
Map 32, pagina's O 318 tot en met O 321:
Het proces-verbaal van observatie van [verdachte] op 11 september 2013 tussen 17.30 uur en 22.30 uur. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
19.41
uur: Ik zag dat [verdachte] op straat contact had met de bestuurder van een blauwe Daewoo voorzien van het kenteken [kenteken 11] . Ik herkende de bestuurder aan de hand van een door het team verstrekte foto als [betrokkene 13] Koksal, geboren op 7 juni 1967 te Ankara.
20.25
uur: Ik zag dat de Citroen C4 voorzien van kenteken [kenteken 10] stilstond op de Paleisring te [geboorteplaats 1] . Ik zag dat [verdachte] met de NN2 man van plaats verwisselde en dat [verdachte] als bestuurder verder reed.
21.40
uur: Ik zag dat de [kenteken 10] stopte op de [adres 10] te Heusden in België en dat [verdachte] en NN2 uitstapte en en te voet verder gingen.
21.43
uur: Ik zag dat [verdachte] en NN2 bij perceel 54 aan de [adres 10] te Heusden in België viá de voordeur naar binnen gingen.
21.57
uur: Ik zag dat [verdachte] en NN2 buiten kwamen uit perceel 54 aan de [adres 10] te Heusden in België en dat zij in de richting van de [kenteken 10] liepen.
21.58
uur: Ik zag dat [verdachte] en NN2 instapten in de [kenteken 10] en wegreden.
Map 5, pagina's 1829 tot en met 1835:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 13] Koksal d.d. 4 december 2013. Dit verhoor houdt onder meer in:
Ik heb sinds juni 2013 ofzo ook contact met [verdachte] . Via [verdachte] en Sefa ben ik in contact gekomen met dat vrouwtje in België, genaamd [betrokkene 15] Tarhan. Ik werd verliefd op haar. [verdachte] wilde mij via die vrouw in haar woning krijgen, Ik ben heel veel bij [betrokkene 15] geweest. Ik denk dat ik haar in juni 2013 heb leren kennen. [verdachte] en [betrokkene 15] regelen woningen voor vrouwen die financiële problemen hebben en geen woning hebben of hun woning uit moeten. [verdachte] liet er dan vervolgens hennepplanten in zetten en hij ging er dan vervolgens met de opbrengst vandoor. [betrokkene 15] moest van [verdachte] huizen regelen in België.
Ik weet niet hoe lang die hennepkwekerij in de woning aan [adres 10] heeft gezeten. Ze hebben de woning niet zo heel lang gehuurd maar ik kan niet zeggen sinds wanneer. De eerste keer ben ik met [verdachte] en Sefa [verdachte] naar België geweest. Ik heb toen een rondleiding in de woning gehad. Ik heb toen geen hennepkwekerij gezien [betrokkene 15] Tarhan huurde de woning aan [adres 10] . De huur betaalde [verdachte] . Dat werd contant betaald. [betrokkene 15] Ozcan is mijn buurjongen. Ik denk dat [verdachte] de spullen om de kwekerij te bouwen via [betrokkene 15] Ozcan heeft gekocht. Het is een leugen dat ik een lening aan [betrokkene 15] kon verstrekken. Ik weet niet hoe het met papieren/formulieren in België werkt. [verdachte] organiseert alles. [betrokkene 15] en [verdachte] hebben dat samen gedaan. Het klopt niet dat ik 20% zou krijgen. Ik wil niet ingaan op de inhoud. [verdachte] zegt zelf in de gesprekken dat de kwekerij van hem was. [betrokkene 15] had allang een verhaal klaar voor het geval zij gepakt zou worden. Zij wilde gaan zeggen dat ze onder druk van de Turkse maffia gezet zou zijn. En dat zij erg bang was van hun, de maffia. Nu heeft ze dat over mij gezegd. Ik heb haar niet onder druk gezet. Ik hield van haar. Ik had nooit verwacht dat zij dit nu over mij zou zeggen.
Map 5, pagina's 1836 tot en met 1840:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 13] Köksal d.d. 5 december 2013. Dit verhoor houdt onder meer in:
Ik heb niets met de kwekerij van doen. Het is mijn kwekerij niet. Ik wilde alleen [verdachte] helpen en zijn vader. Vervolgens heb ik contact gekregen met een vrouw in België zijnde [betrokkene 15] . Dit ging via [verdachte] . Begin juli 2013 hoorde ik voor het eerst van de hennepkwekerij. De spullen hebben we daar naar toe gebracht met [verdachte] en [betrokkene 15] . Met spullen bedoel ik materiaal waarmee je een hennepkwekerij kon beginnen. Dat zijn lampen, filters, luchtpijpen. Ik heb daar ook mee geholpen om die spullen naar binnen te dragen en vanuit [geboorteplaats 1] naar [adres 10] in België te brengen. De eigenaar van die spullen waren [betrokkene 15] [naam] en die heeft alles gegeven aan [verdachte] . [naam] heeft de kwekerij opgebouwd. Dat is de zwager van [verdachte] . [verdachte] zou wel iemand regelen voor stroom.
Ik heb veel op en neer gereden van [geboorteplaats 1] naar [adres 10] België om [naam] op te halen. Ik zou geld krijgen voor de benzine maar ik heb tot op de dag van vandaag niets ontvangen. Ik wilde nogmaals alleen [betrokkene 15] uit dat huis halen omdat ik dacht dat zij onder druk van de Turkse maffia stond. Ik heb niets gedaan daar. Ik heb in ieder geval geen water gegeven aan de hennepplanten. Ik heb wel gezien dat er hennepplanten stonden. Mijn doel was niet om daar een kwekerij te onderhouden. Het is niet waar dat ik moest opletten zoals [verdachte] zegt. Ik heb samen met [naam] iets gekocht tegen luis. [naam] heeft later dit op de plantjes gespoten.
In het telefoongesprek wat jij mij net voorlas zou ik 20 procent krijgen. Ik heb niets ontvangen. Het ging mij niet om het geld. Tien procent hebben ze gezegd. Volgens mij bedoelen ze procent van de opbrengst.
[betrokkene 15] heeft spullen geregeld.
Nadat de kwekerij weg was heeft [betrokkene 15] mij opgebeld dat er politie in haar huis was. [betrokkene 15] was heel paniekerig. Ik heb gezegd dat zij rustig moest doen en naar mij toe moest komen. Ze is uiteinde lijk naar [verdachte] gedaan. Ik denk dat ik daarna door [betrokkene 15] ben gebeld dat de kwekerij was opgerold. Ik moest komen praten met [verdachte] . Ik ben naar de woning van [betrokkene 15] gegaan daar waren [verdachte] en Sahin en [betrokkene 17] . [betrokkene 17] gaf mij de schuld van de rip. Ik heb gezegd dat ik gewoon thuis was en niets met de rip te maken had. [verdachte] heeft mij nog gebeld en bedreigd. Het lijkt alsof ik als oppasser ben gebruikt. Ik voel me niet schuldig in ieder geval.
Map 5, pagina's 1861 tot en met 1864:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 15] [naam] van 4 december 2013. Dit verhoor houdt onder meer in:
V: [betrokkene 15] . wij werden zojuist gebeld door een collega van het politiebureau [geboorteplaats 1] Zuid. Jouw moeder stond daar bij de balie en zij had inmiddels van de advocaat gehoord dat jij was aangehouden. Je moeder vertelde aan de collega dat jij met de auto was gekomen en je moeder vroeg of zij de auto mocht meenemen. Van wie was die auto?
A: van mijn vriend, genaamd [betrokkene 17] .
V: op wiens naam staat die auto?
A: op naam van [betrokkene 17] . Daarvoor stond die op naam van mijn moeder. De auto staat nu sinds een week op naam van [betrokkene 17] .
V: wat was het kenteken?
A: Een Citroen met kenteken [kenteken 10] Verder weet ik het niet.
V: De collega van Ringbaan Zuid, die ik aan de telefoon had, deelde mede dat het een Citroen betrof voorzien van kenteken [kenteken 10] Kan dit kloppen?
A: Als het goed is wel, dus dat kan kloppen.
V: Met wie ga je om?
A: Vrienden die ik van kleins af aan ken. [verdachte] .
Bijlage bewijsmiddelen zaak 18:
Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummer(s),wordt/worden – tenzij anders vermeld – bedoeld paginanummer(s) van een proces-verbaal of geschrift uit het eindproces-verbaal TGO Kapel, met dossiemummer PL203M12012195378 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, bestaande uit 69 ordners, met (per zaaksdossier alfabetisch) doorgenummerde pagina's.
Map 34, pagina's R 40 tot en met R 42:
Het proces-verbaal van bevindingen. met bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Er werd diverse telecommunicatie opgenomen en afgeluisterd, waaronder het telefoonnummer 31645081468 in gebruik bij [verdachte] . Er komen gesprekken naar voren die mogelijk verwijzen naar een hennepkwekerij.
Gesprek op 26 februari 2013, 23.32 uur.
[verdachte] wordt gebeld door [betrokkene 18] . [verdachte] vertelt dat iemand genaamd [betrokkene 53] tegen [medeverdachte 3] en consorten heeft gezegd dat hij samen met [verdachte] een plek doet, maar dat de huiseigenaar niet tevreden is. Nog twee weken voordat het geknipt gaat worden. [verdachte] vraagt zich af of dit die achterlijke Afrikaan van hen is, die dit verteld heeft. [verdachte] geeft aan dat hij er morgen gaat praten.
Gesprek op 26 februari 2013, 23.40 uur.
[verdachte] belt uit naar [betrokkene 18] . [betrokkene 18] zegt dat [verdachte] zou hebben gezegd dat het achter de woning van [medeverdachte 22] is en dat er een neger, dat er twee negers verblijven. [medeverdachte 22] had tegen [verdachte] gezegd dat haar oom had gezegd 'hier ergens in jullie wijk schijnt hij dinges met de negers te doen'. [verdachte] vertelt dat [medeverdachte 22] hem daar precies op de hoek heeft gezien. [betrokkene 18] zegt dat [verdachte] maar moet kijken hoe hij het gaat doen, maar ze moeten daar twee â drie keer draaien/kunnen oogsten tot de zomer, anders zijn ze de klos.
Gesprek op 27 februari 2013, 18.50 uur.
[verdachte] belt uit naar het nummer 31684370852 en spreekt met NN man. [verdachte] vraagt of de vriend van NNman [betrokkene 53] heet en of deze bij hem woont. [verdachte] wil hen beiden morgen spreken.
Gesprek op 27februari 2013, 19.04 uur.
[verdachte] wordt gebeld door NNman die gebruik maakt van het nummer 31684370852. NNman zegt dat hij niet weet wat [verdachte] met [betrokkene 53] heeft besproken, maar zijn huis is zijn huis. Uit onderzoek in BHV blijkt dat het nummer 31684370852 in 2011 is opgegeven door [betrokkene 19] , geboren te [geboorteplaats betrokkene 19] wonende te [geboorteplaats 1] , [adres] . Het adres [adres] te [geboorteplaats 1] ligt op een hoek. Deze woning ligt schuin achter de woning van [medeverdachte 22] .
Map 34, pagina R 29:
Op [geboortedag medeverdachte 2] 2013 te 18.36 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
M: [verdachte] , wat voor baby's hebben we hier bij die neger gegeven. [verdachte] zegt dat het normale is.
M: Dit is Haze man!
D: ja, het zou wel Am kunnen zijn. zal ik het even vragen? Heb je al gekeken? Zijn ze al wat goed geworden?
M: het is niet goed maar het gaat wel.
Map 13, pagina's E 1051 en E 1052:
Het proces-verbaal van 140 Sr. hoofdstuk: "Drugs, heimelijk/versluierd taalgebruik". Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
In dit hoofdstuk "heimelijk/gecamoufleerd taalgebruik betreffende drugs en geld" worden feiten en/of bevindingen genoemd die vermoedens geven dat heimelijk over drugs gesproken wordt. Ter verduidelijking hiertoe worden hier een aantal hennep- c.q. wietsoorten genoemd met de hun bekende THC-waarde.
Wietsoort THC-waarde
Super Silver Haze 15-20%
Amnesia Haze 15-20%
Zoals in dit hoofdstuk gerelateerd en verduidelijkt, worden door de vermoedelijke leden van de vermoedelijke criminele organisatie [medeverdachte 1] c.s. in telefoongesprekken veelvuldig gesproken over:
Gebezigde term : AM vermoedelijke afkorting voor amnesia
Map 34, pagina R 30:
Op [geboortedag medeverdachte 2] 2013 te 18.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] .
In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
M: weet je wat die verdomde neger heeft geflikt? Hij heeft er 4-5 stuks geknipt en gerookt, verdomme! Ik ben verdomme van woede aan het lachen en dan zegt hij ook nog eens tegen mij, ik rook dit en jullie brengen mij de hele tijd heel weinig. Alsof ik er telkens kilo’s naartoe moet brengen.
D: wat een onbetrouwbare hufter zeg.
Map 34, pagina R 31:
Op 13 september 2013 te 12.51 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
D: oom, kom even zodat we bij die neger gaan.
M: [verdachte] ik heb geen rijbewijs, de politie heeft beslag gelegd op mijn rijbewijs.
D: waar is [medeverdachte 4] dan?
Map 34, pagina R 33:
Op 14 september 2013 te 13.07 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] .
In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
D: die jongen vraagt hoeveel het ongeveer is.
M: Wij hebben het niet gewogen [verdachte] ! Maar ik vermoed dat het meer dan dertig is.
D: Hoeveel zakken?
M: Ik geloof wel zeker vijf zakken. Misschien wel zes, ik ‘r eet het niet precies. Ik kan het natuurlijk wel laten wegen maar dan ben ik bang dat hij met een onredelijke kiloprijs zal komen.
Map 34, pagina R 35:
Op 16 september 2013 te 14.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
M: Je hebt wel aan [betrokkene 54] gegeven, maar wie gaat aan [betrokkene 19] geven? Dat geld hebben we van het gemeenschappelijke geld gegeven [verdachte] ! Dan moet jij zelf 200 lira aan [betrokkene 54] geven. Ik bedoel aan [betrokkene 19] !
D: Natuurlijk ga ik dan doen. Je hoeft niet te geven.
M: Ik kan je wel 150 geven maar je moet later niet aan mijn kop gaan zeuren. Als [naam] aan mijn kop gaat zeuren, zeg ik ga..
D: Nee hoor, ik geef hem zelf wel.
Map 34, pagina R 36:
Op 17 september 2013 te 13.17 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] .
In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
M: we hebben het toch geknipt en aan de kameraad daar gegeven.
D: Ja
M: Nou dan?
D: nee man, die andere plek bij die neger daar, ga je toch deze week afhandelen? Zwager, je moet het zelf weten, maar die man zegt zelf van ik heb vrienden, en dit hier is nog niet af/volgroeid.
M: Luister [verdachte] , jij gaat mij weer in ellende storten, hoe kan ik de mannen zou zeggen van ik heb het geknipt en aan een ander gegeven (..)
D: ja maar zwager, als je het aan de mannen had gegeven bleef er ook hetzelfde over. Zit je nu woorden vuil te maken vanwege een lullige tweeduizend lira.
M: het kan me niet schelen wat voor iets overbleef. De mannen zeggen gewoon van jullie tonen geen goede wil. En waarom geven jullie het aan een ander en gunnen jullie het niet aan ons, aangezien jullie wel wiet hebben. (..) Je hebt die mannen die dag 40, 50 kilo beloofd, maar doe dat nou niet man (..) Ga nou knippen en zo snel als mogelijk geven verdomme, en maal niet om winst of verlies en laten we ons eenmaal daarvan ontdoen, want we kunnen anders geen zaken doen verdomme.
Map 34, pagina's R 94 en R 95:
Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 1 oktober 2013 ben ik gegaan naar het adres [adres] te [geboorteplaats 1] . Op de eerste verdieping van de woning werd in twee ruimtes een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Totaal bevonden er zich 287 planten van circa 2 weken oud. In ruimte 1 stonden 145 planten, in ruimte 2 stonden 142 planten. Er zijn aanwijzingen voor eerdere oogsten.
Map 34, pagina R 3:
Het proces-verbaal van relaas. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 1 oktober 2013 werd binnengetreden in perceel [adres] te [geboorteplaats 1] . Bij het aantreffen van de hennepkwekerij werden twee personen in de woning aangetroffen en aangehouden. Dit betroffen: [betrokkene 19] , geboren te Niamey in Niger en [betrokkene 52] , [naam] , geboren te Bassar in Togo.
Map 34, pagina R 96:
Het proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik onderzocht een partij op hennep gelijkende stof, bestaande uit zes monsters uit twee kweekruimtes, welke zijn aangetroffen op het adres [adres] te [geboorteplaats 1] .
Aangetroffen bij de verdachte [betrokkene 19] .
Bij een door mij gehouden MMC kleur reactietest bleek dat deze stof positief reageerde op de aanwezigheid van THC, zijnde de werkzame stof in hennep.
Map 34, pagina R 77:
Het proces-verbaal van inverzekerinistelling, van verdachte [betrokkene 19] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb mijn woning ter beschikking gesteld voor hennepkwekerij.
Map 34, pagina's R 104 tot en met R 108:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 19] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik woon ongeveer zeven jaar op de [adres] te [geboorteplaats 1] . Ik woon er alleen. Ik leerde een Duitse man kennen in discotheek 013. Die man bood mij aan om te helpen met mijn schulden. Hij zei dat hij 'Mat heette. Ik moest mijn telefoonnummer geven. Ik kreeg niet die van hem. Hij belde altijd anoniem, op mijn nummer 06-84370852. Ik heb die man ongeveer drie maanden geleden ontmoet. Hij heeft mij denk ik zes keer gebeld. Dan ging het erover of ik thuis was. We hebben de eerste keer gepraat over de 'dinges'. Er kwamen toen vier jongens mee met dozen. Die dozen waren loodzwaar. Ik schrok ervan. Ze zijn in augustus begonnen met bouwen. Toen waren het weer twee andere jongens. Mat was er beide keren bij. Ze zijn volgens mij 22 september begonnen. Die dag zag ik de stekjes staan. Mat zei dat ik alles dicht moest laten en niet mocht kijken. Ze zijn een aantal keren geweest, twee verschillende werkploegen. Mat noemde dat zijn medewerkers. Ik heb één keer gezien dat Mat water kwam geven. Die medewerkers waren Turkse types denk ik. Hij zei dat als er geknipt zou zijn en er verkocht werd, dan zou hij mijn huurachterstand betalen. Ik heb nog geen geld ontvangen van Mat. Mat heeft kannen in de schuur gezet. Dat was sinds 22 september 2013. Ze hadden wel eens witte zakken in hun auto, de Audi, die sjouwden ze naar boven. Op 22 september 2013 zijn er voor de eerste keer hennepstekjes geplant in deze kwekerij. De hennepkwekerij is van Mat. Alleen Mat verzorgde de hennepplanten, hij is drie keer geweest.
Map 5, pagina's 1976 en 1977:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 19] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb al verteld dat ik gebeld werd door een Turkse man, [betrokkene 18] . Hij bedreigde mij toen, dat als ik iets over hun zou zeggen, dat zij de hennepkwekerij bij mij hadden ingericht, dat zij mij zouden vermoorden. Ik heb u verteld dat ik bij [adres 11] te [geboorteplaats 1] stond bij [betrokkene 18] . Dit is dezelfde persoon, die bij mij de kwekerij heeft opgezet, samen met [medeverdachte 4] . [betrokkene 18] reed in een Audi station, kleur zwart en een zwarte Skoda station. In popcentrum 013 werd ik door een Turkse man, [verdachte] , aangesproken. Ik zei dat ik financiële problemen had. Hij kon mij wel helpen door een hennepkwekerij in mijn woning te zetten. Hij zei dat hij specialisten zou sturen om de kwekerij in te richten. [betrokkene 18] en [medeverdachte 4] hebben de kwekerij opgebouwd.
Map 34, pagina's R 223 en R 224:
Het proces-verbaal van bevindingen met bijlage 2e. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[betrokkene 19] had kentekens genoteerd van auto's waarin de in zijn verklaring genoemde [betrokkene 18] en [medeverdachte 4] reden. Door mij werden de kentekens bevraagd bij Rijksdienst voor het Wegverkeer. Audi A3 zwart [kenteken 12] : in de periode van 2 april 2013 tot 27 september 2013 op naam van Had [betrokkene 18] , wonende te [geboorteplaats 1] , [adres 11] . Skoda zwart [kenteken 13] : sinds 9 november 2012 op naam van [betrokkene 20] , wonende te [geboorteplaats 1] , [adres 11] . Golf Polo TD grijs [kenteken 14] : sinds 25 maart 2013 op naam van [medeverdachte 22] , wonende te [geboorteplaats 1] , [adres 12] .
- De organisatie houdt zich bezig met afpersing(en) en/of diefstal met geweld
De organisatie schrikt er niet voor terug om via afpersing dan wel diefstal met geweld inkomen te verwerven. Een voorbeeld hiervan is zaak 12, waarbij [medeverdachte 3] een aantal niet bij de organisatie horende personen inschakelt om een diefstal met geweld/afpersing te plegen en daartoe opzettelijk voorwerpen voorhanden heeft gehad. Tevens wordt in afgeluisterde gesprekken gesproken over drugs en wordt zowel in de nationale als internationale handel overgegaan tot afdreiging wanneer drugs niet zijn betaald of gestolen.
Bijlage bewijsmiddelen zaak 12:
Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummer(s), wordt/worden – tenzij anders vermeld – bedoeld paginanummer(s) van een proces-verbaal of geschrift uit het eindproces-verbaal TGO Kapel, met dossiernummer PL203M/2012195378 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, bestaande uit 69 ordners, met (per zaaksdossier alfabetisch) doorgenummerde pagina's.
Map 30, pagina L 37:
Op 7 mei 2013 te 22.01 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 12] -9042. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : Hey luister.. die ene vrienden van jou.. zijn die er nog? Zouden ze ergens aan mee kunnen doen? (..) Ze zijn betrouwbaar toch?
[betrokkene 12] : Ik regel het wel.
[medeverdachte 3] : Zou jij ze kunnen aansturen?
Map 30, pagina's L 38 en L 39:
Op 7 mei 2013 te 22.41 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 12] -9042. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : Ik was net met die ene vriend die over een plek had. Alleen deze is niet zomaar dinges hoor. Niet wat je denkt. Deze heeft euh dinge maar is niet dinges, is kant en klaar. Kant en klaar maar euh.. het is een normale huis zoals je die kent.. vrouw, man en kinderen. Begrijp je het? Er is papier en dinge. Maar euh.. heb je nog 2/3 vrienden om dit te doen?
(--)
[betrokkene 12] : [medeverdachte 3] hier heb je veel Bulgaren.
[medeverdachte 3] : Broer neem 2/3 betrouwbare vrienden met je mee. (..) die ene vriend zal dan ook met jullie meegaan. Deze vriend is betrouwbaar. De laatste tijd is hij samen met mij. Hij kan met jullie meegaan en daar ook wachten in de auto voor het geval er problemen zullen ontstaan.
Map 30, pagina L 41:
Op 8 mei 2013 te 17.53 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : (..) dan bel ik die vrienden van ons in Duitsland. Die komen dan jou ophalen en je laat het adres van die woning aan ze zien en daar wordt dan het restantdeel van ons gehaald, ook jouw deel, zei ik.
Map 30, pagina L 46:
Op 9 mei 2013 te 16.34 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Jij zei toch van, oom, het gaat zo niet, we moeten iets doen om te kunnen verdienen. Ik begreep heus wel waar je naartoe wilde met die kwestie. (..) (..) maar goed, hij zegt dus van laten we het daar ontploffen (..) We moeten iets ondernemen joh [medeverdachte 6] , we hebben het geld nodig. (..) Laat de Bulgaren maar eerst eens komen, dan zien we wel. (..) Maar ben jij daar wel zeker van die plek, want pas wel op.. straks gebeurt er dinges.. veranderen ze van plek nadat ze van je zijn gescheiden.. en als de ruimte die jij kent wordt binnengetreden gaan ze nog achter je aan straks. (..) Is er niets anders waar we 20 à 30 lira mee kunnen scoren, hier ergens?
Map 30, pagina L 51:
Op 12 mei 2013 te 19.18 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : De Bulgaren hebben gebeld en hij zegt: (..) ik ga zo wel bellen dan kunnen zij morgen komen. Dan zeg ik ze wel; kom morgen in gereedheid. Dat van Tolga dat kan jij wel krijgen toch?
[medeverdachte 6] : Euhh, krijgen we wel, geen probleem man.
[medeverdachte 3] : Geef dat wat jij hebt ook en dan kunnen ze het op een stevige manier regelen. (..) Dan bel ik die Bulgaren wel en zeg tegen ze dat ze morgenavond hier moeten zijn.
Map 30, pagina L 52:
Op 12 mei 2013 te 19.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 12] -9042. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : Kan jij morgen die vrienden regelen?
H: Is goed, dan praat ik nu met ze.
[medeverdachte 3] : maar ze moeten dinges komen, euhh, niet om thee of koffie te drinken maar ze moeten het weten. Dus hun kleding enzo moeten ze dinges doen en als je morgenavond om 8 uur hier bent dan kan je mijn ook zien, snap je want ik moet werken. Dan zorg ik ervoor dat jullie die vriend ontmoeten, dan kunnen jullie samen weg en dan ga ik naar mijn werk. De benodigde dingen heb ik al aan hem/haar gegeven dus die krijgen jullie van hem/haar. Goed?
H: Goed.
Map 30, pagina L 53:
01113 mei 2013 te 16.34 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 12] -9042. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Kom jij nog?
H: Mijn band is lek!
Map 30, pagina L 54:
Op 13 mei 2013 te 19.05 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 12] -9042. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
H: Is het goed als we morgen komen?
[betrokkene 12] morgen moet je wel zeker komen man.
H: morgen kom ik zeker want ik had een lekke band.
[medeverdachte 3] : Jongens zijn geregeld toch?
H: Ja, geregeld, ik heb met ze vandaag koffie gedronken.
Die vrienden zeggen dat het de eerste dag niet zal gaan, omdat ze eerst willen weten over hoe en wat. Wij komen met een groep.
[medeverdachte 3] : Is goed.
Map 30, pagina's L 93 en L 94:
Het proces-verbaal van observatie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 14 mei 2013 tussen 20.30 uur en 23.30 uur werden de volgende waarnemingen gedaan:
21.00
uur - zag ik dat [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ) alleen in de Passat [kenteken 15] zat.
21.02
uur - zag ik dat de Passat [kenteken 15] stopte in de [adres 13] te [geboorteplaats 1] en dat [medeverdachte 3] als passagier in dit voertuig stapte, waarna dit voertuig vertrok.
21.05
uur - zag ik dat de Passat [kenteken 15] werd geparkeerd bij het theehuis te [geboorteplaats 1] en dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] de hand van een man schudde en het theehuis binnen gingen. Vervolgens zag ik dat direct daarop drie andere mannen dit theehuis binnen gingen, die uit de richting van een aantal daar geparkeerde voertuigen kwamen aangelopen.
21.06
uur - zag ik dat de hiervoor genoemde voertuigen, die later worden omschreven, in ieder geval een personenauto, merk Mercedes, kleur lichtgrijs, met Bulgaars kenteken, en een personenauto, merk Peugeot, kleur lichtgrijs, met Bulgaars kenteken, waren.
21.20
uur - zag ik dat nabij het genoemde theehuis. (..) de hiervoor genoemde Peugeot, type 407, nieuw model, voorzien was van het Bulgaarse kenteken [kenteken 16] , hierna te noemen Peugeot [kenteken 16] .
21.34
uur - zag ik dat 5 mannen uit het genoemde theehuis kwamen. Zag ik dat [medeverdachte 6] de hand van drie mannen schudde. Zag ik dat deze drie mannen in de Peugeot [kenteken 16] stapten. Zag ik dat NNI als passagier rechts voorin dit voertuig plaatsnam, dat NN2 als bestuurder in dit voertuig plaatsnam en dat NN3 als passagier op de achterbank van dit voertuig plaatsnam.
21.42
uur - zag ik dat de Peugeot [kenteken 16] , met daarin NN1, NN2 en NN3, vertrok bij het genoemde theehuis.
22.47
uur - zag ik dat de Peugeot [kenteken 16] over de rijksweg El9 te Vilvoorde, België, in de richting Brussel reed.
Map 30, pagina L 61:
Op 16 mei 2013 te 00.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : zeg neef, weet je al dat het nu 1 uur is; je weet toch dat je morgenvroeg om 9 uur in Roosendaal moet zijn.
Map 30, pagina L 62:
Op 16 mei 2013 te 11.01 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : Ben je niet gegaan?
[medeverdachte 6] : Ik ben wel gegaan. Wij zijn daar naartoe gegaan; die vent is thuis, de wijf is ook thuis. (..) We hebben daar twee keer langsgereden.. ik heb het adres laten zien. Je zei toch dat ik het toevertrouwde dat bij mij was moest geven; dat heb ik dan ook gegeven. Zij aan het werk, en ik ben hiervandaan vertrokken. (..) Ze gaan nu naar binnen. De jongen was voorbereid gekomen hoor.
Map 30, pagina's L 97 en L 98:
Het proces-verbaal van observatie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 16 mei 2013 tussen 8.00 uur en 11.10 uur werden de volgende waarnemingen gedaan:
10.04
uur - zag ik dat [medeverdachte 6] als bestuurder in de Volkswagen [kenteken 15] stapte waarna hij vertrok vanaf de Wittemstraat te [geboorteplaats 1] .
10.44
uur - zag ik dat de Volkswagen [kenteken 15] even stopte op het parkeerterrein van McDonalds aan de Takspui te Roosendaal. Zag ik, dat een grijze Peugeot voorzien van een Bulgaars kenteken, met drie inzittenden achter de Volkswagen [kenteken 15] aan reed. Ik zag dat .de Volkswagen [kenteken 15] en de grijze Peugeot geparkeerd werden op het parkeerterrein van de Keukenconcurrent, gelegen aan de [adres 14] te Roosendaal.
10.45
uur - zag ik dat grijze Peugeot voorzien was van het kenteken [kenteken 16] (BG).
10.46
uur - zag ik dat [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ) uit de Volkswagen [kenteken 15] stapte en linksvoor in de Peugeot [kenteken 16] stapte. Ik zag vervolgens dat de Peugeot [kenteken 16] vertrok.
10.48
uur - zag ik dat de Peugeot [kenteken 16] , vanaf de Burg. Schneiderlaan rechtsaf de Donkenweg te Roosendaal opreed. De Peugeot [kenteken 16] , reed vanaf de Donkenweg te Roosendaal een rondje door de wijk waarbij hij langzaam door de navolgende straten reed; Vanaf de Donkenweg rechtsaf de Bovendonk op, vervolgens rechtsaf de Schuivenoord op, waarna de Peugeot [kenteken 16] weer op de Bovendonk reed. Vervolgens keerde de Peugeot [kenteken 16] op de Bovendonk waarna hij weer door de Schuivenoord reed. Hierna ging de Peugeot [kenteken 16] linksaf de Bovendonk op, vervolgens weer linksaf de Donkenweg op en bij de verkeerslichten linksaf de Burg. Schneiderlaan op.
10.58
uur - zag ik dat de Peugeot [kenteken 16] het parkeerterrein van de Keukenconcurrent, gelegen aan de [adres 14] te Roosendaal opreed en stopte bij de Volkswagen [kenteken 15] . Ik zag dat [medeverdachte 6] uit de Peugeot stapte en als bestuurder in de Volkswagen [kenteken 15] stapte waarna deze vertrok. Ik zag vervolgens dat de Peugeot [kenteken 16] vertrok vanaf het parkeerterrein aan de [adres 14] te Roosendaal.
11.05
uur - zag ik dat de Peugeot [kenteken 16] het parkeerterrein opreed van het winkelcentrum Langdonk, gelegen aan de Lindenburg te Roosendaal.
11.06
uur - omstreeks genoemd tijdstip zijn de drie inzittenden van de Peugeot [kenteken 16] aangehouden op het parkeerterrein Langdonk, gelegen aan de Lindenburg te Roosendaal.
Map 30, pagina's L 104 tot en met L 109:
Het proces-verbaal van feiten en omstandigheden contra de verdachten [medeverdachte 24] , [medeverdachte 25] en [medeverdachte 26] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 16 mei 2013, omstreeks 11.10 uur, vonden op de Lindenburg te Roosendaal aanhoudingen plaats door leden van het arrestatieteam (AT). Het betrof de inzittenden van een personenauto, merk Peugeot, type 407, kleur grijs en voorzien van het Bulgaarse kenteken [kenteken 16] .
Als verdachten konden worden aangemerkt:
Verdachte 1
Achternaam: [medeverdachte 24]
Voornaam: [medeverdachte 24]
Geboren op: [geboortedag medeverdachte 24] 1981
Geboorteplaats: land [geboorteland medeverdachte 24] .
Verdachte 2
Achternaam: [medeverdachte 25]
Voornaam: [medeverdachte 25]
Geboren op: [geboortedag medeverdachte 25] 1974
Geboorteplaats: [geboorteplaats/land medeverdachte 25]
Verdachte 3
Achternaam: [medeverdachte 26]
Voornaam: [medeverdachte 26]
Geboren op: [geboortedag medeverdachte 26] 1972
Geboorteplaats: [geboorteplaats/land medeverdachte 26]
Bij onderzoek aan de kleding van verdachte [medeverdachte 25] , werden de volgende goederen
aangetroffen:
1. twee tie-rips
2. een geladen revolver, merk Rossi, nummer 1600498
3. een elastische band
De verdachte had een elastische band van ongeveer 20 centimeter breed, om zijn middel. Aan de linkerzijde van zijn lichaam had de v'erdachte dit vuurwapen in de elastische band zitten. Bij onderzoek aan de kleding van verdachte [medeverdachte 26] , werden onder andere de volgende goederen aangetroffen:
1. twee tie-rips
Op 16 mei 2013 werd de auto, een Peugeot 407, voorzien van het kenteken [kenteken 16] doorzocht. In het voertuig werden vervolgens onder andere aangetroffen: (..)
05. een navigatiesysteem (..)
9. een helm
10. een groot aantal tyraps
11. een grote rol brede. grijze ducktape
12. een masker (Zogenaamd scream masker)
Verder werden op de achterbank en in de kofferruimte kleinere plastic zakken aangetroffen met daarin reservekleding.
Op 17 mei 2013 werd het navigatiesysteem, aangetroffen in het voertuig, in gebruik bij de aangehouden verdachten, door personeel van het bureau Digitale Expertise van de Dienst Regionale Recherche, nader onderzocht.. De meest recente bestemming was: [adres 15] te Roosendaal.
De revolver, in beslag genomen onder de verdachte [betrokkene 18] , was zilverkleurig, van het merk Rossi en voorzien van het nummer 160498, bleek geladen te zijn met 5 patronen.
Map 30, pagina L 66:
Op 16 mei 2013 te 18.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : Het kan ook zijn dat zij nadat zij jou hebben afgezet zijn staande gehouden door een beambte, onderweg, want er zat van alles in de auto. Dat zou ook kunnen, want toen wij daarlangs reden was er geen vuiltje aan de lucht, dus het kan ook zijn dat hun van alles overkomen is, nog voor zij daar arriveerden.
[medeverdachte 6] : Zij hadden iets van twee minuten te gaan.
[medeverdachte 3] : We weten niet eens of de auto er nog staat, we weten niets, maar als het beambten waren geweest dan zou het toch gepubliceerd zijn op internet, ik zal straks nog eens kijken.
Map 30, pagina L 69:
Op 16 mei 2013 te 21.06 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : Zou het kunnen zijn dat ze ingerekend zijn nadat ze de grens zijn overgestoken.
[medeverdachte 6] : Ehm, ik zou het niet weten of zij misschien opgepakt zijn met dat ding. (..) Eerlijk, er is iets gaande, maar ik weet niet wat. (..) Als hij in handen van ooms zou gevallen zijn, hier, kunnen ze straks onze telefoons gaan tappen/registreren omdat we steeds bellen he.
Map 30, pagina L 80:
Op 17 mei 2013 te 17.05 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [naam] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : Sinds gistermiddag 12 uur is hij er niet.
[naam] : Had hij veel dingen bij zich?
[medeverdachte 3] : Ja, hij had wel wat bij zich. Hij had dinges bij zich waar zowel hij als ik hoofdpijn van kunnen krijgen. Snap je? (..) [naam] , laten we even daar gaan kijken.. als hij er niet is, als hij niet overgestoken is naar die kant, laat ik dan naar een advocaat ofzo gaan.
Map 30, pagina L 83:
Op 18 mei 2013 te 17.01 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 12] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] :; Hebben de oompjes alles ingenomen?
[betrokkene 12] : Ja, ze hebben alles ingenomen, ijzer enzo. (..) Ze hebben ons een nacht vastgehouden. (..) zij hebben gezegd; wij zijn hem bij de benzinepomp tegengekomen (..) zij hebben gezegd: we hebben hem daar gevonden en wilden het net naar jullie brengen.
Wil: Dat hebben ze goed gezegd, maar we zijn de lul. Weet je waarom? (..) Dit euh, weet je nog, er was met broer [naam] en zo ruzie en [naam] was beschoten, die toestand met een wapen. En deze was dus ook van hem en als hij vandaag of morgen, als hij hier is, zegt van: breng mijn wapen en als wij het dan niet kunnen brengen dan zijn we de lul. En hij vraagt mij vandaag bij zich te komen, naar Duitsland. Ik ga ernaartoe en als hij mij zegt van breng het ijzer, dan ben ik de klos.
Map 30, pagina L 86:
Op 18 mei 2013 te 17.12 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : Die van ons zijn ingerekend voordat zij daar zijn aangekomen ouwe. Echt! (..) Hij zegt, deze hebben wij bij het pompstation gevonden en wilden naar jullie brengen maar nu hebben jullie meegenomen (..).
[medeverdachte 6] : En wat hebben ze gevonden?
[medeverdachte 3] : Alles wat in de auto lag wordt gevonden door hun. (..)
[medeverdachte 6] : Ze hebben dat ding gevonden en ondanks dat hun vrijgelaten?
Map 30, pagina's, L 233 tot en met L 236:
Het proces-verbaal betreffende onderzoek aan een revolver en scherpe munitie van het Regionaal Bureau Wapens en Munitie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Aan mij werd een revolver en vijf patronen voor nader onderzoek aangeboden.
Verdachte
Naam: [medeverdachte 25]
Voornamen: [medeverdachte 25]
Geboortedatum: [geboortedag medeverdachte 25] 1974
Geboorteplaats: [geboorteplaats/land medeverdachte 25]
Het op 16 mei 2013 in beslag genomen voorwerp betreft een revolver van het merk Rossi, type 786 in het kaliber .38 Spec en voorzien van het serienummer W160498. Bij de revolver werden vijf stuks scherpe patronen aangetroffen, geschikt om met deze revolver te worden verschoten.
De revolver functioneerde naar behoren. Deze revolver is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.
De op 16 mei 2013 in beslag genomen voorwerpen betreffen vijf scherpe patronen in het kaliber .38 Spec; vier stuks van het merk Sellier & Bellot en één stuk van het merk Remington-Peters. Alle vijf patronen zijn geschikt om uit de hierboven omschreven revolver te worden verschoten. De patronen van Sellier & Bellot zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 categorie II onder 4 van de Wet wapens en munitie. De patroon van Remington-Peters is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 1 categorie III van de Wet wapens en munitie.
Map 30, pagina's L 202 tot en met L 205:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 24] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik ben een Bulgaar, ik woon in Brussel. Mijn vrienden hebben me gevraagd om ze naar Roosendaal te brengen. Die ene heet [medeverdachte 26] , de andere ken ik niet. De navigatie is van mij. Ik heb het adres ingevoerd, zij vertelden me het adres. De auto was van mij. [naam] heeft mij gevraagd om hem in Roosendaal af te zetten. Ze zijn in Brussel ingestapt. Ze hadden een [betrokkene 2] bij zich. De witte [betrokkene 2] lag achterop de bank. De helm is van een vriend. Het masker is van mij, die heb ik al van vorig jaar.
Map 30, pagina L 212:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 26] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Vanmorgen zijn w ij vanuit Brussel de grens overgekomen. Ik was in Brussel bij [naam] op visite. Met de auto van de derde jongen zijn wij naar Nederland gekomen. Ik wist dat één van mijn vrienden in het bezit was van een vuurwapen.
- De organisatie bedreigt personen (bijvoorbeeld om te voorkomen dat zij getuigen)
In het kader van de organisatie wordt door diverse personen bedreigingen geuit. Voorbeelden hiervan zijn de hierboven genoemde zaak waarin de heer [naam] 6 kilogram hash was kwijtgeraakt, hetgeen uiteindelijk uitmondt in bedreigingen door [medeverdachte 3] en bedreigingen die gericht zijn richting [betrokkene 1] nadat drugs die naar Duitsland zijn uitgevoerd niet zijn betaald.
Tevens worden bedreigingen geuit jegens personen die voor de organisatie handelingen hebben verricht ten einde te bewerkstelligen dat tegenover de politie geen uitlatingen worden gedaan over personen uit de organisatie. Een voorbeeld hiervan is de verklaring van [betrokkene 19] die een hennepkwekerij heeft gehad op de [adres] in [geboorteplaats 1] en vervolgens nadat deze hennepkwekerij is ontmanteld tot twee keer toe wordt bedreigd. Hij heeft hierover onder ede een verklaring afgelegd tegenover de raadsheer-commissaris ter gelegenheid van een rogatoir verhoor in Antwerpen.
- De organisatie heeft de beschikking over wapens
Op 19 oktober 2012 zijn in de woning aan de [adres 16] te [geboorteplaats 1] , waar onder meer [medeverdachte 1] en [medeverdachte 28] verbleven, twee vuurwapens en bijbehorende munitie aangetroffen. Uit de hierboven genoemde, in het licht van de criminele organisatie gepleegde feiten komt tevens naar voren dat ook [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] de beschikking hadden over vuurwapens. Zo had [medeverdachte 3] een wapen mee naar restaurant [bedrijf 1] in het kader van een bedreiging in de hiervoor genoemde (zaak 6) en hebben [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] een wapen geleverd aan een aantal personen om hiermee een beroving te laten plaatsvinden en ook had [medeverdachte 3] een wapen voorhanden in zijn woning. Bij [medeverdachte 5] werden wapens en munitie aangetroffen waarvan [medeverdachte 5] heeft verklaard dat het zijn wapens waren (zaak 16).
Op de vloer voor de bank waar [medeverdachte 1] op lag, werd een vuurwapen aangetroffen dat binnen zijn handbereik lag. Dit betrof een vuurwapen van het merk Walther, type P22, kaliber .22 Ir. De hamer was gespannen en er zat een patroon in de kamer. [medeverdachte 1] had dit wapen doorgeladen zodat het klaar was voor gebruik, omdat hij dacht dat zijn vijanden voor de deur stonden. Voorts werd in de bank die in de breedte van de woonkamer stond, nog een vuurwapen met houder aangetroffen. Dit betrof een vuurwapen van het merk Sig, model 210, kaliber 9mm para. Beide wapens betroffen vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. Bij de wapens werden patroonhouders met daarover verdeeld 16 centraalvuur kogelpatronen kaliber 9 mm Luger van het merk Sellier & Bellot en 19 randvuur kogelpatronen kaliber .22 Ir aangetroffen. Van deze randvuur kogelpatronen zijn 9 stuks van het merk Remmington en 10 stuks van het merk Omark. Alle munitie is geschikt voor vuurwapens van categorie III en derhalve munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie (zaak 4).
Bewijsmiddelen zaak 16:
Map 2, pagina's 411 tot en met 429:
Het proces-verbaal van bevindingen betreffende de doorzoeking van de woning op het perceel [adres 17] te [geboorteplaats 1] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 1 oktober 2013 omstreeks 07.35 uur werd de doorzoeking in de woning aan de [adres 17] te [geboorteplaats 1] door de rechter-commissaris geopend.
Vuurwapens
Tijdens de doorzoeking werd gebruik gemaakt van speurhonden. Deze speurhonden reageerden in de slaapkamer van [medeverdachte 27] en [medeverdachte 5] op de aanwezigheid van vuurwapens. In de slaapkamer werden in totaal drie vuurwapens aangetroffen. Een van de vuurwapens betrof een imitatiewapen, welk wapen voorzien was van scherpe knalpatronen. Onder het matras van het tweepersoonsbed werden twee vuurwapens aangetroffen. Een derde wapen werd aangetroffen in een van de laden van het dressoir. Dit wapen was gewikkeld in een theedoek. De aangetroffen vuurwapens waren allen voorzien van scherpe munitie. De wapens waren niet doorgeladen.
Beslagcode A8
Vuurwapen, merk Kimar, mod 92 8mm & 6 scherpe knalpatronen. Onder matras in slaapkamer verdachte.
Beslagcode A9
Vuurwapen Strakanice 6.35. Onder matras in slaapkamer verdachte.
Beslagcode A 10
Vuurwapen FN, serienummer 23680. Dressoir slaapkamer verdachte.
Beslagcode A17
17 scherpe patronen in zakje. Lade dressoir slaapkamer verdachte.
Map 33, pagina's P 20 tot en met P 24:
Het proces-verbaal betreffende aangetroffen wapens met munitie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Omschrijving pistool I: Goednummer 1025695
Het in beslag genomen voorwerp is een centraalvuurwapen in de vorm van een pistool van het merk CZ (Ceska Zbrjovka), model 1945, kaliber 6,35 mm Br.
Omschrijving pistool II: Goednummer 1025678
Het in beslag genomen voorwerp is een centraalvuurwapen in de vorm van een pistool van het merk FN, type 1922 van het kaliber 7.65 mm.
Juridische omschrijving pistolen:
De hierboven omschreven pistolen zijn geschikt om projectielen door een loop af te schieten. De werking van deze voorwerpen berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing. Derhalve zijn deze pistolen vuurwapens in de zin van artikel 1, onder 3e, gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder ten le van de WWM.
Omschrijving start-alarmpistool: Goednummer 1025674
Het in beslag genomen voorwerp betreft een start-alarmpistool van het merk Kimar, model 92 auto, kaliber 8 mm K.
Juridische omschrijving alarmpistool:
Het hierboven beschreven start- c.q. alarmpistool is een wapen in de zin van artikel 2, lid 1, categorie III, onder ten 4' van de WWM.
Omschrijving munitie: Goednummer 1026194
De zes in beslag genomen patronen betreffen centraalvuur patronen, kaliber 9 mm. De patronen hebben een cilindrische messing huls met een lengte van 17 mm en een groef. Het betreffen knalpatronen van het Duitse merk Umarex. Gezien de afdichting en de bodemstempels kan worden gesteld dat het hier knalpatronen betreft, welke geschikt en bestemd zijn om te worden afgeschoten met een 9 mm semi-automatisch centraalvuur alarm/gaswapen, het onder N omschreven alarmpistool Kimar is van het kaliber 8 mm, derhalve kunnen deze patronen niet met dit wapen worden afgevuurd.
Goednummer 1026205
De zes in beslag genomen patronen betreffen centraalvuur kogelpatronen, kaliber 6,35 Br, gevuld met nitrokruit. Deze patronen zijn gefabriceerd bij de Tsjechische firma Sellier en Bellot. Deze patronen zijn als zodanig voor direct gebruik geschikt en bestemd om afgevuurd te worden met een vuurwapen van het kaliber 6.35 mm, zoals het vuurwapen CZ omschreven onder vuurwapen I.
Goednummer 1026201 en 1025699
De respectievelijk zes en zeventien in beslag genomen patronen betreffen centraalvuur kogelpatronen, kaliber 7,65 mm gevuld met nitrokruit. Deze patronen zijn gefabriceerd bij de Belgische firma FN te Herstal. Deze patronen zijn als zodanig voor direct gebruik geschikt en bestemd om te worden afgevuurd met een vuurwapen van het kaliber 7,65 mm, zoals het vuurwapen FN omschreven onder vuurwapen II.
Juridische omschrijving munitie:
De hierboven omschreven munitie betreft munitie die geschikt is voor vuurwapens van de
categorie III en derhalve munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2
categorie III, van de WWM.
Map 33, pagina's P 25 en P 26:
Het proces-verbaal IBIS onderzoek vuurwapens en munitie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Verdachte: [medeverdachte 5]
Onderzoek Goednummer PL206C-20121956378-1025695
Object Vuurwapen
Merk CZ 1945
Land Tsjechie
Kaliber 6,35 mm.
Map 33, pagina's P 27 en P 28:
Het proces-verbaal IBIS onderzoek vuurwapens en munitie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Verdachte [medeverdachte 5]
Onderzoek
Goednummer PL260C-2012195378-1025678
Object Vuurwapen (pistool)
Merk FN 1922
Land België
Kaliber 7,65 mm
Map 33, pagina's P 29 en P 30:
Het proces-verbaal IBIS onderzoek vuurwapens en munitie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Verdachte [medeverdachte 5]
Onderzoek
Goednummer PL260C-2012195378-1025674
Object Vuurwapen (alarmpistool)
Merk/type Kimar 92
Kaliber 8 mm knal.
Map 2, pagina's 465 tot en met 475:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 5] van 9 december 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Het kleine wapen 6.35 heb ik sinds februari maart 2013 in mijn bezit. Wat betreft het tweede wapen, dat heb ik sinds medio juni 2013 in mijn bezit. Dat was een 7.65. Ik had ook nog een alarmpistool. Dit heb ik sinds 2000 in mijn bezit.
Bijlage bewijsmiddelen zaak 4:
Map 11, pagina's D 15, D 16 en D 20:
Het proces-verbaal relaas opsporingsonderzoek. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 19 oktober 2012 werd binnengetreden in de woning aan de [adres 16] te [geboorteplaats 1] . In het pand werden verdachten [medeverdachte 1] , Demirkapu en [medeverdachte 28] aangehouden. [medeverdachte 1] lag op de bank. Op de vloer voor de bank lag een vuurwapen binnen handbereik van verdachte. De hamer van dit vuurwapen stond in de achterste stand.
Map 11, pagina's D 190 en D 191:
Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Door een medewerker van het arrestatieteam is een vuurwapen aangetroffen en verplaatst naar de salontafel in de woonkamer. Op de slede staat Walther P22. Toen ik het wapen aantrof, stond de hamer gespannen en zat er een patroon in de kamer.
In een jas aan de eetkamertafel werd een patroonhouder inclusief munitie aangetroffen. In deze jas zaten meerdere pasjes waaronder een rijbewijs op naam van [medeverdachte 28] .
In de bank welke in de breedte in de woonkamer staat, is nog een vuurwapen aangetroffen. Ik heb de houder verwijderd. In een schoudertasje welke in een stoel in de woonkamer lag. werd door mij een patroonhouder inclusief munitie aangetroffen. In het tasje zat een paspoort op naam van de beslagene.
Map 11, pagina D 201:
Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 19 oktober 2012 vond in de woning aan de [adres 16] te [geboorteplaats 1] een doorzoeking plaats. In de woonkamer werden een tweetal vuurwapens aangetroffen. alsmede twee losse patroonhouders inclusief munitie.
Map 11, pagina's D 203 tot en met D 205:
Het proces-verbaal betreffende in beslag genomen vuurwapens met munitie van het Regionaal Bureau Wapens en Munitie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Aan mij werden twee vuurwapens met munitie voor nader onderzoek aangeboden. Deze waren op 19 oktober 2012 aangetroffen in het perceel [adres 16] te [geboorteplaats 1] , verdachte [medeverdachte 1] .
Het in beslag genomen voorwerp is een randvuurwapen in de vorm van een pistool van het merk Walther, type P22, kaliber .22 Ir. Het wapen is in Duitsland gefabriceerd en in 2011 bij de proefbank te Keulen beproefd. Bij het wapen werden twee patroonhouders aangeboden. Deze houders kunnen elk tien patronen bevatten.
Het in beslag genomen voorwerp is een centraal vuurwapen in de vorm van een pistool van het merk Sig, model 210, kaliber 9 mm para. Bij het wapen werden twee patroonhouders aangeboden. Deze houders kunnen elk acht patronen bevatten.
Beide vuurwapens verkeerden in een zeer goede (nieuw) staat van onderhoud en waren als zodanig geschikt en gebruiksklaar. Het zijn vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3, categorie III van de WWM.
Bij de wapens werden in totaal vier houders met daarover verdeeld 16 centraalvuur kogelpatronen kaliber 9 mm Luger en 19 randvuur kogelpatronen kaliber .22 Ir, aangetroffen. De aangeboden 16 patronen betreffen centraalvuur patronen van het kaliber 9 mm, bodemstempel "S&B 9mm Luger". De patronen zijn van het merk Sellier & Bellot. Deze waren als zodanig geschikt voor direct gebruik in het hierboven omschreven Sig pistool. De aangeboden 19 patronen betreffen randvuurpatronen van het kaliber .22, type 'long rifle'. 9 patronen zijn van het merk Remington. 10 patronen zijn van het merk Omark. Al deze munitie geschikt en bestemd om te worden afgevuurd met het bovenomschreven Walther pistool.
Alle hierboven omschreven munitie is munitie in de zin van artikel 1 onder 4, categorie III van de WWM.
Map 11, pagina's D 52 tot en met D 54:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Mijnheer [medeverdachte 3] heeft het pistool aan mij gegeven. Ik wist niet dát het de politie was die naar binnen viel. Ik heb een kogel in de kamer gebracht. Ik heb het vuurwapen dus doorgeladen, omdat ik dacht dat mijn vijanden voor de deur stonden. Omdat ik vijanden heb, kan ik elk 'moment worden doodgeschoten. Ik had daarom het wapen klaar om te schieten. Toen ik merkte dat de politie binnenviel, heb ik het wapen laten vallen. (..) Het pistool kreeg ik van [medeverdachte 3] . Er zat een patroonhouder in en ik kreeg er een volle patroonhouder bij. Ik weet dat ik deze niet mag hebben. De tweede patroonhouder was op mijn kleine Adidas [betrokkene 2] . Het pistool lag altijd op de onderkant van de tafel.
Map 11, pagina's D 125 tot en met D 127:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 28] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[medeverdachte 15] [medeverdachte 3] is de eigenaar van de woning aan de [adres 16] . Ik heb [medeverdachte 1] in de woning ondergebracht. In de woning staat een driezitsbank en een tweezitsbank. Op de driezitsbank zag ik iets zwarts onder het hoofdkussen uitsteken. Ik vroeg wat dat was. [medeverdachte 1] pakte het voorwerp onder het hoofdkussen en liet het aan mij zien. Ik zag dat het een zwart pistool was. Ik schat hem op ongeveer 15 cm. Ik weet dat het een klein kaliber pistool was, omdat het kleine kogels waren. [medeverdachte 1] haalde het magazijn niet de kogels uit een [betrokkene 2] die hij bij zich droeg. Ik hoorde [medeverdachte 1] zeggen dat hij het pistool had gekocht. Ik heb in de sportschool ook al een pistool gezien bij [medeverdachte 1] . Dat was een 9 mm pistool. Ik heb twee magazijnen met patronen gezien. Ik had een magazijn in mijn jaszak. Ik heb dat magazijn gisteren gekregen, omdat het niet in zijn tasje paste. Je kon zien dat hij vol was met patronen. Ik wist dat die vuurwapens in de woning aanwezig waren. Ik heb naast de patroonhouder in mijn jaszak nog andere patroonhouders vastgehad.
Map 11, pagina D 129:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 28] (en de daarbij behorende bijlagen, te weten kopieën van aan verdachte voorgehouden foto's, pagina's D 133, D 135 en D 136). Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op foto 3 zie ik mijn jas met een vol magazijn. Dit is 9 mm munitie. Dat magazijn hoort bij het wapen op foto 5. Ik moest dat magazijn van [medeverdachte 1] bewaren. Foto 5; dat is het 9 mm pistool op de tweezitsbank. Ik heb dit wapen 1 dag voor we zijn opgepakt, voor het laatst gezien. lk zag hem voor het laatst onder het kussen van [medeverdachte 1] op de driezitsbank. [medeverdachte 1] vertelde mij dat het een Sig Sauer was. Foto 6; dit is het kleine wapen. Deze heb ik ook in mijn handen gehad. Ik heb beide wapens in mijn handen gehad.
Map 2, pagina's 566 en 567:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] d.d. 31 oktober 2012. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik had eerder een wapen en dat heb ik aan een goede kennis van mij gegeven. ik had een wapen gekocht. Dit was een Walther P22. Ik bewaarde dit wapen bij mij thuis aan de [adres 18] . Ik heb ook een tijdje bij mijn oom gewoond aan de [adres 16] te [geboorteplaats 1] . Ik bewaarde dat wapen onder mijn deken, in de kast, onder mijn kleren. Er zaten ongeveer 12 patronen bij, kaliber 22. Ik heb het wapen een paar maanden terug aan [medeverdachte 1] gegeven. Ik heb het pistool. een magazijn en de genoemde patronen gegeven.
De leden van de criminele organisatie
Op grond van de uit het dossier naar voren komende bewijsmiddelen komt naar voren dat de organisatie (tenminste) vier prominente leden had. Deze leden zijn [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 4] en (in het bijzonder in relatie tot aan te wenden geweld) [medeverdachte 3] . Verder had de organisatie nog een aantal leden die vooral uitvoerend bezig waren: [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [verdachte] en [medeverdachte 2] . Het hof geeft eerst een overzicht van bewijsmiddelen die betrekking hebben op het functioneren van de criminele organisatie, zijnde een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon, waarna per persoon nader op de rol van de personen zal worden ingegaan.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld het eindproces-verbaal TGO Kapel, met dossiernummer PL203M12012195378 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, bestaande uit 69 ordners, met (per zaaksdossier alfabetisch) doorgenummerde pagina's.
Map 10, pagina's B 42 tot en met B 44 (zaak 2):
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 21] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
De mensen die mij hebben beschoten, hebben een vaste groep en die groep zit in België. En die jongen aan wie ik klappen gaf, heeft dit gedaan om zijn naam hoog te houden. Ik wil die namen niet geven, aangezien ik dan veel risico ga lopen, om iets te zeggen. Het gaat namelijk over grote koppen. Het gaat om mensen waartegen ik het niet op kan nemen. Ik ben bang dat ze mij en mijn gezin iets aan gaan doen. Ze kunnen ons heel makkelijk uit de weg ruimen. Zodra ik die namen van die mensen geef, zullen die anderen het op die zelfde minuut ook horen en kom ik ook in de problemen. Daarom kan ik geen namen geven. Wel kan ik zeggen dat deze baas van deze mensen in België zit en de schutter heeft dit gedaan omdat hij in zijn trots gekrenkt was, aangezien ik hem geslagen had. Toen ik er achter kwam wie deze mensen waren, werd mij duidelijk dat ik het nooit tegen deze mensen kan opnemen.
De baas van deze mensen is niet zomaar iemand. Degene die mij heeft geschoten, heeft dat gedaan om zijn naam hoog te houden. Ze wilden anderen laten zien dat zij niet met zich laten sollen. Dat iedereen zou horen wie zij zijn en wat zij allemaal kunnen op het moment dat iemand met hen dolt. Dat zijn echt serieuze mensen. Ze hebben zoveel mensen beschoten hier in [geboorteplaats 1] . Iedereen met wie ik over deze zaak spreek, zegt tegen mij dat deze mannen gevaarlijk zijn en ik moet oppassen dat mij en mij familie niets overkomt. De baas van deze mensen zit in België en zit in een rolstoel, want hij is vanaf zijn middel verlamd. Hij wordt steeds geholpen als hij vervoerd wordt. Hij wordt steeds geholpen met in- en uit de auto stappen door zijn mannen. Ik heb begrepen dat ze hem zelf verschonen. Wat ik begrepen heb is dat deze man gewond is geraakt in Turkije. Hij heeft een kogel in zijn middel gehad en sindsdien is hij gehandicapt. De schutter zou bij de man in de rolstoel werken. Er zijn niet een of twee mensen. Er zijn 20 a 30 mensen die voor hem werken. Een gedeelte woont in [geboorteplaats 1] , een gedeelte in België en een gedeelte in Rotterdam.
(..) Het is niet iets wat ik in mijn eentje kan oplossen, het gaat over grote zaken, over grote koppen en die zullen alleen aangepakt worden door een grootschalig onderzoek. Want als ik iets begin tegen deze mensen, dan kunnen ze mij en mijn familie, hier Nederland maar ook in Turkije iets aandoen. (..) Mensen doden en op mensen schieten is iets wat voor de mensen geen probleem is. De mensen die voor hen werken, zijn meestal mensen die harddrugs gebruiken.
Map 2, pagina's 894 tot en met 896 (zaak 1):
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 28] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
De invalide meneer heeft een paar handlangers die regelmatig in het huis aan de [adres 16] te [geboorteplaats 1] komen. Hij had een kleine [betrokkene 2] die hij om heeft hangen en daar deed hij altijd het kleine wapen in als hij naar buiten ging. Ik heb [medeverdachte 1] , de invalide man, wel eens naar de auto gedragen. Hij heeft mensen die hem wel vaker helpen. Die helpers kwamen iedere dag. Zij zaten altijd naast hem. Die man is helemaal invalide en kan zelf niks. Ik heb zeker drie verschillende helpers gezien. Ze maken zijn plaszak leeg. ze dragen hem naar de auto en gaan met hem mee als hij ergens heen moet. Altijd is er 1 bij hem. De jongens regelen dat zelf onderling. Soms is er 1 en dan zijn er 3 à 4 personen bij hem. [medeverdachte 1] is duidelijk de baas.
Map 3, pagina's 965, 971 en 972:
Het proces-verbaal van verslag verbatim studioverhoor van [medeverdachte 28] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[medeverdachte 2] (het hof begrijpt [medeverdachte 2] ) heeft echt een moeilijke jeugd gehad. Die [medeverdachte 20] was ook precies hetzelfde. En dat soort kinderen, jongeren pakte [medeverdachte 1] . Om te gebruiken. En dat is de macht. [medeverdachte 4] was de hersenen van [medeverdachte 1] . (..) En [medeverdachte 3] (het hof begrijpt: [medeverdachte 3] ) is de rechterhand van hem. Hij doet alles voor hem. Voor [medeverdachte 1] . Hij is de benen, armen, voeten alles van hem. En de wegwijzer in Nederland was [medeverdachte 4] . De weg in de drugswereld zeg maar. (..) En.. Die heeft hij naast mij gebeld, allemaal, heb ik gehoord. Wat zijn jullie koppen waard? Wat zijn jullie koppen waard? Hij wilde gewoon.. die wietboeren zijn lekkere geld verdienen, geld kloppen, hij is de maffia en hij is de man. Hij moet ze allemaal hebben. En als je zegt mijn kop is 100 ton waard, hij zegt: dan betaal ik een ton, dan schiet ik jou dood.
Map 3, pagina's 1247 tot en met 1252:
Het proces-verbaal van verslag verbatim studioverhoor van [medeverdachte 4] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb zelfs mijn vakantiehuis ter beschikking gesteld, omdat zij zonder huis zaten. Camping in Vessem. Het heeft me zelf geld gekost en ik heb zelf bij mensen geld geleend om zijn advocaat te betalen. In de hoop dat ik nog geld terug zou krijgen. Ik heb dat woonhuis ter beschikking gesteld in de hoop dat ze huur zouden gaan betalen. Ik heb [medeverdachte 1] geholpen uit medelijden. Ik heb hem een paar keer naar Duitsland gebracht naar zijn familie. (..) [medeverdachte 1] was een type die had altijd mensen nodig voor zijn dingen. Onderhouden en dergelijke. Maar ik ben niet het type die elke keer voor iemand anders tijd gaat maken. Het begon al in een periode, dat ik kan zeggen, januari, februari begon het al, een stapje terug te zetten, een stapje terug te zetten. Toen hebben we elkaar voor het laatst gesproken en hij was een beetje bazig. Hij probeerde een beetje baas over mij te spelen, commanderen van... Het is geen dreigtaal maar een beetje absurd hoe hij over kwam. Hij had een keer mij opgebeld, een paar keer, maar ik had niet opgenomen, toen had hij dinge opgebeld, [medeverdachte 3] , en toen zei [medeverdachte 3] tegen mij, [medeverdachte 1] probeert jou te bereiken. Nee... [medeverdachte 2] . [medeverdachte 3] probeert jou te bereiken maar kan je niet bereiken. (..) Even goede vrienden, als ik jullie ergens mee kan helpen doe ik dat graag, maar ik wil tijd met mijn gezin doorbrengen en alle zaken netjes in orde zetten. Toen had hij mijn neef opgebeld, had hij gezegd: heel absurd, heel absurd asociale taal, van over mijn vrouwtje: "Is kut nog belangrijker als mij? Dat was voor mij de laatste druppel. Ik ben 48, 47 jaar, niemand heeft dat woord tegen mij gezegd. Ik ben ook niemand zijn loopjongen. (..) Ik heet geen [medeverdachte 2] of geen [medeverdachte 3] of geen [medeverdachte 5] waar je druk op kan oefenen, van je moet.. Nee! Dat was hij wel van plan. Toen had hij opgebeld, toen zegt hij van ja, je laat niks meer van je horen, wat is er aan de hand? Ik zeg nee, ik ben bezig met mijn eigen leventje. Hij was helemaal, hoe kan ik het zeggen? Gespannen. Ik zeg, als je iets wilt zeggen, dan zeg het.. Hij zegt ja, kun je naar mij komen? Ik zeg, maakt niet uit, stuur maar het adres ik kom wel naar jou toe. Ik weet niet waar jouw uitspraak overgaat, ik zeg van, je weet mijn situatie, ik heb je eerder al gezegd, ik help iedereen zolang ik de mogelijkheid heb maar het is niet de bedoeling dat ik van één of andere nasi ((FON)) een loopjongen of schoothondje ben. En dat was de harde woord kern. En toen is [medeverdachte 2] bij mij geweest. En via [medeverdachte 2] heeft hij, [medeverdachte 1] contact met mij gezocht. Hij probeerde wel de baas te spelen, dat was wel zijn bedoeling. Dat heeft hij 1 keer.. (..) Op een gegeven moment had hij gezegd van ja je neemt niet op en dit en dat. Ik geef jou een rode kaart, kun je terug naar Roemenië. Wat heeft dat ermee te maken of ik een Roemeense of een Turkse vriendin heb? Het gaat erom dat ik er maar gelukkig mee ben. De ware. Hij zou me een rode kaart geven, omdat ik niet reageerde op zijn telefoons, niet op nam, dat ik afstandelijk was. Hij voelde zijn eigen wel de scheidsrechter of de baas in het veld.
Map 2, pagina 713:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2] d.d. 3 oktober 2013 Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik ken mijn weg in de onderwereld van [geboorteplaats 1] . Ik weet zeker dat bepaalde mensen onrustig werden en die [medeverdachte 1] als concurrent zien. Ik bedoel [medeverdachte 20] , Oer, [betrokkene 2] . Toen [medeverdachte 1] in de stad kwam, werden zij onrustig. Hij wordt wel beschouwd als een grote jongen in het criminele circuit.
Map 2, pagina 743:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2] d.d. 31 oktober 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Toen [medeverdachte 1] vorig jaar werd aangehouden en even later weer vrijkwam heb ik tegen hem gezegd dat ik er puur en alleen voor zijn verzorging ben en verder niet in eventuele criminele activiteiten betrokken wilde worden. Vanwege de ellende die ik in mijn leven thuis heb meegemaakt, had ik gehoopt dat ik iemand die de status van [medeverdachte 1] heeft, eerder was tegengekomen. [medeverdachte 1] zou mijn vader onder druk kunnen hebben zetten van doe normaal.
Map 7, pagina's A 672 tot en met A 679:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 22] d.d. 17 februari 2014. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik wil niets meer zegen, want ik word bedreigd. Ik word bedreigd door [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] heeft tegen mij gezegd: Het is ons niet gelukt [betrokkene 18] te vermoorden en nu zijn jullie aan de beurt. Ook zei hij: Als je broer alles vertelt dan ruim ik jullie uit de weg. Ik ben door iemand thuis opgehaald en werd naar een café in [geboorteplaats 1] gebracht. Opmerking: Aan getuige worden foto's getoond van een aantal verdachten in het onderzoek. Getuige wijst [medeverdachte 2] aan en zegt: [medeverdachte 2] kwam bij mij aan de deur en zei me dat een gehandicapte man met me wilde praten. Ik ben met hem meegegaan naar een café in [geboorteplaats 1] . Dat was een Nederlands koffiehuis. Daar was toen [medeverdachte 1] . Ik herken hem van dé foto die u mij toont. Toen wist ik zijn naam niet. Ook kwam er een andere man bij. Opmerking: getuige wijst op de fotoset als andere man [medeverdachte 3] aan. Deze [medeverdachte 1] vertelde me toen dat hij [betrokkene 18] had neergeschoten maar dat was niet gelukt. We moesten onze mond houden anders waren wij aan de beurt. Die invalide zei tegen me dat hij een pistool had en wees toen op zijn rechter of linker bovenbeen. Dit is gebeurd toen [betrokkene 18] nog in het ziekenhuis lag. Ik heb mijn vader en moeder en zus verteld dat ik bedreigd ben.
Opmerking: getuige wordt zichtbaar emotioneel en huilt.
Ik heb vorige week tegen [betrokkene 23] gezegd van de bedreiging.
Map 9, pagina's A 1472 tot en met A 1478:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 24] d.d. 26 februari 2014. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[medeverdachte 29] ken ik van Tropical. Ik heb daar een paar weken samen met hem gewerkt. U houdt mij voor dat uit de printlijsten blijkt dat [medeverdachte 3] mij op 11 september 2012 te 22.05 uur heeft gebeld en dat ik hem heb teruggebeld op 12 september 2012 te 01.51 uur. Ik kan me dat nog wel herinneren. Hij vertelde me dat hij langs zou komen. Even later werd er aangebeld en ik verwachtte [medeverdachte 3] . Vervolgens zag ik dat [medeverdachte 29] bij me aan de deur stond. Hij was in zijn eentje en hij was voor zover ik me kan herinneren donker gekleed. Ik liet hem binnen. Hij vertelde dat hij wilde blijven slapen. Ik heb gezegd dat dat niet kon. Ik heb toen met [medeverdachte 3] gebeld en gezegd dat ik niet wilde dat [medeverdachte 29] bij mij bleef slapen. Voor zover ik mij kan herinneren werd ik kort daarop door [medeverdachte 3] gebeld met de mededeling dat [medeverdachte 29] naar beneden moest komen. [medeverdachte 29] is toen ook gegaan. [medeverdachte 29] was gestresst. Hij had een zwarte sporttas bij zich. Toen hij aan de deur stond had ik meteen het gevoel dat er iets niet klopte. U vraagt mij waar het gesprek met [medeverdachte 2] van 9 oktober 2012 over gaat. Ik wilde gewoon weten of ik een probleem had. Ik wist op dat moment wat er gebeurd was.
Opmerking: de getuige wordt zichtbaar emotioneel en huilt. Ik heb angst voor wat er zal gebeuren als de mensen die hierbij betrokken zijn mijn verklaring zullen lezen. [medeverdachte 2] heeft mij verteld dat [medeverdachte 29] heeft geschoten op [betrokkene 79] . Toen ik dacht hoorde dat ik: Kut. Ik wilde daar natuurlijk niets mee te maken hebben. Dat heeft hij mij in de week van de schietpartij verteld.
Het proces-verbaal van verhoor van I. Demir, afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 12 januari 2016.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik weet niet wat ik bij mijn 2 verhoor bedoelde dat ze boos op mij waren. Wellicht omdat ik zo gepraat had. Ik weet niet of ze nog steeds boos op mij zijn. Ik ben niet bang. Toen was ik wel bang. Na het eerste verhoor kwam [medeverdachte 2] eten op mijn werk. Hij vroeg waarom ik zo verklaard had. Ik heb de indruk gehad dat ze boos op mij waren. [medeverdachte 2] was redelijk boos. Ik heb niet tegen hem verteld wat ik had verklaard. Volgens mij wist hij wel wat ik had verklaard. Ik heb met niemand erover gepraat dat ik een verklaring heb afgelegd bij de politie na de aanhouding van [medeverdachte 1] op de Dirigentenlaan.
Map 12, p. E89:
Gespreksnummer 280872369
Datum en tijd 11-10-2012, 16.16 uur
Beller [medeverdachte 3] GU : (Genoemd " [medeverdachte 3] ")
Gebelde NN-man op nummer 06-45605291
[medeverdachte 3] zegt, iemand heeft een normaal iets.
NN-Man5291 zegt, ik heb je toch gezegd dat je vandaag niets tegen me moet zeggen.. ik ben thuis omdat ze een tand bij mij hebben getrokken.
[medeverdachte 3] zegt, 000..ja..je was naar de tandarts..en hoe is het ermee?
NN-Man5291 zegt, nou ze hebben me laten schreeuwen als os.
[medeverdachte 3] zegt, echt waar oom?
NN-Man5291 zegt, echt.
[medeverdachte 3] zegt, ome ..hebben ze daar wat nodig?
NN-Man5291 zegt, jawel ...ze hebben wel nodig.
[medeverdachte 3] zegt, het is niet de natte.
NN-Man5291 zegt, het maakt niet uit... breng het erheen..als het goedkoop is. .dan zullen ze er wel de prijs voor geven.
[medeverdachte 3] zegt, nou de deze hier zegt dat het 37 Euro is.
NN-Man5291 nee broer..dat hoef je er niet heen te brengen..laat maar zitten.
[medeverdachte 3] zegt, is goed dan
Map 12, p. E90:
Gespreksnummer 280891925
Datum en tijd 18-10-2012, 15.05 uur
Beller [medeverdachte 3]
Gebelde [medeverdachte 4]
[medeverdachte 3] zegt tegen [medeverdachte 4] dat er een vriend is gekomen, samen met een vriend. .heb jij ergens links of rechts er tien liggen..zou jij wat voor hem kunnen betekenen.
[medeverdachte 4] zegt, op dit moment niet.
[medeverdachte 3] zegt, eigenlijk heb ik als een betrouwbare plaats heb ik Waalwijk aangewezen. .want die kennen we ook goed ..maar voordat ik ze daarheen stuur. .dacht ik gelijk aan jou. als je het had..dan zouden we het hier kunnen afhandelen.
[medeverdachte 4] zegt, nee ik heb niets.
Map 12, p E 90
Gespreksnummer 280917544
Datum en tijd 25-10-2012, 16.04 uur
Beller [medeverdachte 5]
Gebelde [medeverdachte 4]
: Er schijnt een tekort (opm. vertaler: letterlijk: sikinti, hetgeen context afhankelijk verschillende betekenissen kan hebben, bijv, probleem/ er verlegen om zitten) te zijn, dus ik ga kijken of ik dat ergens kan bemachtigen..
[medeverdachte 5] : Ja abi, ik zal er ook eens naar kijken.. kijken of ik iets...
[medeverdachte 4] : Schijnt voor morgen te zijn maar moet vandaag worden gegeven..
[medeverdachte 5] : Hoeveel is het abi
[medeverdachte 4] : 1
[medeverdachte 5] :1
[medeverdachte 4] : ja
[medeverdachte 5] : Goed abi.. ik ga er ook meteen achteraan
[medeverdachte 4] : Ik had [naam] gebeld.. maar zijn telefoon staat uit
[medeverdachte 5] : die slaapt.. heeft toch twee dagen niet geslapen abi
[medeverdachte 4] : ja
[medeverdachte 5] : Ik heb hem ook gebeld om te vragen hoe het was..
[medeverdachte 4] : Ik heb die andere vriend ook gebeld.. maar die nam ook niet op.. [naam] ..
[medeverdachte 5] : [naam] ? oh ja.... die zal ook slapen.. beiden zijn slaapkoppen hoor
[medeverdachte 4] : Ja maar.. de vriend heeft gezegd van kom voor vijven langs.. vandaar..
[medeverdachte 5] : Oh.. oke
[medeverdachte 4] : Dus ik dacht van laat ik even bij vrienden langsgaan..
[medeverdachte 5] : ik snap het ik snap het... en je hebt nu 1 nodig dus?
[medeverdachte 4] :
[medeverdachte 5] : Goed abi.. ik zal ook eens kijken.
[medeverdachte 4] : okee..
[medeverdachte 5] : Ik zal het proberen te geven., we zullen hopelijk in de loop van de dag nog wel bij elkaar komen voor een kopje koffie
[medeverdachte 4] : Dat is goed broer...
[medeverdachte 5] : Goed abi.. Moge Allah over je waken...
Map 12, pagina E 240:
Op 20 oktober 2012, te 16.20 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] vraagt of zij hem groeten hebben gestuurd. Dat hebben we zegt [medeverdachte 5] . [medeverdachte 6] vraagt of de advocaat heeft duidelijk gemaakt door wie hij is gestuurd. Dat heeft ie gedaan, zegt [medeverdachte 5] . (..) [medeverdachte 6] zegt dat hun meester voorop staat en van de advocaten de beste moet krijgen.
Map 12, pagina's E 127 en E 128:
Op 20 oktober 2012. te 16.34 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en NN-man [medeverdachte 30] . die gebruik maakt van een Turks telefoonnummer. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 30] bedankt voor zijn inzet. [medeverdachte 4] zegt, het stelt niets voor...zit daar niet over in. .de meester verveelde zich. .hij zal ten hoogste een vakantie van 10 dagen krijgen. .en ze hebben voor hem zelfs een Turkse verpleegster gegeven voor fysiotherapie en hij is zelfs ons vergeten.. 's ochtends is onze vriend erheen gegaan ..ik heb zojuist met hem gesproken.. en maandag gaat hij er weer heen en krijgt dan veel gedetailleerde informatie .nu had hij maar een heel oppervlakkig onderhoud met hem.. hij had goede zin., je groeten zijn overgebracht en hij was er blij om.. [medeverdachte 30] vraagt, hoe zit dat nou inhoudelijk met de zaak...kijk dat er wapens in huis zijn gevonden., kijk broer heeft de laatste drie jaar niet eens een zakmes bij zich. [medeverdachte 4] zegt, ja dat heb ik ook gezegd. .zijn gezondheidssituatie spreekt voor zich..hij heeft met dat soort dingen niets te maken ... (..).want de meester heeft met zoiets niets van doen. (..) ik spreek maandag met de meester.. kijk als die anderen ook schuld bekennen dat komt er niets op de conto van de meester. [medeverdachte 30] vraagt, hebben jullie financiële zorgen [medeverdachte 4] zegt, ik heb gezegd.. wat nodig is.. moet gedaan worden ..vrienden en kennissen worden erbij gehaald [medeverdachte 30] zegt, laat ons weten wat nodig is. hou me op de hoogte. .en [naam] . [medeverdachte 4] zegt, dit is een speciale advocaat...van onze jongens..we zijn bij hem thuis geweest.,.heb hem ook gezegd.. doe wat je kunt..de groeten aan vrienden., maandag zal ik je berichten over de situatie.
Map 12, pagina's E 129 en E 130:
Op 22 oktober 2012 te 16.58 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [naam] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 4] zegt, nu is het zo dat onze vriend het dossier nog niet in handen heeft gekregen.. maar morgen komt hij voorgeleid bij de rechter.. (..) [naam] zegt, hoe zit het op financieel vlak., hebben ze geld.. [medeverdachte 4] zegt, mijn zoon zegt, er moet al wat gestort worden.. maar ik heb tegen mijn zoon gezegd, als jij het niet kunt voorschieten., dan heb ik een Nederlandse kennis waar ik het van kan krijgen. (..) laten we er eerst maar voor zorgen dat de meester op vrije voeten wordt gesteld.. en dan zien we wel verder., dankzij onze vrienden kunnen we dat.
Map 12, pagina E 130:
Op 25 oktober 2012. te 16.43 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ) en [medeverdachte 3] In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] zegt, ik heb 1000 euro opgehaald van mijn vader en die moet ik naar de advocaat brengen. Voor dit nieuwe dossier opnieuw 1000 euro gevraagd.. echt.. 1000 euro voor die andere en voor deze dossier weer 1000 euro.. Ik heb gezegd.. het is wel een dure advocaat.. maar een goede.. snap je.. dus als we hem nu het geld brengen.. dan rent hij morgen beter.
Map 12, pagina E 131:
Op 25 oktober 2012, te 18.58 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: ik had [medeverdachte 6] gestuurd om voor de meester ergens wat weg te brengen
A: wat zeg je broer?
M: Nou die vriend moet morgen voor de rechter... daarvoor had hij geld gevraagd., ik heb dat geld geleend bij een vriend
A: ik heb al met [medeverdachte 6] gesproken. . [medeverdachte 6] is erheen gegaan
M: hij heeft gezegd ..om te zorgen dat hij morgen vrij komt... moet ik geld bij voorbaat
hebben..
Map 22, pagina F 168:
Op 4 januari 2013 te 20.56 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: je bent ver weg he abi?
M: ja
A; Abi ik ga een weg inslaan, wordt daar toestemming voor verleend. Kun je dat even vragen?
M: een weg in slaan wanneer?
A: nu
M: het zij zo
A: ik ga dan ook door tot waar het eindigt en wil dus weten of het mag.
M: goed broertje
A: okee abi
M: Hij/zij doet je de groeten
A: dank je wel.
Map 22, pagina F 169:
Op 4 januari 2013 te 20.58 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: zit er spoed achter. anders kom ik wel even die kant op.
A: Neen abi, het is niet iets waar jij bij nodig bent joh
M: Joh, ik kom wel even daarheen, laten we eerst maar even praten en daarnaar handelen, oke? Ik ben er binnen het uur.
A: Goed abi, als je er op staat.
M: ik ben er binnen een uur.
Map 22, pagina F 170:
Op 4 januari 2013 te 21.13 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [benadeelde partij 2] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[benadeelde partij 2] : Kunnen we elkaar in het restaurant treffen, en met elkaar op een rustige manier spreken.
[medeverdachte 3] : In welk restaurant?
[benadeelde partij 2] : In [bedrijf 1]
[medeverdachte 3] : Is goed
[medeverdachte 3] : Je hoeft [verdachte] niet meer te bellen Want vanaf nu ben ik jouw gesprekspartner.
Map 22, pagina F 174:
Op 4 januari 2013 te 22.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Y: Ben je al in [geboorteplaats 1] aangekomen, broer?
C: Ja, ik ga richting Ates
Y: Is goed broer, ik kon hem niet bereiken, vandaar. Geef me een berichtje als je daar bent broer.
C: Goed, kom maar naar dinges, onze oude wijk.
Y: Is goed, broer
C: Ik ben daar bij het park
Map 22, pagina F 175:
Op 4 januari 2013 te 22.05 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Y: Broer kan je naar [bedrijf 1] komen?
C: Naar [bedrijf 1] ? Wat is er dan?
Y: Ja het zou goed zijn als je zou komen broer, zo snel mogelijk
Map 22, pagina F 176:
Op 4 januari 2013 te 22.08 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Y: Broer, kom daar helemaal niet heen want er is hier een probleem, liet zit vol met oompjes (politieagenten). Ik wacht weer op je bij onze wijk.
Map 22, pagina F 181:
Op 4 januari 2013 te 22.09 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: waar zijn jullie?
Y: het zat daar vol met omes, daarom zijn we gewoon doorgereden
A: waar zijn jullie nu?
Y: wij zijn nu bij het VGZ gebouw
A: rij dan maar terug naar Samata toe en kom mij daar maar ophalen daar voor bij Samata
Y: is goed, dus ze moeten jou daar dan komen ophalen
Map 22, pagina F 185:
Op 4 januari 2013 te 22.16 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Y: Hebben ze een verklaring afgelegd?
D: Oompjes (politie) hebben inval gedaan. Het is maar goed dat ik het op tijd heb weggegooid.
Y: Wat is er gebeurd? Hebben ze een verklaring afgelegd? Heeft hij/zij een naam genoemd?
Map 22, pagina F 186:
Op 4 januari 2013 te 22.20 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: Met wie spreek ik?
I: Met [medeverdachte 2]
D: Die auto is hier achtergebleven
I: laat maar, dat is niet belangrijk. Wat zijn ze aan het doen? Zijn ze aan het kijken?
D: Ze zijn net weg denk ik
I: Zijn de oompjes weg?
D: Komt zo naar buiten
I: Oke, bel maar opnieuw als hij/zij naar buiten komt, dan halen we jou wel op.
Map 12, pagina E 286:
Het sms-bericht d.d. 6 januari 2013. 21.09 verstuurd door [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 3] :
Godzijdank gaat het goed met mij; pas goed op jezelf oke! Overal lopen er tegenwoordig die vulgaire mensen rond. We hebben met niemand problemen maar ze zouden de roddel de wereld kunnen insturen en dan kun je problemen mee krijgen.
Map 12, pagina E 281:
Op 5 januari 2013. te 22.58 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : Heeft [benadeelde partij 2] jou gebeld?
[verdachte] : Ja, hij belde me zonder nummerweergave en zei mij dat hij er niets mee te maken had, dat deze kwestie.. dat hij. nadat alles is (terug)betaald, persoonlijk zou langskomen en alles zou vertellen, dat hij nu niet zou komen uit angst voor wat wij hem kunnen doen, dat hij pas zou komen als alles is betaald. Ik zei van [benadeelde partij 2] luister, die andere drie wordt ook aan jou toegeschreven en hij zei dat hij zijn best zal doen tot maandag.. Pak het van de Marokkaan zei hij, want het is zijn deel.
[medeverdachte 3] : Bel [betrokkene 54] op.. bel hem met spoed op en ga met [medeverdachte 6] naar hem toe. Zeg hem, [betrokkene 54] .. jij oplossen of anders gaan ze naar je broer/zus.
Map 12, pagina E 290:
Op 6 januari 2013, te 22.59 uur. vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : ik heb net opgehangen. Ik heb weer onderhand een half uur met die vrouw gesproken.. die vrouw brengt haar man naar ons en brengt hem weer terug onder een voorwaarde.. hij brengt het resterende 'akkefietje' naar ons toe morgen.. en buiten dat gaat hij van A tot Z vertellen wie wat gedaan heeft in deze zaak. [medeverdachte 3] zegt, ik weet niet of ik onduidelijk naar jullie ben geweest.. maar we hebben geen tijd meer voor Indianenverhaaltjes.
[medeverdachte 6] zegt, ja, maar anders komt hij niet.
[medeverdachte 3] zegt, wordt binnen deze zaak de naam van haar man, van [benadeelde partij 2] en die transportman genoemd?
[medeverdachte 6] zegt, ja. al zegt, de rest is voor mij niet belangrijk.. wat heb ik aan die verhaaltjes..
Map 14, pagina E 1146:
Op 15 januari 2013. te 15.54 uur. vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] : Broer. .wat wilde ik ook weer zeggen.. ik ben het vergeten., zijn naam was toch [naam] van die vriend
[medeverdachte 3] : [naam] …. Broer
Kocamen: Heette hij [naam] ...die van die ripdeal van laatst...
[medeverdachte 3] : [benadeelde partij 2] , broer
[medeverdachte 1] : [benadeelde partij 2] .. ..ja.. ja nou.. .zet hem niet onder druk.. niet onder druk zetten
Güul: Is goed broer
[medeverdachte 1] : Er zitten ook bekenden bij.. dan zou het beschamend zijn.. hoewel ze natuurlijk onbehoorlijk gedrag hebben laten zien wat niet door de beugel kan.. maar ze hebben toch wat van hun afgenomen toch, van dat onbehoorlijk gedrag., dat heeft hij toch teruggegeven?., dat is nog niet binnen. Het resterende is toch onbeduidend.. toch? Laten we er maar wat op wachten. oke?
Map 14, pagina E 1147:
Op 15 januari 2013 te 15.59 uur stuurt [medeverdachte 3] een SMS-bericht naar [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ), met de inhoud:
We hebben bericht gehad, [benadeelde partij 2] hoeven we niet meer onder de tang te nemen. Dit stond ons al boven het hoofd; ik bel [verdachte] maar hij neemt niet op. Als hij jou belt moet je hem zeggen dat hij mij ook moet bellen
Map 14, pagina E 1147:
Op 27 januari 2013, te 17.09 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : Als iedereen maar een mening heeft dan lukken deze zaken niet. Want in deze kwestie weer met dinges van broer [medeverdachte 4] , zijn inbreng en dat broer [medeverdachte 1] van die kant uit zegt: is goed, laat [medeverdachte 3] zich maar met deze zaak bekommeren en laat me dan ook want ik heb de hengel, alles is ook door mij geregeld, weet ik veel. Ik heb de jongeren voor de deur van [betrokkene 7] gezet, ik heb een aantal strategische stappen gedaan, een aantal dingen zijn weer teruggekomen, ik heb een vuurwapen naar [benadeelde partij 2] getrokken en verder nog zus en zo gegaan. En dat is dankzij mij, dat het is teruggekomen. Klopt dat broer?
[medeverdachte 5] : Ja, dat klopt.
[medeverdachte 3] : En als dat zo is, zeg dan niemand hoeft wat met mij te bespreken, [medeverdachte 3] is het aanspreekpunt hiervoor, jullie moeten met [medeverdachte 3] praten, zeg dit dan, toch?
[medeverdachte 5] : Ja.
[medeverdachte 3] : Nu is [benadeelde partij 2] weggevlucht uit [geboorteplaats 1] . (..) En hij had gezegd: ik ben bang, ik kan in deze situatie niet. Ik zei: laat hem maar komen. Wanneer kan hij het regelen? Donderdag hebben ze gezegd. Nou, goed, laat hem donderdag komen en regelen. En dan zal er tot donderdag gegarandeerd niets met [benadeelde partij 2] gebeuren. Alles goed en wel. [benadeelde partij 2] komt, gaat naar links en naar rechts en kan niets regelen, snap je broer? Het was inmiddels donderdag. Toen werd [betrokkene 9] gebeld en ze zijn samen met [betrokkene 9] naar broer [medeverdachte 4] gegaan. Broer [medeverdachte 4] heeft toen gezegd: kijk, [medeverdachte 3] heeft jou tot donderdag de tijd gegeven, snap je, broer ik kan je nog voor 1 dag matsen, broer, dat ben je niet waard maar laten we even met [medeverdachte 3] praten, kom dan gaan we naar [medeverdachte 3] had broer [medeverdachte 4] gezegd naar [medeverdachte 3] gaan. Hij had gezegd: ik garandeer het je, als ik er bij ben dan doet [medeverdachte 3] je niets. Ze kwamen toen naar het cafe. [benadeelde partij 2] is heel erg aan het bibberen. Hij zei: hoe moet ik het nu vertellen, het heeft niets met mij te maken en zo en toen zei ik: ik wil geen verhaaltjes horen, komt jou naam in deze zaak voor? Ja, die komt voor. Breng mij mijn geld, snap je? Ik zei: je zei zelf donderdag dus het is vandaag donderdag en het is 8 uur, je hebt nog 4 uur de tijd, zei ik. Breng mijn geld binnen 4 uur en als je dat niet lukt, koop dan over 3,5 uur een ticket en ga vluchten hiervandaan, zei ik. Maar je zus, je moeder, je huis, je kinderen, zei ik, daar kijk in niet naar om dan storm ik binnen, zei ik. Ik storm bij iedereen naar binnen en bij nNie ik kan afrekenen daar reken ik dan mee af, zei ik. Hij kon de thee, het glas niet eens in zijn hand vasthouden. Hij kan het glas niet in zijn hand vasthouden. Heb je nog wat te zeggen, zei ik. Ja, zus en zo. hoe zou ik het doen. Nou dan heeft praten verder geen zin, je tijd zit er bijna op, zei ik. Toen heb ik hen weggestuurd. Toen heeft hij met broer [medeverdachte 4] gesproken en tegen broer [medeverdachte 4] heeft hij gezegd dat hij voor morgen wat kon regelen. Broer [medeverdachte 4] belt [verdachte] de volgende dag en [verdachte] is op de bruiloft. Hij zegt: [verdachte] hoe zullen we dit doen? [verdachte] belt hem op. Hij zegt: kom jij maar en vertel de waarheid van dit verhaal dan geef ik je niet 1 dag maar 3 dagen dan kan jij je geld in die tussentijd wel geven, zegt hij. En daarna zegt hij tegen mij over de telefoon, ik heb zus en zo gezegd en daarna verdraait hij het weer en zegt dat heb ik niet zo gezegd. Als jij hem zo veel comfort geeft dan zal hij niets regelen, let maar op, zei ik. Zondag belde broer [medeverdachte 1] mij en zei: dinsdag is er een bespreking. Ik zei: dat is goed broer en hing op. Vandaag is het zondag, dacht ik en ik geef die hufter nog 2 dagen en dan moeten wij voor dinsdag het geld van hem hebben en hij was niet meer te vinden. Hij was gevlucht. Toen werd het dinsdag en broer [medeverdachte 1] belde en zei: is het een groot bedrag waarmee hij is gevlucht? Dat weet ik ook niet broer, zei ik, ik weet ook niet dat hij gevlucht is. Toen is broer [medeverdachte 4] gebeld ...
Map 14, pagina's E 1161 en E 1162:
Op 7 maart 2013 te 17.58 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 2] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] .. en het andere onderwerp is..uit Duitsland is er een auto ..die willen ze hier achterlaten
[betrokkene 2] : je had moeten zeggen..ome doet zoiets niet.. moet dat dan hier verkocht worden.. is overal gedaan. .moet dit hier nog genaaid worden al: Nee ome ze hebben gezegd dat er met Ome [betrokkene 2] gesproken moet worden... (....)
[betrokkene 2] : zit [naam] hier ook in ?
[medeverdachte 3] : Nee via [naam] was er wat naar Frankrijk gestuurd ....en hij zou van daar vandaan wat te ontvangen hebben..vandaar dat we hierheen zijn gekomen want dit heeft niets met [naam] te maken
[betrokkene 2] : zeg Ome..wij hebben dat niet., zeg maar heel openlijk tegen hun..heeft [medeverdachte 1] gezegd ga maar met [betrokkene 2] praten ?
[medeverdachte 3] :ja (...)
[betrokkene 2] ; Alsjeblieft [medeverdachte 3] .. het kost jou bijna je leven om je van hun te ontdoen..dus meng mij ook niet in deze vuiligheid met hun. .alleen mensen zoals [medeverdachte 4] gaan naar hem toe/sluiten zich bij hem aan
Map 14, pagina's E 1162 en E 1163:
Op 7 maart 2013 te 21.25 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 2] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : ja, hij zou gezegd hebben, ga maar naar oom toe, laten we de auto aan deze kant afzetten
[betrokkene 2] : Nee dat gaat niet..ik kan het niet vinden joh!
[medeverdachte 3] : Wanneer hij de auto heeft afgezet dan kunnen we kijken/zoeken naar wat hij wil.. maar er zal dan een tekort zijn van 10.000 a 15.000 lira
[betrokkene 2] : Nee oom nee..zoiets is er niet., ik heb met [medeverdachte 4] Abi gesproken en hij zegt hou mij erbuiten ik heb het niet. Is er verder niemand anders? (...)
[medeverdachte 3] : hij denkt waarschijnlijk, "hij kan daar wel vinden/laten leveren"
[betrokkene 2] : ik ga zeggen dat het er niet is en klaar ermee!
Map 14, pagina's E 1165 en E 1166:
Op 8 maart 2013 te 14.05 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] : Zoals ik al zei gaat hij tussen die data die ik heb genoemd over naar Berlijn. Misschien gaat [naam] of misschien zijn broer over. Want beiden zeggen dat ze op vakantie gaan. Hij mag niet een loopje nemen van niet vandaag komen maar morgen, weet je wel, dat had hij toch al een keer gedaan. Wij hebben ook zaken te doen want mensen komen naar ons omdat ze ons vertrouwen. Heb ik mijn probleem nu duidelijk verwoord? (..) [medeverdachte 1] wil de auto met [medeverdachte 3] meesturen en zegt dat hij dan maar met de auto daarheen moet gaan en dat de auto dan omgezet moet worden in geld, door hem. zegt hij.
[medeverdachte 3] : dat kan broer. (..)
[medeverdachte 1] : En onze auto die zal alles bij elkaar 10-12 duizend lira waard zijn of laten we zeggen 20 duizend.
Map 14, pagina E 1168:
Op 11 maart 2013 te 17.54 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 2] In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 2] : kom vanavond maar langs, dan geef ik het je. Maar [medeverdachte 3] , zij moeten het teruggeven want ik heb het ook van her en der.
[medeverdachte 3] : Dat heb ik zo gezegd. Ik kom vanavond wel langs.
Map 14, pagina's E 1174 tot en met E 1176:
Het OVC-gesprek tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] , dat op 16 maart 2013, omstreeks 17.34 uur plaatsvindt in Sportschool [bedrijf 2] te [geboorteplaats 1] . Dit gesprek houdt onder meer in:
[medeverdachte 3] : Weet je wat [betrokkene 31] bedoelde met de kwestie van 'te schande maken'?
[medeverdachte 5] : [Humt]
[medeverdachte 3] : Broer [medeverdachte 1] , je hebt toch die C-klasse die ik had genomen/gekocht, die ik gebracht en gegeven heb.
[medeverdachte 5] : Ja.
[medeverdachte 3] : Broer [medeverdachte 1] schijnt te hebben gezegd: "We laten deze auto staan, in ruil daarvoor nemen wij wiet en die auto stellen wij als borg". [betrokkene 31] heeft toen gezegd: "Als we deze auto hier laten staan en dadelijk gebeurt er iets mee, moge God behoeden, en [onverstaanbaar], dan worden wij te schande gezet [medeverdachte 1] , dan worden wij te schande gezet. (..)
[medeverdachte 3] : In feite is er helemaal geen kwestie met [betrokkene 31] joh. Broer, niet dat ik medelijden heb met [betrokkene 31] of zo.. het is onrechtvaardig. Het is een regelrechte onrechtvaardigheid. Niet meer en niet minder. Want die man schijnt jou, terwijl hij zelf zo krap zit/het moeilijk heeft... om en nabij de 14.000 lira aan spul/materiaal te hebben verzonden.
Map 14, pagina E 1208:
Op 31 mei 2013 te 14.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en F. [betrokkene 32] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: maar de jongens komen nu jouw kant uit
A: maar oom, we hebben wel een probleem
M: wat is er?
A: de klant heeft dat ook niet gekocht
M: echt waar ?
A.: ja broer we moeten er toch iets mee, niemand vindt het iets (-..)
A: de jongen is gekomen maar heeft het niet meegenomen. Zegt als broer maandag nieuwe brengt zal ik dat wel afnemen, net als die keer toen ik het wel afnam
Map 14, pagina E 1209:
Op 2 juni 2013 te 13.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [betrokkene 32] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: ik kan morgen..voor morgen.. eigenlijk als ik .vandaag in handen kon krijgen, heb ik de mogelijkheid 3 stuks hazen te laten verdwijnen.
M: oke, ik zal zo met mijn vrienden bellen.. .want ik moet vandaag toch oversteken naar die kant..ik moet een beetje gaan rondhangen. .weet je !
A: wat ik bedoel, ik kan morgen 3 stuks tegelijk verzilveren voor geld.. snap je ?
M: oke broer ik ga toch bij jou langs komen
Map 14, pagina E 1210:
Op 3 juni 2013 te 12.18 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [betrokkene 32] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: ben jij thuis ? A: nee ik ben in Duitsland, oom
M: kan je een vriend naar mij toesturen ? (...) de toevertrouwden die voor jou bestemd zijn liggen klaar
A: oké... .moet hij dan naar [geboorteplaats 1] komen oom ? (..)
M: nou anders kunnen we elkaar bij dinges treffen I Dinges Eindhoven is er toch Valk hotel (...)
Map 14, pagina E 1210:
Op 3 juni 2013 te 13.12 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [betrokkene 32] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: oom, dinges ik heb wel een probleem..ik heb wel een mannetje..maar mijn Duits mannetje gaat niet naar Eindhoven; hij zegt dat hij tot de douane wil gaan. Ik kan zelf ook niet weg.
M: En als ik naar jou toe kom ?
A: Ja hij kent mijn huis, hij komt ook daarheen, maar hij zegt broer verder dan daar ga ik niet..
M: oke..ik zal straks naar jouw huis vertrekken
A: Oom ik heb daar aan de achterkant een rode garage. Niemand zal het weten. Ik zal die garage open laten zetten. Je kan daar naar binnen gaan en neerleggen en vervolgens kun jij mij even bellen.
Map 14, pagina E 1213:
Op 3 juni 2013 om 14.07 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [betrokkene 32] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 4] : Wij zijn beetje dinges, vertraagd, maar nu zijn we bij die garage die je had gezegd. Laat die jongen daar gereed zijn. Ik heb wel er drie van kunnen maken. Daarom was ik vertraagd.
[betrokkene 32] : oke, oom.. ze zijn daar bij de vereniging. Jullie gaan elkaar bij de vereniging treffen.. daar waar we thee hadden gedronken. (..) De jongen zal jullie wel herkennen.
Map 14, pagina E 1214:
Op 3 juni 20 13 om 14.24 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [betrokkene 32] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 32] : Oom, al die dingen zijn toch wel afgesloten, of niet..
[medeverdachte 4] : ja.
[betrokkene 32] : oh. Oke.. Ik doe voor het eerst dinges met die jongen namelijk.. Dan kun je het beste het zekere voor het onzekere nemen.. En afgesloten kan er niets mee gebeuren.
[medeverdachte 4] : twee ervan zijn afgesloten, maar de laatste die ik nam is niet afgesloten, die zit in een gewoon tasje. De zakken zijn dichtgebonden.
Map 14, pagina E 1214:
Op 3 juni 20 13 om 15.19 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [betrokkene 32] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 4] : hier staan oompjes.. grijs. Ik zie het.. ik zie het.. Laten we in ieder geval hier weggaan, want er staan hier oompjes bij het parkeerterrein.. En de kinderen kunnen we elders overgooien en daarna hun volgende naar jou toekomen..
Map 14, pagina E 1215:
Op 3 juni 20 13 om 15.23 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [betrokkene 32] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 4] : broertje, je laat ons kennismaken met de verkeerde mensen.
[betrokkene 32] : oh, ja klopt, de jongens zijn op zoek naar jou inderdaad..
[medeverdachte 4] : Ja, maar jij zei dat ze bebaard waren en we gaan er op af, zitten er twee mensen, blijken het Marokkanen te zijn.
[betrokkene 32] : nee niet met baard joh. Ik zei een grijze wagen. (..) Wacht maar, ik bel ze nu in jouw bijzijn.. is die op het parkeerterrein?
[medeverdachte 4] : nee, ik ben daar weg.. rij nu door je wijk.. (..) zeg maar tegen je chauffeur dan.. wie het ook is.. Wij zijn trouwens met zijn 2en he.. en allebei hebben we een blauwe jas/colbert aan.
Map 14, pagina E 1215:
Op 3 juni 2013 om 15.42 uur stuurt [medeverdachte 4] een sms-bericht aan [betrokkene 32] met de inhoud:
Okee, ik heb het gegeven.
Map 14, pagina E 1240:
Op 11 juli 2013 te 16.18 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 3] : waar gaan we naartoe joh
M: we gaan even naar die plek van laatst om geld op te halen. En er is een klein pakje (het toevertrouwde) dat we even moeten afgooien.
[medeverdachte 3] : oh, oke, dan is het goed. En wanneer kom je?
M: De vriend heeft me net gebeld, is binnen hooguit een halfuurtje hier, dan ben ik daarna snel daar.
Map 14, pagina E 1241:
Op 11 juli 2013 om 19.44 uur stuurt [medeverdachte 4] een sms-bericht aan [betrokkene 32] met de inhoud:
Broeder, wij zijn om 9 uur bij jou, komt het je uit?
Map 14, pagina E 1242:
Op 11 juli 2013 om 20.27 uur stuurt [betrokkene 32] een sms-bericht aan [medeverdachte 4] met de inhoud: Ik ben om 11 uur daar
Map 14, pagina E 1241:
Op 11 juli 2013 om 20.28 uur stuurt [medeverdachte 4] een sms-bericht aan [betrokkene 32] met de inhoud: Meen je niet broeder, ik ben onderweg, en het toevertrouwde heb ik bij me.
Map 14, pagina's E 1252 en E 1253:
Op 16 juli 2013 te 21.25 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [betrokkene 32] die gebruik maakt van een Duits telefoonnummer. In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 4] : Die [verdachte] is langsgekomen en heeft gezegd van ik heb nog 500 lira tegoed van die [naam] , ik heb hem een sms'je gestuurd en het geld ligt klaar, ga er maar heen en haal het op..
[betrokkene 32] : Ik heb hem gezegd van kom het maar zelf halen, hij moet dat dus zelf doen, naar mij komen om het geld te krijgen. (..) Neen, daar ga ik niet mee akkoord, ik beantwoord zijn telefoons niet en stuur ook geen berichten terug, ik zal hem daar waar ik hem te pakken krijg heen laten gaan; ik heb dat serieus aan mijzelf beloofd En daarom zeg ik, hij moet het geld zelf komen halen. Als hij een vent is – hij praat toch zo stoer – laat hem dan als een vent zelf komen halen, en dan mag hij meenemen wie hij wil dan moeten jullie hem hier bij mij brengen en geef ik zijn geld.
[medeverdachte 5] : Kom jij maar naar [geboorteplaats 1] , dan zal ik hem op school houden en als hij aan zijn oren gedraaid moet worden, is dat geen probleem
[betrokkene 32] : Ik ga niet aan zijn oren draaien – ik laat het niet daarbij (..) Ik had een kwestie met [verdachte] en dat alleen ons aan, dus laat mij niet met een ander dingessen oom.
Map 5, pagina's 2040 tot en met 2049:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 32] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Die [medeverdachte 3] heeft mij bedreigd. Deze [medeverdachte 3] heeft gezegd dat [verdachte] familie is van hem en als iemand problemen met hem zou maken dan zouden ze problemen krijgen met [medeverdachte 3] . Omdat ik de lening niet direct kon terugbetalen aan [verdachte] wilden ze mij dwingen om drugs af te nemen maar dat is niet gelukt. Ik ben onder druk gezet door [medeverdachte 4] . Ik moest mensen voor hem regelen. Ze wilden misbruik van mij maken omdat ik een schuld had. Ze hebben ook hennepkwekerijen aangeboden. Dat ik huizen zou huren. Ik heb gezegd dat ik dat niet kon. Ze wilden van mijn schone lei gebruik maken om huizen te huren. Ik had het gevoel dat [verdachte] [medeverdachte 4] opstookte. Ze zijn wel 10 keer langs geweest dat geef ik eerlijk toe. Ik heb ze gewoon aan het lijntje gehouden. [medeverdachte 3] zei dat hij voor niemand bevreesd was. [medeverdachte 3] zei dat ze gevaarlijk waren en dat hij van niemand bang was. Hij zei ook: ik ben niet bang om gewoon te schieten. Ik heb geen wapen gezien bij hen. Ze wilden mij slechte weed laten verkopen. De weed werd altijd mee terug genomen, die is nooit door mij verkocht.
Map 13, pagina's E 602 en E 603:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 33] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[medeverdachte 29] wilde geld opnemen omdat ik in de supermarkt een Western Union Money Transfer Point heb. Hij belde dat er geld uit Turkije zou worden overgemaakt en of ik dat kon innen. Ze hadden het op het centraal station geprobeerd (dit vertelde [medeverdachte 29] tegen mij), maar dit was niet gelukt en toen kwamen ze naar mij. Ze probeerden in onze supermarkt het geld op te nemen bij Western Union, maar dit lukt ook niet. Het ging om een bedrag tussen de 2000,- en 5000,- euro. Ik kreeg destijds een melding dat ik het bedrag niet mocht uitkeren. Omdat de Western Union de transactie had geblokkeerd, wilde [medeverdachte 29] toch dat er uitgekeerd zou worden. [medeverdachte 20] heeft gezegd dat ik alle opties moest aanwenden om dat te regelen. Het zou goed zijn als ik het volgens hem zou regelen. Dit maakte hij me duidelijk in een telefoongesprek. Het voelde voor mij als een bedreiging. Via de formele weg kon ik het niet regelen. Ik zou het uit eigen zak moeten betalen, want er was geen andere optie. Ik heb dit besproken met mijn vader en mijn vader heeft gesproken met [medeverdachte 29] . Toen het afgehandeld was zei [medeverdachte 29] dat het goed was wat ik had gedaan en toen heeft hij de naam genoemd van [medeverdachte 1] en zei dat ik [medeverdachte 1] moest opzoeken op het internet. Toen ik de naam op internet zag, ben ik er wel van geschrokken. Want toen zag ik dat deze man connecties had met de Turkse maffia. [medeverdachte 29] heeft gezegd dat hij contact had met dit soort mensen.
Map 13, pagina E 606:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 34] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
De laatste keer dat [medeverdachte 20] bij ons langskwam was deze met iemand in een rolstoel. Deze man in de rolstoel heeft ook gesproken. Hij zei dat hij een belangrijk persoon was in Turkije. Ene [betrokkene 35] die van de maffia was, daar zou hij de man van zijn. Waarom hij dat vertelde begreep ik niet. De man in de rolstoel vertelde dat hij iemand had doodgeschoten. Op grond daarvan hebben ze weer op hem geschoten, vertelde hij. En daarom zat hij in een rolstoel. De man vertelde dat [medeverdachte 29] voor hen werkte. De man zei: Help hem ook een handje. De man maakte een gebaar en streek met zijn hand lang zijn baard. Op dat moment wist ik niet wat de man hiermee bedoelde. Dit is Bargoens en betekent letterlijk 'Baard gooien’. Hiermee wordt bedoeld 'Geld geven’ of 'Fooi geven'. De man vertelde eerst over zijn verleden om mij te imponeren. Daarna begon hij over mijn zoon en zei: Je moet opletten, het is je enige zoon. De man zou het geld geven en op naam van [medeverdachte 20] zou dit via Western Union verstuurd worden. De man vertelde ook dat hij in België woonde. [medeverdachte 29] heeft een keer of drie, vier geld overgemaakt. De eerste keer heeft hij 5000,- euro overgemaakt. Toen het de laatste keer niet lukte heeft de man in de rolstoel iemand gebeld op wiens naam het wel overgemaakt kon worden. Op dat kwam [medeverdachte 5] in de supermarkt. Toen kon dat geld wel overgemaakt worden. De man in de rolstoel zei dat wij hier grof geld verdienden met de money transfers en de man in de rolstoel zei dat hij ons bescherming zou gaan bieden en daarom moest ik ‘Baard gooien'. Ik begreep het gebaar van de man in de rolstoel in eerste instantie niet, maar ik legde het verband met wat hij gezegd had over het feit dat ik maar een (1) zoon had. Op dat moment begreep ik pas dat de man dit bedoelde als bedreiging en dat hij geld van mij wilde hebben door bescherming aan te bieden.
Map 14, pagina's E 1586 en E 1587:
Op 7 april 2013 te 21.49 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 5] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[verdachte] vraagt of [medeverdachte 5] op de hoogte van het incident is. [medeverdachte 5] zegt dat zij ook daar waren. [medeverdachte 5] zegt dat [medeverdachte 6] had gezegd dat op een bruiloft een paar norse mannen waren die [medeverdachte 6] boos aankeken... zegt dat nadat zij waren gegaan, begon hij bek te vechten met die anderen en dat toen het voorval gebeurde. We wilde vertrekken, maar zagen dat die anderen hem gingen aanvallen.., toen heeft hij een keer op die Marokkaanse jongen van [betrokkene 35] (fon) geslagen waarna hij viel, haha. [verdachte] zegt, [medeverdachte 6] zegt dat hij met een mes in zijn hoofd gestoken zou zijn. [medeverdachte 5] zegt dat hij daar niet op de hoogte van is en dat hij van [medeverdachte 6] hoorde dat hij een auto-ongeluk had. [verdachte] zegt, [medeverdachte 6] gaat tekeer tegen mij dat het allemaal door mij gekomen zou zijn, dat hij door mij gevochten zou hebben en dat hij door mij in zijn hoofd gestoken zou zijn... [medeverdachte 5] zegt dat de verwonding op het hoofd van [medeverdachte 6] door het auto-ongeluk is ontstaan. [verdachte] zegt, meester, zal ik je vertellen wat die situatie was... [verdachte] zegt, toen ik naar Istanbul ging heb ik [medeverdachte 6] 5000 gegeven... Toen belde ik met [medeverdachte 14] van [betrokkene 35] ... ik zei dat ik het niet vertrouwde en dat ik zelf aan hen kon geven.., ze zeiden, - nee, nee geen probleem, geef het maar aan hem, we halen het later wel op"... daarna was ik naar lstanbul en [medeverdachte 6] zou gezegd hebben dat hij geen geld had gekregen... de incident van vandaag is daardoor gekomen... hij heeft 5000 zelf opgegeten.. snap je?
Map 14, pagina E 1588:
Op 7 april 2013 te 22.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 4] zegt, kun je naar het ziekenhuis toekomen. We zijn bij het eerste hulp.
Map 14, pagina E 1588:
Op 7 april 2013 te 22.15 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 1] : wat is er aan de hand
[medeverdachte 4] : nou [medeverdachte 6] is neergestoken.
[medeverdachte 1] : Hoe is zijn situatie nu?.. staat hij er slecht voor. Een ogenblikje, ik bel je zo over een paar minuten.
Map 14, pagina E 1589:
Op 7 april 2013 te 22.35 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 1] : Weten we waar het over gaat
[medeverdachte 4] : Dat weet ik niet..daar ter plaatse ‘ras ook onze broer en de Leraar aanwezig.. maar ik weet niet of ze niet gelijk ter plaatse aanwezig konden zijn.. ik weet niet of het er heel erg druk was.. maar eigenlijk had het hier niet mee te maken.. te veel gedronken en daarna oude rekeningen en vereffeningen voor de dag halend.. je snapt het
[medeverdachte 1] : Wiens feest was dit?
[medeverdachte 4] : Van de mensen uit SIVAS. eigenlijk bekenden van beide zijden..want de schoondochter komt ook uit Sivas En ik heb de Broer (Opmerking tolk: Met de broer hier wordt ogenschijnlijk [medeverdachte 3] bedoeld) gebeld om naar het ziekenhuis te komen..om te kijken hoe de vork in het steel zit.. hij zou al gebeld zijn geweest en hij is met de Leraar daarheen gegaan..en daarom wil ik dat van hun nog eens horen
[medeverdachte 1] : Als zij zijn geweest.. informeer me er dan over
Map 14, pagina E 1590:
Op 7 april 2013 vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] / [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 4] : Nu heb ik de broer bij me.. en hij weet van de hoed en rand over dit voorval., en ik heb gevraagd verslag te doen over dit geheel ..daarom geef ik hem de telefoon nu.. is dat goed?
[medeverdachte 1] : Is goed
[medeverdachte 3] : Nou broer, [medeverdachte 6] heeft me een bericht gestuurd.. met als inhoud., ze zijn hier met een man of zes a zeven.. ik twijfel eraan hoe ik buiten moet geraken.. en om ervoor te zorgen dat ze samen met schoonzus makkelijk naar buiten konden gaan ben ik daarheen gegaan.. de Leraar was er toevallig bij.. we zijn er samen naar toegegaan ..en vandaar uit.. bij het naar buitengaan kwamen er een man of 15 rennend eraan.. en we hebben ze uit elkaar gehaald. de onze had niet echt schade of zo.. maar die man schijnt te bellen van...kom maar hierheen en ik heb de jongens daarheen gestuurd om te praten en deze zaak vanavond nog af te handelen.. dat is de situatie.. zij zijn dus nu daarheen broer
[medeverdachte 1] : Ja. .ja. .wat is het onderwerp
[medeverdachte 3] : Eigenlijk staat zelfs [medeverdachte 6] erbuiten... [verdachte] zou bij hun een schuld hebben in financiële zin. …maar omdat ze [medeverdachte 6] zagen hebben ze wat scheldwoorden toegeworpen naar de hele familie toe. …waarin ook broer [medeverdachte 4] en alle anderen aan de beurt kwamen
[medeverdachte 1] : Zijn dat Turkse mensen?
[medeverdachte 3] : Ja broer. .het zijn Turken.. Hij heet [betrokkene 35] uit Sivas.. hij heeft hier een zaak en zo.
Ik heb de jongens daarheen gestuurd.. die zullen dat wel afhandelen.. en de zaak sluiten.
[medeverdachte 1] : Dat is goed dat het wordt afgesloten., maar het zou wel fijn zijn als jullie morgen bij mij hier langs konden komen samen met de Meester samen.
Map 14, pagina E 1593:
Op 8 april 2013 te 16.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 36] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 4] ; 's Ochtends kwam de pplitie eraan met 4 busjes om mij op te pikken in opdracht van de Officier van Justitie met een bevel..ik heb gezegd wat is er aan de hand. .en de officier heeft gezegd...wij willen jouw verklaring van wat er is gebeurd met betrekking tot familie [betrokkene 58] ..de politie heeft dat meteen gezegd Ik heb een dikke verklaring afgelegd ..laat ze hun maar naaien...weet je wat er is gebeurd ...mijn vader heeft die Rabbie gebeld..de schuld van [verdachte] is ingelost. jullie zijn nu ons geld schuldig en buiten dat ..er is bloed gevloeid uit het hoofd van mijn zoon..en dat is met geld niet in te betalen..dat je het maar weet...en de hele nacht bellen ze de onze al..laten we er over praten.. Laten we het goed maken..en dit niet voort laten duren...maar jij zag toch zelf maat...ik heb buiten mijn mond niet open gedaan..hij heeft me echt uitgedaagd...en met woorden bestookt ..ik draaide bijna nog door..maar ik zei niets.
Map 14, pagina E 1603:
Op 10 april 2013 te 13.50 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] , [verdachte] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 3] : Broer, ik had toch zojuist met jou gesproken..nu heeft je zoon gebeld en ik heb tegen hem gezegd... we hebben dat besproken en je vader zal dat gaan bespreken..en hij zei zo van, gisteren nadat jij dat zo gezegd hebt, heb ik tegen ze een bedrag van 7 gezegd en ze zullen vandaag of morgenvroeg dat gaan voldoen., maar ik heb ten aanzien van de schuld van [verdachte] niets gezegd.. en als zij dan die 7 Lira achterlaten., en dan de schuld van [verdachte] een streep doorheen trekken..en laat dan naar jou overgaan..zodat dit onderwerp gesloten kan worden
[medeverdachte 4] : Nu is [verdachte] hier. .alsje wil. .dan zal ik hem even geven
[medeverdachte 3] : [medeverdachte 6] heeft gisteren wat geschreven.. 7 Lira geschreven
[verdachte] : En zij zijn ermee akkoord gegaan
[medeverdachte 3] : En nu zouden ze vanavond of morgenvroeg komen.. en ten aanzien van jouw zaak.. daar is niet over gesproken ... maar zoiets bestaat niet meer.. dat weet je. Hoeveel schulden had jij bij hun?
[verdachte] : Nou normaal gesproken zou dat 5 Lira zijn..maar nu zou [medeverdachte 6] de laatste 5 duizend niet betaald hebben.. dus is de rekening 17 Lira
[medeverdachte 3] : Zeg maar dat het 10000 is..en geef dat bedrag dan maar langzaam aan je oom (moederszijde)
[verdachte] : Is goed..dat is geen probleem..
Map 14, pagina E 1609:
Op 15 april 2013 vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ) en [betrokkene 9] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
Kenau: En wat doe jij?
[medeverdachte 6] : Niets man.. Rabbie kwam net langs en heeft op het `veld gescheten' dat je het weet
[betrokkene 9] : Op welk veld?
[medeverdachte 6] : Op mijn veld
[betrokkene 9] : Ik snap het niet
[medeverdachte 6] : Hij is langs gekomen en heeft 5000 Lira gegeven., snap je het niet.
Map 14, pagina E 1610:
Op 15 april 2013 te 15.43 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 2] : Ik heb geprobeerd Meester [medeverdachte 4] te bereiken maar ik ben nog niet teruggebeld.. laatst
[medeverdachte 1] : Doe maar niet joh... bel hem ook maar niet... iedereen leeft in zijn eigen droom.. Laat iedereen maar in zijn eigen droom zijn, geen probleem.. Wat kun je doen
[medeverdachte 2] : Ik kreeg hem laatst dus te pakken en heb toen gesproken met hem broer.. Ik vroeg van wat heb je gedaan meester [medeverdachte 4] .. heb je het probleem dat je had geregeld.. hoe is het met je zoon en zo.. Hij zei van ik heb het geregeld.. en ik ging er niet verder op in broer.. vandaag wilde ik hem bellen., en heb hem net 2 a 3 keer gebeld.. maar hij belt me niet terug, dus ik zie wel.
[medeverdachte 1] : Laat maar.. en beantwoord zijn telefoon ook niet als hij belt.. Oke broertje.. heb je nog iets te zeggen.. maar broertje.. ik wacht nog op een bericht., en afhankelijk daarvan zal ik of wel richting die kant komen dan wel oversteken., ik wacht vandaag op een bericht.
Map 14, pagina's E 1611 en E 1612:
Een OVC-gesprek op 20 april 2013. na 20.01 uur, in de sportschool [bedrijf 2] te [geboorteplaats 1] . Tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 4] : Wat ik tegen hem heb gezegd, één enkele woord, schijnt hij aan [medeverdachte 3] te hebben verteld. En dan komt hij bij mij. Afgelopen zaterdag. Hij zei "Broer." Ik vroeg "Wat is er nou weer aan de hand?" Hij zei "Laat ik je evén zien." Ik zei "Ok, je mag mij zien, maar alleen als het dringend is, als het belangrijk is. Wat is er aan de hand?" Hij zei toen dus "Broer zal maandag komen." Was het soms dinsdag? Oh, ja. Dinsdag. Hij zegt tegen mij "Huur jij maar een auto." Ik zei " [medeverdachte 2] , heb je zelf de mogelijkheid?" Hij zei "Nee." Ik zei "Tegen iets, waartoe ik geen mogelijkheid heb, zeg ik geen ja', ik kan het niet doen. ik zeg dan 'nee'." Hij zei "Ik kan geen 'nee' zeggen."
[medeverdachte 3] : Hij zei "Het is voor mij financieel niet mogelijk."
[medeverdachte 4] : Ik zei "Je zegt dat je het doet, maar dan kom je naar mij toe. Ga jij deze kwestie zelf maar regelen. Je moet 'nee' leren zeggen."
[medeverdachte 5] : Ja.
[medeverdachte 4] : Aan anderen gaat hij het dan heel anders vertellen (fon.).
[medeverdachte 3] : Ik was net terug van het werk. Toen ik nog onderweg was belde hij mij op. Hij zei "Ik moet jou even zien." Ik zei " [medeverdachte 2] , ik ben moe. Is het dringend?" Hij zei " Jah, ik moet je zien, ik moet je zien." Ik kwam toen thuis aan, maar ik was het vergeten weetje?! "Ik had gezegd "Ok, ik bel je wel op als ik er ben." Ik was het dus vergeten. Ik was net gaan liggen en viel bijna in slaap en het was [medeverdachte 2] . Ik zei " [medeverdachte 2] , kom maar morgen joh." Hij zei "Nee, ik kom even twee tellen langs, ik kom twee tellen langs." Hij is toen gekomen. Hij zei "Je moet de groeten hebben van broer [medeverdachte 1] ." Ik zei "De groeten terug." Hij zei toen "Hij zegt dus “Laat [medeverdachte 3] het ijzer geven en laat [medeverdachte 6] of [verdachte] dan [betrokkene 35] gaan neerknallen."
[medeverdachte 5] : Tjonge jonge!
[medeverdachte 3] : Ik zei "Die kwestie is afgehandeld. En zoiets is eigenlijk niet nodig." Ik vroeg "Is het dan wel nodig? Is zoiets dus nodig'?" Hij zei "Ik kwam dit dus doorgeven." Ik zei "Is dit het nou wat zo dringend was?! Kom maar morgen broertje, ik ben aan het werken. Ben je soms een ezel?!"
[medeverdachte 5] : En hij heeft veel fouten gemaakt. Hij heeft veel fouten gemaakt. Alles is toch al in rep en roer. Stil.
Map 13, pagina E 749:
Op [geboortedag] 2012 te 18.50 uur stuurt [medeverdachte 1] een sms-bericht naar [medeverdachte 5] met de inhoud:
Meester, je hebt mij noch naar de gemeente gebracht, noch de duizend euro gebracht, noch mij opgezocht, en dat is beschamend! Ik haal morgen mijn rolstoel zelf wel op; ik heb uit jouw naam geld gegeven aan die man, en die gladjanus heeft mij enkel nog niet uitgescholden.; ik ben behulpzaam en word de zondebok. Is dit in hemelsnaam wat mij toekomt? Ik wil de duizend euro terug die ik namens jou aan dat bastaardkind heb gegeven.
Map 13, pagina E 752:
Op 18 december 2012 te 14.35 uur stuurt [medeverdachte 1] een sms-bericht naar [medeverdachte 5] met de inhoud: Hou je nou eens aan wat je gezegd wordt joh broer
Map 13, pagina E 752:
Op 18 december 2012 te 14.43 uur stuurt [medeverdachte 1] een sms-bericht naar [medeverdachte 5] met de inhoud: Ongemanierde, wat ik al niet voor je doorsta.. benoem dat wat jij doet maar wat jij wil!.. Ik wil niets meer met je te maken hebben.. noch hier, noch in het hiernamaals.. ga maar door met dollen ezelszoon..
Map 13, pagina E 753:
Op 27 november 2012 te 13.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 5] en NN-Man. In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 5] : Laat ik je het volgende zeggen... ik ben gestopt met die zaken broertje... we leven tegenwoordig in een ander wereldje.. dus ik zou liegen als ik je zeg dat ik het weet... geloof me.. ik weet het echt niet.., maar ik heb vernomen dat het weggaat voor 38 à 40. maar geloof mij... ik hou mij er niet meer mee bezig... ik zag de laatste paar keren dingen gebeuren die mij helemaal niet bevielen weet je.. en er speelt ook dat ik niet meer warm loop voor dergelijke zaken.. een rustig leventje., een gezinsleven
NN-Max: Dat is het beste meester.
[medeverdachte 5] : Ik ben dus bezig met de sportschool.. en nu een winkel geopend.. kijken of ik mijn brood er mee kan verdienen.., of het mij is beschoren.. en lukt het niet... dan ga ik nog niet dood van de honger zeg ik dan maar, weet je.. Ik ben dus gestopt met die zaken. Ik ben er ook wel content mee dat ik ben gestopt broertje... want het past niet bij mij joh... druist in tegen mijn geweten... de jeugd opleiden. om dan vervolgens die kinderen.., ik beschouw het als een sociaal misdaad... en daarom heb ik me teruggetrokken en hou het bij mijn huis, sportschool en winkel..
Map 13, pagina E 759:
Een OVC-gesprek op 1 februari 2013, 11.44 uur, in de sportschool [bedrijf 2] te [geboorteplaats 1] , tussen [medeverdachte 5] en NN-man. In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 5] : Ik heb de winkel geopend, mijn broer, maar niet met het doel om geld te verdienen.
NN-man: Voor de kinderen zodat ze sport spullen kunnen...
[medeverdachte 5] : Nee, dat ook niet. Ik wil van dat leven verlost worden, niemand moet me lastig vallen, mijn broer. Ik moet aan mijn eigen leven denken. Snap je? Nu is er tenminste niemand die me belt want dan denken ze "die man heeft zijn werk". Ik heb het goed.
NN-man: Werd je veel lastig gevallen dan?
[medeverdachte 5] : Dat lastig vallen gaat als volgt; ik heb me teruggetrokken uit de onnodige omgeving. Dat is niet nodig. Dat is niet nodig, mijn broer. Wij zaten mettertijd in een soort loting, ik zou of in het graf belanden of de gevangenis. Een andere uitweg is er niet in dit soort zaken. En daarom..
NN-man: Heb je jezelf afgekeerd daarvan?
[medeverdachte 5] : Ja zeker, ja zeker.
NN-man: Het is gevaarlijk, [medeverdachte 5] , man. Je weet nooit wat mensen gaan doen. [medeverdachte 5] : Ik vertrouw mensen helemaal niet en vooral de laatste tijd, absoluut niet meer. Of je moet iemand slaan en dood maken of anders....
NN-man: Je er verre van houden.
Map 13, pagina E 759:
Een OVC-gesprek op 12 februari 2013, 20.36 uur, in de sportschool [bedrijf 2] te [geboorteplaats 1] . tussen [medeverdachte 5] en NN-man Bary. In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 5] : geld heeft problemen gebracht, wij hadden geen werk ja misschien soms druk zetten en dan proberen geld te halen, dat wil ik ook niet, iedereen heeft eigen geld, want hoe dan iemand mijn geld willen met druk zetten en afpersen halen haat ik, dus mensen haat ook ons. Daarom heb ik allemaal weggedaan.
Map 13, pagina's E 763 tot en met E 765:
Een OVC-gesprek op 14 maart 2013. vanaf 18.16 uur, in de sportschool [bedrijf 2] te [geboorteplaats 1] . tussen [medeverdachte 5] , NN-[naam] en NN- [betrokkene 18] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 5] : Ik bleek 70 leerlingen verloren te hebben. Een van de jongens zei `we kijken naar de mannen/gasten die bij jou komen en gaan en we zijn bang dat het elk moment tot een conflict/confrontatie kan komen'. Ik heb erover nagedacht en zei tegen mezelf dat die jongens gelijk hadden. (..) Vooral om deze redenen was het zo dat bijvoorbeeld als ik iets zei in [geboorteplaats 1] , dan had dat een bepaald gewicht. [naam] weet dat wel. Als ik mijn druk op iemand uitoefende, dan was het overwicht aanwezig. Maar dat wil ik ook niet meer! (..)
NN- [betrokkene 18] : Degene die wiet aan het roken was, die ken ik wellicht. Wat was zijn naam ook alweer?
[medeverdachte 5] : [medeverdachte 1] abi. Het ging goed, heel erg goed: Totdat er andere mensen in het spel kwamen ging het heel erg goed! Maar later gingen belangen meespelen. De zaken werden anders. En wat is er daarna gebeurd? Wij, wij zijn de koeriers van die zaakjes geworden. Hetgeen gebracht moest worden, dat brachten wij. Toen zei ik dat ik niet (meer) kwam. Ik zei dat ik niet kon gaan, omdat ik een winkel had. Daarna boterde het niet meer tussen ons. 'Jij mag me graag, maar heb je respect voor mijn winkel?' (zei [medeverdachte 5] ). Blijkbaar was er dan niet zoiets aan de hand. En weet je waar liet om ging? Er moest een gesprek plaatsvinden. 'Ik heb/had dit in handen, ga liet (op)halen' (zei NNman). 'Als ik het nou eens met een ander stuur?' (zei [medeverdachte 5] ). 'Nee, jij moet het brengen' (zei NNman). 'Waarom moet ik het nu brengen, ik het druk met van alles, die ander heeft niets te doen' (zei [medeverdachte 5] ). 'Jij moet het brengen, ik wil dat jij het doet'. En ik zei, 'ik kan niet komen, mijn excuses daarvoor. Ik heb problemen. Ik kan niet komen'.
NN-Fatih: Die ander gebruiken/misbruiken ze nog steeds.
[medeverdachte 5] : Wie dan?
NN-Fatih: [medeverdachte 2] ! [fluistertoon]
[medeverdachte 5] : Ik ben klaar met dat werk/die zaakjes! Dat is geen werk/zijn geen zaakjes! Het zijn (nutte)loze zaakjes! [fluistertoon] Het heeft geen nut voor niemand! Ik was in [geboorteplaats 1] . .. (maakt zijn zin niet af)
NN-Fatih: Eigenlijk had jij dit destijds al beseft moeten hebben...
Map 1, pagina's 301 en 302:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Een soortgelijk geval was er ook met [medeverdachte 5] . Anderhalfjaar geleden. Iemand genaamd [medeverdachte 20] , bijnaam [medeverdachte 20] . Deze [medeverdachte 20] had verlies geleden (die momenteel in Ankara leeft) van 30.000,- euro. [medeverdachte 20] vroeg steeds zijn geld terug aan [medeverdachte 5] . [medeverdachte 5] zei tegen [medeverdachte 3] : laten we [medeverdachte 1] bellen hoe het met hem gaat, maar ook om te zeggen dat [medeverdachte 20] mij steeds lastig valt. [medeverdachte 3] kwam naar mij toe. [medeverdachte 3] zei tegen mij dat [medeverdachte 5] had gezegd: Broer, [medeverdachte 20] zou sponsoren gaan regelen maar heeft zich niet aan zijn beloften gehouden. Die scheldt me uit en valt me lastig. Het bleek mij dat [medeverdachte 5] naar Ankara was gegaan en heeft [medeverdachte 20] daar persoonlijk gesproken. [medeverdachte 20] zou de schuld halveren en dan zou hij dus nog 15.000,- euro aan [medeverdachte 20] moeten betalen. Dit hoorde ik later van [medeverdachte 5] . [medeverdachte 5] zei hij later tegen mij dat hij 15.000, euro terug moest betalen aan [medeverdachte 20] . Hoe moet ik dat dan betalen?, zei [medeverdachte 5] tegen mij. Ik zei tegen [medeverdachte 5] : Als je dat bent overeen gekomen, moetje dat ook betalen. Hij zei dat hij het niet kon betalen. Ik gaf [medeverdachte 5] 500,- euro om dat te betalen aan de zoon van [medeverdachte 20] . Toen kwam de tweede maand. Ik heb voor de tweede keer 500,- euro aan [medeverdachte 5] gegeven. (De zoon van een oom (vaderszijde) leende mij geld zodat ik dit aan [medeverdachte 5] kon geven). Ik gaf [medeverdachte 5] weer het geld. Dit komt ook omdat ik in het huis van [medeverdachte 5] heb meegegeten. Ik had goed contact met [medeverdachte 5] . We hadden een vriendschap en ik hoefde niets terug te hebben. De zoon van [medeverdachte 20] kwam de derde maand langs bij de sportschool. Ik zei tegen de zoon dat ik [medeverdachte 20] wilde spreken om te vertellen dat [medeverdachte 5] de middelen op dit moment niet had om deze derde maand te betalen. De zoon vroeg mijn telefoonnummer zodat [medeverdachte 20] contact kon opnemen met mij. De coulance aan [medeverdachte 5] , daar wilde ik [medeverdachte 20] voor bedanken. Deze maand kan [medeverdachte 5] nog niet betalen. zei ik tegen hem. Toen ik dat wilde uitleggen zei hij dat ik zijn zoon aan het intimideren ben geweest. Ik zei tegen hem: leermeester, neem zo'n houding niet aan. Ik bleef aardig. Ik zeg niet dat wij niet willen betalen, alleen deze maand heeft [medeverdachte 5] geen geld.
Naarmate ik verder beleefd verder ging, zei [medeverdachte 20] : Ik trek het hoofd van je lichaam af! Ik zei: Kom dan man, %,‘ ie gaat dan het hoofd van het lichaam afrukken, dan gaan we zien wie wat gaat doen. Toen verbrak hij de verbinding. Daarna werd ik vijf minuten later gebeld door iemand ( [betrokkene 9] ) die belde namens [medeverdachte 20] . Ik zei: zeg maar waar je bent, dan gaan we elkaar ontmoeten. We spraken af over twee uur om elkaar te ontmoeten. Ik zocht [medeverdachte 4] op. Ik zei dat ik met een brutaal iemand had gesproken. Eerst met [medeverdachte 20] en daarna met iemand die jouw neef is, zei ik tegen [medeverdachte 4] . Ik vroeg [medeverdachte 4] : heb je belang bij deze neef of niet. [medeverdachte 4] zei dat het zijn neef is en dat deze labiel was. [medeverdachte 4] zei dat hij blij was dat ik aan hem had gedacht. [medeverdachte 4] zou de neef spreken. [medeverdachte 4] zei dat [medeverdachte 20] problemen zou veroorzaken bij [betrokkene 9] . Ik heb de zoon van [medeverdachte 20] bij me laten roepen. Ik zei dat deze 500,- euro voor hem was en dat ik in het vervolg niet meer zou betalen. Later heb ik een vliegticket voor [medeverdachte 5] betaald om met [medeverdachte 20] te spreken zodat hij het zelf kon regelen. Ik heb in Turkije [medeverdachte 5] door mijn neven op het vliegveld (Esenboga) laten ophalen. Ik zei tegen hen: koop een minirok en lippenstift. Haal [medeverdachte 5] op van het vliegveld. Die man van een pooier (ik bedoel [medeverdachte 20] ) moeten jullie even goed pakken als een vrouw. Ga er met lippenstift overheen en trek hem een minirok aan en laat hem in het centrum Ankara achter. Hij heeft mij heel erg beledigd. [medeverdachte 5] heeft dat niet gedaan, want vertelde [medeverdachte 5] tegen mij: [medeverdachte 20] heeft een bericht gestuurd: jij hebt een zoon. Ik ( [medeverdachte 20] ) heb zelf ook een zoon. Ik zei tegen [medeverdachte 5] : soms heb je maar een keer te leven en soms ga je maar een keer dood. Ik zei: hebben mijn neven dan geen kinderen. Ik zei tegen [medeverdachte 5] : wat kreeg ik in mijn kont. Ik moest me toch ontfermen over deze zaak. Verdiende ik deze belediging?, zei ik tegen [medeverdachte 5] . Deze zaak is niet meer tussen [medeverdachte 5] en jou ( [medeverdachte 20] ), maar tussen jou en mij. Ik had al 1000,- euro betaald aan deze [medeverdachte 20] . De enige die er voordeel bij heeft gehad is [medeverdachte 5] . [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] zijn allebei klootzakken. Ik heb hun zaken geregeld. Mocht ik vrij zijn dan hoop ik dat zij deze kleding zelf willen dragen, vrijwillig, dan kom ik namelijk zelf niet in de problemen. Anders zal ik ervoor zorgen dat zij de kleding wel gaan aantrekken. Wat voor straf daar dan ook tegenover staat: ik ben bereid deze straf uit zitten.
Map 13, pagina E 783:
Op 17 mei 2013 te 16.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 1] : is het nummer van [medeverdachte 5] gewijzigd?
[medeverdachte 3] : Ja zijn broer is gewijzigd ja.,. ik heb [medeverdachte 2] gebeld en hij is naar Turkije toegegaan broer [medeverdachte 1] : Kun je mij zijn nummer eens geven...Is hij naar Turkije gegaan. Ja..ja.. [medeverdachte 2] is naar Turkije toegegaan...ik heb hem op visite ergens heen gestuurd.
[medeverdachte 3] : Ja ik had hem gebeld in de hoop met hem samen over te steken. ..en daarna heb ik broer [medeverdachte 4] gebeld en hij neemt niet op
[medeverdachte 1] : Waarom zou hij opnemen, want zijn hele wereld is een grote leugen. Als ik wat aan tekortkomingen heb dan moeten jullie mijn tekortkomingen onder elkaar zetten en optellen en vanaf nu ga ik ook van iedereen onder elkaar optellen broer..
Map 13, pagina E 785:
Op 17 mei 2013 te 16.37 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
K: Wat ik je wilde zeggen.. die Roemenier.. ehmm.. die Marokkaanse jongen.. hoe heet hij ook al weer
Y: [medeverdachte 14] broer, [medeverdachte 14] ..
K: Bel hem op
Y: Oke broer
K: Eh... Of stuur zijn nummer even door. Of vraag hem van ben je met dinges samen, met. meester, dan wel wanneer hij met de meester zal zijn.., en informeer mij daarna terug..
Y: Goed, als ik het goed heb begrepen moet ik vragen of hij met de meester samen is
K: Ik moet met de meester spreken maar hij beantwoordt mijn telefoon niet.. het komt er op neer of hij mij kan bereiken of niet..
Y: Goed broer.. ik zal zijn sms'en broer..
Map 13, pagina E 789:
Op 17 mei 2013 te 17.07 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 2] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[betrokkene 2] : Heeft die [medeverdachte 1] jou ook een bericht gestuurd?
[medeverdachte 3] : Hij heeft mij gebeld! Hij was erg verwijtend; hij zegt dat hij deze kant op komt. Iets van, waarom gebeurt het zo; iedereen zet mijn fouten op elkaar... van dat soort dingen... Heeft hij jou een bericht gestuurd? Hij zegt, als ik een fout heb mag iedereen ze op elkaar stapelen, en ik zal de fouten van iedereen op elkaar stapelen.
[betrokkene 2] : Wat bedoelt hij daarmee?
[medeverdachte 3] : Dat weet ik niet.
[betrokkene 2] : Heeft iemand iets gezegd of zo?
[medeverdachte 3] : Wie kan wat zeggen, Emmi? Alleen [medeverdachte 2] kan wat gezegd hebben... maar als hij komt nemen we hem niet serieus en sturen weer weg: we zeggen nooit iets verkeerds tegen hem. Heeft hij jou een bericht gestuurd?
[betrokkene 2] : Ja! •
[medeverdachte 3] : Wat zegt hij?
[betrokkene 2] : "Ik ben [medeverdachte 1] *". Verder niets. Ik heb er onderhand mijn buik vol van dat zij mij voor onnozel hebben versleten. Weet ik veel... Hij zegt dat hij deze kant op wil komen en ik zeg, je moet niet komen, je hebt hier problemen; nee hoor ik heb helemaal geen problemen, ik zal wel komen, zegt hij... Hij zegt dat ik hem moet gaan ophalen. Ik zei dat ik geen auto had.
[betrokkene 2] : [medeverdachte 3] , ik ga mijn nummer nu wijzigen! Ik zal het aan jou doorsturen. Maar geef mijn nummer aan niemand door.
Map 13, pagina E 791:
Op 17 mei 2013 te 17.19 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 1] : Je wijzigt je nummer en informeert mij helemaal niet. hoezo dat? (..) Maastricht, nu stap jij in de auto en komt naar Maastricht toe.
[medeverdachte 5] : Weet u, op school heb ik ook mijn programma lopen ... het is nu qua tijdsbestek heel moeilijk broer
[medeverdachte 1] : Wanneer is het dan bij jou ooit ruim gelegen.. maar goed, ik zie jou toch.. ik kom er namelijk aan. Dus jij hebt het nu heel druk, en je kunt ook geen uitzondering maken, begrijp ik dat goed.
[medeverdachte 5] : Nee broer.. zo niet
[medeverdachte 1] : Nou man, in zes maanden tijd zeg ik nu voor het eerst dat je moet komen en je zegt, school, dit en dat...oke broer...bedankt... Hang op man, hang op klootzak...ik kom eraan.. dan zie ik je nog wel.
(Opmerking tolk: [medeverdachte 1] zegt dit met stemverheffing!!)
Map 13, pagina E 794:
Op 17 mei 2013 te 17.42 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [vriendin medeverdachte 3] (vriendin van [medeverdachte 3] ). In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 3] : Broer [medeverdachte 1] belde net een half uur geleden. Hij zegt van kun je naar Keulen komen en ik zei van neen broer, ik heb geen auto, zegt ie van ik kom daarheen. Ik zei van broer, je hebt hier toch een probleem. Hij zei van de mensen schijnen mijn fouten opeen te stapelen, dus ik zal komen en de fouten van de mensen opeenstapelen. Ik vroeg van wat bedoel je daarmee te zeggen, hoe bedoel je dat. Zegt ie van er zijn mensen die van alles zeggen, kom alles maar te weten.. Ik kom die kant op dat je het weet. En ik zei van oke broer, je mag gerust komen, maar je hebt toch een probleem, dus ik raad je niet aan om te komen. En toen schijnt ie broer [medeverdachte 5] te hebben gebeld en heeft lopen te schreeuwen tegen broer [medeverdachte 5] . Ja echt, heeft lopen te schreeuwen, heeft broer [medeverdachte 4] gebeld en gezegd van kom mij hier ophalen, en broer [medeverdachte 4] heeft gezegd van mijn auto is te klein, daar kom ik jou niet mee ophalen; wellicht als ik een andere auto kan regelen, dat ik dan wel kan; Daarop schijnt hij te hebben gezegd van het is wel duidelijk wat voor vlees jij in de kuip hebt; [betrokkene 31] (lachend) [betrokkene 31] heeft ie gebeld.
[vriendin medeverdachte 3] : Gottegot.. is hondsdol aan het worden kennelijk. [betrokkene 31] nam niet op waarna hij een sms'je stuurde zeggen de van ik ben [medeverdachte 1] , neem de telefoon aan, waarna [betrokkene 31] de telefoon heeft uitgezet.. Hij heeft wel wat mis.. Ik belde [medeverdachte 2] met het doel om te vragen of hij weer klikspaan is geweest.. Maar [medeverdachte 2] heeft hij naar Turkije gestuurd, die zat in Istanbul
[vriendin medeverdachte 3] : Dus heeft [medeverdachte 2] kennelijk gezongen... [medeverdachte 2] naar Turkije gestuurd.. Hij neemt hem in bescherming..
[medeverdachte 3] : Dat weet ik niet. [medeverdachte 2] heeft ie naar Turkije gestuurd en [medeverdachte 2] belde mij en zei van ik • kom terug binnen enkele dagen en vroeg mij om 500 lira naar Turkije over te maken, waarna ik zei van fuck off man en verbrak de verbinding. Maar ik weet het niet, als hij deze kant op komt en zegt van ik ben op school en kom hierheen, dan ga ik naar hem toe, en zal hem zeggen van hoezo moest ik komen. want ik heb tenslotte niets waar ik voor terugdeinzen moest..
[vriendin medeverdachte 3] : Je gaat toch niet weglopen voor hem, snap je.. als hij zegt van je moet komen moet je gaan..
[medeverdachte 3] : Maar er is iets lafhartigs, alleen heb ik niet door wat er is. Ja, als hij dadelijk zegt van breng me naar dinges... breng me naar Waalwijk.. ik moet [betrokkene 31] zien, ja dan
[vriendin medeverdachte 3] : Neen dat moet je niet doen. Zeg dan gewoon van ik heb niet echt contact met [betrokkene 31] . Nou, dan bel je [betrokkene 31] toch op zodat hij zorgt dat hij niet thuis is. Laat ze dan zeggen daar dat hij met vakantie is. Moet de aarde stoppen met draaien omdat hij eraan komt? tjonge jonge
[medeverdachte 3] : Zoiets.. Maar hij weet dat ie hier problemen heeft en dan komt ie nog deze kant op.. hij komt niet voor niets, dat is wel zeker. En [medeverdachte 2] heeft ie naar Turkije gestuurd, dat is al een aparte verhaal.
Map 13, pagina E 796:
Op 17 mei 2013 te 18.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 2] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[betrokkene 2] : Wat heb je gedaan tegen die man [medeverdachte 3] , is er iets
[medeverdachte 3] : Ik snap het ook niet joh oom
[betrokkene 2] : Dan heeft iemand iets gezegd kennelijk
[medeverdachte 3] : Ja, maar wie kan wat hebben verteld, [medeverdachte 2] komt langs maar die wimpelen we af met stuurse reacties, dus we voeden [medeverdachte 2] niet eens met woorden
[betrokkene 2] : Waar gaat het dan om?
[medeverdachte 3] : Weet ik veel? Hij zegt van laten ze mijn fouten opeenstapelen, dan zal ik ieder zijn fouten opeenstapelen..
[betrokkene 2] : Ieder... betrekt hij dan mij er bij. Heeft hij vragen over mij gesteld aan jou
[medeverdachte 3] : Nee, ik weet het niet oom. Hij zei van ik heb [medeverdachte 5] gebeld maar zijn telefoon staat uit.. Heb je zijn nieuwe nummer? En ik zei van dat heb ik en heb het vervolgens gestuurd. Fuck broer [medeverdachte 5] joh.
[betrokkene 2] : Had [medeverdachte 5] ook maar gebeld.
[medeverdachte 3] : Dat heb ik gedaan, dat heb ik gedaan. (..)
[betrokkene 2] : Laat het joh, laat hem gaan, wat heb je voor enig nut gehad tot nu toe.. Wil ie ie leven in de gevangenis doorbrengen.. Ik zeg het je als een broer
[medeverdachte 3] : Ik weet het
[betrokkene 2] : Als het goed gaat niet zijn zaken belt hij je niet en zoekt geen contact.. maar als er shit is daar is hij hupsakee hierheen..
[medeverdachte 3] : Ik dacht van dat het vanwege dat andere dinges is.. die gast toch met wie hij problemen had
[betrokkene 2] : So what, je bent het toch niet verplicht.. Hij probeert weer een tactiek uit om voor de vorm te pogen te domineren
Map 13, pagina E 800:
Op 17 mei 2013 te 19.23 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 14] en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 4] : Hij heeft [medeverdachte 3] opgebeld, [medeverdachte 5] heeft hij opgebeld, die andere heeft hij opgebeld. Niemand durfde te gaan, ik zei ik ga wel jongen.
Map 13, pagina E 805:
Op 17 mei 2013 te 01.58 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 2] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 3] : Morgen wil hij per se komen... per se naar dinges komen naar Eindhoven... hij zou gezegd hebben, Ik moet dringend onze jonge die in den vreemde is gegaan en Hasso spreken; het is erg belangrijk". Ik kan [naam] met hem niet laten spreken, want, hij zegt iets interessants, hij zou een nieuw iemand bij zich hebben, iemand die pas uit Turkije zou zijn gekomen die zou een kanker patiënt zijn... hij zou een diagnose hebben gekregen dat hij niet lang zou leven. Hij heeft een paar maanden tijd. Emmi, de bedoeling is duidelijk! De oude zaak wordt voortgezet! Maar, laat ik dit zeegen, die persoon die nieuw is gekomen.. ik zou niet weten wie hij is, want broer [medeverdachte 4] vertelde dat die man kanker had en een paar maanden te leven had... zijn bedoeling zou duidelijk zijn. Ik heb jouw naam anders genoteerd/opgeslagen.., ik zal morgen naar Eindhoven gaan... Emmi, we hebben niets waarvoor wij zouden moeten vluchten.., ik kan gewoon gaan: ik ga gewoon zeggen wat ik te zeggen heb...
Map 13, pagina E 809:
Op 18 mei 2013 te 02.36 uur vindt een telefooneesprekplaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 2] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 3] : Hij heeft een gast bij zich die kanker heeft, Aan hem laat hij dat klusje klaren, dat is overduidelijk. Maar als hij het door die gast laat klaren, waarom roept hij dan [naam] bij zich Hij gaat geen boodschap of zo sturen oom, ik heb dit gezegd aan broer [medeverdachte 4] ... Hij schijnt aan broer [medeverdachte 4] te hebben gevraagd of hij contact heeft met zijn broer en [medeverdachte 4] schijnt daarop te hebben gezegd dat hij geen contact had; Of hij contact had met mijn naaste verwante: Nee, Hij schijnt te hebben gezegd van je moet perse een van hen zien te bereiken. Ik heb toen gezegd van als hij dat heeft gezegd leunt hij noch op jou noch op mij, dat moet je weten; hij vertrouwt geen van ons tweeën, en hij zal hierheen komen – en ik weet niet wat die bastaard van een [medeverdachte 2] heeft verteld aan hem – en (zich richtende tegen [betrokkene 2] :) hij heeft geen goede bedoelingen met jou.. Ik ben daarvan overtuigd oom, Hij heeft geen goede bedoelingen met jou en hij heeft geen bedoelingen met onze [naam]. Dat komt vanwege die bastaard en die bastaard heeft hij express naar Turkije gestuurd om hem – nadat hij alles hier heeft afgehandeld – d.w.z. [naam], jou, die andere, de vader van [naam] – weer terug te halen hierheen om van hienLit zijn zaken te beheren, maar hij heeft ons kennelijk ook afgeschreven., dus ik zei van denk maar niet dat hij ons vertrouwt. (..) Oom, zijn bedoeling is hier niet goed. Hij is van zinnen een ieder die zijn pad kruist te laten vallen en dan (onverstaanbaar/klinkt als: gitmek=weggaan) (..) en dan.. ik moet weg hier oom... Oom kunnen we iets regelen om mij hiervandaan te krijgen
[betrokkene 2] : Waarom wil je vluchten [medeverdachte 3] ben je bang?
[medeverdachte 3] : Dat is geen kwestie van angst oom, maar het spreekt voor zich dat zij hier het een en ander gaan doen, daar ben jij van overtuigd en daar ben ik van overtuigd, dus ik moet hier gewoon niet zijn op die datum oom. Want ze zullen hoe dan ook naar mij komen.. (..)
Map 13, pagina's 857 tot en met 860:
Het OVC-gesprek dat op 10 augustus 2013 vanaf 19.52 uur plaatsvindt in sportschool [bedrijf 2] te [geboorteplaats 1] . tussen [medeverdachte 5] . [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 5] : Vindt hij het zo erg dat ik hem niet meer op mijn rug draag? Fucking! Toen ik je op mijn rug droeg, vond je het goed. 'Broer, broer', zei je toen, en nu joh? Wit hebben je niet gezegd om afstand te nemen... Ten opzichte van ons treden ze streng op... Iedereen...
[medeverdachte 5] : Ja, klopt man! Fuck it joh! Kijk die flikker nou joh! Ik ben je soldaat niet, noch je slaaf.
[medeverdachte 3] : Broer. [medeverdachte 2] strepen we weg...
[medeverdachte 5] : Ik heb het gedaan! Ik heb hem vandaag weggestreept! Flikkers!.. [stilte].. Als het hem goed uitkomt, ben ik zijn broer. Maar andersom ben ik een schoft! Ik was toch onbeschoft?
(19:55 uur Er volgt een stilte, waarna [medeverdachte 5] het woord voert)
[medeverdachte 5] : En nu is hij slecht met [medeverdachte 20] ... Ken je [medeverdachte 20] überhaupt wel om met hem slecht te zijn? Joh, hij heeft [medeverdachte 20] via ons leren kennen... Terwijl het niet nodig was, hebben zij zich gemengdin bekonkelde zaken. Broer, fuck hen! Zij denken dat wij bang voor hen zijn, maar dat is niet zo... niet nodig. Oké, wat ze wel kunnen doen hè? Het uithalen van een hoerenstreek, en vervolgens in onze schoenen schuiven.., maar maakt niet uit broer... maakt helemaal niet uit! Men komt één keer op de wereld, leidt een eervol leven en sterft eervol.., laat maar.
[medeverdachte 4] : Hij is aan het overwegen hoe hij mensen weer aan elkaar kan koppelen. Hij zal er niet in slagen om die kring opnieuw te vormen. Bovendien heeft hij geen 'vesting' (lees: betrouwbare personen) meer om zich heen...
[medeverdachte 5] : Heeft hij aan zichzelf te danken... was niet nodig geweest. Men moet een beetje stabiel zijn. Hoe kan iemand zo labiel zijn? 'Ik kom naar Turkije', zegt hij, waarop broer [betrokkene 35] zegt: 'Als hij zich gaat gedragen, kan hij komen. Hij kent dus zijn eigen pappenheimer.
[medeverdachte 4] : Hij heeft deze kring niet kunnen vormen.., nu gaat hij zich buigen over de andere...
[medeverdachte 5] : (..) Kom eerst om te bewijzen dat je een vent bent, voordat je ons bekritiseert! Wij hebben ie op onze rug gedragen joh.. wij hebben grote risico's genomen om jouw schuld van € 300.000,- af te lossen Wat kunnen wij eraan doen als jij er een kutzooi van hebt gemaakt?
[medeverdachte 5] : Vanaf heden is het verbroken.., hij moet opzouten! Fuck it! Als ik ook mijn klusjes door anderen laat doen, kan ik ook wel de 'stoere bink' uithangen. Om zijn respect te kunnen verdienen, zouden we dus zijn slaaf moeten zijn. We hadden hetzelfde als [medeverdachte 3] moeten doen, begrijp je? Wij hebben hem niet van tafel geveegd...
[medeverdachte 4] : Wat zeg ik tegen je meester? Wij drieën... [medeverdachte 3] ook... wij drieën vormen een geheel. Tussen ons is er geen sprake van bedrog... niemand kan ons scheiden..
[medeverdachte 5] : Dat is zo broer...
[medeverdachte 4] : Het is zoals het is.. In voor- en tegenspoed, of niet [medeverdachte 3] ?
[medeverdachte 5] : Wat een druiloor zeg!
[medeverdachte 4] : Hij is aan het denken hoe hij onze band kan verbreken...
Map 13, pagina's 862 tot en niet 867:
Het OVC-gesprek dat op 15 augustus 2013 vanaf 11.48 uur plaatsvindt in sportschool [bedrijf 2] te [geboorteplaats 1] , tussen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] . [verdachte] en [medeverdachte 4] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[verdachte] : Die ene Ayhan aan wie wij ook wiet leveren. Weet je... voor mij koopt/haalt hij het bij die Nederlander uit Reeshof of bij [betrokkene 39] ...
[medeverdachte 5] : Eigen moeten we [betrokkene 38] vragen of hij langs wil komen. Wij zouden [betrokkene 39] gisteren in elkaar slaan... [betrokkene 39] kwam op. 't laatste moment... Hij heeft een schuld lopen! 1500 lira bij [medeverdachte 3] ... die druiloor geeft het niet! Hij doet alsmaar zaken, maar geeft het niet. Druiloor! Gisteren... geei'tijd tot in de avond.., en degene die niet betaald, bezorgen we een gebroken voet. Ik heb er niks aan als je om wordt gebracht, maar als jullie een spel spelen dan doen we dat we dat wel! Geen enkel probleem... 'Geef mijn geld druiloor', zei ik. (..) [verdachte] bij deze heb ik hem genaaid! We moeten 2000 lira van hem afpakken. Mocht [betrokkene 39] erom vragen, dan moet je hem doorverwijzen naar mij. 'Ga naar [naam] en [medeverdachte 3] ', moet je zeggen. (..) Wat een onzin.., men is afhankelijk van elkaar... het wil niet zeggen dat jij geen zaken met [naam] mag doen, omdat ik al zaken met hem doe... heb ik een overeenkomst afgesloten? Stel ik betaal hem 300.000, en geef aan dat hij alles wat hij in handen krijgt aan mij moet geven.., dan kan het wel... op deze manier sluit ik wel een overeen komst ... begrijp je? Zij maken een hoop ellende door tem ijl hij maar fucking 1 á 2 kilo koopt/haalt. Wat de fucking is dit? Hij heeft gisteren hierheen wiet gebracht... als hij wiet bij zich heeft, voelt hij zich machtig... en ik zat daar samen met Murat... [naam] zei tegen [medeverdachte 3] dat hij niet in het openbaar wiet en zo moest laten zien. Fuck it! Iedereen gooit er met de pet naar. (..)
[verdachte] : Vonden ze het niet goed spul?
[medeverdachte 5] : Nee, joh... hij had niks.., het zelfde liedje weer...
[verdachte] : Hij verdient een paar goede klappen in het gezicht... fuck hem! Ga zaken doen met iemand anders! Meester, Huseyin zegt dat het verstandiger is als de bakker met zijn cash geld elders koopt/haalt... en die kleintjes afkomstig van mijn oom [moederszijde] vormen dan een extraatje... Wij zullen geld geven', zegt hij tegen mij... en als we 4 tot 5 dagen tijd hebben, zorg ik ervoor dat die kleintjes worden verkocht.
[medeverdachte 5] : Ja ja... dat brengt meer winst op...
[medeverdachte 5] : Je zou hem moeten afpersen... 'Vriend, vanaf heden moet je ons 500 lira... hu... nee, 1000 lira afstaan. Je moet het afstaan... je hebt het verdiend, als je het niet afstaat breng ik je om vriend', zal ik zeggen... ik heb je oom gevraagd om streng op te treden.., maar hij doet het niet.., hij smelt weg in zijn aanwezigheid joh... fuck it!
Nadien wordt het gesprek tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] hervat. Het gesprek gaat hoofdzakelijk over de schulden van [betrokkene 39] .
[medeverdachte 5] : 'Doet die druiloor helemaal geen zaken? Wel... [medeverdachte 3] moet van hem geld zien af te pakken... gewoon afpakken, zei ik... dit kan gewoon niet.., afpakken, zei ik... afpakken en hem te gronde richten. Men moet horen dat hij [betrokkene 39] te gronde heeft gericht.., evenals [betrokkene 1] en [medeverdachte 6] ... anders neemt men je niet serieiis'. Het is goed als hij het bij [betrokkene 39] koopt/haalt... heel goed zelfs... moeten dat fucking kind zijn lesje leren. Wij gaan wel naar [betrokkene 39] toe voor de financiële afwikkeling.., maak jij je maar niet druk... jij moet je er niet meer mee bemoeien! Vriend, jij hebt aan [verdachte] voor zoveel geld wiet verkocht.., dat maakt dan zoveel.., dit is jouw geld... en dit is ons geld... alsjeblieft! Ik zal hem flink naaien!
12:08 uur Na een korte stilte voert [medeverdachte 5] het woord:
[medeverdachte 5] : Hoe hebben wij dinges in de val laten lopen...
[verdachte] : Wie?
[medeverdachte 5] : De mannetjes van [medeverdachte 8] ... hoe kunnen wij ervoor zorgen dat zij wiet leveren... Ik heb [medeverdachte 8] niet gesproken, omdat het in de maand Ramadan was en zoiets... weet ik niet meer... een paar hu... broer [medeverdachte 4] heeft me erop aangesproken hem niet onder druk te zetten omdat hij een moeilijke tijd doormaakt.. maar... ik heb gehoord dat zij goede zaken doen... dus... Welnu, hoe kunnen we wiet van hen afpakken... drie.., drie.., we moeten vier kilo wiet van hen afpakken...
[verdachte] : [medeverdachte 7] is wel een optie... Morgen kunnen we onderzoeken met wie..
[medeverdachte 5] : Ik zal tegen [medeverdachte 7] zeggen dat hij één kilo mag behouden als hij vier kilo afpakt 'één kilo is van jou', zal ik zeggen... (..)
Map 13, pagina E 926:
Op [geboortedag] 2012 vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] (op de achtergrond is [medeverdachte 1] te horen). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 2] : kom jij maar hierheen [medeverdachte 3]
: is goed, welke richting is dat (...)
[medeverdachte 2] : van Antwerpen
Op de achtergrond lacht [medeverdachte 1]
[medeverdachte 3] : hoe moet ik daarheen komen... hou je mij voor de gek of zo ?
[medeverdachte 2] : de broer zegt dat je moet komen.
Map 13, pagina E 929:
Op 18 december 2012 om 10.25 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 5] : zegt, gisteren stond om halfeen 's nachts voor mijn deur..en hij zegt...morgen om 1 uur moeten er met twee man sterk daarheen gaan.. .de Broer heeft gezegd ..de Leraar. .heeft een winkel..dus wendt je maar tot " [medeverdachte 4] -..maar die kan ik niet bereiken..dus laten we er dan morgen gezamenlijk naar toegaan ..en ik heb tegen hem gezegd, je komt of halfeen aanzetten en je zegt..we moeten daarheen..hoe moet ik dit nu gelijkstrijken..maar hij zegt ik weet dat niet., maar ik kan hem niet bereiken. .ik heb gezegd.. " [medeverdachte 4] - is tot de ochtend toe buiten. ..en dan gaat hij liggen slapen tot de avond toe..je moet gewoon naar zijn huis toegaan en op zijn huisbel drukken..en hem wakker maken..zo doen wij het ook. Want als ik het eerder had geweten. .dan had ik die collega op de zaak achtergelaten..en kon ik mee. Maar de Broer heeft gezegd.. als we hem niet kunnen bereiken..dan moesten we toch met twee man daarheen gaan.. ik heb gezegd.. .Laat het maar eerst morgen worden. .dan bekijken we wel.
[medeverdachte 5] zegt, hij heeft met zijn broer gesproken. .maar die kan hem ook niet bereiken..kijk ik moet anders de winkel sluiten. .en dan daarheen gaan..dat is voor mij wel lastig...overigens de Broer. ..heeft dat ook al gezegd. .de Leraar moet in de zaak staan. .dus ga naar die andere toe.
Map 13, pagina's E 939 en E 940:
Op 29 januari 2013 om 18.08 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 4] : nee dat is het niet..er zijn problemen.. dat hebben we nog niet weten op te lossen..kijk als je het zelf niet hebt.. dan heeft niemand wat. Ik zeg aan een kun je voor een week bijstaan..maar je krijgt van alles te horen dus dat betekent dat we steeds in de verkeerde mensen hebben geïnvesteerd.
[medeverdachte 1] : Ja
[medeverdachte 4] : En wat doe jij verder?
[medeverdachte 1] : Dankjewel. .het gaat goed. .is de OOM (vaderszijde) nog niet gekomen?
[medeverdachte 4] : Ehhh..ik kan nergens naar toe Meester. .`mijn handen en voeten zijn gebonden"
[medeverdachte 1] : Ik snap het.. ik snap het
[medeverdachte 4] : Ik wilde daarheen gaan..we waren gisteren samen met "[naam]" ..maar hij zegt zo van ..de Meester" heeft gezegd 'verroer geen vin". ..het is niet nodig om ergens heen te gaan
[medeverdachte 1] : Nee, ik heb dat niet gezegd voor dat onderwerp, dat is denk ik verkeerd begrepen...hij heeft het waarschijnlijk verkeerd begrepen
[medeverdachte 4] : Ik heb tegen hem gezegd maar "de Meester" heeft hier weet van, dat ik daarnaar toe zou gaan..maar hij heeft gezegd, nee alles moet stil worden gelegd.."verroer geen vin"..dat heeft hij gezegd, en ik heb gezegd, "Oke dan"..
[medeverdachte 1] : Oke. .dan gaan we er anders samen heen
[medeverdachte 4] : Je hebt gezegd, praat ook maar niet met hem,..
[medeverdachte 1] : Kijk, het is wel een kleinigheid...maar het kan wel een negatief effect hebben, begrijp je. ..laat er maar een week of 10 dagen er overheen gaan en we kijken het even aan..dus zo losjes moeten we ook niet zijn...het lichtsignaal komt van de tegenligger..dus we moeten even geduld uitoefenen..daarom moeten we geduld uitoefenen. ..kijk we hebben geen verandering in ons programma..dus handelen op deze wijze voortborduren lijkt me het beste..we hebben ook geen auto dus handelen naar je mogelijkheden ... dus we moeten er wat beter voor staan dan we het nu hebben...en in de tussen periode moet je geen risico's gaan lopen, want er zijn mensen die nu op dit moment op zoek zijn naar akkefietjes die ze dan als kapstop willen gebruiken zodat we achter slot en grendel gezet kunnen worden
[medeverdachte 4] : Laat staan naar akkefietjes, ze zitten zelfs op zoek naar spaanders
[medeverdachte 1] : Ja..ze zitten niet allerlei hersenspinsels in hun hoofd. .zo en zo willen ze mensen als ons niet hebben..
Map 14, pagina E 1155:
Op 7 maart 2013 te 14.44 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] : tussen de 20ste en de 30ste zal onze [naam]. onverstaanbaar... zal [naam] dus met zijn vriendin hierheen komen.. Je hebt toch onze EMMI (oom)... die toch een plaats zou reserveren in het hotel en zou begeleiden maar vervolgens ons.. mij in de steek liet., toen ik afging bij [naam].. en nu ga je exact. het volgende zeggen - ik heb zijn nummer niet anders zou ik hem bellen., maar zeg hem eerst het volgende.., luister we gaan naar Berlijn, naar hier en daar... en hij heeft zijn wagen gegeven...die jongen.. en zijn oudere broer en zo.. die jongen is dermate menslievend naar ons toe.. (..) Nu komt die jongen naar Nederland.. zegt van dat hij Amsterdam en zo wil aandoen.. met zijn vriendin zal komen.. ZEG NU TEGEN HEM.. dat hij.... tussen de 20ste en 30ste is dinges daar. en Emmi (oom) heeft een wijd netwerk.. laat hemnu niet hetzelfde doen.. laat hem mij niet weer laten afgaan.. laat hem een goede daad verrichten..
Map 14, pagina's E 1157 tot en met E 1159:
Op 7 maart 2013 te 16.17 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd: broer, ik ben nu samen met vriend/broer. Broer ik heb een vraag aan jouw broer. Broer, moeten we voorrang geven aan die bezoek of aan de dinges van de auto broer?
[medeverdachte 1] : luister nu, eerst moet je het bezoek noemen/zeggen want als dit niet lukt dan is het maar zo want we moeten nu niet weer meemaken dat we voor schut gezet staan want [naam] komt. Hij weet dit goed. Ik moet [naam] ontvangen want die komt met zijn vriendin. Geef dit aan en onderstreep het. Daarna kan je de volgende zaak...euh die auto dinges kan je dan daarna regelen euh zeggen..
[medeverdachte 1] : Man we hebben toch onderling geen problemen? Mocht dat zo zijn dan moet hij aangeven dat er een probleem is. Hij kan natuurlijk niet zeggen dat hij niets met ons te maken zou willen hebben. Elke keer dat als men [betrokkene 2] zei, hebben we toch gezegd: man laat hem het is ons oom!! Dat hebben we toch altijd gezegd? Heb je wel eens gehoord dat ik hem geen Abi (broer) noemde? Kijk, wij gaan ook een keer geld hebben en makkelijk hebben hoor. Dan kunnen ze ons natuurlijk niet meer aankijken, zeker uit schaamte kunnen we ze wel door de grond laten zakken. Hij is ons oudere en hij is de eerste aangewezen broer die ervoor moet zorgen dat we niet bij onbekenden moeten aankloppen, als je merkt dat hij een beetje aan het twijfelen is of moeilijk doet dan moet je zeggen; "Broer heeft heel veel respect voor je, kijk anders zeg ik tegen mijn broer: "Broer hij is jou respect niet waard, ik ga zeggen: "Broer wat moet jé met die man.", moet je zeggen. Mocht hij zo iets flikken/doen...laat hem maar komen en zeg dit ook tegen hem: heb jij je broer helemaal niet gemist? We hebben elkaar al maanden niet gezien... In dit land heeft hij ons meerdere malen zakgeld gegeven, we hebben zieke gehad en hij zorgde dat we vliegtickets kregen en je weet ik kon niet alleen vliegen en ging met hem mee. Hij heeft van ons nooit wat gevraagd maar wij hebben altijd van hem zakgeld gekregen. Wij hebben ook uiteraard altijd respect voor hem gehad. We hebben hem ook altijd overal geprezen. Stel dat hij zegt dat hij niet geprezen wilt worden en geen zin heeft in ons broederschap en zegt zoek het maar zelf uit dan weten we dat er geen sprake is van een broederschap dan rot hij maar ook op als hij ons een keer nodig heeft begrijp je?
Map 14, pagina E 1164:
Op 7 maart 2013 te 21.25 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 2] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : Er is nog iets.... Hij heeft het als een noot/boodschap aan mij gestuurd... Dat moet ik nog apart met jou...
[betrokkene 2] : Gaat het over mij?
[medeverdachte 3] : Er is een vriend in Duitsland.. .Die zou [hierheen] komen... Hij zegt, "Laat oom hem opvangen als gast"
[betrokkene 2] : Ik kan niemand als gast opvangen.., deze vriend moet mij niet betrekken bij zijn eigen vuile zaken... hoe komt hij erbij?... ik snap het niet... ik vluchtte om geen dienaar van hem te zijn maar hij wil mij nu een dienaar voor zich te maken!... Ik ben een man van 55 jaar maar hij blijft zich bemoeien met mij! Dit snap ik niet! Ik snap er geen bal van! Laten we het afwachten! Het ziet ernaar uit dat ik uiteindelijk in problemen zal belanden... [medeverdachte 3] , je weet toch heel goed dat ik deze mensen op afstand hou!
Map 13, pagina's E 924 tot en met E 926:
Op 19 november 2012 te 23.28 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen L [medeverdachte 2] en N. [naam]. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
N. [naam] spreekt verschillende keren haar verwondering uit over "de dienstbaarheid/onderdanigheid' van [medeverdachte 2] voor [medeverdachte 1] . [naam] zegt dat [medeverdachte 2] niet zoveel hoeft te kopen; een broodje moet voldoende zijn.
[naam]: Is het niet de bedoeling dat wij dat opeten in de auto?
[medeverdachte 2] : Nee, schatje, nee. Om in de koelkast te doen waar hij verblijft.
[naam]: Voor abi [broer}?
[medeverdachte 2] : Ja. Gewoon boodschappen doen, baby, voor hem.
[naam]: Waarom?
[medeverdachte 2] : Oke, goed, schatje. Als hij vraagt, "waarom hebben jullie geen boodschappen gedaan?" als hij zegt, "waarom hebben jullie geen boodschappen gehaald, [medeverdachte 2] ?", dan ga ik zeggen, - abi, er is toch nu iemand bij mij: ik zei tegen haar, we moeten boodschappen doen, en die zei, waarom!"...
[naam]: Nee, schatje, ik snap het niet, waarom zou hij dat vragen? Ik vraag alleen maar, waarom doet jij boodschappen voor hem? Als ik naar [naam] (fon) ga, doe ik geen boodschappen om haar kast te vullen. Snap je dat wel? Dit begrijp ik dus niet. Ik vraag alleen maar waarom jij dat doet.
[medeverdachte 2] : De man heeft niets thuis om bij s ochtends bij het ontbijt te eten. Vandaar.
[naam]: Aha.. Er is nog iets wat ik opmerkelijk vind: "Als mijn abi vraagt, waarom hebben jullie voor mij geen boodschappen gedaan" N. Saygili vervormt haar stem, doet een mannenstem na. Dat is toch ook raar. Wat ik niet snap is-het volgende: Je zegt, - er is iets tussen gekomen"...
[medeverdachte 2] : Ja...
[naam]: Ja, toch? Maar, het is zo: er is een afspraak gemaakt met jou, een datum geprikt. Ja, toch? Dan ga ik ervan uit dat je die dag voor mij vrij maakt. Ja, toch?
[medeverdachte 2] : Ja, baby.. Dus... Jij kan w aarschijnlijk nooit nee zeggen tegen je abi... dat is w at ik zie.. en ik denk dat het nu wel hoogste tijd is om soms te zeggen, "nee", of, "andere keer, morgen heb ik geen tijd"... Mijn inziens is daar wel hoogste tijd voor...
[medeverdachte 2] : laat ik het zo zeggen.. ik zie er niets verkeerds aan, baby...
Map 13, pagina E 948:
Op 21 mei 2013 te 22.14 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : Hij zegt van ik heb [medeverdachte 2] naar Turkije gestuurd zodat hij geld kon ophalen, zegt van ik ga een huis bouwen in Duitsland.
Map 13, pagina E 983:
Op 11 januari 2013 te 16.10 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : en de mensen die van buiten komen die komen niet naar ons toe..en vinden dit soort van domkoppen
[medeverdachte 4] : ja precies zoals je het zegt, allemaal met mensen die geen zaken kunnen doen..daar proberen ze dan zaken mee te doen
[medeverdachte 3] : broer ik heb [verdachte] gebeld., hij zou de combo voor vrijdag zaterdag regelen....maar hij heeft.geen contanten maar nu zou [medeverdachte 6] dat via zijn oom Kudret kunnen regelen
[medeverdachte 4] : maar waarom zouden wij dat doen.. zij mogen toch ook hun handen laten wapperen.. ze eten daar toch ook van [medeverdachte 3] : broer, als ik geen druk op deze jongens leg dan komt het volgende maand nog niet gereed...
Map 13, pagina's E 985 en E 986:
Op 8 april 2013 te 12.33 uur vindt er een gesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : gisteren is Rabbie bij me gekomen en hij vroeg me "steun jij de laatste tijd [medeverdachte 6] " ik heb tegen hem gezegd.. kijk ik heb dit en dit gedaan maar alles loopt gesmeerd. Die jongen betaalt het allemaal heel keurig..helemaal geen problemen..het loopt als een trein.. (..) terwijl we daar zaten was Rabbie aan het vertellen, hij zegt zo van "We zijn samen met [medeverdachte 6] naar Roermond gegaan maar dit moet je niet aan [medeverdachte 6] vertellen" en ik zo van, ik vertel het niet, maar vertel jij maar, "We zijn naar Roermond gegaan..we hebben bij het station geld gehaald en vervolgens zijn we naar het casino gegaan..binnen een half uur heeft hij, ik weet het precieze bedrag niet maar hij heeft een bedrag van 1000 of 2000 verspeeld" ...ik heb gezegd.. Rabbie.. dit weet je toch heel zeker...niet dat er hieronder wat anders zit?... en hij zo van, "Natuurlijk niet, maar ik snap jou wel,ijij wilt hem helpen...maar als er straks in de financiën iets niet klopt dan krijg jij er hoofdpijn door"; nou al zou er iets niet met de financiën kloppen, dan krijg ik er nog geen hoofdpijn door heb ik gezegd, maar het is wel goed dat je dat hebt gezegd, maar nu vraag ik het aan jou neef, is dit waar? je weet dat toch wat ik tegen je gezegd heb op de terugweg van Waalwijk.. ik heb tegen je gezegd..wat heb ik jullie aangedaan dat je mij dit aandoet..doe dit niet bij mij, maar bij een ander..dit moet je niet doen [medeverdachte 6]
: Kijk hijzelf heeft voorgesteld om daar koffie te gaan drinken..we zijn daar maar 10 minuten binnengeweest. .ik heb alleen wat losgeld erin gegooid
[medeverdachte 3] : Kijk [medeverdachte 6] als je daar geld gaat halen en er 1000 in mindering brengt en 2000...we hebben zo en zo 4 a 5 duizend winst..als je dat geld bent kwijtgeraakt zeg dat dan ook. Het interesseert me niet of je wel of niet gegokt hebt.. het gaat me meer om het vertrouwen.. Hij zegt dat jij in een half uurtje 1 a 2 ruggen kwijt was. Dit moet je mij niet aandoen. Dat zint mij niet.
Map 13, pagina's E 992 en E 993:
Op 15 april 2013 te 15.54 uur vindt er een gesprek plaats tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : wil je [medeverdachte 3] bellen en hem dit nummer geven.. Ik zal bij hem langsgaan rond zes a zeven uur.. Ik heb net SAHIN ergens naartoe gestuurd.. hij gaat het afgeven.. oke
[medeverdachte 5] : Dat is goed, [medeverdachte 3] heeft me sowieso al gebeld toen hij hem niet kon bereiken, maar rond deze kwestie af rond zes a zeven uur want gisteren hebben de mannen gebeld. Laat er geen ongenoegen ontstaan, want we hebben gisteren een beetje zware woorden gebruikt weet je; zo van wat bellen jullie nou, hebben wij de kwestie niet afgehandeld- dus als de kwestie nu niet wordt afgehandeld en de mannen op hun beurt zware woorden naar ons toe bezigen zou dat niet fijn zijn. (..)
[verdachte] : Luister, ik heb de materialen meegestuurd met [naam] en hij gaat een paar plekken langs, en als ie het geven kan gaat hij het geven en als het niet lukt krijg ik sowieso 5 lira van iemand vanavond, ik heb hem net gebeld en hij zei van [verdachte] ik ben net wakker maar zal het geld verzamelen en jou bellen, dus vandaag zal ik het sowieso geven.
[medeverdachte 5] : waarom wachten op 5 lira die iemand je gaat geven als je materiaal hebt.. neem dan een stukje daarvan en geef die man wat hij moet krijgen..
[verdachte] : Je hebt gelijk meester, maar niemand wil het materiaal afnemen dus.. dat is juist het probleem.
[medeverdachte 5] : Het is niet een kwestie van materiaal afnemen, maar kijk hoeveel materiaal nodig is voor wat je hem moet geven., ik noem maar ter voorbeeld., is de tegenwaarde een halve., breng dan een halve naar die man.. of breng het hierheen.. en dan is het een kwestie van: "alstjeblieft broer.. wat zou je krijgen.. Hier, hier heb je het in de vorm van materiaal"., en daarmee klaar.. Laat deze kwestie afgehandeld zijn rond zes a zeven uur want wij hebben die man onze woord gegeven rond zes a zeven uur. Wij hebben hem onze woord gegeven op basis van ons vertrouwen op jouw woord. Breng ons niet in een situatie dat we ons niet aan ons woord kunnen houden omdat jij zo nodig een paar centjes meer moet verdienen. Als je het rond zes a zeven uur nog niet hebt geregeld moet ie het maar met verlies afgeven, of breng het hierheen en zeg van regelen jullie het maar, dan doen wij dat ook wel
[verdachte] : Oke, is goed meester, ik zal je rond zevenen bellen..
[medeverdachte 5] : Oke dan.. tot laters enne.. niet verzaken he [verdachte] niet verzaken maar goed.. als je het nu zou regelen zou het ook goed zijn want [medeverdachte 3] is over een half uur In [geboorteplaats 1] en hij is over de rooie omdat hij jou niet kon bereiken; hij is ontstemd omdat hij nu eenmaal zijn woord had gegeven; Ik ga hem nu bellen en zal waarschijnlijk dit nummer van jou aan hem geven; zorg er in ieder geval voor dat je deze kwestie voor zes a zeven uur hebt afgehandeld; dan hoef ik het nummer ook niet te geven, oke..
[verdachte] : Dat is goed, maar vertel hem wel dat je met mij hebt gesproken.
Map 14, pagina E 1627:
Het OVC-gesprek tussen [medeverdachte 5] , [verdachte] , NN- [betrokkene 17] , NN- [betrokkene 40] en NN- [betrokkene 41] , dat op 30 augustus 2013 plaatsvindt in Sportschool [bedrijf 2] te [geboorteplaats 1] . Dit gesprek houdt onder meer in:
[medeverdachte 5] : Ik zei dat hij zijn betaling moest doen. Hij komt wel, we gaan dan ook wel naar hem toe. (..) Ik ga martelen. Ik leg zijn vinger hier neer. (mogelijk het geluid van het slaan op tafel met de hand hoorbaar). Ik haal mijn mes tevoorschijn. "Betaal je het of niet m'n jong?! Ik ga het snijden!" Dan merk je hoe hij het dan wel betaalt.
Map 15, pagina E 1831:
Het proces-verbaal 140 Sr, onder meer inhoudend:
[medeverdachte 5] zegt: "Wij kunnen in Tilburg iemand zowel de lucht in opblazen als onder de grond begraven. Wij zijn heel machtig en wij staan achter jou".
Map 32, pagina's 0 236 en 0 237:
Op 12 september 2013 te 11.55 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
H: waar ben je dan?
D: bij onze uhm je weet toch wel die onze die bijna zover is.
D: ik zei tegen [betrokkene 15] laat me hier achter, laat ik vannacht hier blijven. Ik had het door [betrokkene 13] laten doen weet je nog. [betrokkene 15] ging naar [betrokkene 13] en zei dat [verdachte] daar met het toevertrouwde aan het wachten was. Straks kom ik naar jou.
H: je hoeft niet te komen. Als een ding dinges is dan kan ik wel naar die regio komen, dat is geen probleem. Dan kunnen we elkaar ergens treffen en dan kan ik jou het zakgeld geven. Dan kan ik je het zakgeld geven waar je om vraagt.
Map 30, pagina M 213:
Op 12 juli 2013 te 02.59 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 42] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd: [medeverdachte 3] zegt, waarom heb je niets gezegd? Had dan onze naam enzo genoemd. [betrokkene 42] zegt, heb ik gezegd man. Ik zei zo, ik ben met [medeverdachte 3] geweest. Hij/zij vroeg wie [medeverdachte 3] was. Ik zei toen, hij is de rechterhand van die ene broer [medeverdachte 1] , die ene in een rolstoel. Hij wist even niet wie ze waren, snap je? Ik zei toen, [betrokkene 43] kent iemand die schijnt vorige week tegen iemand te hebben gezegd dat euh. [betrokkene 43] werkt ergens waar 8,5 week al aan werk is verricht, laten dat stelen. [betrokkene 43] zou hiervan niet weten maar diegene die hij noemde was bang van de mensen waarmee ik daar aankwam en ging praten, anders had hij niets gezegd, zei ik, snap je? Hij zei toen, weet je wie ik verdenk? Ik verdenk [betrokkene 44] (fon) en Ah. Ik zei toen, je hoeft Ah niet te verdenken want men is niet een sleutel binnengekomen. Het moet iemand van ons zijn geweest die met een sleutel binnen is geweest en vervolgens alles leeg heeft gehaald en het is zeker dat hij/zij vandaag aan het knippen is. Het is zeker dat het morgenavond duidelijk gaat worden wie het geweest is. Ik heb hem heel erg bank gemaakt en weggestuurd.
Map 55, pagina's Z 8125 tot en met Z 8133:
Het proces-verbaal onderzoek identificatie taps. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
In het onderzoek werden op bevel van de officier van justitie met machtiging van de rechter-commissaris diverse telefoontaps ingevolge artikel 126m van het Wetboek van Strafvordering aangesloten.
Uit onderzoek van de afgeluisterde telefoontaps, de politiesystemen en de Gemeentelijke Basis Administratie werden de gebruikers van telefoonnummers die werden afgeluisterd dan wel gebruikers van telefoonnummers die contact hadden met gebruikers van afgeluisterde telefoonnummers geïdentificeerd. Dit wordt onderstaand weergegeven.
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 45] .
Voornamen: [betrokkene 45] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 45] 1968 te [geboorteplaats/land betrokkene 45] .
Wonende: [adres 19] te [geboorteplaats 1] .
Pagina: Z 8134
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 45]
Voornamen: [betrokkene 45] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 45] 1968 te [geboorteplaats/land betrokkene 45] .
Wonende: [adres 20] te Doetinchem.
Pagina: Z 8146
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 45] .
Voornamen: [betrokkene 45] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 45] 1968 te [geboorteplaats/land betrokkene 45] .
Wonende: [adres 20] te Doetinchem.
Pagina: Z 8153
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 46] .
Voornamen: [betrokkene 46] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 46] 1982 te [geboorteplaats/land betrokkene 46] .
Wonende: [adres 46] te [geboorteplaats 1] .
Pagina: Z 8160
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 47] .
Voornamen: [betrokkene 47] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 47] 1991 te [geboorteplaats betrokkene 47] .
Wonende: [adres 21]
Pagina: Z 8176
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 48] .
Voornamen: [betrokkene 48] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 48] 1995 te [geboorteplaats 2] .
Wonende: [adres 21]
Pagina: Z 8195
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 3] .
Voornamen: [medeverdachte 3] .
Geboren: [geboortedag medeverdachte 3] 1986 te [geboorteplaats medeverdachte 3] .
Wonende: [adres 22]
Pagina: Z 8209
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 3] .
Voornamen: [medeverdachte 3] .
Geboren: [geboortedag medeverdachte 3] 1986 te [geboorteplaats medeverdachte 3] .
Wonende: [adres 22]
Pagina: Z 8222
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 3] .
Voornamen: [medeverdachte 3] .
Geboren: [geboortedag medeverdachte 3] 1986 te [geboorteplaats medeverdachte 3] .
Wonende: [adres 23] te [geboorteplaats 1] .
Pagina: Z 8230
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer], [telefoonnummer], [telefoonnummer], [telefoonnummer], [telefoonnummer], [telefoonnummer], [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 4] .
Voornamen: [medeverdachte 6] .
Geboren: [geboortedag medeverdachte 6] 1985 te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres 8] te [geboorteplaats 1] , 5042 NM.
Pagina: Z 8236
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 4] .
Voornamen: [medeverdachte 6] .
Geboren: [geboortedag medeverdachte 6] 1985 te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres 8] te [geboorteplaats 1] , 5042 NM.
Pagina: Z 8256
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 2] .
Voornamen: [medeverdachte 2]
Geboren: [geboortedag medeverdachte 2] 1983 te [geboorteplaats/land medeverdachte 2] .
Wonende: [adres 24]
Pagina: Z 8262
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 2] .
Voornamen: [medeverdachte 2]
Geboren: [geboortedag medeverdachte 2] 1983 te [geboorteplaats/land medeverdachte 2] .
Wonende: [adres 25] te Tilburg.
Pagina: Z 8276
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 2] .
Voornamen: [medeverdachte 2]
Geboren: [geboortedag medeverdachte 2] 1983 te [geboorteplaats/land medeverdachte 2] .
Wonende: [adres 25] te Tilburg.
Pagina: Z 8281
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer], [telefoonnummer], [telefoonnummer], [telefoonnummer], [telefoonnummer], [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [verdachte] .
Voornamen: [verdachte] .
Geboren: [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8287
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam [verdachte] .
Voornamen: [verdachte] .
Geboren: [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 83 07
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 49] .
Voornamen: [betrokkene 49] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 49] 1991 te [geboorteplaats 1] .
Wonende: Zonder vaste woon of verblijfplaats.
Pagina: Z 8311
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 13] .
Voornamen: [medeverdachte 13]
Geboren: [geboortedag medeverdachte 13] 1962 te Rucphen.
Wonende: [adres 26] .
Pagina: 8320
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 2] .
Voornamen: [betrokkene 2] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 2] 1960 te [geboorteplaats/land betrokkene 2] .
Wonende: Zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Pagina: Z 8332
In een aanvullend proces verbaal werd vermeld dat bovengenoemde [betrokkene 2] tevens gebruik maakte van de telefoonnummers [telefoonnummer]. [telefoonnummer] en [telefoonnummer]. Pagina: Z 8376
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer], [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 4] .
Voornamen: [medeverdachte 20] [medeverdachte 7] .
Geboren: [geboortedag medeverdachte 7] 1991 te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres 8] te [geboorteplaats 1] , 5042 NM.
Pagina: Z 8384
De gebruiker van de Duitse telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd
geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 11] .
Voornamen: [medeverdachte 16] .
Geboren: [geboortedag medeverdachte 11] 1960 [geboorteplaats medeverdachte 11]
Wonende: [adres 27] .
Pagina: Z 8392
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 55] .
Voornamen: [betrokkene 55]
Geboren: [geboortedag betrokkene 55] 1989 te [geboorteplaat betrokkene 55] .
Wonende: [adres] te [geboorteplaats 1] , 5036 AM.
Pagina: Z 8405
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 56] .
Voornamen: [betrokkene 56] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 56] 1980 te [geboorteplaats betrokkene 56] .
Wonende: [adres 46] [geboorteplaats 1] .
Pagina: Z 8411
De gebruiker van de Duitse telefoonnummers [telefoonnummer], [telefoonnummer] en [telefoonnummer] en de Nederlandse nummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 32] .
Voornamen: [betrokkene 32] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 32] 1978 te [geboorteplaats betrokkene 32] .
Wonende: [adres 28] .
Pagina: Z 8417
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 42] .
Voornamen: [betrokkene 42] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 42] 1989 te [geboorteplaats betrokkene 42] .
Wonende: [adres 29] .
Pagina: 8435
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 33] .
Voornamen: [betrokkene 33] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 33] 1991 te [geboorteplaats betrokkene 33] .
Wonende: [adres 30]
Pagina: Z 8442
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 57] .
Voornamen: [betrokkene 57] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 57] 1976 te [geboorteplaats betrokkene 57] .
Wonende: [adres 31] .
Pagina: Z 8452
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 58] .
Voornamen: [betrokkene 58] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 58] 1987 te [geboorteplaats betrokkene 58] .
Wonende: [adres 32] .
Pagina: Z 8462
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 5] .
Voornamen: [medeverdachte 5] .
Geboren: 3 januari 1971 te Ortakoy in Turkije.
Wonende: [adres 17] te [geboorteplaats 1] .
Pagina: Z 8479
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer]. [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 59] .
Voornamen: [betrokkene 59]
Geboren: [geboortedag betrokkene 59] 1966 te [geboorteplaats/land betrokkene 59] .
Wonende: z.v.w.o.v.p.
Pagina: Z 8498
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 60] .
Voornamen: [betrokkene 60]
Geboren: [geboortedag betrokkene 60] 1984 te [geboorteplaats betrokkene 60] .
Wonende: [adres 33] .
Pagina: Z 8523
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer], [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd
geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 14] .
Voornamen: [medeverdachte 14] .
Geboren: [geboortedag medeverdachte 14] 1978 te [geboorteland medeverdachte 14] .
Wonende: [adres 34] .
Pagina: Z 8540
De gebruikers van het telefoonnummer [telefoonnummer] werden geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 61] .
Voornamen: [betrokkene 61] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 61] 1984 te [geboorteplaats betrokkene 61] .
Wonende: [adres 35] .
En
Naam: [betrokkene 62] .
Voornamen: [betrokkene 62] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 62] 1982 te [geboorteplaats betrokkene 62] .
Wonende: [adres 35] .
Pagina: Z 8553
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer],[telefoonnummer] en [telefoonnummer] w erd
geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 63] .
Voornamen: [betrokkene 63] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 63] 1978 te [geboorteplaats/land betrokkene 63] .
Wonende: [adres 37]
Pagina: Z 8570
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 64] .
Voornamen: [betrokkene 64] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 64] 1951 te [geboorteplaats/land betrokkene 64] .
Wonende: [adres 36] .
Pagina: Z 8593
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 28] .
Voornamen: [medeverdachte 28] .
Geboren: [geboortedag medeverdachte 38] 1974 te [geboorteplaats/land medeverdachte 38] .
Wonende: [adres 38] .
Pagina: Z 8606
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 16] .
Voornamen: [betrokkene 16] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 16] 1985 te [geboorteplaats/land betrokkene 16] .
Wonende: [adres 39] ,.
Pagina: Z 8616
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 66] .
Voornamen: [betrokkene 66] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 66] 1978 te [geboorteplaat/land betrokkene 66] .
Wonende: [adres 40] .
Pagina: Z 8625
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [benadeelde partij 1] .
Voornamen: [benadeelde partij 1] .
Geboren: [geboortedag benadeelde partij 1] 1951 te [geboorteplaats benadeelde 1] .
Wonende: [adres 41]
Pagina: Z 8634
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 15] .
Voornamen: [betrokkene 15] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 15] 1985 te [geboorteplaats betrokkene 15] .
Wonende: [adres 42] .
Pagina: Z 8640
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 51] .
Voornamen: [betrokkene 51] .
Geboren: [geboortedag betrokkene 51] 1977 te [geboorteplaats/land betrokkene 51] .
Wonende: [adres 11] te [geboorteplaats 1] .
Pagina: Z 8650
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer], [telefoonnummer] en 31654994595 werd
geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 1] .
Voornamen: [medeverdachte 1] .
Geboren: [geboortedag medeverdachte 1] 1970 te [geboorteplaats/land medeverdachte 1]
Wonende: zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Pagina: Z 8666
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer], [telefoonnummer], [telefoonnummer], [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 1] .
Voornamen: [medeverdachte 1] .
Geboren: [geboortedag medeverdachte 1] 1970 te [geboorteplaats/land medeverdachte 1]
Wonende: zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Pagina: Z 8690
De deelnemers aan de organisatie
Met betrekking tot het samenwerkingsverband blijkt naar het oordeel van het hof dat er "een breuk" is ontstaan in de samenwerkingsverband. In december 2012 is er onenigheid ontstaan tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] . [medeverdachte 5] heeft kennelijk iets gedaan dat [medeverdachte 1] niet zinde. [medeverdachte 5] wilde daarna geen contact meer met [medeverdachte 1] , hij nam geen contact meer met hem op en reageerde niet meer op berichten van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 5] , zo volgt uit tap- en OVC-gesprekken, wilde zich terugtrekken uit de criminele activiteiten. Vervolgens hebben ook [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] ruzie gekregen met [medeverdachte 1] . Er is duidelijk sprake van een vertrouwensbreuk. Deze vertrouwensbreuk heeft plaatsgevonden medio mei 2013. Na deze
vertrouwensbreuk is de criminele organisatie zonder [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] verder gegaan.
Gebleken is dat ook [medeverdachte 5] hierin uiteindelijk toch verder gaat. Degenen die in de voortgezette
criminele organisatie de meeste zeggenschap hebben, zijn [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] . In een OVC-gesprek heeft [medeverdachte 4] de voortzetting als volgt verwoord: "wat zeg ik
tegen de meester? Wij drieën, [medeverdachte 3] ook, wij vormen een geheel. Tussen ons is er geen sprake van bedrog, niemand kan ons scheiden".
[medeverdachte 1]
Door het hof wordt [medeverdachte 1] beschouwd als een prominent lid van de groep. Uit de bovenstaande bewijsmiddelen komt naar voren dat hij door de anderen van de groep wordt aangeduid als meester. [medeverdachte 1] heeft voortdurend mensen om zich heen uit de groep die hem helpen en verzorgen. [medeverdachte 1] is voortdurend bewapend. Wanneer [medeverdachte 1] wordt gearresteerd, wordt (de financiering van) een advocaat voor hem geregeld en is [medeverdachte 3] bereid om de zaak van het bezit van het vuurwapen op zich te nemen. [medeverdachte 1] wordt op belangrijke momenten geraadpleegd door de leden van de groep, in het bijzonder als er problemen optreden, en verdachte heeft in die zin gezag binnen de organisatie en in die zin behoort hij tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Anders dan de rechtbank ziet het hof [medeverdachte 1] echter niet als de leider van de gehele groep omdat voldoende redengevend bewijs daarvoor ontbreekt, maar verdachte vormt tezamen met enkele anderen wel een vooraanstaand en gerespecteerd lid van de groep.
[medeverdachte 2]
was één van de mensen die de invalide [medeverdachte 1] verzorgde. De rol van [medeverdachte 2] ging naar het oordeel van het hof echter verder dan uitsluitend de persoonlijke verzorging van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] maakt naar het oordeel van het hof ook deel uit van de criminele organisatie. Hij was aanwezig op cruciale momenten. Hij was gedurende een groot deel van de ten laste gelegde periode tijd aanwezig om en rond [medeverdachte 1] . Het was niet zo dat hij uitsluitend kwam om [medeverdachte 1] te verzorgen en daarna weer ging. Hij verbleef regelmatig bij [medeverdachte 1] in de woning aan de [adres 16] te [geboorteplaats 1] en bleef eveneens regelmatig aanwezig nadat hij [medeverdachte 1] ergens naar toe had gebracht. De gesprekken die door [medeverdachte 1] werden gevoerd zowel telefonisch als in persoon werden daardoor door [medeverdachte 2] gehoord. [medeverdachte 2] wist dat [medeverdachte 1] altijd een wapen bij zich droeg. Ook ter zitting bij het hof heeft verdachte [medeverdachte 2] aangegeven dat hij wel het een en ander had meegekregen van het functioneren van verdachte [medeverdachte 1] en de groep. Hieruit leidt het hof af dat hij op de hoogte was van het naaste doel van de organisatie. Door het verzorgen van [medeverdachte 1] , ondersteunde hij de organisatie, maar daar is zijn handelen niet toe beperkt gebleven. Hij verrichtte ook hand- en spandiensten door boodschappen door te geven of anderen in opdracht van [medeverdachte 1] te benaderen of weg te brengen. Daardoor behoort verdachte [medeverdachte 2] naar het oordeel van het hof tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
[medeverdachte 5]
wordt door het hof aangemerkt als een prominent lid van de criminele organisatie. Hij heeft contacten met [medeverdachte 1] en durft die op een gegeven moment te verbreken. Uit de in verband hiermee en hierboven opgenomen bewijsmiddelen leidt het hof af dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] zich ongeveer op hetzelfde niveau in de organisatie bevinden. [medeverdachte 5] stelde zijn sportschool [bedrijf 2] ter beschikking voor leden van de criminele organisatie voor overleg over criminele zaken. Uit gesprekken zoals afgeluisterd in de sportschool blijkt dat [medeverdachte 5] op de hoogte is van het reilen en zeilen van de organisatie, daar ook initiatieven in neemt en het gebruik van geweld niet schuwt. Tevens wordt hij geraadpleegd wanneer er zich problemen voordoen binnen de organisatie. Daardoor behoort verdachte [medeverdachte 5] naar het oordeel van het hof tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
[medeverdachte 3]
Uit gesprekken zoals afgeluisterd in de sportschool en via de telefoon blijkt dat [medeverdachte 3] op de hoogte is van het reilen en zeilen van de organisatie, daar ook initiatieven in neemt en het gebruik van geweld niet schuwt. Hij is ook degene die het geweld daadwerkelijk zelf uitoefent of dreigt dat te doen. Tevens is hij één van degenen die wordt geraadpleegd wanneer er zich problemen voordoen binnen de organisatie. [medeverdachte 3] is betrokken bij drugshandel, bedreigingen en het organiseren van een gewapende overval (die door ingrijpen van de politie geen doorgang heeft gevonden). [medeverdachte 3] heeft regelmatig contact met andere leden van de groep waaronder, naast [medeverdachte 1] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 4] en [verdachte] . Ook hij heeft gelijk [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] een prominente, gezaghebbende rol binnen de organisatie. Daardoor behoort verdachte [medeverdachte 3] naar het oordeel van het hof tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
[medeverdachte 4]
is een van de prominente leden van de organisatie die handelt in drugs en geraadpleegd wordt door de andere leden van de groep bij moeilijkheden. Het hof is van oordeel dat hij eveneens een belngrijk lid is van de organisatie. Uit gesprekken zoals afgeluisterd in de sportschool en via de telefoon blijkt dat [medeverdachte 4] op de hoogte is van het reilen en zeilen van de organisatie, daar ook initiatieven in neemt en het gebruik van geweld niet schuwt. Tevens is hij één van degenen die wordt geraadpleegd wanneer er zich problemen voordoen binnen de organisatie. Hij heeft in die zin een gezaghebbende rol. Daardoor behoort ook verdachte [medeverdachte 4] naar het oordeel van het hof tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
[medeverdachte 6]
is actief in diverse takken van de organisatie; hij is betrokken bij internationale handel in harddrugs en bij de internationale en nationale handel in hennep met andere leden van de organisatie. Hij heeft contact met alle leden van de groep voor zover in hoger beroep aan de orde, in het bijzonder met de prominente leden [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . Hij is zeer actief bij uitvoerende handelingen op alle onderdelen van de strafbare feiten zoals door de organisatie gepleegd, zoals hierboven uit de bewijsmiddelen naar voren is gekomen. Daardoor behoort ook verdachte [medeverdachte 6] naar het oordeel van het hof tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
[medeverdachte 7]
werkt mee aan de internationale handel in harddrugs en in hennep. Uit de hierboven genoemde bewijsmiddelen komt naar voren dat hij binnen de organisatie regelmatig wordt genoemd en de prominente leden van de organisatie vertrouwen in hem hebben voor het uitvoeren van (ernstige) strafbare feiten. Weliswaar is het aandeel van verdachte [medeverdachte 7] minder zwaarwegend dat dat van de andere deelnemers aan de organisatie maar het hof acht zijn betrokkenheid op diverse onderdelen van dusdanig gewicht dat het hof het bewijs van feelneming aan de organisatie voldoende redengevend acht voor bewezenverklaring. Ook verdachte [medeverdachte 7] behoort naar het oordeel van het hof dan ook tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
[verdachte]
Ook verdachte [verdachte] wordt door het hof gezien als deelnemer aan de organisatie. Hij exploiteert een aanzienlijk aantal hennepkwekerijen en werkt daarbij ook samen en heeft ook contacten met anderen van de organisatie. Hij verhandelt grote partijen drugs en wanneer het moeilijk wordt, wordt de groep ingeschakeld om hulp te verlenen. Het hof verwijst hierbij naar de bewijsmiddelen zoals hierboven weergegeven van zaak 6. Door het inschakelen van andere leden van de groep in deze zaak is het verdachte die teweeg brengt dat door andere leden van de groep geweld wordt gebruikt tegen personen. Uit de afgeluisterde gesprekken zoals hierboven weergegeven komt naar voren dat verdachte op de hoogte was van hetgeen zich binnen de organisatie afspeelde. Daardoor behoort ook verdachte [verdachte] naar het oordeel van het hof tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Het verweer wordt daarom verworpen.
Ten aanzien van het onder 4 subsidiair en 5 bewezen verklaarde (zaak 6)
Map 22, pagina's p. F 49 tot en met F 52:
Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 1] d.d. 3 januari 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op donderdag 3 januari 2013 ging ik rond 20.15 uur thuis weg om naar [verdachte] te gaan om een pakketje op te halen en naar Eindhoven te brengen. In het pakketje zat gordijnstof. Ik was met mijn auto een zwarte Renault Megane, kenteken weet ik zo niet uit mijn hoofd. Ik had een afspraak met [verdachte] om die gordijnen op te halen. Ik ben binnen geweest en heb die spullen gepakt, ingeladen en ben vertrokken. Het ging om gordijnen en nog een tas . In die tas zaten ook stoffen. Ik zou die stoffen bij een café in Eindhoven afgeven. Ik ben daar wel vaker geweest. Een kennis van [verdachte] zou die stoffen daar komen ophalen. Als ik in het café was moest ik [verdachte] bellen en die zou dan die kennis bellen die de spullen op kwam halen.
Ik liep terug naar [verdachte] , dit is ongeveer 20 minuten lopen. Ik zag daar [verdachte] , [medeverdachte 6] ,
een neef van [verdachte] en nog een neef van hem. In totaal stonden er 6 personen.
Ik hoorde [medeverdachte 6] tegen mij zeggen: Wat is dit nou, wat doe jij hier, je had in Eindhoven moeten zitten. Ik weet dat zij in drugs zitten en ik doe ook wel eens een klusje voor hun. Dit doe ik voor de vader van [verdachte] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] .
Map 22, pagina's F 53 tot en met F 56:
Het proces-verbaal van verhoor van aangever [benadeelde partij 1] d.d. 4 januari 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik moet toegeven dat ik meer dan alleen gordijnen vervoerde. In het pakketje zaten niet alleen gordijnen maar ook wiet. Ik schat dat er ongeveer 6 kilo kant en klare wiet in zat. Deze wiet was van [medeverdachte 6] . Ik zou deze voor [medeverdachte 6] wegbrengen naar Eindhoven. De afspraak was dat ik de wiet om 20.30 uur zou ophalen bij [verdachte] en ik het met mijn auto naar Eindhoven zou brengen. Ik zou het naar het café in Eindhoven brengen Daar zou ik naar [verdachte] bellen en die zou zorgen dat het daar opgehaald zou worden. [verdachte] en [medeverdachte 6] werken samen. Ik heb twee keer eerder voor [verdachte] wiet weggebracht.
Bij de woning van de vader van [verdachte] kreeg ik de wiet van [verdachte] . [medeverdachte 6] was daar toen niet bij aanwezig.
Daarna heb ik [verdachte] gebeld en gezegd wat er gebeurd was. Hij zei dat ik daar moest blijven
wachten en dat hij er aan kwam om mij daar op te halen. Ongeveer 20 minuten later werd ik
door [verdachte] , [medeverdachte 6] en nog iemand opgehaald.
Map 22, pagina's F 24 tot en met F 26:
Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik zag op 3 januari 2013 omstreeks 22.05 uur op de [adres 3] te [geboorteplaats 1] 4 tot 6 personen staan op de hoek van de [adres 3] en de Oude [adres 5] . Ik zag dat vier personen uit de [adres 3] kwamen gelopen en op het trottoir van de genoemde kruising stil gingen staan. Drie van de vier personen spraken de vierde persoon aan. Ik hoorde van Tosun dat de persoon met het forse postuur de vader van [verdachte] was. De vierde persoon die werd aangesproken had een lichte huidskleur, kort donker/grijs haar en droeg een zwarte jas. Een persoon uit de groep pakte de aangesproken persoon bij de arm en liep met hem in de richting van de [adres 5] . De aangesproken persoon liep mank. Ik zag dat de vierde persoon een mobiele telefoon pakte en ging bellen terwijl hij weg liep. Ik zag dat de vierde persoon continu naar de grond keek en diverse malen met zijn hoofd schudde.
Er kwam met hoge snelheid een donkerkleurige personenauto van het merk BMW aangereden.
Er stapten twee personen uit die met versnelde pas de [adres 3] in liepen. Ik zag dat de man met het lichte vest naar de inzittenden van de BMW liep. Ik zag dat zij even met elkaar spraken en de inzittenden vervolgens weer terug naar de BMW liepen en met hoge snelheid wegreden.
Ik zag dat er 4 á 5 personen in de [adres 3] stonden en heen en weer liepen.
Ik zag dat er een donkerkleurige Audi Al met hoge snelheid de [adres 3] in kwam
rijden.
Ik zag dat de twee mannen die waren weggelopen over de Ringbaan Noord weer terug
kwamen lopen naar de [adres 3] . Ik zag dat de vierde persoon wederom werd
aangesproken door de man met het lichtkleurige vest, Ik zag dat men allemaal naar deze
persoon keek en er diverse malen naar de man werd gewezen. Ik zag door houding en gebaar dat men opgefokt was. Dit duurde enkele minuten. Hierna zag ik dat enkele personen weer wegliepen bij de aangesproken man.
Na enkele minuten kwam de donkerkleurige Audi weer terug. Er kwam nog een personenauto aanrijden.
Ik zag dat diverse personen in de twee auto's stapten. De twee auto's reden vervolgens met
hoge snelheid weg. Er bleven 3 personen achter waaronder de man met het lichte vest, de
aangesproken man. De aangesproken man ging weer bellen en liep weg richting [adres 45]
Map 22, pagina F 155:
Op 4 januari 2013 te 14.00 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 4] vraagt [medeverdachte 3] meteen naar de (oudere) zus van [medeverdachte 4] te komen. [medeverdachte 3] komt eraan.
Map 22, pagina F 156:
Op 4 januari 2013 te 14.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] vraagt of [betrokkene 6] ene [benadeelde 3] uit de Reeshof kent.
[medeverdachte 3] zegt dat hij hem nooit gezien heeft maar dat hij gisteren wat meegenomen heeft en dat hij dat terug moet geven anders wordt liet een probleem.
Map 22, pagina F 157:
Op 4 januari 2013 te 14.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 42] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: Bel die Afghaanse, dan w el Marokkaanse vrienden van je op.
D: ja
A: Wie is [benadeelde 3] , die hier in Reeshof woont, die een oudere broer heeft genaamd [betrokkene 54] .
D: Dat is [benadeelde 3] spleettand.
A: Bel hem op en zeg hem van dat werk is niet van [verdachte] , [medeverdachte 6] ofzo... Maar van [medeverdachte 3] .
En zeg hem van je kent hem niet maar je hebt 1 uur, 1 uur.
En zeg hem je moet het binnen het uur brengen en zo niet dan komen zij langs, zeg hem dat dit de enige Waarschuwing is, zeg hem van ze zijn op zoek naar je, en dit is de enige
waarschuwing.
D: Oké, maar wat is er gebeurd, wat hebben ze gedaan?
A: Naai ze nou maar lekker op, zoals ik het heb gezegd en doe het op panische toon zodat de
flikker er bang van wordt, zeg maar als ie niet binnen een uur komt, zeg maar dan komen ze naar jou toe, naar jouw adres, die hebben ze achterhaald.
D: Maar wat heeft ie gedaan dan, hoezo bang maken?
A: Joh de flikker heeft iets van zes à zeven hennep weggenomen, geript. De klootzak bel hem nou maar en zeg het exact zo. Zeg hem van ze hebben je adres achterhaald en ze gaan naar je huis. Zij hebben geen mededogen met je moeder, vader, zus of wat dan ook en neuken ze en gooien het weg.
Map 22, pagina F 158:
Op 4 januari 2013 te 15.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] : vooralsnog is er geen probleem, ziet er nou uit als dat het vanavond wel opgelost zal zijn.
M: Als je daar nou even achteraan gaat [medeverdachte 3] .
[medeverdachte 3] : dat doe ik al abi
M: oké, da laat ik verder aan jou over, maar dat zal ons enige verlichting geven
M: we hebben momenteel niets, we hadden onze hoop enkel nog daarop gevestigd, en jij weet hoe het daarmee is, dus als het van daar komt kunnen we het wel regelen, we hebben sowieso verder helemaal geen opties
Map 22, pagina F.154:
Op 4 januari 2013 te 18.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: joh ze hebben geript voor 25 â 30 en daarop hebben we ze een lesje geleerd en nu komt het terug.
H: oh zijn jullie geript?
[verdachte] : ja joh, mijn mannetjes, ze hebben gezegd van laten we weer beginnen, gaf een laatste
kans, loopt het uit op een rip gisteren.
H: wie heeft hét gedaan
D: mijn bestuurder joh, tezamen met [benadeelde partij 2]
Map 22, pagina F 159:
Op 4 januari 2013 te 18.48 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 3]. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: stuurde mij een sms’je zeggende van ok, ik breng het wel maar stuur de mannetjes bij mij
daar weg
A: en?
D: en nu belt ie mij zeggende dat ie het dinges zal brengen doch de mannetjes niet kan
bereiken
A: had dan gezegd dat dat niet jouw probleem is.
D: ik heb gezegd dat is niet mijn probleem
D: en bedenk maar wat er daarna kan gebeuren, toen zei hij: oké ik zal nog eens kijken
A: niet nog eens kijken, bel hem op [verdachte] en zet hem onder druk
Map 22, pagina F 160:
Op 4 januari 2013 te 18.56 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: neefje die flikker van een [benadeelde partij 2] heeft nog niet gedingessed.
A: zo is het exact, maar de bal ligt nu bij hem.
F: waarom duiken we er niet op
A: ja natuurlijk dat spreekt voor zich, hij schijnt ook te hebben gejankt en gesmeekt van toe
haal die mannen voor de deur weg.
Die zit in de val ouwe.
Map 22, pagina's F 161 en F 162:
Op 4 januari 2013 te 19.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: belt hij mij en zegt van: abi geef me voor de laatste keer respijt tot negen uur, dan zal ik het voor negenen ergens anders vandaan regelen en naar je brengen.
D: dus ik zei van regel het. Voorts ben ik gebeld door [medeverdachte 20] . Hij zegt van: [benadeelde partij 2]
heeft dom gedaan. Zegt van: ik zal het regelen.
A: ik ga zo naar [medeverdachte 6] , de kapitein is vrij, voortaan is hij zoals je weet De Kapitein.
Map 22, pagina F 164:
Op 4 januari 2013 te 20.09 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: bel die [benadeelde 3] en zo op, bel en vraag van ben je er nog niet, waar ben je.
A: en bel [benadeelde partij 2] , zegt dat de tijd nadert, zeg ik kan ze niet meer tegen houden maat,
waar ben je mee bezig verdomme.
D: goed oké,
A; zet er druk op.
D; goed ik zal gaan bellen.
Map 22, pagina's F 166 en F 167:
Op 4 januari 2013 te 20.46 uur vindt een telefoongesprekplaats tussen [benadeelde partij 2] en [medeverdachte 3] L In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[benadeelde partij 2] zegt dat hij heel de tijd bedreigd wordt
[medeverdachte 3] : broertje waar ben jij ergens, waarom laat je je gezin/familie gevaar lopen
[medeverdachte 3] : wil praten
[benadeelde partij 2] : Abi er gaat niets ergs gebeuren he?
Map 22, pagina F 170:
Op 4 januari 2013 te 21.13 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [benadeelde partij 2] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[benadeelde partij 2] : Kunnen we elkaar in het restaurant treffen, en met elkaar op een rustige manier
spreken.
[medeverdachte 3] : In welk restaurant?
[benadeelde partij 2] : In [bedrijf 1]
[medeverdachte 3] : Is goed
[medeverdachte 3] : Je hoeft [verdachte] niet meer te bellen want vanaf nu ben ik jouw gesprekspartner.
Map 22, pagina's F 280 tot en niet F 282:
Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 2] d.d. 4 januari 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op vrijdag 4 januari 2013 omstreeks 21.00 uur ben ik naar café [bedrijf 1] te [geboorteplaats 1] gegaan. Ik ben samen met [medeverdachte 8] gegaan. Ik had een afspraak met [medeverdachte 3] . Deze [medeverdachte 3] beschuldigde mij ervan dat ik handel van hem geript had. Met handel bedoel ik wiet. Ik wilde met hem praten omdat ik hiermee niets te maken heb.
Sinds gisteren word ik door hem hiermee lastig gevallen. Hij belt mij constant.
Wij zaten aan een tafeltje. Even later zag ik [medeverdachte 3] binnen komen. Ik zag dat hij niet alleen was.
Ik zag dat hij samen met [verdachte] en [medeverdachte 6] binnen kwam. Ik ben opgestaan en naar achter in het restaurant gelopen. [medeverdachte 4] is voorin gebleven.
Het gesprek begon. Ik wilde vertellen dat ik niets met die ripdeal te maken had maar dat was
kennelijk niet hetgeen [medeverdachte 3] wilde horen. Hij bleef steeds Vertel vertel herhalen. Hij wilde
hiermee aangeven dat dit niet het verhaal was wat hij wilde horen.
Op enig moment kwam de eigenaar bij ons aan tafel om te zeggen dat het rustiger moest. Wij stonden toen op. Ik zag dat [medeverdachte 3] naar zijn broeksband greep. Ik zag dat hij hieruit een
vuurwapen haalde en dit liet zien aan degene die achterin het restaurant waren. Dit waren wij en de eigenaar. Ik zag een zilverkleurige revolver van 20-25 cm lang. Hij heeft het wapen niet op mij gericht. Doordat [medeverdachte 3] dit deed ontstond er rumoer in het restaurant. De eigenaar riep dat wij allemaal naar buiten moesten.
Map 22, pagina F 175:
Op 4 januari 2013 te 22.05 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 2] : Broer kan je naar [bedrijf 1] komen?
[medeverdachte 4] : Naar [bedrijf 1] , wat is er dan?
[medeverdachte 2] : Ja het zou goed zijn als je zou komen broer, zo snel mogelijk.
Map 22, pagina F 185:
Op 4 januari 2013 te 22.16 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: Oompjes (politie) hebben inval gedaan.
Het is maar goed dat ik het op tijd heb weggegooid.
Map 22, pagina's F 190 en F 191:
Op 5 januari 2013 te 14.48 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] zegt hierin dat [benadeelde partij 2] hen in de val heeft gelokt met de Marokkanen en dat die fuckers
hen geript hebben.
J vraagt wie hebben ze geript.
[medeverdachte 6] antwoordt: mij.
Map 22, pagina's F 209 tot en met F211:
Op 5 januari 2013 te 16.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: [benadeelde partij 2] zegt ik onderga mijn straf wel. Hij zegt ik heb er niets mee te maken maar ik zal wel de helft ofzo van de straf ondergaan.
D: wanneer zal ie het ondergaan
F: Vanavond om acht uur, schijnt ver weg te zijn, Hij zegt dat hij nu allerlei dingen aan het
regelen is, dat hij er twee van iemand heeft geregeld dat hij voorts nog aan het zoeken is en 3 a 4 zal proberen te regelen.
D: Hij liegt jongen, hij heeft iets gedaan met het geld. Maar ga er vooral niet op in oké, want
dan gaat [medeverdachte 3] af en dan heb je problemen met hun.
F: nee, nee, nee, ik heb gezegd regel maar wat je regelen kan. We laten hem gewoon komen
joh.
D: Waarom is ie gevlucht gisteren
F: Jah, hij zegt van ik wil niet dood
D: Ja ja maar waarom heeft hij de politie gebeld dan
F: Hij zegt dat hij dat niet gedaan heeft
D: wie heeft dan het spul, waarom zegt ie dat niet
F: hij zegt dat hij het niet heeft, dat de negers het hebben
D: Dan gaan we toch naar de negers verdomme
F: laat hem nou eerst maar komen, die dinges brengen, daarna pakken we de neger. Kijk, als
hij het heeft gedaan en de rest is bij de neger, dan is dat wat we van hem krijgen een extraatje en halen we bij de negers het volledige
D: Hmm
F: Zegt dus van ik zal mijn straf ondergaan en jullie vertellen waar alles is. Ik zei toen tegen
hem van kijk, breng het deel dat aan jou toekomt, 3 of 4 en laat daarna zien waar mijn zeven
ligt.
Map 22, pagina F 213:
Op 5 januari 2013 te 20.11 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] zegt ik heb tegen je oom gezegd dit en dit is wat er is gebeurd. de bal is nu weer bij jullie, ik heb alles gedaan wat mogelijk is.
Map 22, pagina's F214 en F215:
Op 5 januari 2013 te 22.58 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : Die jongen van die hoer is gekomen.
[medeverdachte 3] : Wie?
[medeverdachte 6] : Die bastaard van een Down.
[medeverdachte 6] : Hij heeft er vier gegeven.
Map 22, pagina F 224:
Op 6 januari 2013 te 21.03 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [benadeelde 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] komt aan de telefoon en zegt dat dit wat is gebracht niets is en dat [benadeelde 3] dit ding moet regelen en dat [medeverdachte 3] niets met [benadeelde 3] te maken wil hebben maar als dit zo doorgaat het alleen maar erger en erger wordt, wij geven jou een kans, wat je stuurt is niets. [medeverdachte 3] zegt dat hij niet achter [benadeelde 3] aan zal komen maar andere Marokkaanse jongens naar [benadeelde 3] zal sturen en dat dit probleem niet opgelost wordt op deze manier en dat [medeverdachte 3] en [benadeelde 3] elkaar nog wel een keer gaan ontmoeten.
Map 21, pagina E 220:
Op 6 januari 2013 te 22.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 3] zegt: zeg hem maar dat hij alleen met mij kan spreken ALS HIJ GEEN TANDEN MEER HEEFT, zeg dat maar tegen hem en zeg hem ook maar dat ik voor de deur van zijn broer sta, in zuid en dat ik ze allemaal ga oprapen, en zeg hem wat hij van plan is te gaan doen op dit moment.
Map 22, pagina F 151:
Op 6 januari 2013 te 22.28 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en vrouw van [benadeelde 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Vrouw [benadeelde 3] vraagt of hij degene is die [benadeelde 3] heel de tijd belt met er moet vandaag iets
terug want anders gebeurt er iets.
[medeverdachte 6] zegt dat [benadeelde 3] problemen heeft met andere mensen en niet met hem.
[medeverdachte 6] zegt dat als [benadeelde 3] mensen belazert en gaat rippen hij dit ook recht moet zetten.
Vrouw [benadeelde 3] vraagt of hij zelf heeft geript.
[medeverdachte 6] zegt ja met [benadeelde partij 2] en Wil. Wil heeft alles eerlijk verteld nadat hij klappen had gekregen. [medeverdachte 6] zegt dat [naam] vanaf dag 1 gezegd heeft dat hij samen met [benadeelde 3] en [benadeelde partij 2] heeft gedaan. [medeverdachte 6] zegt dat het gaat om een bedrag van 30.000 euro.
Map 22, pagina's F 233 en F 234:
Op 6 januari 2013 te 22.43 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en vrouw van [benadeelde 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] zegt dat [benadeelde 3] zijn eigen familie in risico en gevaar brengt door niet te reageren en hun te ontlopen.
[medeverdachte 6] zegt als [benadeelde 3] blijft weglopen hij zich verder in de problemen brengt.
[medeverdachte 6] zegt tegen NNvrouw dat zij haar leven niet op het spel moet zetten en zich er niet teveel mee moet bemoeien want [benadeelde 3] heeft er gewoon mee te maken.
Map 22, pagina's F 236 en F 237:
Op 6 januari 2013 te 23.08 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : hahaha maar ik zei van jongen. het zijn er 5 samen met je dinges en je hebt tot 15 uur de tijd
Map 22, pagina's F 244 en F 245:
Op 7 januari 2013 te 15.44 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [benadeelde partij 2] en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : bekijk het maar [benadeelde partij 2] , over 15 min ga ik naar die mannen terug, ik ga me niet als een
klein kindje aan de lijn laten houden, 1 uur, 2 uur, 3 uur.
D: vriend je maakt de grootste fout van je leven
F: wie
D: Dan kun je volgende week je trouwfeest wel vergeten snap je.
F: hoe durf jij zo tegen mij te praten godverdomme pooier dat ik je naai, hoe durf je zo tegen
mij te spreken dat ik het trouwfeest wel op mijn buik kan schrijven.
D: Wie zit er nu te bedreigen, jij zit mij te bedreigen
F: Ga je nu zo praten. dan moet je maar eens opletten wat die 5 nu gaat worden, kijk maar,
oké, weet je wat, die 5 hoefje niet meer te brengen, kijk maar eens wat er met jou gaat
gebeuren.
D: jij zit me te bedreigen.
F: dat ik je naai, klootzak van een dief, je probeert ons te pakken en dan ga je er als een hoer
vandoor, wacht maar nou jongen, kijk nou maar wat ik met jou doe, kijk maar oké.
Map 22, pagina F 247:
Op 7 januari 2013 te 16.18 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en [benadeelde 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] zegt dat [benadeelde 3] [benadeelde partij 2] moet bellen en zeggen dat hij de resterende bedrag moet brengen.
[medeverdachte 6] zegt dat er niet meer gerekt kan worden en het anders echt gaat escaleren.
Map 22, pagina F.192 tot en met F 195:
Op 8 januari 2013 te 22.03 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [benadeelde partij 2] en [medeverdachte 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 6] : [benadeelde partij 2] luister, die mensen die mensen hebben een appeltje met jou te schillen. Jij zegt
[medeverdachte 3] dit [medeverdachte 3] dat, [medeverdachte 3] is nu met [verdachte] dus bel met [verdachte] .
[benadeelde partij 2] : die heb ik net gebeld, hij zegt je hebt tot donderdag de tijd en dan moet je betaald hebben.
[medeverdachte 6] : wat praat je dan tegen mij. bel en praat met hem, alles wat jij hebt gegeven, gestuurd
hebben zij, verdwijnt toch niet in mijn zak.
[benadeelde partij 2] : jij zit toch ook in het spel of niet, jij bent toch degene die mij voor de 4000 lira
bedreigd
[medeverdachte 6] zegt [benadeelde partij 2] een gewichtige tussenpersoon te regelen.
Map 22, pagina's F 287 tot en met F 294:
Het verslag OVC van de opname tussen 25 januari 2013 te 10.24 uur en 28 januari 2013 te 08.10 uur. Dit verslag houdt onder meer in:
Gesprek op 27 januari 2013 tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] .
p. F290
H: wat ga je met [verdachte] bespreken?
A: wat ik met [verdachte] moet bespreken? [verdachte] is achterlijk geweest. Broer als iedereen maar een mening uitroept dan lukt het niet broer.
H. Dat kan niet
A: Als iedereen maar een mening heeft dan lukken deze zaken niet. Want in deze kwestie weer met dinges van broer [medeverdachte 4] , zijn inbreng en dat broer [medeverdachte 1] van die kant uit zegt: is goed. laat [medeverdachte 3] zich maar met deze zaak bekommeren en zodoende hebben jullie mij hiermee ingemengd maar laat me dan ook want ik heb de hengel, alles is dook door mij geregeld
H: ja
A: Ik heb de jongeren voor de deur van [betrokkene 7] gezet. ik heb een aantal strategische stappen
gedaan, een aantal dingen zijn weer teruggekomen, ik heb een vuurwapen naar [benadeelde partij 2]
getrokken en verder nog zus en zo gegaan.
H: ja
A: er is dus het een en ander teruggekomen.
H: ja
A: en dat is dankzij mij dat het is teruggekomen. Klopt dat broer?
H: ja dat klopt
A: En als dat zo is, zeg dan niemand hoeft wat met mij te bespreken. [medeverdachte 3] is het aanspreekpunt hiervoor, jullie moeten met [medeverdachte 3] praten. zeg dit dan toch?
H: ja
A: nu is [benadeelde partij 2] weggevlucht uit [geboorteplaats 1]
H: oh, dan moet je hun spreken
A: Die moet ik spreken, maar hoe zal dat gaan. Ik in het café en zij waren dus bij mij. Ik zei:
zeg maar tegen [benadeelde partij 2] dat hij naar [geboorteplaats 1] moet komen. Wanneer kan hij het regelen?
Donderdag hebben ze gezegd. Nou goed dan, laat hem donderdag komen en regelen. En dan
zal er tot donderdag gegarandeerd niets met [benadeelde partij 2] gebeuren. Het was inmiddels donderdag.
Toen werd [betrokkene 9] gebeld en ze zijn samen met [betrokkene 9] naar broer [medeverdachte 4] gegaan. Broer
[medeverdachte 4] heeft toen gezegd: Kijk, [medeverdachte 3] heeft jou tot donderdag de tijd gegeven, snap je broer, ik kan je nog voor 1 dag matsen broer, dat ben je niet waard maar laten we even met [medeverdachte 3] praten, kon dan gaan we naar [medeverdachte 3] had broer [medeverdachte 4] gezegd.
Ze kwamen toen naar het café. [benadeelde partij 2] is heel erg aan het bibberen. Hij zei: hoe moet ik het nu vertellen, het heeft niets met mij te maken enzo en toen zei ik: Ik wil geen verhaaltjes horen, komt jouw naam in deze zaak voor? Ja die komt voor. Breng me mijn geld, snap je? Ik zei: je zei zelf donderdag dus het is vandaag donderdag en het is 8 uur. Je hebt nog 4 uur de tijd.
Breng mijn geld binnen 4 uur en als je dat niet lukt koop dan over 3,5 uur een ticket en ga
vluchten hiervandaan zei ik. Maar je zus, je moeder, je huis, je kinderen, zei ik, daar kijk ik
niet naar om dan storm ik binnen zei ik. Ik storm bij iedereen binnen en bij wie ik kan
afrekenen daar reken ik dan mee af zei ik.
Toen heb ik hen weggestuurd. Toen heeft hij met broer [medeverdachte 4] gesproken en tegen hem
gezegd dat hij voor morgen wat kon regelen. Broer [medeverdachte 4] belt [verdachte] de volgende dag en
[verdachte] belt hem op. Hij zegt: kom jij maar en vertel de waarheid van dit verhaal dan geef ik je niet 1 dag maar 3 dagen dan kan je je geld in die tussentijd wel geven zegt hij.
Als jij hem zoveel comfort geeft dan zal hij niets regelen, let maar op, zei ik. Ik werd boos.
H: het komt wel bij [verdachte] en zo vandaan.
A: zondag belde broer [medeverdachte 1] mij en zei dinsdag is er een bespreking. Ik zei: dat is goed
broer en hing op. Vandaag is het zondag, dacht ik en ik geef die hufter nog 2 dagen en dan
moeten wij voor dinsdag het geld van hem hebben en hij was niet meer te vinden. Hij was
gevlucht. Toen werd het dinsdag en broer [medeverdachte 1] belde en zei: Is het een groot bedrag
waarmee hij is gevlucht? Dat weet ik ook niet broer, zei ik, ik weet ook niet dat hij gevlucht is. Toen is broer [medeverdachte 4] gebeld.
Map 22, pagina's F 299 tot en met F 343:
Het verslag OVC van de opname tussen 7 april 2013 te 14.30 uur en 7 april 2013 te 23.00 uur. Dit verslag houdt onder meer in:
p. 314
Gesprek tussen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 8]
[medeverdachte 3] : laatst nog is er voor de ogen van klanten het een en ander gebeurd. Je heb toch [benadeelde partij 2]
enzo.
A: ja
[medeverdachte 3] : Je hebt toch [medeverdachte 20] , zijn zwager je hebt toch [medeverdachte 20]
A: ja
[medeverdachte 3] : degene die toch naar Turkije is gegaan? Hij heeft een zwager genaamd [benadeelde partij 2] , die overal rondzwerft.
A; ken ik niet
H: als je hem ziet dan zal je hem kennen
[medeverdachte 3] : met de chauffeur, op de een of andere manier met die chauffeur uit (lijkt op) Rijsoord
samen gen.. .(maakt woord niet af). Wist je dat... Nederlander is. Ze hebben samen met de
chauffeur het spul geript... Ja! Wat doen ze ze gaan naar broer [medeverdachte 1] . En broer [medeverdachte 1]
zegt: laat hem dat maar regelen. Zeg het maar broer? Dat regelt hij ( [medeverdachte 3] ) ook wel (zei
[medeverdachte 1] ) Hij regelt het wel.
H: gelach
[medeverdachte 3] ): we hebben het geregeld, ze hebben het teruggebracht. wiet enzo en alles. Daar bovenop hebben ze ook nog een boete gekregen. Speed enzo, daarna is [verdachte] met speed opgepakt en heeft hij vastgezeten toch.
A: deze gasten?
[medeverdachte 3] : ja, ja, ja
[medeverdachte 3] : 7 kilo
[medeverdachte 3] : toen zij waren geript, hebben zij 7 kilo wiet verloren, 8 kilo wiet is teruggekomen, 2 kilo hasj is gekomen en 4 kilo speed is gekomen broer, TERUG!.
[medeverdachte 3] : we zijn niet slim geweest.
H: wat wij doen is dienstverlening aan dommen man.
Map 5, pagina's 2306 tot en met 2311:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 21] d.d. 4 januari 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Gisteravond kwam [medeverdachte 6] mij thuis op halen om 21.00 uur. Toen zijn we een rondje
gereden. Toen heeft [medeverdachte 6] neef [verdachte] gebeld. We gingen naar het huis van [verdachte] . Toen reden we weer een rondje. Toen kwam het broertje van [medeverdachte 6] naar [verdachte] . [verdachte] is bij het broertje ingestapt en toen reden we verder.
We hebben een Nederlandse man opgehaald bij een tankstation Totaal ofzo. Het was in elk
geval langs een snelweg richting Eindhoven. We kwamen daar en toen was daar een vriend
van [verdachte] die we opgehaald hebben. Daarna hebben wij hem afgezet bij [verdachte] , daar waar hij woont bij het [adres 45]
De Nederlandse man belde [verdachte] en zei: Kom me ophalen. Bij het ophalen zaten in de auto: Ik [medeverdachte 6] en [verdachte] .
Na ongeveer een half uur kwamen we terug bij dezelfde woning, die van [verdachte] . Ik ben achter de woning bij de garage geweest. Die Nederlandse man was daar met [verdachte] , volgens mij ook de pa van [verdachte] .
Ik hoorde wel wat geschreeuw maar verder niet zo veel. Ik heb die mensen gezien. Ze waren
boos op die Nederlander. Die vader was niet zo boos, [verdachte] wel. [verdachte] zei iets met spullen
ofzo.
Ik was achter de garage en zij waren in de garage. Er waren nog twee mannen in de garage. Ik hoorde: waar zijn de spullen. Ik ben een half uurtje bij de garage geweest.
Ik zag de Nederlandse man, [medeverdachte 6] , [verdachte] en twee onbekende mannen. Ze moeten dat spul. Een van die twee mannen gaf de Nederlandse man een duw en toen viel hij. Er was geschreeuw in de garage. Die Nederlandse man is naar buiten gegaan. Ik weet niet of dat uit zichzelf was. Hij wilde weg. Hij zei allemaal laat me. Toen is iedereen in de auto gestapt en zijn we naar huis gegaan.
Map 3, pagina's 1096 tot en met 1098:
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 6] d.d. 14 oktober 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[benadeelde partij 1] vertelde dat [benadeelde partij 2] er achter zat. In heel deze zaak heb ik enkel maar bemiddeld
tussen [verdachte] en [benadeelde partij 2] om die handel, die zes kilo wiet, terug te krijgen bij [verdachte] . Ik
heb hierin wel telefoongesprekken gevoerd en misschien wat druk gezet bij [benadeelde partij 2] .
Bewijsoverweging t.a.v. het onder 4 subsidiair bewezen verklaarde
Ten aanzien van het aanwezig hebben van de zes kilo hennep voert de verdediging aan dat
de verklaring van [benadeelde partij 1] onbetrouwbaar is gebleken. Verder volgt uit de taps geen
exacte hoeveelheid. Gerefereerd wordt aan het oordeel van het hof met dien verstande
dat uitgegaan dient te worden van een hoeveelheid. Van het overige dient vrijspraak te
volgen.
Het hof overweegt als volgt.
Gelet op de niet-ontvankelijk verklaring van de officier van justitie ten aanzien van de
primair ten laste gelegde gijzeling/ontvoering en de subsidiair eerste cumulatief/alternatief
ten laste gelegde mishandeling gaat het hof hier over tot bespreking van het subsidiair
ten laste gelegde aanwezig hebben van 6 kilo hennep.
Op grond van de opgenomen bewijsmiddelen met betrekking tot zaak 6 in onderlinge samenhang bezien, stelt het hof, met de rechtbank, het volgende vast.
Hennep
Uit de verklaring van [benadeelde partij 1] (verder: [benadeelde partij 1] ) volgt dat hij een klus zou doen voor
[medeverdachte 6] en [verdachte] . Daarbij ging het volgens hem om het vervoeren van hennep
naar Eindhoven. [benadeelde partij 1] heeft de hennep opgehaald bij de vader van [verdachte] alwaar [verdachte]
zelf ook aanwezig was. Onderweg naar Eindhoven is de hennep geript. [benadeelde partij 1] heeft
[verdachte] hierover opgebeld waarna [verdachte] samen met [medeverdachte 6] en nog een persoon hem op
is gaan halen.
Met betrekking tot het verweer betreffende de betrouwbaarheid van de verklaring van Van
Beek overweegt de rechtbank dat inderdaad is gebleken dat [benadeelde partij 1] niet op alle punten
direct openheid van zaken heeft gegeven en dat hij niet geheel conform de waarheid heeft
verklaard. Echter, zijn verklaring dat hij hennep vervoerde voor [verdachte] en [medeverdachte 6] wordt
niet alleen ondersteund door het feit dat [benadeelde partij 1] na de rip door hen is opgehaald maar ook
uit de tapgesprekken waaronder het gesprek van 4 januari 2014 te 18.14 uur tussen [medeverdachte 5] en
[verdachte] en het gesprek van 5 januari 2013 van 14.48 uur tussen [medeverdachte 6] en [betrokkene 3] . Daaruit
blijkt immers dat zij beiden aangeven te zijn geript. Daar komt bij dat uit de tapgesprekken
blijkt dat [medeverdachte 6] en [verdachte] zich beiden intensief hebben bemoeid met het terug halen
van de hennep, hetgeen zonder enig eigen belang daarbij naar het oordeel van het hof niet voor de hand ligt.
Aldus stelt het hof, met de rechtbank, vast dat [benadeelde partij 1] de hennep vervoerde voor [verdachte] en [medeverdachte 6] en dat [benadeelde partij 1] deze hennep van [verdachte] overhandigd heeft gekregen. Op grond van de verklaring van [benadeelde partij 1] , [medeverdachte 6] alsmede de tapgesprekken waaronder het gesprek van 4 januari 2013 te 14.52 uur tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 42] , stelt het hof voorts vast dat de door [benadeelde partij 1] te vervoeren hoeveelheid hennep minimaal zes kilo bedroeg. Daarmee acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] tezamen en in vereniging met anderen zes kilo hennep aanwezig heeft gehad.
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 5 bewezen verklaarde
De verdediging bepleit vrijspraak van dit feit wegens het ontbreken van een nauwe en
bewuste samenwerking met anderen alsmede het ontbreken van opzet. Verdachte heeft geen
betrokkenheid bij de feitelijkheden die zijn tenlastegelegd. Er zijn door verdachte weliswaar
uitlatingen gedaan over te telefoon maar deze moeten worden gezien als meepraten. [benadeelde partij 2]
was immers een vriend van verdachte. Ter staving hiervan heeft de verdediging destijds
verzocht om verstrekking van de volledige gespreksgeschiedenis tussen verdachte en [benadeelde partij 2] ,
hetgeen ook door het Openbaar Ministerie is toegezegd, maar deze zijn nooit ontvangen. Tot
slot wordt verwezen naar de verklaring [benadeelde partij 2] bij de rechter-commissaris.
Het hof overweegt als volgt.
Op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen met betrekking tot zaak 6 en 7 in
onderlinge samenhang bezien, stelt het hof, met de rechtbank, het volgende vast.
Op 3 januari 2013 heeft er een rip plaatsgevonden van een partij hennep die aan [medeverdachte 6]
en [verdachte] toebehoorde. Daarbij zouden [benadeelde partij 2] en [benadeelde 3] betrokken zijn
geweest. Uit de diverse tapgesprekken die in het dossier zijn gevoegd volgt dat naar
aanleiding hiervan diverse gesprekken met [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde 3] en/of de vrouw van [benadeelde 3]
zijn gevoerd door [medeverdachte 6] , [verdachte] en [medeverdachte 3]
Naar het oordeel van het hof blijkt hieruit dat [medeverdachte 3] op 4 januari 2013 is gaan
informeren naar [benadeelde 3] omdat hij gisteren iets zou hebben meegenomen en dat hij dit moet
teruggeven omdat het anders een probleem wordt. Tegen ene [betrokkene 42] heeft hij vervolgens
gezegd dat hij [benadeelde 3] op moet bellen en hem moet zeggen dat het niet het werk van [verdachte] ,
[medeverdachte 6] ofzo is maar van [medeverdachte 3] en dat hij één uur heeft en zij anders langs komen en dat dit de
enige waarschuwing is. Verder heeft [medeverdachte 3] in dit gesprek tegen die [betrokkene 42] gezegd dat hij ze
lekker op moet naaien op een panische toon zodat de flikker bang wordt. Hij moet verder
zeggen dat als hij niet binnen het uur komt, ze naar hem komen, naar het adres dat ze
hebben achterhaald en dat ze geen mededogen hebben met zijn moeder, vader, zus of wat
dan ook en dat ze ze zullen neuken. Verder blijkt uit een aantal gesprekken tussen [verdachte] en
[medeverdachte 3] dat [medeverdachte 3] [verdachte] heeft geïnstrueerd over wat hij moet doen en wat hij tegen [benadeelde partij 2] moet
zeggen. Zo moet [verdachte] van [medeverdachte 3] tegen [benadeelde partij 2] zeggen dat de tijd nadert en dat hij ze niet
meer tegen kan houden. [verdachte] moet er druk op zetten van [medeverdachte 3] . In de avond van 4 januari
2013 heeft [medeverdachte 3] zelf met [benadeelde partij 2] gesproken en heeft tegen hem gezegd dat hij [verdachte] niet meer
hoeft te bellen omdat hij vanaf nu zijn gesprekspartner is. In dit gesprek wordt tevens een
afspraak gemaakt om elkaar te treffen in [bedrijf 1] . Over deze ontmoeting heeft [benadeelde partij 2]
verklaard dat hij [medeverdachte 3] samen met [verdachte] en [medeverdachte 6] zag binnenkomen. [benadeelde partij 2] wilde tegen
[medeverdachte 3] vertellen dat hij niets met de ripdeal te maken had maar dat wilde hij niet horen. Toen
de eigenaar aan de tafel kwam om te zeggen dat het rustiger moest trok [medeverdachte 3] een vuurwapen
uit zijn broeksband en liet dit zien aan degenen die achterin het restaurant waren. Dat [medeverdachte 3]
een vuurwapen naar [benadeelde partij 2] heeft getrokken volgt ook uit het OVC-gesprek 27 januari 2013.
Nadat [benadeelde partij 2] er op 5 januari 2013 vier heeft gegeven, heeft [medeverdachte 3] met [benadeelde 3] gesproken en
hem gezegd dat wat er is gebracht niets is en dat het als het zo doorgaat alleen maar erger en
erger wordt en zij hem een kans geven.
Verder blijkt uit deze gesprekken dat [medeverdachte 6] een gesprek met [medeverdachte 3] heeft gevoerd op 6
januari 2013 waarin hij zegt dat hij heeft gezegd dat het er samen vijf zijn met je dinges en
dat hij tot 15 uur de tijd heeft.
Ook heeft [medeverdachte 6] zelf gesprekken met [benadeelde partij 2] gevoerd waarin hij o.a. op 7 januari 2013
heeft gezegd. Die vijf hoefje niet meer te brengen, kijk maar eens wat er met jou gaat
gebeuren en dat er niet meer gerekt kan worden en het anders echt gaat escaleren. In een
gesprek tussen hen op 8 januari 2013 zegt [benadeelde partij 2] tegen [medeverdachte 4] dat [verdachte] tegen hem heeft
gezegd dat hij tot donderdag de tijd heeft en dat hij dan betaald moet hebben.
Afpersing [benadeelde partij 2] en [benadeelde 3]
Op grond van het voorgaande is het hof, met de rechtbank, van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat [medeverdachte 6] zich samen met [medeverdachte 3] en [verdachte] schuldig heeft gemaakt aan de afpersing van [benadeelde partij 2] en [benadeelde 3] . [medeverdachte 3] had hierin weliswaar een leidende positie maar hij deed dat voor [verdachte] en [medeverdachte 6] om hun hennep terug te verkrijgen. [medeverdachte 3] heeft op een dwingende wijze naar [benadeelde partij 2] en [benadeelde 3] gehandeld door hen te bedreigen met geweld.
Uit de tapgesprekken komt naar voren dat [benadeelde partij 2] en [benadeelde 3] bang moesten worden
voor de gevolgen voor henzelf en hun familie als zij binnen een bepaalde tijd geen gehoor
zouden geven aan hetgeen hen werd verzocht. [verdachte] en [medeverdachte 6] waren volledig van
deze handelwijze op de hoogte en hebben zich hiertegen niet verzet of zich hiervan
gedistantieerd. [verdachte] en [medeverdachte 6] hebben hierin bovendien ook zelf een rol gehad. Zo
namen zij telkens contact op met [medeverdachte 3] over de stand van zaken en gaf [medeverdachte 3] hen instructies
over hoe te handelen en wat te zeggen. Uit de contacten die zij hebben gehad met [benadeelde partij 2]
en/of [benadeelde 3] blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat ook zij druk op deze personen
hebben gezet om iets van hen gedaan te krijgen.
Het hof, met de rechtbank, is dan ook van oordeel dat er sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking gericht op het afpersen van [benadeelde partij 2] en [benadeelde 3] teneinde de geripte hennep terug te verkrijgen.
Ten aanzien van het onder 10 bewezen verklaarde (zaak 18)
Map 34, pagina's R 40 tot en met R 42:
Het proces-verbaal van bevindingen. met bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Er werd diverse telecommunicatie opgenomen en afgeluisterd, waaronder het telefoonnummer 31645081468 in gebruik bij [verdachte] . Er komen gesprekken naar voren die mogelijk verwijzen naar een hennepkwekerij.
Gesprek op 26 februari 2013, 23.32 uur.
[verdachte] wordt gebeld door [betrokkene 18] . [verdachte] vertelt dat iemand genaamd [betrokkene 53]
tegen [medeverdachte 3] en consorten heeft gezegd dat hij samen met [verdachte] een plek doet, maar dat de
huiseigenaar niet tevreden is. Nog twee weken voordat het geknipt gaat worden. [verdachte] vraagt zich af of dit die achterlijke Afrikaan van hen is, die dit verteld heeft. [verdachte] geeft aan dat hij er morgen gaat praten.
Gesprek op 26 februari 2013, 23.40 uur.
[verdachte] belt uit naar [betrokkene 18] . [betrokkene 18] zegt dat [verdachte] zou hebben gezegd dat het achter de woning van [medeverdachte 22] is en dat er een neger, dat er twee negers verblijven. [medeverdachte 22] had tegen [verdachte] gezegd dat haar oom had gezegd 'hier ergens in jullie wijk schijnt hij dinges met de negers te doen'. [verdachte] vertelt dat [medeverdachte 22] hem daar precies op de hoek heeft gezien. [betrokkene 18] zegt dat [verdachte] maar moet kijken hoe hij het gaat doen, maar ze moeten daar twee â drie keer
draaien/kunnen oogsten tot de zomer, anders zijn ze de klos.
Gesprek op 27 februari 2013, 18.50 uur.
[verdachte] belt uit naar het nummer 31684370852 en spreekt met NN man. [verdachte] vraagt of de vriend van NNman [betrokkene 53] heet en of deze bij hem woont. [verdachte] wil hen beiden morgen spreken.
Gesprek op 27februari 2013, 19.04 uur.
[verdachte] wordt gebeld door NNman die gebruik maakt van het nummer 31684370852.
NNman zegt dat hij niet weet wat [verdachte] met [betrokkene 53] heeft besproken, maar zijn huis is zijn
huis.
Uit onderzoek in BHV blijkt dat het nummer 31684370852 in 2011 is opgegeven door [betrokkene 19] ,
[naam], geboren te [geboorteplaats betrokkene 19] wonende te [geboorteplaats 1] , [adres] .
Het adres [adres] te [geboorteplaats 1] ligt op een hoek. Deze woning ligt schuin achter de
woning van [medeverdachte 22] .
Map 34, pagina R 29:
Op [geboortedag medeverdachte 2] 2013 te 18.36 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
M: [verdachte] , wat voor baby's hebben we hier bij die neger gegeven.
[verdachte] zegt dat het normale is.
M: Dit is Haze man!
D: ja, het zou wel Am kunnen zijn. zal ik het even vragen?
Heb je al gekeken? Zijn ze al wat goed geworden?
M: het is niet goed maar het gaat wel.
Map 13, pagina's E 1051 en E 1052:
Het proces-verbaal van 140 Sr. hoofdstuk: "Drugs. heimelijk/versluierd taalgebruik". Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
In dit hoofdstuk "heimelijk/gecamoufleerd taalgebruik betreffende drugs en geld" worden
feiten en/of bevindingen genoemd die vermoedens geven dat heimelijk over drugs gesproken wordt. Ter verduidelijking hiertoe worden hier een aantal hennep- c.q. wietsoorten genoemd met de hun bekende THC-waarde.
Wietsoort THC-waarde
Super Silver Haze 15-20%
Amnesia Haze 15-20%
Zoals in dit hoofdstuk gerelateerd en verduidelijkt, worden door de vermoedelijke leden van
de vermoedelijke criminele organisatie [medeverdachte 1] c.s. in telefoongesprekken veelvuldig
gesproken over:
Gebezigde termen toelichting
“am” vermoedelijke afkorting voor amnesia
Map 34, pagina R 30:
Op [geboortedag medeverdachte 2] 2013 te 18.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
M: weet je wat die verdomde neger heeft geflikt? Hij heeft er 4-5 stuks geknipt en gerookt,
verdomme! Ik ben verdomme van woede aan het lachen en dan zegt hij ook nog eens tegen
mij, ik rook dit en jullie brengen mij de hele tijd heel weinig. Alsof ik er telkens kilo’s naartoe moet brengen.
D: wat een onbetrouwbare hufter zeg.
Map 34, pagina R 31:
Op 13 september 2013 te 12.51 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
D: oom, kom even zodat we bij die neger gaan.
M: [verdachte] ik heb geen rijbewijs, de politie heeft beslag gelegd op mijn rijbewijs.
D: waar is [medeverdachte 4] dan?
Map 34, pagina R 33:
Op 14 september 2013 te 13.07 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
D: die jongen vraagt hoeveel het ongeveer is.
M: Wij hebben het niet gewogen [verdachte] ! Maar ik vermoed dat het meer dan dertig is.
D: Hoeveel zakken?
M: Ik geloof wel zeker vijf zakken. Misschien wel zes, ik ‘r eet het niet precies. Ik kan het
natuurlijk wel laten wegen maar dan ben ik bang dat hij met een onredelijke kiloprijs zal
komen.
Map 34, pagina R 35:
Op 16 september 2013 te 14.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
M: Je hebt wel aan [betrokkene 54] gegeven, maar wie gaat aan [betrokkene 19] geven? Dat geld hebben we van het gemeenschappelijke geld gegeven [verdachte] ! Dan moet jij zelf 200 lira aan [betrokkene 54] geven. Ik
bedoel aan [betrokkene 19] !
D: Natuurlijk ga ik dan doen. Je hoeft niet te geven.
M: Ik kan je wel 150 geven maar je moet later niet aan mijn kop gaan zeuren. Als Esa aan mijn kop gaat zeuren, zeg ik ga..
D: Nee hoor, ik geef hem zelf wel.
Map 34, pagina R 36:
Op 17 september 2013 te 13.17 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
M: we hebben het toch geknipt en aan de kameraad daar gegeven.
D: Ja
M: Nou dan?
D: nee man, die andere plek bij die neger daar, ga je toch deze week afhandelen? Zwager, je
moet het zelf weten, maar die man zegt zelf van ik heb vrienden, en dit hier is nog niet
af/volgroeid.
M: Luister [verdachte] , jij gaat mij weer in ellende storten, hoe kan ik de mannen zou zeggen van
ik heb het geknipt en aan een ander gegeven (..)
D: ja maar zwager, als je het aan de mannen had gegeven bleef er ook hetzelfde over. Zit je nu woorden vuil te maken vanwege een lullige tweeduizend lira.
M: het kan me niet schelen wat voor iets overbleef. De mannen zeggen gewoon van jullie
tonen geen goede wil. En waarom geven jullie het aan een ander en gunnen jullie het niet aan ons, aangezien jullie wel wiet hebben. (..) Je hebt die mannen die dag 40, 50 kilo beloofd, maar doe dat nou niet man (..) Ga nou knippen en zo snel als mogelijk geven verdomme, en maal niet om winst of verlies en laten we ons eenmaal daarvan ontdoen, want we kunnen anders geen zaken doen verdomme.
Map 34, pagina's R 94 en R 95:
Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 1 oktober 2013 ben ik gegaan naar het adres [adres] te [geboorteplaats 1] . Op de eerste
verdieping van de woning werd in twee ruimtes een in werking zijnde hennepkwekerij
aangetroffen. Totaal bevonden er zich 287 planten van circa 2 weken oud. In ruimte 1 stonden 145 planten, in ruimte 2 stonden 142 planten. Er zijn aanwijzingen voor eerdere oogsten.
Map 34, pagina R 3:
Het proces-verbaal van relaas. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 1 oktober 2013 werd binnengetreden in perceel [adres] te [geboorteplaats 1] . Bij het
aantreffen van de hennepkwekerij werden twee personen in de woning aangetroffen en
aangehouden. Dit betroffen:
[betrokkene 19] , geboren te [geboorteplaats/land betrokkene 19] en [betrokkene 52] , geboren te [geboorteplaats/land betrokkene 52] .
Map 34, pagina R 96:
Het proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik onderzocht een partij op hennep gelijkende stof, bestaande uit zes monsters uit twee
kweekruimtes, welke zijn aangetroffen op het adres [adres] te [geboorteplaats 1] .
Aangetroffen bij de verdachte [betrokkene 19] .
Bij een door mij gehouden MMC kleur reactietest bleek dat deze stof positief reageerde op de aanwezigheid van THC, zijnde de werkzame stof in hennep.
Map 34, pagina R 77:
Het proces-verbaal van inverzekeringstelling van verdachte [betrokkene 19] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb mijn woning ter beschikking gesteld voor hennepkwekerij.
Map 34, pagina's R 104 tot en met R 108:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 19] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik woon ongeveer zeven jaar op de [adres] te [geboorteplaats 1] . Ik woon er alleen.
Ik leerde een Duitse man kennen in discotheek 013. Die man bood mij aan om te helpen met
mijn schulden. Hij zei dat hij '[naam]’ heette.
Ik moest mijn telefoonnummer geven. Ik kreeg niet die van hem. Hij belde altijd anoniem, op mijn nummer 06-84370852. Ik heb die man ongeveer drie maanden geleden ontmoet. Hij heeft mij denk ik zes keer gebeld. Dan ging het erover of ik thuis was. We hebben de eerste keer gepraat over de 'dinges'. Er kwamen toen vier jongens mee met dozen. Die dozen waren loodzwaar. Ik schrok ervan. Ze zijn in augustus begonnen met bouwen. Toen waren het weer twee andere jongens. [naam] was er beide keren bij. Ze zijn volgens mij 22 september begonnen.
Die dag zag ik de stekjes staan. Mat zei dat ik alles dicht moest laten en niet mocht kijken. Ze zijn een aantal keren geweest, twee verschillende werkploegen. [naam] noemde dat zijn
medewerkers. Ik heb één keer gezien dat [naam] water kwam geven. Die medewerkers waren
Turkse types denk ik. Hij zei dat als er geknipt zou zijn en er verkocht werd, dan zou hij mijn huurachterstand betalen. Ik heb nog geen geld ontvangen van [naam].
[naam] heeft kannen in de schuur gezet. Dat was sinds 22 september 2013. Ze hadden wel eens
witte zakken in hun auto, de Audi, die sjouwden ze naar boven. Op 22 september 2013 zijn er voor de eerste keer hennepstekjes geplant in deze kwekerij. De hennepkwekerij is van [naam].
Alleen [naam] verzorgde de hennepplanten, hij is drie keer geweest.
Map 5, pagina's 1976 en 1977:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 19] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb al verteld dat ik gebeld werd door een Turkse man, [betrokkene 18] . Hij bedreigde mij toen, dat als ik iets over hun zou zeggen, dat zij de hennepkwekerij bij mij hadden ingericht, dat zij mij zouden vermoorden. Ik heb u verteld dat ik bij [adres 11] te [geboorteplaats 1] stond bij [betrokkene 18] .
Dit is dezelfde persoon, die bij mij de kwekerij heeft opgezet, samen met [medeverdachte 4] . [betrokkene 18]
reed in een Audi station, kleur zwart en een zwarte Skoda station. In popcentrum 013 werd ik door een Turkse man, [verdachte] , aangesproken. Ik zei dat ik financiële problemen had. Hij kon mij wel helpen door een hennepkwekerij in mijn woning te zetten. Hij zei dat hij specialisten zou sturen om de kwekerij in te richten. [betrokkene 18] en [medeverdachte 4] hebben de kwekerij opgebouwd.
Map 34, pagina's R 223 en R 224:
Het proces-verbaal van bevindingen met bijlage. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[betrokkene 19] had kentekens genoteerd van auto's waarin de in zijn verklaring genoemde [betrokkene 18] en
[medeverdachte 4] reden. Door mij werden de kentekens bevraagd bij Rijksdienst voor het Wegverkeer.
Audi A3 zwart [kenteken 12] : in de periode van 2 april 2013 tot 27 september 2013 op naam van Had [betrokkene 18] , wonende te [geboorteplaats 1] , [adres 11] .
Skoda zwart [kenteken 13] : sinds 9 november 2012 op naam van [betrokkene 20] , wonende te [geboorteplaats 1] , [adres 11] .
Golf Polo TD grijs [kenteken 14] : sinds 25 maart 2013 op naam van [medeverdachte 22] , wonende te
[geboorteplaats 1] , [adres 12] .
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 10 bewezen verklaarde
De verdediging bepleit vrijspraak van dit feit waartoe primair wordt aangevoerd dat de
verklaring van [betrokkene 19] dient te worden uitgesloten van het bewijs nu de verdediging hem niet
nader heeft kunnen ondervragen. Overige bewijsmiddelen bestaan uit tap- en OVC-gesprekken waarvoor geldt dat deze enkel als ondersteunend bewijsmiddel kunnen worden
gebruikt en bovendien voor één uitleg vatbaar moeten zijn. Uit de tapgesprekken vanaf 10
september 2013 kan bovendien enkel wetenschap worden vastgesteld. Subsidiair wordt
aangevoerd dat de aanwezigheid van de kwekerij hooguit kan worden vastgesteld vanaf
begin september 2013. Van de overige periode dient vrijspraak te volgen.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof stelt op grond van de opgenomen bewijsmiddelen met betrekking tot zaak 18 het volgende vast.
In de woning van [betrokkene 19] aan de [adres] te [geboorteplaats 1] is op 1 oktober 2013 een
hennepkwekerij aangetroffen, bestaande uit 287 planten, verdeeld over twee ruimtes. [betrokkene 19]
heeft zijn woning ter beschikking gesteld, de eigendom van de kwekerij behoorde toe aan
[verdachte] en [naam]. Uit tapgesprekken in combinatie met andere onderzoeksgegevens blijkt dat
de woning van [betrokkene 19] in ieder geval vanaf 26 februari 2013 door [verdachte] en [naam] werd benut
voor de hennepkwekerij. Immers, [verdachte] en [naam] spraken op die datum over een plek waar
twee weken later geknipt zou worden. Die plek was gelegen op een hoek, achter de woning
van [medeverdachte 22] en er zouden twee negers verblijven. [verdachte] wilde de volgende dag met de
Afrikaan spreken. Het telefoonnummer dat [verdachte] de dag erna belt, behoort toe aan [betrokkene 19] , die
schuin achter de woning van [medeverdachte 22] in een hoekwoning woont. Voorts is [betrokkene 19]
afkomstig uit Niger en zijn vriend [betrokkene 52] , die regelmatig in de woning van [betrokkene 19] verblijft, uit
Togo.
Gelet op het voorgaande is het hof, met de rechtbank, de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte samen met anderen in de periode van 26 februari 2013 tot en met 1 oktober 2013 in een pand aan de [adres] te [geboorteplaats 1] ongeveer 281 hennepplanten heeft geteeld.
Ten aanzien van het onder 11 bewezen verklaarde (zaak 20)
Map 34, pagina T 37:
Op [geboortedag medeverdachte 2] 2013 te 17.45 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
D: Wanneer denk je aan de plek van "de kameraad"?
M: We moeten even kijken en een besluit nemen [verdachte] . Het is nog niet helemaal goed mijn
vriend en de binnenkant is nog niet vol want ik was daar verdomme eergisteren nog. Ik heb
toen die ... (onverstaanbaar) gestekt/rechtop gezet.
D: Dat had je vorige week al gestekt/rechtop gezet.
M: Nee, ik heb ze ook in de andere kamer gestekt/rechtop gezet. Luister eens, ik heb 800 aan Turgut gegeven, dan weet je ervan. En ik heb 800, nee, 300 lira aan broer gegeven. En ik heb nog 750 aan huur betaald. Dat heb ik gegeven van ons geld, dat we van de overkant hebben gekregen, want wat moest ik anders doen [verdachte] ? Broer, hij/zij zeurt verdomme aan mijn kop en zegt, er zijn twee huren en zo dit en dat.
D: Heb je de huur betaald?
M: Ja. die heb ik betaald, ik heb alleen de huur van de boerderij betaald.
Map 34, pagina T 38:
Op 11 september 2013 wordt door [medeverdachte 23] een sms-bericht verzonden naar [verdachte] , met de inhoud:
Arnhem is geëxplodeerd.de oompjes
Map 34, pagina T 39:
Op 11 september 2013 te 10.45 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
D: Zwager, ik heb toch tegen je gezegd dat we het daar niet moesten doen. Die bastaard heeft het willens en wetens laten klappen. Hij heeft die dinges steeds maar niet betaald en niet betaald. Jij hebt hem laatst ook nog eens geld gegeven verdomme.
M: Ja man, ik heb hem laatst nog 800 Lira geld gegeven.
D: Hoe is het geklapt?
M: De oompjes zijn gekomen en naar binnen gegaan.
Map 34, pagina T 40:
Op 11 september 2013 te 22.41 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[betrokkene 18] zegt, hey luister, ik wil je iets zeggen. Bel [naam] even want [naam] wil informatie
hebben van jou. Ik heb hem gesproken over die informatie maar hij wil jou ook spreken. Bel
hem even en zeg dat hij wel mag praten maar dat je er verder niets aan kan doen. Hey voor
zover ik weet schijnt die huis gepakt te zijn vanwege huurachterstand van [naam]. Hij zat bij
ons te zeuren over die huur maar die bastaard had zelf een huurachterstand van zes of zeven
maanden! Die verhuurder schijnt als eerste heen te zijn gegaan.
[verdachte] zegt, die vuile bastaard.
[betrokkene 18] zegt, zeg tegen hem dat je het voor het eerst deed, dat je schulden hebt. dat je de
materialen via internet had gekocht, dat jij ook 15.000 lira aan materiaal kwijt bent en dat jij
ook risico hebt gelopen. Meer kan je niet doen vriend.
Map 34, pagina T 43:
Op 12 september 2013 te 11.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NNman3600. In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
D: Is de plek van [naam] gisteren gepakt?
NN: Ja. ik zag dat de politie daar naar binnen ging en een half uur later, ik heb foto's
gezonden naar broer [betrokkene 18] . Politie en zo en ze zijn gisteren van 's ochtends 10 tot 's
middags 5-6 uur bezig geweest om alles leeg te ruimen.
D: Waarom is het daar gepakt?
NN: ik denk door huurachterstand of gewoon door die deurwaarder gedoe of dat soort dingen want de laatste twee weken allemaal deurwaarder brieven en brieven van de woningbouw .
Door dit akkefietje.
D: We hebben zoveel geld gegeven en we hebben deze week ook nog geld gegeven.
NN: Ik weet het niet (..). En dan geeft hij [naam] maandag nog 800 euro.
Map 34, pagina T 47:
Op 13 september 2013 te 12.44 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 23] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
M: (..) en 800 aan [naam].. had ik het maar niet gegeven., gisteren belde [naam] mij gisteren.. ik heb tegen hem gezegd, jij hebt een heleboel schulden aan de staat.. en bij de rechtbank.. daar zul je een taakstraf krijgen.. hij vroeg mij of ik hem kon helpen.. en ik heb gezegd, dat zien we wel.. hij heeft de huur niet betaald die hoerenzoon.. en daarom is hij gepakt.
D: Iets van 20 duizend Lira geld zijn we daaraan kwijtgeraakt.
M: het zou heel fijn geweest zijn deze keer.
Map 34, pagina T 48:
Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 11 september 2013 betrad ik de woning aan de [adres] , Silvolde, gemeente Oude
IJsselstreek. De woning werd betreden in het bijzijn van de gerechtsdeurwaarder. De woning werd betreden teneinde deze te ontruimen naar aanleiding van het vonnis van de rechtbank te Zutphen. De ingeschreven bewoner [betrokkene 67] was niet aanwezig. In de woning was een inwerking zijnde hennepkwekerij aanwezig.
Map 34, pagina T 49:
Het geschrift, te weten een kopie van een ruimlijst hennep. Dit geschrift houdt onder meer in:
Adres van inbeslagname: [adres] , Silvolde.
Datum: 11/9/13
Hennepplanten: 319 stuks.
Map 34, pagina T 50:
Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 11 september 2013 werden door mij ter plaatse in de aangetroffen hennepkwekerij aan de [adres] te Silvolde representatieve hennepplanten getest, middels de MMC Narcotic
Identification Test.
Uit de test van de planten bleek dat de planten kennelijk THC bevatten. Met de aanwezigheid van THC werd aangetoond dat het bij de aangetroffen planten om hennep ging.
Map 34, pagina's T 93 tot en met T 95:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 67] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
De hennepkwekerij is ongeveer twee maanden geleden opgezet. Ik heb ongeveer tien maanden op het adres [adres] te Silvolde ingeschreven gestaan. Ik heb daar ongeveer één maand gewoond. Hierna ben ik bij mijn voormalige vriendin in Arnhem gaan wonen.
Ik heb de hennepkwekerij zelf aangelegd. Met het opbouwen ben ik ongeveer 4 â 5 á 6 weken bezig geweest. De stroomvoorziening heb ik via iemand in het café geregeld. Volgens mij was hij ook van Turkse afkomst.
Volgens mij moesten de planten nog 1 â 2 weken, toen jullie kwamen. Ik heb volgens mij 250 stekjes gekocht bij een growshop in Arnhem. Ik verzorgde de plantjes. De stroomvoorziening heb ik aan die persoon overgelaten.
Map 34, pagina T 102:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 67] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb [verdachte] gekend. Het klopt dat ik hem verschillende keren heb gesproken over de telefoon. Ik heb geld gekregen van een vriend van [verdachte] . Dat was geen 800 maar 500 euro.
Ten aanzien van het onder 12 bewezen verklaarde (zaak 19)
Map 34, pagina's S 33 tot en met S 37:
Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 20 juni 2012 stelden wij een onderzoek in op het erf van het perceel [adres 44] te
Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek. Op het genoemd adres stond ingeschreven: [betrokkene 68]
. Wij troffen twee personen aan, zijnde bewoonster [betrokkene 68] en [betrokkene 69]
.
Links achterop het erf zagen wij een loods staan. Wij hoorden een brommend geluid uit de
loods komen. Wij zagen naast de loods goederen voor de inrichting van een hennepkwekerij
liggen. Er stonden 25 hennepplanten op het erf. [naam] en [naam] gaven bij tien
planten aan dat dit hun bezit was. [naam] gaf aan dat zij de loods had verhuurd aan
[verdachte] . In de loods was een hennepkwekerij aanwezig met in totaal 734 planten. De loods was verdeeld in drie afgetimmerde ruimtes. In kweekruimte A stonden 212 planten, in
kweekruimte B stonden 263 planten, in kweekruimte C stonden 259 planten. Voor een
representatieve bemonstering stelde ik hennepplanten veilig. De monsters testte ik met
gebruikmaking van de cannabistest. De test gaf een positieve reactie, indicatief voor hennep of THC, zijnde de werkzame stof in hennep en hasjiesj. Ter plaatse werden twee lege bierflesjes van het merk Grolsch veiliggesteld.
Map 34, pagina S 101:
Het proces-verbaal aanvullend proces-verbaal. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 20 juni 2012 heeft een forensisch sporenonderzoek plaatsgevonden in de aangetroffen
hennepkwekerij aan de [adres 44] te Silvolde. Er werden een aantal DNA-sporen
veiliggesteld. Deze sporen werden voor onderzoek naar het Nederlands Forensisch Instituut
(NFI) gestuurd. Eén van deze veiliggestelde DNA-sporen, afkomstig van een bierflesje
aangetroffen in de hennepkwekerij. werd voorzien van DNA-identiteitsnummer AAEX7.40NL. Uit het rapport van het NFI blijkt dat er na invoeren van een DNA-profiel in de DNA-databank van verdachte [verdachte] een match naar voren kwam met het hiervoor
omschreven veiliggestelde DNA-spoor.
Map 34, pagina S 102:
Het proces-verbaal van sporenonderzoek. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 20 juni 2012 is onderzoek verricht in een loods bij een woning, perceel [adres 44] ,
Silvolde. Wij zagen dat in de loods aan de linkervoorzijde, voor kweekruimte A. twee lege
bierflesjes van het merk Grolsch stonden. Deze bierflesjes heb ik middels een daarvoor
bestemd wattenstaafje bemonsterd (AAEX7470NL en AAEX7469NL).
Map 34, pagina S 105:
Het geschrift, te weten een kopie van het rapport 'DNA-onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte' van het Nederlands Forensisch Instituut van 12 oktober 2012. Dit geschrift houdt onder meer in:
Gegevens verdachte
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Aan het referentiemonster wangslijmvlies van de verdachte [verdachte] is DNA-onderzoek
verricht. Van het DNA in het referentiemonster wangslijmvlies is een DNA-profiel verkregen dat op 8 oktober 2012 is opgenomen in de DNA-databank voor strafzaken en sindsdien wordt vergeleken met daarin aanwezige DNA-profielen. Bij deze vergelijking is één match gevonden. Deze matchende DNA-profielen zijn bij het NFI geregistreerd onder DNA-profielcluster 22336.
Het DNA in het sporenmateriaal met het identiteitszegel AAEX7470NL, uit DNA-profielcluster 22336 kan afkomstig zijn van [verdachte] .
Map 34, pagina's S 49 en S 50:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 68] van 5 juli 2012. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb op mijn terrein een loods staan die ik verhuur. Begin april kwamen er twee mannen bij mij die belangstelling hadden voor de schuur. Zij vertelden dat ze de schuur wilden gebruiken voor de opslag van bouwmaterialen. Ik ben met die mannen overeen gekomen dat ze per 1 mei 2012 die schuur van mij konden huren voor 650 euro per maand. Ik was nog bezig met het huurcontract, dat heb ik dus nog niet. De ene man heet [betrokkene 71] of [betrokkene 71] . De andere heet [betrokkene 72] .
Ze vroegen of ze een scheidingswand mochten maken. Vanaf dat moment kwam er telkens een man die [verdachte] heet, met een Z op het eind ( [verdachte] ). Deze [verdachte] kwam altijd met een witte bestelbus. Meestal kwam hij 's morgens vroeg, voor acht uur.
Een vriend vroeg of hij vijf hennepplanten bij mij op het erf mocht zetten. Ik zei dat hij er drie mocht zetten. Op 20 juni 2012 trof de politie 25 hennepplanten op mijn erf aan. Die zijn van die vriend of van die mannen. Die vriend heet [betrokkene 70] . Die planten buiten staan er al vanaf begin april ofzo.
Map 34, pagina's S 52 en S 53:
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 73] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op het terrein van perceel [adres 44] te Silvolde huur ik paardenstallen van de eigenaar, [betrokkene 74] . Ik kwam op het idee om zelf een aantal planten te kweken. Ik had volgens mij tien planten gepoot. Dat waren er vijf voor [betrokkene 74] en vijf voor mij. Kennelijk zijn er meer planten uit de zaadjes voortgekomen. Ik heb gehoord dat de schuur verhuurd werd aan een jongen die [verdachte] heet.
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 68] . afgelegd bij de rechter-commissaris op 3 maart 2016. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
In 2012 kwamen twee mannen bij mij. Dat waren [betrokkene 71] of [betrokkene 71] en een man genaamd [betrokkene 72] . Zij vroegen mij of ze de schuur konden huren. Ze hebben de loods per 1 mei 2012 gehuurd en zijn toen met een man of 5 â 6 eerst wat gaan klussen in de loods. Zelf ben ik er niet geweest.
Op een gegeven moment, niet vanaf het begin, kwam [verdachte] erbij. Nadat het klussen klaar was kwam enkel [verdachte] nog, naar ik heb gezien wekelijks. Ik had zijn telefoonnummer en als ik een vraag had moest ik contact met hem opnemen. Hierdoor denk ik dat hij de sleutelfiguur was bij dit alles.
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 12 ten laste gelegde
De verdediging refereert zich ten aanzien van dit feit aan het oordeel van het hof voor
zover dit betrekking heeft op het aanwezig hebben van 734 hennepplanten op of omstreeks juni 2012. Voor de 25 hennepplanten die op het erf stonden, dient vrijspraak te volgen.
Het hof overweegt als volgt
Op grond van de genoemde bewijsmiddelen met betrekking tot zaak 19 stelt het hof, met de rechtbank, vast dat op 20 juni 2012 in de loods aan de [adres 44] te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, een hennepkwekerij is aangetroffen, bestaande uit 734 hennepplanten. De loods werd verhuurd aan twee personen en nadat een aantal personen kluswerkzaamheden in de loods hadden verricht, was verdachte de enige die wekelijks in de loods kwam. Voorts lag in de loods een bierflesje waarop DNA van verdachte is aangetroffen. Buiten de loods zijn 25 hennepplanten aangetroffen. Getuige Sahin heeft verklaard dat hij tien hennepplanten buiten de loods in potten had staan, maar dat er mogelijk meer planten uit de zaadjes zijn gekomen. Nu niet kan worden vastgesteld of en zo ja hoeveel hennepplanten die buiten de loods stonden, aan verdachte toebehoorden, zal het hof, in navolging van de rechtbank, deze 25 hennepplanten bij de bewezenverklaring buiten beschouwing laten.
Naar het oordeel van het hof kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte
op 20 juni 2012 in de loods aan de [adres 44] te Silvolde opzettelijk 734 hennepplanten
heeft geteeld.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Het onder 4 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 8 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 9 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 10 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 11 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 12 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie.
Hierin werd gedurende een langere periode gehandeld in met name softdrugs maar ook in
harddrugs waarbij tevens sprake was van export naar het buitenland. Daarnaast werden er
hennepkwekerijen geëxploiteerd. De organisatie bestond uit een aantal personen die in
wisselende samenstelling hebben geopereerd. Dit betroffen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] , M.
[medeverdachte 4] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 3] en [verdachte] . Met uitzondering van [medeverdachte 1] kenden alle
deelnemers elkaar reeds vóór het ontstaan van de criminele organisatie uit de Tilburgse
Turkse gemeenschap. Zij zijn familie en/of vrienden van elkaar.
Door deel te nemen aan een dergelijke organisatie hebben verdachte en zijn medeverdachten
geen oog gehad voor de maatschappelijke problemen die de handel in drugs met zich
meebrengt. Niet alleen op het gebied van de effecten van het gebruik van verdovende
middelen voor de volksgezondheid. Maar ook het criminele circuit waarvan deel wordt
uitgemaakt. Andere vormen van criminaliteit worden door de deelnemers immers niet
geschuwd, zoals het door middel van geweld achterhalen van geripte drugs of het afdwingen
van betalingen. Diverse leden van de organisatie beschikten ook over wapens om zo nodig
te gebruiken en om zichzelf of andere leden van de organisatie te beschermen.
Criminele organisaties als deze hebben bovendien een ontwrichtend effect op de rechtsorde,
door de interne normen en omgangsvormen die worden gehanteerd, en door de winsten die
dergelijke organisaties maken en die op enig moment weer in de bovenwereld geïnvesteerd
worden. Op deze wijze vindt vermenging van de (illegale) onderwereld met de (legale)
bovenwereld plaats. Dit werkt ontwrichtend en ondermijnend voor de maatschappij.
Gebleken is dat verdachte zich naast de deelname aan de criminele organisatie schuldig heeft gemaakt aan diverse drugsfeiten, waaronder het telen, de export en het voorhanden hebben van hennep, alsmede het voorhanden hebben van amfetamine. Ook heeft hij zich schuldig gemaakt aan druggerelateerde afpersing. De ernst van dergelijke feiten is reeds hiervoor aan de orde gekomen bij de bespreking van de criminele organisatie.
Met betrekking tot hennepkwekerijen in Silvolde is uit het onderzoek niet komen vast te staan dat deze in het kader van de de criminele organisatie werden geëxploiteerd.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft het hof mede acht geslagen op een Uittreksel Justitiële Documentatie, de verdachte betreffend, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld.
Naar het oordeel van het hof kan, gelet op het vorenstaande en de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, in beginsel niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft het hof zich tevens rekenschap gegeven van de redelijke termijn. Het hof stelt voorop dat elke verdachte recht heeft op een openbare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn. Deze waarborg strekt er onder meer toe te voorkómen dat een verdachte langer dan redelijk is onder de dreiging van een strafvervolging zou moeten leven. Deze termijn vangt vanaf het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem of haar ter zake van een bepaald strafbaar feit door het Openbaar Ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld.
Bij de vraag of sprake is van een schending van de redelijke termijn moet rekening worden gehouden met de omstandigheden van het geval, waaronder begrepen de processuele houding van verdachte, de aard en ernst van het ten laste gelegde, de ingewikkeldheid van de zaak, de vraag of verdachte al dan niet preventief is gedetineerd en de mate van voortvarendheid waarmee deze strafzaak door de justitiële autoriteiten is behandeld.
De onderhavige zaak maakt deel uit van het omvangrijke onderzoek Kapel, waarin in totaal 28 personen als verdachten zijn aangemerkt. In deze zaak is de redelijke termijn aangevangen op 28 februari 2013, de dag waarop verdachte in verzekering is gesteld. De rechtbank heeft in deze zaak vonnis gewezen op 18 september 2017. De behandeling in eerste aanleg is derhalve niet afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar na de aanvang van de hiervoor genoemde termijn. Er is in eerste aanleg sprake van een overschrijding van de redelijke termijn met bijna twee jaar. Een deel van deze overschrijding vindt echter zijn rechtvaardiging in de omvang en de complexiteit van het onderzoek.
Verdachte heeft op 2 oktober 2017 hoger beroep ingesteld. Het hof wijst dit arrest op
5 december 2019. Ook in hoger beroep is dus sprake van een termijnoverschrijding, nu de behandeling in hoger beroep niet is afgerond met een eindarrest binnen twee jaar na het instellen van het hoger beroep. De overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep bedraagt iets meer dan twee maanden. Deze overschrijding is, gelet op de omvang en de complexiteit van de zaak, dermate gering dat het hof dat het hof hieraan geen gevolg zal verbinden.
Aan de termijnoverschrijding in eerste aanleg zal het hof wel consequenties verbinden. Zonder schending van de redelijke termijn zou een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar passend zijn geweest. Nu de redelijke termijn is geschonden, zal worden volstaan met het opleggen van een gevangenisstraf voor de hierna genoemde duur.
In de door de verdediging aangevoerde omstandigheden vindt het hof geen aanleiding om een andere of lagere straf op te leggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 47, 48, 57, 140, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in zijn strafvervolging met betrekking tot het onder 4 primair en subsidiair eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5, 8, 9, 10, 11 en 12 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5, 8, 9, 10, 11 en 12 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren en 6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. A.M.G. Smit, voorzitter,
mr. A.R. Hartmann en mr. J. Nederlof, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.E.M. de Ridder en mw. L. Gersen, griffier,
en op 5 december 2019 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. A.M.G. Smit is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.