Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 825
EHRM, 08-06-2006, nr. 75529/01
EHRM 08-06-2006, ECLI:NL:XX:2006:AY5760
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
8 juni 2006
- Magistraten
Costa, Rozakis, Bratza, Zupančič, Ress, Caflisch, Cabral Barreto, Türmen, Jungwiert, Butkevych, Hedigan, Pellonpää, Traja, Mularoni, Gyulumyan, Jočiene, Šikuta
- Zaaknummer
75529/01
- LJN
AY5760
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2006:AY5760, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 08‑06‑2006
- Wetingang
Essentie
Sürmeli tegen Duitsland.
Schending art. 13 EVRM. Duitsland kent geen effectief rechtsmiddel tegen (dreigende) overschrijding van de redelijke termijn in civiele procedures.
Op klagers vorderingen betreffende schadevergoeding en pensioengelden wegens letsel ontstaan door een verkeersongeval is na 16 jaren nog niet definitief beslist. Een rechtsmiddel is effectief als het kan worden gebruikt óf om de procedure te versnellen óf om de partij van een adequate schadevergoeding voor ontstane vertraging te voorzien (Mifsud tegen Frankrijk (dec.), GC, 11, september 2002, nr. 57220/00). Het Bundesverfassungsgericht kan, indien het van oordeel is dat een procedure onredelijk lang heeft geduurd, weliswaar die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.