Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1207
Art. 81 lid 1 RO. Advocatentuchtrecht. Bevoegdheid Deken disciplinair onderzoek in te stellen naar onbehoorlijke uitlatingen van advocaat. Kantoorbezoek, kantoor aan huis. Voldoet art. 46 Advw als wettelijke grondslag voor inbreuk op vrijheid van meningsuiting? Art. 7 Gw; art. 10 EVRM.
HR 17-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2906
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 november 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/03190
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Tuchtrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2906, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:524, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2017
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Advocatentuchtrecht. Bevoegdheid Deken disciplinair onderzoek in te stellen naar onbehoorlijke uitlatingen van advocaat. Kantoorbezoek, kantoor aan huis. Voldoet art. 46 Advw als wettelijke grondslag voor inbreuk op vrijheid van meningsuiting? Art. 7 Gw; art. 10 EVRM.
Partij(en)
17 november 2017
Eerste Kamer
16/03190
TT/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser] ,wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. M.A.R. Schuckink Kool, na 24 juni 2017 zonder advocaat bij de Hoge Raad,
t e g e n
de ORDE VAN ADVOCATEN IN ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.