Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1247
Bevoegdheid van rechtbanken voor het Gemeenschapsmodel ten aanzien van rechtsvordering tot vaststelling van niet-inbreuk, als bedoeld in art. 81 onder b Verordening (EG) 6/2002. Bevoegdheidsregel van art. 5 punt 3 Brussel I van toepassing? Aanvaarding van bevoegdheid in de zin van art. 24 Brussel I.
HvJ EU 13-07-2017, ECLI:EU:C:2017:550 (Bayerische Motoren Werke)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
13 juli 2017
- Magistraten
M. Ilešič, A. Prechal, A. Rosas, C. Toader, E. Jarašiūnas
- Zaaknummer
C-433/16
- Conclusie
A-G Y. Bot
- Roepnaam
Bayerische Motoren Werke
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2017:550, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 13‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
Bayerische Motoren Werke AG tegen Acacia Srl.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) bij beslissing van 5 april 2016.
Bevoegdheid van rechtbanken voor het Gemeenschapsmodel ten aanzien van rechtsvordering tot vaststelling van niet-inbreuk, als bedoeld in art. 81 onder b Verordening (EG) 6/2002. Bevoegdheidsregel van art. 5 punt 3 Brussel I van toepassing? Aanvaarding van bevoegdheid in de zin van art. 24 Brussel I.
Art. 24 Brussel I moet aldus worden uitgelegd dat een aan onbevoegdheid van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.