Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/53
Mishandeling, art. 300 lid 1 Sr. 1. (Putatief) noodweer. 2. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt t.a.v. geloofwaardigheid van verklaringen van aangever en getuige. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 13-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1688
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 december 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
21/00483
- Conclusie
A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1688, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:1003, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑11‑2022
Essentie
Mishandeling, art. 300 lid 1 Sr. 1. (Putatief) noodweer. 2. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt t.a.v. geloofwaardigheid van verklaringen van aangever en getuige. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/00483
Datum 13 december 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 5 februari 2021, nummer 21-003845-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.M. Frielink:
1. Het cassatieberoep
1.1.
De verdachte is bij arrest van 5 februari 2021 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.