Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/47
Ontbreken schriftelijke weergave van laatste woord van de verdachte leidt in casu niet tot nietigheid onderzoek terechtzitting.
HR 13-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1823
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 december 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, C. Caminada
- Zaaknummer
21/00895
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1823, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:1176, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑11‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑05‑2022
- Wetingang
Essentie
Het ontbreken van de schriftelijke weergave van het laatste woord van de verdachte is in casu geen inbreuk op de goede procesorde die leidt tot nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting, nu het niet gaat om een overgelegde pleitnota en ook niet is gesteld of gebleken dat dit laatste woord enig verweer of verzoek inhield waarop het hof iets meer of anders had moeten overwegen en/of beslissen dan het hof in zijn arrest heeft gedaan.
Samenvatting
In overeenstemming met art. 311 lid 4 Sv is volgens het proces-verbaal van de zitting aan de verdachte het recht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.