Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/46
Art. 425 aanhef en onder 2 Sr is niet alleen van toepassing op dieren op een ‘voor publiek toegankelijke plek’.
HR 13-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1851
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 december 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, T. Kooijmans
- Zaaknummer
20/04363
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑12‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1851, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:1090, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2022
- Wetingang
Art. 425 onder 2 Sr
Essentie
Art. 425 aanhef en onder 2 Sr is niet alleen van toepassing op dieren op een ‘voor publiek toegankelijke plek’. Het oordeel dat de verdachte toen de aangeefster in zijn woning was onvoldoende controle had over de (niet-gemuilkorfde) hond, is ook niet onbegrijpelijk.
Samenvatting
Art. 425 Sr houdt onder 2 in dat met hechtenis of geldboete wordt gestraft: ‘hij die geen voldoende zorg draagt voor het onschadelijk houden van een onder zijn hoede staand gevaarlijk dier’. Anders dan het middel stelt is art. 425 aanhef en onder 2 Sr niet alleen van toepassing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.