Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/56
Opzettelijk verkopen, afleveren en/of vervoeren van cocaïne (art. 2 onder B Opiumwet). Grondslagverlating nu medeplegen niet is tenlastegelegd en bewezenverklaard, terwijl uit ’s hofs bewijsoverweging zou volgen dat verdachte in vereniging met ander(en) heeft gehandeld, en hof in strafmotivering is uitgegaan van een langere periode dan is tenlastegelegd en bewezenverklaard? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 13-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1690
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 december 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
21/01111
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1690, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:992, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑11‑2022
Essentie
Opzettelijk verkopen, afleveren en/of vervoeren van cocaïne (art. 2 onder B Opiumwet). Grondslagverlating nu medeplegen niet is tenlastegelegd en bewezenverklaard, terwijl uit ’s hofs bewijsoverweging zou volgen dat verdachte in vereniging met ander(en) heeft gehandeld, en hof in strafmotivering is uitgegaan van een langere periode dan is tenlastegelegd en bewezenverklaard? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/01111
Datum 13 december 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 26 februari 2021, nummer 22-004792-18, in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.