RvdW 2023/70:Poging doodslag door met aanzienlijke snelheid in personenauto achteruit in te rijden op agent en diens motorfiets (art. 287 Sr) en diefstal benzine, meermalen gepleegd (art. 310 Sr). 1. Bewijsklacht poging doodslag. Heeft hof ten onrechte het p-v verkeersongevallenanalyse als een deskundigenverslag a.b.i. art. 344 lid 1 sub 4 Sv in de bewijsvoering betrokken? 2. Bewijsklachten poging doodslag t.a.v. ‘aanzienlijke’ snelheid en (voorwaardelijk) opzet op dood agent. 3. Strafmotivering (gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en 24 maanden ontzegging van rijbevoegdheid), art. 359 lid 6 Sv. Heeft hof ten onrechte als mogelijkheden genoemd (a) deelname verdachte aan penitentiair programma a.b.i. art. 4 Pbw en (b) deelname aan VI-regeling a.b.i. art. 6:2:10 Sv, terwijl hof daarnaast niet heeft gespecificeerd welk deel van de aan verdachte opgelegde gevangenisstraf in elk geval ten uitvoer zal worden gelegd? HR: art. 81 lid 1 RO.