Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/487
BOPZ. Klachtzaak (art. 41a, 41b Wet Bopz). Toepassing van dwangbehandeling (dwangmedicatie). Klacht dat de dwangbehandeling in strijd is met de wet nu in de kennisgeving geen eindtijdstip is vermeld. HR 14 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2370.
HR 14-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:690
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 april 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
16/05800
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:690, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:111, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2017
Essentie
BOPZ. Klachtzaak (art. 41a, 41b Wet Bopz). Toepassing van dwangbehandeling (dwangmedicatie). Klacht dat de dwangbehandeling in strijd is met de wet nu in de kennisgeving geen eindtijdstip is vermeld. HR 14 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2370.
Partij(en)
[klaagster], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. G.E.M. Later,
tegen
Stichting Mondriaan Zorggroep, te Heerlen, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.F. Langemeijer:
1. Feiten en procesverloop
1.1.
In cassatie kan worden uitgegaan van de volgende feiten:
1.1.1.
Ingevolge een voorlopige machtiging, door de rechtbank Limburg verleend op 23 mei 2016, is verzoekster tot cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.