RvdW 2017/480
Internationaal privaatrecht. Rechtsmacht Nederlandse rechter; openbare orde; ambtshalve toepassing; grondslag vordering. Vierpartijenverhouding; subrogatie verzekeraar o.g.v. art. 6:102 jo. 6:10 en 6:12 BW of o.g.v. art. 7:962 BW?; eigen recht benadeelde (art. 6 WAM); ‘vierdenwerking’ forumkeuzebeding (art. 23 EEX-Vo (oud)).
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 april 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/00188
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:694, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1324, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2015
- Wetingang
Essentie
Internationaal privaatrecht. Rechtsmacht Nederlandse rechter; openbare orde; ambtshalve toepassing; grondslag vordering. Vierpartijenverhouding; subrogatie verzekeraar o.g.v. art. 6:102 jo. 6:10, 6:12 BW of o.g.v. art. 7:962 BW?; eigen recht benadeelde (art. 6 WAM); ‘vierdenwerking’ forumkeuzebeding (art. 23 EEX-Vo (oud)).
De rechtsmacht van de Nederlandse rechter is van openbare orde en moet ambtshalve worden toegepast. De rechtsmacht mag niet worden bepaald op basis van enkel de door de eiser gekozen grondslag van zijn vordering.
In de verhouding van de verzekeraar tot de producent van de opleggers waarmee het ongeval in Nederland ...