RvdW 2017/492
Herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 april 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.F. Faase, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/01911
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:645, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:241, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑10‑2016
- Wetingang
Essentie
Herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling.
Blijkens de wetsgeschiedenis kan een voorwaardelijke invrijheidstelling worden herroepen als sprake is van een ernstige schending van een aan de voorwaardelijke invrijheidstelling verbonden voorwaarde. De rechter moet aan de hand van de omstandigheden van het geval bepalen welke reactie op overtreding van een voorwaarde passend is en is daarbij vrij in de waardering van de relevante factoren. Het hof heeft een en ander niet miskend.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 30 maart 2016, nummer 23/001193-15, in de strafzaak tegen: H. Adv.: mr. A.A. Franken, ...