Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/828
Geen leugenachtigheid verklaring voor bewijs gebruikt.
HR 21-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0832
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 juni 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
10/03615
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BQ0832
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ0832, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ0832, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑2011
Essentie
Geen leugenachtigheid verklaring voor bewijs gebruikt.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 april 2010, nummer 23/006315-09, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. V.J.M. Janszen, te Haarlem.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Vellinga:
1.
Verdachte is door het Gerechtshof te Amsterdam wegens ‘opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 46 maanden. Voorts bevat het arrest een bijkomende beslissing met betrekking tot de inbeslaggenomen voorwerpen, een en ander als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.