Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/72
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Verbintenissenrecht. Huurrecht bedrijfsruimte (art. 7:290 BW). Overheidsmaatregelen i.v.m. coronapandemie; onvoorziene omstandigheden; huurprijsvermindering; maatstaf. Gedwongen sluiting horeca; gebrek?
HR 24-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1974
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 december 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/01584
- Conclusie
plv. P-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht / Huurprijzen
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1974, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:902, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2021
- Wetingang
Art. 6:258, 7:204 BW
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Verbintenissenrecht. Huurrecht bedrijfsruimte (art. 7:290 BW). Overheidsmaatregelen i.v.m. coronapandemie; onvoorziene omstandigheden; huurprijsvermindering; maatstaf. Gedwongen sluiting horeca; gebrek?
Samenvatting
De omstandigheid dat een huurder die voor zijn omzet afhankelijk is van de komst van publiek, als gevolg van overheidsmaatregelen in verband met de coronapandemie de door hem gehuurde 290-bedrijfsruimte niet of slechts in geringe mate kan exploiteren, is bij een huurovereenkomst gesloten voor 15 maart 2020, behoudens concrete aanwijzingen voor het tegendeel, een onvoorziene omstandigheid als bedoeld in art. 6:258 BW op grond waarvan de rechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.