Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/6.2.3.8:6.2.3.8 Nog onbekende plaats van arbitrage
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/6.2.3.8
6.2.3.8 Nog onbekende plaats van arbitrage
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS502231:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Bij het vorenstaande zijn wij ervan uitgegaan dat partijen bij de overeenkomst tot arbitrage de plaats van arbitrage hebben bepaald. Zulks geschiedt evenwel niet in alle gevallen. Ook als de plaats van arbitrage bij het beroep op de overeenkomst tot arbitrage nog niet bekend is, bestaat geen reden het Verdrag van New York apriori buiten toepassing te laten. Hierbij kan hetzelfde gelden als zojuist verdedigd ten aanzien van het beroep op de overeenkomst tot arbitrage in de Staat op het grondgebied waarvan de arbitrage plaats heeft of moet plaats hebben (zie 6.2.3.3). Als de arbitrage internationaal is (hetgeen moet worden bepaald volgens de nationaliteit van partijen en/of de "internationaliteit" van het onderwerp van geschil), zal het Verdrag van New York — ook als nog geen plaats van arbitrage is bepaald voor toepassing in aanmerking komen.1 Ook thans zal een eventueel gemaakt voorbehoud van "reciprociteit" zich niet uitstrekken tot de vraag of de buitenlandse partij de nationaliteit van een verdragsstaat bezit dan wel het geschil betrekking heeft op Staten die verdragsstaat zijn.2 Voorts belet het Verdrag van New York ook op dit punt niet dat een partij zich beroept op gunstiger nationaal recht van de Staat waarin het beroep op de overeenkomst tot arbitrage wordt gedaan (zie art. VII NYC en vgl. art. 1022 lid 1 Rv en art. 1074 lid 1 Rv) (zie 6.2.2.7 in fine, 6.2.3.3 in fine en 6.2.3.7 in fine).