13.2.3 De wettelijke grondslag voor bewijsbeslag in IE-zaken

Sedert mei 2007 geldt voor bewijsbeslag te leggen door een partij die meent dat inbreuk is gemaakt op haar rechten van intellectuele eigendom art. 1091b Rv, dat onder meer bepaalt dat de rechter op verzoek verlof kan geven tot het leggen van bewijsbeslag en aldus voor deze vorm van bewijsbeslag in een uitdrukkelijke wettelijke grondslag voorziet. Die wettelijke grondslag kwam tot stand, nadat een richtlijn van de EU inzake de handhaving van intellectuele eigendomsrechten Nederland verplichtte tot het opnemen van een regeling om bewijs veilig te stellen. Die richtlijn dankte zijn bestaan aan het Agreement on Trade Related Aspects of Intellectual Property (Trips-verdrag) gesloten tussen de lidstaten van de Wereldhandelsorganisatie dat mimimumstandaarden geeft voor de bescherming van intellectuele eigendomsrechten. De memorie van toelichting meldt dat de Nederlandse wetgeving geen expliciete regeling van bewijsbeslag kent1 en laat aldus geheel onbesproken of het wetsvoorstel enige betekenis heeft voor de reeds bestaande praktijk rond bewijsbeslag.