RvdW 2019/1101:Vastgrijpen scrotum van hoofdagent, nadat deze verdachte had aangehouden wegens wildplassen. Onder ‘mishandeling’ in de zin van art. 300 Sr moet – onder omstandigheden – mede het opzettelijk bij een ander teweegbrengen van een min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam, een en ander zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. Het oordeel van het hof dat daarvan in casu sprake is, is niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd.