Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/316
Art. 197 Sr. Verblijf in Nederland na ongewenstverklaring. HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 15/03607.
HR 20-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:223
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 februari 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/05518
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Vreemdelingenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:223, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1534, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2017
Essentie
Art. 197 Sr. Verblijf in Nederland na ongewenstverklaring. HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 15/03607.
Partij(en)
20 februari 2018
Strafkamer
nr. S 14/05518
MAA/LBS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 21 oktober 2014, nummer 23/001751-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter
1. Op 9 juni 2015 heeft mijn ambtgenoot mr. E.J. Hofstee in deze zaak geconcludeerd dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.