Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/325
Gebruik maken voor het bewijs van een schriftelijk bescheid houdende de verklaring van een persoon wiens identiteit niet blijkt. Hof heeft in samenwerking met art. 360 lid 1 Sv verzuimd het gebruik van dit bewijsmiddel nader te motiveren.
HR 20-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:244
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 februari 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/02238
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:244, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:23, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2018
Essentie
Gebruik maken voor het bewijs van een schriftelijk bescheid houdende de verklaring van een persoon wiens identiteit niet blijkt. Hof heeft in samenwerking met art. 360 lid 1 Sv verzuimd het gebruik van dit bewijsmiddel nader te motiveren.
Partij(en)
20 februari 2018
Strafkamer
nr. S 16/02238
DOo/AJ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 4 april 2016, nummer 22/004782-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
De verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.