Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/607
Nationale wettelijke regeling op grond waarvan bepaalde werknemers op Goede Vrijdag een vrije dag krijgen. Rechtvaardiging. Art. 2, lid 5. Verplichtingen van particuliere werkgevers en van de nationale rechter die voortvloeien uit de onverenigbaarheid van het nationale recht met richtlijn 2000/78.
HvJ EU 22-01-2019, ECLI:EU:C:2019:43 (Cresco Investigation)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
22 januari 2019
- Magistraten
K. Lenaerts, R. Silva de Lapuerta, J.-C. Bonichot, A. Arabadjiev, A. Prechal, C. Toader, C. Lycourgos, A. Rosas, M. Ilešič, M. Safjan, D. Šváby, C. Vajda, S. Rodin
- Zaaknummer
C-193/17
- Conclusie
A-G M. Bobek
- Roepnaam
Cresco Investigation
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:43, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 22‑01‑2019
ECLI:EU:C:2018:614, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 25‑07‑2018
- Wetingang
Art. 21 Handvest Grondrechten EU; art. 2, lid 2 onder a), art. 7 lid 1 Richtlijn 2000/78/EG
Essentie
Cresco Investigation GmbH tegen Markus Achatzi.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof (hoogste rechter, Oostenrijk) bij beslissing van 24 maart 2017 Gelijke behandeling in arbeid en beroep. Directe discriminatie op grond van godsdienst.
Nationale wettelijke regeling op grond waarvan bepaalde werknemers op Goede Vrijdag een vrije dag krijgen. Rechtvaardiging. Art. 2, lid 5. Verplichtingen van particuliere werkgevers en van de nationale rechter die voortvloeien uit de onverenigbaarheid van het nationale recht met Richtlijn 2000/78.
1. Art. 1 en art. 2, lid 2, van Richtlijn 2000/78/EG van de Raad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.