Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/589
Bij insluitingsfouillering is in portemonnee verdachte cocaïne aangetroffen. Art. 9 lid 4 Pw 2012 jo. art. 28 lid 1 Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren biedt voldoende grondslag voor onderzoek in portemonnee. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 23-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:665
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 april 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/03447
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:665, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:219, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2019
Essentie
Bij insluitingsfouillering is in portemonnee verdachte cocaïne aangetroffen. Art. 9 lid 4 Pw 2012 jo. art. 28 lid 1 Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren biedt voldoende grondslag voor onderzoek in portemonnee. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
23 april 2019
Strafkamer
nr. S 17/03447
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 22 juni 2017, nummer 23/003918-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991.