Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/586
Als bestuurder van failliete rechtspersoon, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers niet voldoen aan de verplichtingen m.b.t. het voeren van een administratie ex art. 2:10 lid 1 BW en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers. Bewijsklacht daderschap. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 23-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:673
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 april 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/03334
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Insolventierecht / Faillissement
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:673, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2019
Essentie
Als bestuurder van failliete rechtspersoon, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers niet voldoen aan de verplichtingen m.b.t. het voeren van een administratie ex art. 2:10 lid 1 BW en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers. Bewijsklacht daderschap. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
23 april 2019
nr. S 17/03334
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 23 juni 2017, nummer 22/001744-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedatum] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.