Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/571
Passageproces. 1. Verklaringen kroongetuigen bruikbaar voor bewijs. 2. Levenslange gevangenisstraf niet in strijd met art. 3 EVRM.
HR 23-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:602
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 april 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/04015
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS52389:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Penitentiair recht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:602, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1386, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑06‑2018
- Wetingang
Essentie
Passageproces. 1. De verklaringen van kroongetuigen zijn bruikbaar voor het bewijs. 2. De opgelegde levenslange gevangenisstraf is niet in strijd met art. 3 EVRM.
Samenvatting
Passageproces. De verdachte is door het hof veroordeeld voor betrokkenheid bij vier moorden en een poging tot moord. Aan hem is levenslange gevangenisstraf opgelegd. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep omdat geen van de middelen tot cassatie kan leiden. Zie ook de in cassatie samenhangende zaken van medeverdachten.
- 1.
Verklaringen kroongetuigen bruikbaar voor bewijs.
- 1.1.
Voorafgaande beschouwing. a) Het door art. 226 g lid 1, laatste volzin, Sv ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.