Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 484
HR, 25-04-2008, nr. C06/336HR
HR 25-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0509
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 april 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/336HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BD0509
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0509, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑04‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0509, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑10‑2006
- Wetingang
Essentie
Wisselrecht. Verhouding tussen vervaldag in wissel en uiterste betalingsdatum in onderliggende rechtsverhouding.
Wanneer een schuldenaar zijn schuld voldoet door aan zijn schuldeiser wissels aan te bieden die laatstgenoemde neemt, gaat daardoor de onderliggende rechtsverhouding in beginsel niet teniet. Of, en zo ja op welke wijze, de onderliggende verhouding wordt beïnvloed door het nemen van de wissel, is afhankelijk van uitleg van de wisselovereenkomst. Tegen deze achtergrond heeft te gelden dat, indien de schuldeiser een wissel neemt waarin een latere vervaldag is bepaald dan in de onderliggende rechtsverhouding als uiterste betalingsdatum is overeengekomen, de trekker van de wissel (schuldenaar in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.