Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 492
HR, 25-04-2008, nr. C06/304HR
HR 25-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC7673
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 april 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C06/304HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BC7673
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC7673, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC7673, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑04‑2008
Essentie
Overeenkomst tot beëindiging arbeidsovereenkomst met beëindigingsvergoeding tussen vennootschap man en de vrouw, welke een onlosmakelijk geheel vormt met het tussen de man en de vrouw overeengekomen echtscheidingsconvenant. Ontbreken wilsovereenstemming?; wilsgebreken?; onvoorziene omstandigheden?; opschorting betalingsverplichting?; onmogelijkheid van nakoming? Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiseres], te [vestigingsplaats], eiseres tot cassatie, adv. mr. M.W. Scheltema,
tegen
[Verweerster], te [woonplaats], verweerster in cassatie, adv. mr. E. Grabandt.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
[Verweerster] heeft bij exploot van 23 mei 2002 [eiseres] gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, sector kanton, en een vordering ingesteld die na ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.