Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 485
HR, 25-04-2008, nr. C07/007HR: Boekema/Ouders
HR 25-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC5603 (Boekema/Ouders,Brandstichting Frieslandhal)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 april 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/007HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BC5603
- Roepnaam
Boekema/Ouders
Brandstichting Frieslandhal
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC5603, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC5603, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑12‑2006
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige daad (brandstichting); aansprakelijkheid ouders voor minderjarige kinderen; inkomensschade; causaal verband.
Nu als gevolg van de door de kinderen gestichte brand het door eiser gehuurde is tenietgegaan, waardoor op grond van het destijds geldende art. 7A:1589 BW de huurovereenkomst van rechtswege is geëindigd, dienen dit rechtsgevolg en de daaruit voortvloeiende inkomensschade als gevolg van de brand aan de ouders te worden toegerekend. Het enkele feit dat eiser en de verhuurder, naar het hof heeft aangenomen als gevolg van een tussen hen gerezen geschil, geen nieuwe huurovereenkomst hebben gesloten en eiser daardoor zijn bedrijf niet heeft kunnen voortzetten, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.