Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 501
HR, 22-04-2008, nr. 00260/07
HR 22-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC9954
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 april 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
00260/07
- Conclusie
A-G Schipper
- LJN
BC9954
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC9954, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC9954, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑06‑2007
- Wetingang
Essentie
Art. 153 Sv houdt onder meer in dat een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar persoonlijk en op ambtseed dient te worden opgemaakt, gedagtekend en ondertekend. Een door een opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal dat niet op ambtseed is opgemaakt, of niet is ondertekend, is niet in de wettelijk voorgeschreven vorm opgemaakt en kan slechts als ander geschrift in de zin van art. 344, eerste lid aanhef en onder 5°, Sv tot het bewijs meewerken (vgl. LJN AZ2481, NJ 2007, 67). De omstandigheid dat een niet op ambtseed opgemaakt of niet ondertekend proces-verbaal vergezeld gaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.