Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/247
247 Voorbeelden van arbeidsrechtelijke beëindigingsovereenkomsten met finale kwijting
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691502:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Van belang is of finale kwijting is verleend voor alle onderwerpen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst. Van de finale kwijting wordt de claim van de werknemer ter zake van overuren meestal uitgezonderd. Zie ook Hof Arnhem-Leeuwarden 7 mei 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:BZ9816: finale kwijting heeft alleen het oog op vorderingen waarin die partij het bestaan op dat moment kende. De stelling van de werknemer dat het kwijtingsbeding in de beëindigingsovereenkomst ook betrekking heeft op fraudevordering van werkgever gaat niet op.
Hof Arnhem-Leeuwarden 13 november 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9842, r.o. 4.5, 4.6 en 4.13 met verwijzing naar HR 28 maart 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2319, NJ 1997/438. Zie ook Rb. Midden-Nederland 9 maart 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:1260 (kwijting ter zake van verlofuren?).
Vzr. Rb. Midden-Nederland 11 januari 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:210. Zie ook Rosendahl & Theunissen 2017 onder 2. en 3. Vgl. HR 14 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:260, NJ 2020/60 waar de Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het hof dat het kwijtingsbeding bij de afwikkeling van een huurverhouding ook zag op de onverschuldigde betaling onbegrijpelijk was.
Ter afsluiting van deze subparagraaf volgen twee voorbeelden van een vaststellingsovereenkomst die een werkgever en werknemer sloten ter beëindiging van de arbeidsrelatie.1
Tegen de vordering van de werknemer tot nakoming van de Wachtgeldregeling heeft de werkgeefster het verweer gevoerd dat in de vaststellingsovereenkomst een ontbindingsvergoeding (…) is overeengekomen, in welk bedrag ook de aanspraak op wachtgeld is verdisconteerd, zodat de werknemer – hetzij door afstand van recht, hetzij door de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid – geen aanspraak meer kan maken op de Wachtgeldregeling. De werknemer heeft dit verweer betwist en aangevoerd dat de afspraken over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst de aanspraak van de werknemer op de Wachtgeldregeling niet heeft aangetast. (…) “Naar het oordeel van het hof is de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de getroffen beëindigingsregeling mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, dat de beëindigingsregeling inhield dat de werknemer geen aanspraak op wachtgeld zou maken.”2
Mogelijk is in de beëindigingsovereenkomst niets bepaald over een eventuele geldigheid van het concurrentiebeding/geheimhoudingsbeding/relatiebeding. De vraag is of finale kwijting de werking van dergelijke bedingen tenietdoet. “Juist omdat deze bedingen zouden kunnen gelden in de periode na het einde van de arbeidsovereenkomst, zouden de bedingen expliciet door de werkgever tijdens de onderhandelingen en de redactie van de beëindigingsovereenkomst aan de orde moeten worden gesteld. Wanneer dat niet gebeurt, er vervolgens over geen van in de arbeidsovereenkomst voorkomende postcontractuele bedingen een afspraak wordt gemaakt in de beëindigingsovereenkomst en er een finale kwijting wordt opgenomen met de tekst dat niet alleen voor wat betreft de beëindiging maar ook wat betreft de inhoud van de arbeidsovereenkomst niets meer tussen partijen zal gelden, zal, tenzij er een uitdrukkelijke andere intentie aan ten grondslag ligt, moeten worden geconcludeerd dat ook de bedingen onder de finale kwijting vallen.”3 Het ligt op de weg van de werkgever dat hij, zo hij zijn gepretendeerd recht niet had willen prijsgeven, een voorbehoud ter zake van de omstreden vordering had gemaakt; indien hij dat niet heeft gedaan, komt dat voor risico van de werkgever.