Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/600
Jeugdzaak. Op gronden vermeld in CAG slaagt de klacht dat de strafoplegging onbegrijpelijk is nu het hof, anders dan tot uitdrukking komt in strafmotivering, jeugddetentie heeft opgelegd waarvan het onvoorwaardelijk deel uitstijgt boven de in voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd. Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 23-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:657
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 april 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/03109
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Jeugdstrafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:657, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:239, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2019
Essentie
Jeugdzaak. Op gronden vermeld in CAG slaagt de klacht dat de strafoplegging onbegrijpelijk is nu het hof, anders dan tot uitdrukking komt in strafmotivering, jeugddetentie heeft opgelegd waarvan het onvoorwaardelijk deel uitstijgt boven de in voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
23 april 2019
Strafkamer
nr. S 18/03109 J
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2018, nummer 22/003833-17, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2000.
Conclusie
Conclusie plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
1. Bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.