Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/803
Economische zaak. Vervolg op ECLI:NL:HR:2017:1311. Strafmotivering. HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2017/400 over het betrekken van een niet tlgd. feit bij de strafoplegging. Hof verwijst in strafverzwarende zin naar niet onherroepelijke veroordelingen, t.w. nieuwe verdenkingen ter zake van diefstal, zodat de strafoplegging ontoereikend is gemotiveerd. Volgt gedeeltelijke vernietiging en terugwijzing.
HR 16-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1023
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 juni 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
19/03042 E
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1023, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:403, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑2020
Essentie
Economische zaak. Vervolg op ECLI:NL:HR:2017:1311. Strafmotivering. HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2017/400 over het betrekken van een niet tlgd. feit bij de strafoplegging. Hof verwijst in strafverzwarende zin naar niet onherroepelijke veroordelingen, t.w. nieuwe verdenkingen ter zake van diefstal, zodat de strafoplegging ontoereikend is gemotiveerd. Volgt gedeeltelijke vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/03042 E
Datum 16 juni 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, economische kamer, van 24 oktober 2018, nummer 23/002608-17, in de strafzaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.