NJ 2017/400
Hoge Raad verduidelijkt regels met betrekking tot een in de strafmotivering vermeld niet-tenlastegelegd (al dan niet soortgelijk) feit.
HR 19-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2391, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 september 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, Y. Buruma, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/01846
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154323:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2391, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:777, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑04‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑08‑2016
- Wetingang
Essentie
Hoge Raad verduidelijkt regels met betrekking tot een in de strafmotivering vermeld niet-tenlastegelegd (al dan niet soortgelijk) feit.
1. Het staat de rechter vrij om bij de strafoplegging rekening te houden met een niet-tenlastegelegd feit, onder meer wanneer de verdachte voor dit feit onherroepelijk is veroordeeld (vgl. HR 26 oktober 2010, NJ 2010/586). Met een onherroepelijke veroordeling wordt gelijkgesteld een onherroepelijke strafbeschikking.
2. Wanneer een niet-tenlastegelegd (soortgelijk) feit aanleiding geeft tot strafverzwaring, moet de veroordeling/strafbeschikking ter zake van dat feit in beginsel onherroepelijk zijn op het moment van het wijzen van vonnis of arrest. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.