Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/787
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Hoofdverblijfplaats minderjarige; art. 1:253a BW. Motiveringsklachten.
HR 19-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1084
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 juni 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
19/05028
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1084, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:425, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑04‑2020
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Hoofdverblijfplaats minderjarige; art. 1:253a BW. Motiveringsklachten.
Conclusie
[de moeder], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. M.A.M. Wagemakers,
tegen
[de vader], verweerder in cassatie, adv.: mr. N.C. van Steijn.
Conclusie A-G mr. M.L.C.C. Lückers:
1. Feiten en procesverloop
1.1
In cassatie kan worden uitgegaan van de volgende feiten:1.
(i) Partijen, die de Nederlandse nationaliteit bezitten, zijn op 6 december 2016 te Voorst met elkaar gehuwd in de wettelijke gemeenschap van goederen.2.
(ii) Het huwelijk van de partijen is op 17 mei 2018 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.