Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/800
Rb. heeft verdachte voor vijf feiten één hoofdstraf opgelegd. Hoger beroep t.a.v. twee feiten. Hof spreekt daarvan vrij, bepaalt o.g.v. art. 423 lid 4 Sv, straf voor de andere drie feiten en houdt beslagbeslissingen Rb. t.z.v. die drie feiten buiten hoger beroep. Middel keert zich daartegen. Ook middel m.b.t. redelijke termijn in cassatie. HR: art. 80a RO.
HR 16-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1047
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 juni 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/01821
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1047, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:589, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑05‑2020
Essentie
Rb. heeft verdachte voor vijf feiten één hoofdstraf opgelegd. Hoger beroep t.a.v. twee feiten. Hof spreekt daarvan vrij, bepaalt o.g.v. art. 423 lid 4 Sv, straf voor de andere drie feiten en houdt beslagbeslissingen Rb. t.z.v. die drie feiten buiten hoger beroep. Middel keert zich daartegen. Ook middel m.b.t. redelijke termijn in cassatie. HR: art. 80a RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/01821
Datum 16 juni 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 27 maart 2019, nummer 22-001098-17, in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.